place

Sint-Leonarduskerk (Sint-Lenaarts)

Beschermd monument in VlaanderenKerkgebouw in het bisdom AntwerpenOnroerend erfgoed in Brecht
Sint Leonarduskerk (Sint Lenaarts) Zijaanzicht Toren, zijbeuk, schip en transept
Sint Leonarduskerk (Sint Lenaarts) Zijaanzicht Toren, zijbeuk, schip en transept

De Sint-Leonarduskerk is een rooms-katholieke bidplaats, gelegen in het dorpscentrum van Sint-Lenaarts in de Belgische gemeente Brecht. Het is een van de weinige kerken in België die Sint-Leonardus van Noblat als patroon heeft.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sint-Leonarduskerk (Sint-Lenaarts) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sint-Leonarduskerk (Sint-Lenaarts)
Dorpsstraat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sint-Leonarduskerk (Sint-Lenaarts)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.347336111111 ° E 4.6799083333333 °
placeToon op kaart

Adres

Sint-Leonarduskerk (Sint-Lenaartskerk)

Dorpsstraat 21
2960 , Sint-Lenaarts-Centrum
Antwerpen, België
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q28599492)
linkOpenStreetMap (123232227)

Sint Leonarduskerk (Sint Lenaarts) Zijaanzicht Toren, zijbeuk, schip en transept
Sint Leonarduskerk (Sint Lenaarts) Zijaanzicht Toren, zijbeuk, schip en transept
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Stenen Molen (Brecht)
Stenen Molen (Brecht)

De Stenen Molen in de Belgische gemeente Brecht, ook bekend als Bounke-Bounke, is een voormalige windkorenmolen. De beltmolen werd gekruid met een kettingrad dat onder de kap zat. Hij is in 1842 door molenaar Joannes Spruyt-Anthonissen opgericht, en is een beschermd monument sinds 24 mei 1977. De Stenen Molen is de enige overgebleven kettingkruier in Antwerpen, en een van de laatste drie in Vlaanderen. Sinds 2009 herbergt hij een eetgelegenheid. De windvang is ernstig verstoord nadat een villa werd gebouwd vlak achter de molen, net buiten de grenzen van het beschermd landschap. In de vroege morgen van 15 juni 2010 is na brandstichting door onbekenden de molen volledig uitgebrand. De kap en de resterende molenonderdelen zijn verwijderd. In 2012 is de romp aangekocht door een particulier, met het doel de Stenen Molen als windmolen te herstellen. Ter herinnering aan de oprichting werd het volgende vers in de koningsspil gekerfd: Verzonnen, begonnen en voleynd eer 't laatste half jaer 1842 was teneynd Oorspronkelijk bezat de molen twee koppels molenstenen en een schorssteen. De laatste werd gebruikt om eiken schors te vermalen die bij de kleine leerlooierijen in de Kempense grensstreek werd gebruikt voor het looien van huiden. Bij het malen van schors werd de schorsmolen op de eerste verdieping via een koker vanaf de steenzolder gevoed. Om het malen vlot te laten verlopen zat een schorskrabber op de kuip van de schorsmolen. Door het krabben zorgde hij ervoor dat de schors feilloos liep. De gemalen schors bleef aan elkaar hangen, en werd in grote balen afgetrokken. De gemalen schors werd run genoemd, en de fijne vezels lieten de taan los, tannine of looizuur dus. Toen de vraag naar schors afnam en uiteindelijk wegviel, werden de stenen gebruikt voor het malen van lijnkoeken. Hiertoe werd de koker vervangen door een koekenbreker. In 1953 legde de vijfde en laatste molenaar, Louis Van Aken, de molen stil. Zijn kinderen herstelden hem en verhuurden hem in 1960 aan een uitbater die er de bar Bounke-Bounke inrichtte. Tegen 1968 was de molen in zeer slechte staat. Het binnenraderwerk was gesloopt en een roede was verwijderd. De molen werd in 1975 te koop aangeboden. De gemeente Wilrijk was geïnteresseerd. Ondertussen verzocht de gemeente Brecht (die onvoldoende middelen kon vrijmaken om hem zelf aan te komen) het toenmalige Ministerie van Nederlandse Cultuur tot bescherming van de molen en het omliggende landschap. Deze bescherming werd op 24 mei 1977 verleend. Twee jaar later werd het monument aan een traiteursbedrijf verkocht. Dit zag zijn verzoek tot restauratie en inrichting van een feestzaal echter afgewezen. Vervolgens kwam het monument in handen van een bakker, die evenmin in zijn opzet slaagde. Ondertussen deed de gemeente Brecht verschillende vergeefse pogingen om het monument aan te kopen. In 2001 werd de molen maalvaardig gemaakt en uitgerust met een windgedreven mosterdmolen en een houtgestookte lemen oven. Op dinsdag 15 juni 2010 brandde de Stenen Molen volledig uit. Het vuur was ontstaan in de brasserie onder de molen en werd versterkt door de vorm van het gebouw, waardoor een aanzuigeffect ontstond vergelijkbaar met een schoorsteen. Volgens burgemeester Luc Aerts kan opzet niet worden uitgesloten.. Later bleek dat de brand inderdaad was aangestoken.

Kasteel van Westmalle
Kasteel van Westmalle

Het Kasteel van Westmalle is gelegen in het dorp Westmalle in de gemeente Malle. De oorsprong van het kasteel gaat terug naar een grote versterkte boerderij, de Mansus de Trisco (Nederlands: Hoeve Ten Driessche), die gesticht was rond 1100. De boerderij was de residentie van de vertegenwoordigers, de meiers, van de hertogen van Brabant. In 1449 werd het landgoed door Filips de Goede als hertog van Brabant aan Henri van der Moelen, gemeenteraadslid van Antwerpen verkocht. In 1505 kreeg zijn zoon, ridder Hendrik van der Moelen, alle feodale rechten van Filips I van Castilië (in de Nederlanden ook bekend als Filips de Schone). De kleinzoon van Hendrik, Evrard de Cottereau, bouwde het huidige kasteel in 1561. De dreef naar de kerk van Westmalle werd aangelegd in 1650. In 1695 was de laatste erfgenaam van de familie Cottereau veel geld verschuldigd aan Pierre Farisau, en nadien aan zijn erfgenaam Filips Robijns. In 1702 werd het kasteel opgeëist door de schuldeisers, maar de rechtbank gaf het kasteel terug aan dame Moytray, de weduwe van de Cottereau. In 1738 erfde haar broer het kasteel en werd het verkocht aan de erfgenamen van Filips Robijns. Het kasteel had toen het aanzien van een versterkte burcht met monumentale poort, valbrug, dubbele omwalling en voorplein. Deze erfgenamen verkochten het kasteel aan Jacques Benoit Pauwens in 1743. De familie Pauwens woonde in het kasteel tot 1847. In 1829 renoveerde baron de Norman het kasteel. Zijn kinderen verkochten het kasteel in 1848 aan een Antwerpse diamanthandelaar, heer Bovie. Hij renoveerde het kasteel en er werd een tuin gecreëerd door de landschapsarchitect Koelich. Van 1874 tot 1878 behoorde het kasteel toe aan Louis Geelhand. Baron de Turck de Kersbeeck kocht het kasteel in 1878 en liet het gebouw herstellen en renoveren door architect Schadde. In 1914 erfde baron Alfons van der Straten Waillet het kasteel. Door deling onder zijn kinderen is het in 1973 overgegaan naar zijn 4de zoon, baron Jacques van der Straten Waillet. In 1978 werd het kasteel dat zijn uiterlijk van 1561 perfect heeft weten te bewaren, beschermd als monument. Na het overlijden van baron Jacques van der Straten Waillet in 1984 wordt het kasteel bewoond door zijn weduwe, geboren gravin Christiane de Lannoy, en zijn zuster jonkvrouw Marie-Josephe van der Straten Waillet. Na het overlijden van de barones in 2022 werd het kasteel te koop gezet. De vraagprijs was 3,8 miljoen euro. De gemeente Malle besloot na een bevraging onder haar inwoners het kasteel aan te kopen. Die aankoop werd grotendeels gefinancierd door Stichting Kempens Landschap.