place

Sint-Joriskerk (Berlijn-Mitte)

Kerkgebouw in BerlijnLuthers kerkgebouw in DuitslandVerdwenen kerkgebouw in Duitsland
Berlin Mitte Postkarte 001
Berlin Mitte Postkarte 001

De Sint-Joriskerk (Duits: St. Georgen-Kirche) was een protestantse kerk in het oude stadscentrum van Berlijn. In de Tweede Wereldoorlog werd de kerk verwoest en later niet hersteld. Met een hoogte van 105 meter was de toren van de Joriskerk na de koepel van de Berlijnse Dom (114 meter) het hoogste gebouw van het historische Berlijn.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sint-Joriskerk (Berlijn-Mitte) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sint-Joriskerk (Berlijn-Mitte)
Alexanderstraße, Berlijn Mitte

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sint-Joriskerk (Berlijn-Mitte)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.522444444444 ° E 13.416258333333 °
placeToon op kaart

Adres

Alexanderstraße
10178 Berlijn, Mitte
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

Berlin Mitte Postkarte 001
Berlin Mitte Postkarte 001
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Schillingstraße (metrostation)
Schillingstraße (metrostation)

Schillingstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Karl-Marx-Allee in het oosten van Berlin-Mitte, niet ver van de Alexanderplatz. Het metrostation werd geopend op 21 december 1930 aan het eerste deel van lijn E. Tegenwoordig draagt deze lijn het nummer U5. Tijdens de deling van de stad lag station Schillingstraße in Oost-Berlijn. Schillingstraße kreeg zoals alle stations op lijn E een standaardontwerp van de hand van Alfred Grenander, indertijd huisarchitect van de Berlijnse metro. Om de sterk op elkaar gelijkende stations van elkaar te onderscheiden maakte Grenander gebruik van de zogenaamde kenkleur, die toegepast werd op vaste elementen als de wandbetegeling en de stalen steunpilaren. De toewijzing van de kenkleur volgde een zich herhalend patroon: roze, lichtgrijs, geel, blauwgroen, lichtgroen. Station Schillingstraße werd uitgevoerd in de kleur roze. De perronhal is ongeveer anderhalve verdieping hoog, zodat men perron en sporen vanaf de tussenverdieping kan overzien. Tussen 1959 en 1960 was het metrostation gesloten in verband met de heraanleg van de Stalinallee, zoals de vroegere Frankfurter Allee en de huidige Karl-Marx-Allee toen heette. De nieuwe pronkboulevard werd verbreed en de westelijke ingang van station Schillingstraße moest wijken. Aan de oostzijde verving men de tussenverdieping door een lange voetgangerstunnel en werd een van de toegangen geïntegreerd in een gebouw op de hoek Stalinallee/Schillingstraße. Ook het interieur van het station veranderde: de oorspronkelijke roze wandbetegeling werd vervangen door verticaal geplaatste lichtgroene tegels, afgewisseld met witte lijnen. De pilaren werden donkergroen. Deze situatie bleef bestaan tot eind 2003, toen men de oudste stations van de U5 in een nieuw jasje stak. De wandbetegeling moest wijken voor een vandalismebestendige bekleding van geëmailleerde metaalplaten, waarbij werd teruggegrepen op het principe van de kenkleur. Station Schillingstraße kreeg lichtroze wanden, met een brede rode band waarin de stationsnaam geschreven is, en rode pilaren. Daarnaast werd de verlichting verbeterd, werd er een nieuwe vloer gelegd en kwam er nieuw perronmeubilair. Tegelijkertijd plaatste men op het perron van station Schillingstraße een groep houten beelden. Het werk met de naam Reisende aus einer anderen Zeit ("reizigers uit een andere tijd") werd gemaakt door jongeren in het kader van een kunstproject van de jeugdgevangenis in Oranienburg (stad). In de oostelijke voetgangerstunnel verschenen afbeeldingen die de geschiedenis van het station en zijn omgeving uitbeelden. De uitgang aan de westzijde van het station werd heropend, zij het slechts aan één kant van de straat. Het station is momenteel alleen te bereiken via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De termijn waarbinnen men in station Schillingstraße een lift zal inbouwen is nog open.

Alexanderplatz (metrostation)
Alexanderplatz (metrostation)

Het metrostation Alexanderplatz is een van de grootste stations van de metro van Berlijn en vormt het knooppunt van de lijnen U2, U5 en U8. Het station is aangelegd in een H-vorm, met de U2 in de oostelijke arm, de U8 in de westelijke arm en de dieper gelegen U5 in de dwarsarm. De perrons van de U2 en de U8 worden door een winkelpassage over de U5 met elkaar verbonden. Het perron van de huidige U2 werd tussen 1910 en 1913 naar een ontwerp van Alfred Grenander gebouwd, en op 1 juli 1913 geopend. Kort daarna werd onder het perron voorbereidingen getroffen voor een toekomstige lijn naar Friedrichshain, maar deze is vanwege de Eerste Wereldoorlog nooit gebouwd. Slechts enkele jaren daarna wilde AEG een eigen metrolijn in noord-zuidrichting bouwen, de huidige U8. Om die reden werd ten westen van het Stadtbahnviaduct al snel een tunnel gegraven, deze tunnel, rond het geplande station Stralauer Straße, is tegenwoordig de Waisentunnel die fungeert als verbindingsspoor tussen U5 en U8. Nadat AEG vanwege financiële redenen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog het project niet kon voortzetten, werd de lijn door de stad Berlijn overgenomen en het station op de plaats van de huidige Fernsehturm kwam er niet. Men besloot echter de nieuwe lijn via Alexanderplatz te laten lopen, om zo een aansluiting met de U2 mogelijk te maken. Vanaf 1926 werd aan dit nieuwe station, dat tegen het S-Bahnstation aanligt, gebouwd en het werd op 18 april 1930 geopend. Al in 1926/27 begon men met de bouw van een nieuwe lijn richting het oosten, de huidige U5. Het viersporige station werd haaks op de al bestaande stations gebouwd en verbond deze op die manier. De buitenste sporen waren voor een lijn naar Weißensee bestemd, maar ook deze lijn is tot op heden niet gerealiseerd. Het station werd op 21 december 1930 geopend. De stations van de U5, U8 en het voetgangersgebied wat hen verbindt, zijn in de stijl van de nieuwe zakelijkheid uitgevoerd. De stations zouden voor vele andere stations een voorbeeld worden. Architect was wederom Alfred Grenander die zich deze stijl, in de 17 jaren sinds de voltooiing van het U2-station, duidelijk eigen had gemaakt. Gedurende de deling van Berlijn (1961–1989) waren de perrons van de U8 van de rest van het station afgesloten, en waren de toegangen dichtgemetseld. Dit omdat de treinen die van de west- naar oost- en weer naar de westsector voerden toch zonder te stoppen door het station reden. Daarom behoorde dit station tot de zogenoemde Geisterbahnhöfen. Om het bestaan van het station te verbergen waren de afgeschermde perrons met originele muurtegeltjes bekleed. De tunnel richting het station Rotes Rathaus is ook al gerealiseerd in 1930 en was meteen al uitgevoerd met twee verdiepingen, boven voor lijn E (U5) en onder voor lijn F (U3/U10). Het onderste deel is volgestort met zand en het bovenste deel is gebruikt voor opstelsporen. Hier bevinden zich vier keersporen waar de treinen kop kunnen maken. Op deze keersporen is de zogenaamde Waisentunnel aangesloten, zodat er met voertuigen van de U8 gewisseld kan worden. De westelijke verlenging van de U5 naar Berlin Hauptbahnhof is via de bovenste verdieping aangesloten op station Alexanderplatz. De westelijkste drie stations van deze verlenging, Brandenburger Tor en Bundestag en Berlin Hauptbahnhof, zijn tussen 8 augustus 2009 en 4 december 2020 als eilandbedrijf met pendeldienst onder nummer U55 geëxploiteerd. In 2010 begonnen de werkzaamheden onder het centrum en op 4 december 2020 is het ontbrekende deel geopend. De lijn naar Weißensee is als verlenging van de U3/U10 in oostelijke richting in de plannen opgenomen. Aan de westkant van het station Alexanderplatz is het onderste deel van de tunnel vrijgemaakt en de buitenste sporen lopen naar het dieper gelegen deel van Rotes Rathaus waar vervangende opstelsporen zijn aangelegd in afwachting van de voltooiing van de U3/U10. Op station Alexanderplatz zal dan een overstap op hetzelfde perron mogelijk worden tussen U3/U10 en U5, terwijl reizigers die de andere lijn in tegengestelde richting willen nemen bij Rotes Rathaus kunnen overstappen. Hoewel bij de Potsdamerplatz ook al een tunnel is gebouwd voor de perrons van U3 is een datum voor deze verlenging nog niet bepaald. Na de val van de muur werd en wordt het metrostation voor €36 miljoen gerenoveerd. Daarbij gebruikt de BVG de voor het station zo karakteristieke tegeltjes. De perrons van de U5 en U8 hebben een nieuwe granieten ondergrond gekregen, en het perron van U2 krijgt een nieuwe asfaltlaag. Vanwege de bouw van enkele liften zijn een aantal trappen verlegd. Het station heeft op dit moment 4 liften, 86 trappen en 9 uitgangen.

Berlijn
Berlijn

Berlijn (Duits: Berlin) is de hoofdstad van Duitsland en als stadstaat een deelstaat van dat land. Met 3.866.385 inwoners (30 juni 2023) is Berlijn tevens de grootste stad van het land. Daarnaast is Berlijn - gerekend naar inwonertal binnen de stadsgrenzen - de grootste stad van de Europese Unie. De stad ligt in het noordoosten van Duitsland, aan de rivier de Spree. 22% van Berlijn bestaat uit natuur en parken en 6% uit meren, rivieren en kanalen. Ze wordt omsloten door de deelstaat Brandenburg. Op 31 december 2018 had 17,46% van de inwoners een niet-Duits staatsburgerschap (675.210 niet-Duitsers) en hadden 8.195 inwoners het Nederlandse staatsburgerschap. In zijn geschiedenis, die teruggaat tot de dertiende eeuw, was Berlijn de hoofdstad van Pruisen (1701–1918), het Duitse Keizerrijk (1871–1918), de Weimarrepubliek (1919–1933) en nazi-Duitsland (1933–1945). Na de Tweede Wereldoorlog was Berlijn gedurende meer dan veertig jaar een verdeelde stad, waarbij het oostelijke deel als hoofdstad fungeerde van de DDR en het westelijke deel een de facto exclave van West-Duitsland was. Na de Duitse hereniging in 1990 werd Berlijn de hoofdstad van de Bondsrepubliek Duitsland en de zetel van het parlement, de deelstaatvertegenwoordiging en het staatshoofd. De economie is voornamelijk gebaseerd op de high-tech industrie en de dienstensector, die een diverse waaier van creatieve industrie, onderzoeksfaciliteiten en media bedrijven. Berlijn dient ook als continentale hub voor lucht-en spoorvervoer en is een toeristische bestemming. Belangrijke industrieën omvatten electronic commerce, IT, biomedische techniek, geneesmiddelen, biotechnologie, elektronica, verkeerstechniek, en hernieuwbare energie. Berlijn is een metropool en geldt in Europa als een van de grootste culturele, politieke en wetenschappelijke centra. De stad is bekend vanwege het hoogontwikkelde culturele leven (festivals, nachtleven, sportevenementen, musea, kunsttentoonstellingen enz.) en de liberale levensstijl en moderne Zeitgeist.

Jannowitzbrücke (metrostation)
Jannowitzbrücke (metrostation)

Jannowitzbrücke is een metrostation in de Duitse hoofdstad Berlijn dat in 1930 werd geopend vlak ten noorden van het gelijknamige S-Bahn station. In 1902 stelde de Neurenbergse Continentale Gesellschaft für elektrische Unternehmungen het Berlijnse stadsbestuur voor een zweefbaan naar het voorbeeld van de Wuppertaler Schwebebahn te bouwen. Het traject dat men op het oog had zou lopen van Gesundbrunnen naar Neukölln (toen nog Rixdorf geheten). De lijn zou nabij de Jannowitzbrücke de Spree kruisen; boven de rivier was een station gepland. De autoriteiten vonden een dergelijke lijn echter ontsierend voor het stadsbeeld en wezen het project af. Vijf jaar later wendde het elektronicaconcern AEG zich tot de bestuurders met plannen voor een ondergrondse metrolijn op min of meer hetzelfde traject als de zweefbaan. Dit project bleek wel op steun te kunnen rekenen en in 1912 verwierf AEG de concessie voor de bouw en exploitatie van de inmiddels GN-Bahn gedoopte lijn. De Jannowitzbrücke viel buiten de plannen van AEG: de Spree zou verder naar het westen gekruist worden en het dichtstbijzijnde metrostation zou zich bij de Stralauer Straße bevinden. In 1913 begon men met de bouw van de lijn. Al snel brak echter de Eerste Wereldoorlog uit, waarna er een groeiend gebrek aan arbeidskrachten en bouwmaterialen ontstond. In 1917 kwamen de werkzaamheden aan de metrolijn volledig stil te liggen; de tunnel onder de Spree behoorde op dat moment tot de weinige gereedgekomen lijnstukken. De AEG-Schnellbahn-AG, het dochterbedrijf van AEG dat voor de metrobouw verantwoordelijk was, kon niet voldoen aan de in de concessie opgenomen voorwaarde de GN-Bahn in 1918 in gebruik te nemen en werd geliquideerd. Het project verviel vervolgens aan de stad, die de werkzaamheden vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Het stadsbestuur had de plannen ondertussen op een aantal punten aangepast. In het plan van AEG zou de GN-Bahn ten westen van de Alexanderplatz lopen, hetgeen de realisatie van een overstapstation onder het plein (waar reeds een lijn verliep en een andere in aanbouw was) bemoeilijkte. Men besloot het centrale deel van de lijn daarom oostelijker aan te leggen, parallel aan de Stadtbahn. Hiertoe moest een nieuwe tunnel onder de Spree gebouwd worden ter hoogte van de Jannowitzbrücke, die alsnog een metroaansluiting zou krijgen. De tijdens de Eerste Wereldoorlog voltooide en door de tracéverlegging onnodig geworden Spreetunnel richting de Waisenstraße (de Waisentunnel) zou later omgevormd worden tot verbindingstunnel tussen de U8 en de U5.In de zomer van 1927 was het zover: in het zuiden van de stad kwam het eerste deel van de GN-Bahn, ofwel lijn D, in gebruik. Na een aantal verlengingen, steeds in kleine etappes, werd in april 1928 de Neanderstraße nabij de zuidoever van de Spree bereikt. Het resterende deel van de lijn tot aan Gesundbrunnen, inclusief station Jannowitzbrücke, volgde op 18 april 1930. In verband met de bouw van de tunnel onder de rivier had men de oude Jannowitzbrücke volledig afgebroken en een nieuwe brug gebouwd. Vanwege de nabije Spreekruising ligt metrostation Jannowitzbrücke dieper dan gemiddeld. Alfred Grenander en Alfred Fehse, de architecten van de GN-Bahn, maakten van deze omstandigheid gebruik door een hoge perronhal te creëren. Aangezien het station in een flauwe bocht ligt, was een gewelfd dak, zoals dat in veel andere stations op de lijn te vinden is, moeilijk te realiseren. De architecten kozen er daarom voor het dak vlak te houden. Ook op andere punten wijkt Jannowitzbrücke af van het standaardontwerp. Zo zijn de stalen pilaren onbekleed gelaten en werden de wanden in een metselverband bekleed met rechthoekige tegels. In de meeste overige stations van de GN-Bahn worden zowel de wanden als de pilaren door vierkante tegels gesierd. Het meest opvallende element van station Jannowitzbrücke is zijn met de stationshal van de S-Bahn in overeenstemming gebrachte en op pilaren en betegeling toegepaste gele kenkleur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef metrostation Jannowitzbrücke ongeschonden. Op 23 april 1945 moest het station desondanks zijn deuren sluiten: vanwege de gebrekkige stroomvoorziening werd het metroverkeer op lijn D stilgelegd. Een week later (de metro reed nog altijd niet) werd de Noord-zuidtunnel van de S-Bahn ter hoogte van het Landwehrkanaal opgeblazen, waardoor deze onder water kwam te staan. Via een voetgangerstunnel in station Friedrichstraße bereikte het water ook het metronetwerk. Bijna een miljoen kubieke meter water verspreidde zich vervolgens door de tunnels, waardoor ook station Jannowitzbrücke overstroomde. Op 16 juli 1945 was de doorgaande dienst op lijn D hersteld en kon metrostation Jannowitzbrücke na een sluiting van vier maanden heropend worden. De noordelijke ingangen van het station werden herbouwd. Het huizenblok aan de Alexanderstraße waarin deze toegangen waren geïntegreerd was namelijk verwoest in de oorlog. Net als de S-Bahn trok de Berlijnse metro zich aanvankelijk weinig aan van de sectorgrenzen. De bouw van de Berlijnse Muur in 1961 had echter een grote weerslag op het metroverkeer. Lijn D, die alleen in het centrum over Oost-Berlijns grondgebied verliep, bleef een West-Berlijnse lijn, die alle stations in de oostsector ging overslaan. Metrostation Jannowitzbrücke werd hermetisch afgesloten, de verbindingen met het S-Bahnstation werden dichtgemetseld. Lijn D verdween van de Oost-Berlijnse stadsplattegronden, al kon men de treinen soms horen rijden. Slechts twee dagen na de val van de Muur op 9 november 1989 was Jannowitzbrücke het eerste spookstation waar de treinen van de U8, zoals lijn D inmiddels heette, weer gingen stoppen. Op de tussenverdiepingen bleven tot 1 juli 1990, de dag waarop de muntunie tussen de DDR en de Bondsrepubliek in werking trad, grenscontroles uitgevoerd worden. Al snel kon het station zich weer tot een druk overstappunt ontwikkelen. Aan beide uiteinden van het eilandperron bevinden zich uitgangen. De noordelijke uitgang leidt naar beide zijden van de Alexanderstraße, de zuidelijke geeft rechtstreekse toegang tot het station van de S-Bahn. Aan de zuidzijde van het station bevindt zich bovendien een grote tussenverdieping, die echter geen functie meer heeft. Na de heringebruikname van het metrostation in 1989 bleef deze tussenverdieping gesloten, de bovengrondse toegang tot de hal werd later gesloopt.Begin 2009 startte een grootscheepse renovatie van het station, die tot 2011 zal duren. De aankleding van het station (wanden, vloeren, meubilair) zal hierbij bijna volledig worden vernieuwd; bovendien wordt het station van een lift voorzien. Het perron van de S-Bahn is reeds langer per lift te bereiken.

Altes Stadthaus
Altes Stadthaus

Het Altes Stadthaus (Nederlands: Oude Stadhuis) is een overheidsgebouw in Berlijn. Het gebouw staat aan de Molkenmarkt in Berlin-Mitte en heette verwarrend genoeg oorspronkelijk Neues Stadthaus. Het gebouw werd ontworpen door de stadsarchitect van Berlijn, Ludwig Hoffmann, en verrees tussen 1902 en 1911 voor de kosten van zeven miljoen Goldmark. Op 29 oktober 1911 werd het gebouw door burgemeester Martin Kirschner in gebruik genomen, als tweede stadhuis naast het te klein geworden Rotes Rathaus, vanwaar de naam nieuw stadhuis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het gebouw als gevolg van bombardementen beschadigd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het gebouw te liggen in de Sovjet-bezettingszone (SBZ) en vanaf 1949 in de Duitse Democratische Republiek. Van 1950 tot 1955 liet de regering van de DDR het gebouw restaureren. Tot 1955 was het bestuur van Oost-Berlijn er gevestigd, daarna werd het de zetel van de Ministerraad van de DDR. Het stadsbestuur nam zijn intrek in het inmiddels herbouwde Rotes Rathaus en in een gebouw aan de overzijde van de Parochialstraße, dat de benaming Neues Stadthaus overnam. Het niet meer als stadhuis dienende gebouw aan de Molkenmarkt staat sindsdien als Altes Stadthaus bekend. Na de Duitse hereniging in 1990 werd het gebouw gebruikt door de Bondskanselarij en het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Van 1994 tot 2001 werd het Altes Stadthaus grondig gerestaureerd. Op 18 juni 2001 was de restauratie voltooid. Sinds 1997 is het Berlijns ministerie van Interne Zaken in het gebouw gevestigd.