place

Buizengat (Vlaardingen)

Oppervlaktewater in Vlaardingen

Het Buizengat in Vlaardingen is een restant van een spuikom die omstreeks 1610 werd aangelegd om de Oude Haven op diepte te houden. De naam dankt deze kom aan de buizen die hier 's winters werden opgelegd. Zo verstoorden deze schepen het spuien van de haven niet. De Oude Haven zelf is ontstaan uit een natuurlijke waterloop (vloedkreek en waterloop komend uit aangrenzend veengebied) welke ten noordoosten van het oude Vlaardingen ontsprong en met een grote bocht zuidwaarts in de Maas uitmondde. Deze waterloop is vanouds bekend als de Vlaarding en verenigde in zijn benedenloop enkele andere veenlopen, zoals de Hooilede, in zich. Deze waterlopen zijn zo goed als geheel verdwenen onder ophogingen bij latere stadsuitbreidingen. Met een bocht via het huidige Plein Emaus kwam de Vlaarding uit in het Buizengat. hier lag de grens tussen Vlaardingen en Vlaardingerambacht. Het Buizengat ligt tussen de Kortedijk, de Westlandseweg en de Hoflaan. Globaal gezegd is het dat deel van de haven dat tussen de Vlaardinger Driesluizen en de korenmolen ligt. Aan het begin van de 21e eeuw is men begonnen met het bouwen van woningen rond het Buizengat. De oevers zijn daarbij door middel van drie voetgangersbruggen met elkaar verbonden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Buizengat (Vlaardingen) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Buizengat (Vlaardingen)
Buizengat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Buizengat (Vlaardingen)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.914355555556 ° E 4.3461722222222 °
placeToon op kaart

Adres

Buizengat 5
3134 AG
Zuid-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Aeolus (Vlaardingen)
Aeolus (Vlaardingen)

Aeolus is de naam van de korenmolen in het centrum van Vlaardingen. De geschiedenis van de stellingmolen gaat terug naar de 15e eeuw. Toen stond op de plaats van de huidige molen aan de Kortedijk een houten molen, die in bezit was van particulieren die het in 1407 door graaf Willem van Holland aan de stad verleende maalrecht pachtten. In 1585 werd de molen gekocht door de stad en konden molenaars de molen huren. Rond 1688 werd de molen vervangen door een groter exemplaar met stenen onderbouw en een houten bovenbouw met een rietbedekking. Honderd jaar later, in 1790 werd de molen opnieuw vervangen door een grotere molen met een stenen romp. De molen werd in opdracht van de gemeente Vlaardingen gebouwd die Aeolus tot 1878 in eigendom had. In dat jaar werd de molen verkocht aan een particulier. De tamelijk grote molen is bewoond geweest, wat direct te zien is aan de grote vensters aan de oostkant. Aan die kant zijn op drie zolders sporen te zien van wanden en stucwerk. De woning nam ongeveer de helft van het vloeroppervlak in beslag. Van 1914 tot 1919 was de molen in onbruik, nadat een van de wieken dwars door de omloop heen naar beneden was gestort. In 1919 werd de molen verkocht aan de Coöperatieve Landbouwers Aankoopvereniging 'Samenwerking', die de molen gebruikte om veevoer te malen. De molen werd ontdaan van wieken en kap en kreeg een plat dak waarop tijdens de Tweede Wereldoorlog Duits luchtafweergeschut werd opgesteld. In 1954 werd de molen door de gemeente gekocht en opgeknapt, waarna deze op 30 april 1957 werd verpacht als opslag- en verkoopruimte aan 'Samenwerking', thans Coöperatieve Vereniging 'Maasmond'. De naam van de molen dateert uit dat jaar, refererend aan de god Aeolus (God van de wind). Sinds 1977 is de molen weer in bedrijf. In een aan de molen aangebouwd winkeltje kunnen producten worden gekocht die door de molen zelf zijn gemalen. Op 12 september 2009 is de molen Aeolus overgedragen aan een stichting genaamd SEMA. In Aeolus bevinden zich twee elektrisch aangedreven en twee windgedreven maalstoelen, elk met een eigen regulateur om de afstand tussen de stenen te stellen. Verder zijn er twee mengmachines aanwezig. De molen is een Rijksmonument.

Vlaardinger Driesluizen
Vlaardinger Driesluizen

De Vlaardinger Driesluizen, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, verbindt de Vlaardingervaart met de Oude Haven van Vlaardingen. De afmetingen van de sluis zijn 22 meter bij 4,80 meter. De doorgang is niet hoger dan 1.90m, de diepgang is onbekend en de sluis heeft tegenwoordig in hoofdzaak betekenis als schutsluis voor de pleziervaart. De Oude Haven staat via de Delflandse Buitensluis in verbinding met de Buitenhaven, die een open verbinding heeft met de Nieuwe Maas. De huidige sluis dateert uit 1960. In de sluis is aan weerszijden een gedenksteen herplaatst. De gedenkstenen zijn afkomstig van voorgaande sluizen op deze plaats en tonen een aantal wapens met namen. Ze dragen het opschrift Delflant en de jaartallen 1639 en 1653. Beide stenen zijn gemeentelijk monument. Aan de kant van de Oude Haven bevindt zich de steen uit 1639 met daarop het wapen van het Hoogheemraadschap van Delfland met keizerskroon, rijksappel en kruis, waarbij het schild wordt vastgehouden door een dubbelkoppige adelaar, met verder de namen en de wapens van de hoogheemraden. Op de steen aan de kant van de Vlaardingse Vaart uit 1653 is eveneens het wapen van het hoogheemraadschap afgebeeld, maar hier zonder schildhouder. Bovendien staan hierop de wapens en de schilden van baljuw-dijkgraaf Willem van der Hoeff en hoogheemraden Diederik van Schagen, Albrecht van Wassenaer, Willem Stalpart van der Wiele, Adriaan van der Mijle en Dirk Meerman. Onderaan de steen zien we de wapens van secretaris Cornelis de Jonge en penningmeester Cornelis (Michielsz.) Soetens van het hoogheemraadschap Delfland. Op de plaats van de Driesluizen bevinden zich al meer dan 750 jaar kunstwerken, zowel voor het spuien van water als voor het schutten van schepen. Voor zover bekend was daarbij altijd sprake van twee spuisluizen en één schutsluis. De huidige sluis is in 1960 gebouwd en is in 1999 zelfbedienbaar gemaakt: de sluis werd tot 2016 door de schipper zelf geopend door middel van een muntautomaat. Vanaf het voorjaar 2016 wordt de Vlaardinger Driesluizen op afstand bediend vanuit het Havenkantoor van de gemeente Vlaardingen. Oorspronkelijk was Vlaardingen een belangrijke vergaderplaats van het waterschap en stond bij de sluizen aan oostzijde van de Kortedijk het Delflands Huis. Dat karakteristieke gebouw is in de jaren zestig van de twintigste eeuw gesloopt en vervangen door twee woningen onder een kap, bedoeld voor sluiswachters en ontworpen door de Vlaardingse architect Jac. van der Vlis.

Oude Haven (Vlaardingen)
Oude Haven (Vlaardingen)

De Oude Haven van Vlaardingen is ontstaan uit een natuurlijke waterloop (vloedkreek en waterloop komend uit aangrenzend veengebied) welke ten noordoosten van het oude Vlaardingen ontsprong en met een grote bocht zuidwaarts in de Maas uitmondde. Deze waterloop is vanouds bekend als de Vlaarding en verenigde in zijn benedenloop enkele andere veenlopen, zoals de Hooilede, in zich. Deze waterlopen zijn zo goed als geheel verdwenen onder ophogingen bij latere stadsuitbreidingen. Langs de Emmakade loopt echter nog een sloot die een restant van de Vlaarding is. Met een bocht via het huidige Plein Emaus kwam de Vlaarding uit in het Buizengat. Dat Buizengat is een restant van een spuikom die hier werd aangelegd om de haven op diepte te houden. De naam dankt deze kom aan de buizen die hier 's winters werden opgelegd. Zo verstoorden deze schepen het spuien van de haven niet. Het gedeelte van de Oude Haven dat vanaf de Vlaardinger Driesluizen tot aan de Westhavenplaats loopt is gegraven; de oude loop van de Vlaarding die hier dichter bij de Hoogstraat lag is daarbij gedempt. Het gedeelte dat met een knik langs de Westhavenplaats loopt, volgt weer het verloop van de oude Vlaarding, die even ten zuiden van de Dayer in de Maas uitmondde. Bij de Dayer stond tussen 1625 en 1939 de stadskraan, waarmee schepen geladen en gelost werden. Van de laatste houten stadskraan uit 1858 zijn de bouwtekeningen bewaard gebleven. In 1995 heeft men aan de hand van de tekeningen een replica gemaakt, die verderop bij het Visserij & Vlaardings Museum is geplaatst. Aan de Westhavenplaats bevindt zich de Visbank, waar tot 1949 de vis bij opbod werd verkocht. Vanaf de Schiedamseweg/Westhavenkade naar het zuiden loopt ten westen van de haven de Westhavenkade, en ten oosten de Oosthavenkade. Aan deze kades liggen nog vele monumentale panden, waaronder redershuizen en pakhuizen. In de haven liggen langs de Westhavenkade varende monumenten, waaronder de VL92 Balder, een haringlogger die deel uitmaakt van de museumcollectie van het Visserij & Vlaardings Museum. Aan de Oosthavenkade zijn ligplaatsen voor de pleziervaart en bevindt zich onder andere het Hollandiagebouw. Door het steeds verlengen van de havenhoofden slibde ter weerszijden van de havenmond land aan, waardoor de Oude Haven in de loop van de geschiedenis ook steeds langer werd. Het gedeelte ten zuiden van de Delflandse Buitensluis bij de spoorweg wordt Buitenhaven genoemd. Tot de aanleg van de keersluis in 1888 vormden deze twee havens een geheel. Deze keersluis was onderdeel van de Hoekse Lijn, die over een waterkerende dijk was aangelegd die het gebied ten noorden ervan tegen overstroming moest beschermen. De Oude Haven, met daarin als verlenging de Buitenhaven, was tot het einde van de 19e eeuw de enige haven van Vlaardingen. De aanleg van de Koningin Wilhelminahaven maakte hier een eind aan. Ondanks de aanleg van een sluis in 1888 en een tweede sluis in 1920 is de Oude Haven tot 1995 een getijdehaven gebleven, die slechts bij verwacht hoogwater werd afgesloten.

Grote Kerk (Vlaardingen)
Grote Kerk (Vlaardingen)

De Grote Kerk is een kerkgebouw aan de Markt in Vlaardingen. De geschiedenis gaat terug naar de 8e eeuw toen er omstreeks het jaar 725 op de markt een gebouwtje door priester Heribald geschonken werd aan de Angelsaksische missionaris Willibrord (later eerste bisschop van Utrecht). Om deze reden werd de kerk oorspronkelijk Sint-Willibrorduskerk genoemd. Het was een van de eerste moederkerken in het westen van Nederland. In de 12e eeuw (rond 1156) werd de eerste stenen kerk op deze plek gesticht. Al vrij kort na het begin van de bouw, in 1163, zorgde de Sint-Thomasvloed voor problemen: de monding van de Oude Rijn bij Katwijk wordt daardoor voor enkele eeuwen afgesloten en het rivierwater kan niet meer naar zee worden afgevoerd. Hierdoor lopen de polders in het graafschap Holland onder. Een in opdracht van Floris III aangelegde dam bij Zwammerdam verplaatst de problemen naar het bisdom Utrecht, wat tot een kortstondige oorlog tussen de twee partijen leidt. De dijk bij Vlaardingen is over een lengte van twee kilometer weggeslagen en het land wordt bedekt door een dikke laag modder en zilte klei. De Hollandse graven verplaatsen hun huishouden naar Dordrecht en Den Haag en de bouw van kerk stopt. Pas in in de 14e eeuw wordt de grote kerk afgebouwd. De toren wordt omstreeks 1350 voltooid. De kerk diende in eerste instantie als parochiekerk voor Vlaardingen, Vlaardingerambacht en Zouteveen en het hoofdaltaar was gewijd aan Johannes de Doper. Na de Reformatie (1572) kwam de kerk in handen van de calvinisten. In 1574 vond de stadsbrand van Vlaardingen plaats. De kerk werd hierbij dusdanig beschadigd dat hij in 1584 gedeeltelijk herbouwd werd. Een groot deel van het gebouw was verloren gegaan. Het waaggebouw met daarin de stadswaag is deels opgebouwd met de stenen van de noordelijke dwarsbeuk. Op de plek waar ooit de zuidelijke dwarsbeuk stond verrees omstreeks 1600 een verblijf voor galeislaven. In 1634 werd dit vervangen door een nieuwe, nu nog bestaande, zuidelijke dwarsbeuk. Toen in 1665 een nieuwe noordelijke dwarsbeuk werd gebouwd, kwam een groot deel van het waaggebouw te vervallen. De kerk was op dat moment een driebeukige hallenkerk met ingebouwde toren. In 1743 was de toren dusdanig verzakt dat deze werd afgebroken. De huidige toren is in 1746 voltooid door David van Stolk en stond oorspronkelijk op enkele meters afstand van de kerk. Na voltooiing van de toren is de kerk vergroot en tegen de nieuwe toren aan gebouwd. De Grote Kerk heeft een bijzonder orgel dat in 1763 door Pieter van Peteghem werd gebouwd voor de Bernardijner-abdij van Baudeloo te Gent. Dit orgel is in 1819 aangekocht. De kerktoren heeft een carillon. In deze toren zat vroeger een wachter (torenkijker) die uitkeek over het water. Wanneer een Vlaardingse logger in aantocht was, werd een bal op de toren gehesen als teken voor de reder. De wachter waarschuwde ook wanneer een Vlaardings vissersschip arriveerde met de vlag halfstok. Wanneer dat het geval was, dienden de vrouwen binnen te blijven totdat bekend was voor wie het slechte nieuws was bestemd. In de periode 1966-1970 werd de kerk grondig gerestaureerd, waarbij de banken vervangen werden door houten stoelen met rieten zitting, om het geheel een oorspronkelijker en ruimtelijker indruk te geven. De kerk is een rijksmonument. Van 2009 tot 2017 vonden rondom deze kerk elk jaar in de maand juli de Vlaardingse Beiaardweken plaats. Op de dinsdagen van deze maand speelden topbeiaardiers uit binnen- en buitenland op het carillon van de kerk, waarbij hun spel was te zien op beeldschermen die rond de kerk stonden opgesteld.