place

Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth (Brecht)

Klooster in Antwerpen (provincie)Onroerend erfgoed in Brecht
Brecht, abbaye N.D. de Nazareth
Brecht, abbaye N.D. de Nazareth

De Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth is een abdij in de Antwerpse gemeente Brecht, gelegen aan Abdijlaan 9.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth (Brecht) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth (Brecht)
Abdijlaan,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth (Brecht)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.316441666667 ° E 4.6326361111111 °
placeToon op kaart

Adres

Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth

Abdijlaan
2960 (Brecht)
Antwerpen, België
mapOpenen op Google Maps

Website
abdijnazareth.be

linkWebsite bezoeken

linkWikiData (Q2820645)
linkOpenStreetMap (54434307)

Brecht, abbaye N.D. de Nazareth
Brecht, abbaye N.D. de Nazareth
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brechtse Heide
Brechtse Heide

De Brechtse Heide is een beschermd landschap en ankerplaats in de Antwerpse gemeente Brecht met ook delen in de gemeenten Schilde, Malle en Zoersel. Het gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 1700 ha en is in wezen een heide-ontginningsgebied met centraal er in gelegen de Abdij Onze Lieve Vrouw van Nazareth. Hier is een vlak landbouwgebied van ongeveer 30 meter hoogte met een grootste hoogte van ongeveer 32 meter, en het wordt omringd door bossen en natuurreservaten als Kooldries-Hoofsweer en Marbeleven. Feitelijk betreft het een oost-west gerichte cuesta die tevens de waterscheiding vormt tussen de bekkens van de Schelde en, in het noorden, de Maas. De zuidelijke cuestarand, aan de zuidkant van het gebied, toont een vrij steile helling van 18 naar 25 meter. In het algemeen kent het gebied een vrij ondiepe zandlaag, gelegen op klei. Vanouds lagen er tal van vennen en ook vindt men er enkele bovenlopen van beken. Vanaf de 11e eeuw was er wel sprake van enige landbouw in het gebied, waarbij de heide gebruikt werd als leverancier van schapenmest. De heide-ontginningen vonden vooral plaats na 1772, toen keizerin Maria Theresia de aanplant van dennenbossen verordonneerde. Deze ontstonden vooral aan de westrand van het gebied, later ook in het zuiden. Door de abdij, die in 1947 werd gesticht, werden ook de centraal gelegen delen van het gebied ontgonnen. Vennen werden ontwaterd en opgehoogd. Aan de noordkant werd, van 1864-1873, het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten gegraven met als doel om de omliggende gronden vruchtbaarder te maken. Langs dit kanaal ontstond baksteenindustrie met kleiafgravingen. Van 1897-1925 gebruikte de stad Antwerpen een deel van het noordelijke gebied om stadsmest op te brengen. Door de gevarieerde geschiedenis en de diverse activiteiten is er een landschap ontstaan met tal van verschillende biotopen. Er komen vele vogelsoorten voor en ook de flora van de heiderestanten en diverse natte gebieden is van belang. Het gebied is vrij toegankelijk.

Stenen Molen (Brecht)
Stenen Molen (Brecht)

De Stenen Molen in de Belgische gemeente Brecht, ook bekend als Bounke-Bounke, is een voormalige windkorenmolen. De beltmolen werd gekruid met een kettingrad dat onder de kap zat. Hij is in 1842 door molenaar Joannes Spruyt-Anthonissen opgericht, en is een beschermd monument sinds 24 mei 1977. De Stenen Molen is de enige overgebleven kettingkruier in Antwerpen, en een van de laatste drie in Vlaanderen. Sinds 2009 herbergt hij een eetgelegenheid. De windvang is ernstig verstoord nadat een villa werd gebouwd vlak achter de molen, net buiten de grenzen van het beschermd landschap. In de vroege morgen van 15 juni 2010 is na brandstichting door onbekenden de molen volledig uitgebrand. De kap en de resterende molenonderdelen zijn verwijderd. In 2012 is de romp aangekocht door een particulier, met het doel de Stenen Molen als windmolen te herstellen. Ter herinnering aan de oprichting werd het volgende vers in de koningsspil gekerfd: Verzonnen, begonnen en voleynd eer 't laatste half jaer 1842 was teneynd Oorspronkelijk bezat de molen twee koppels molenstenen en een schorssteen. De laatste werd gebruikt om eiken schors te vermalen die bij de kleine leerlooierijen in de Kempense grensstreek werd gebruikt voor het looien van huiden. Bij het malen van schors werd de schorsmolen op de eerste verdieping via een koker vanaf de steenzolder gevoed. Om het malen vlot te laten verlopen zat een schorskrabber op de kuip van de schorsmolen. Door het krabben zorgde hij ervoor dat de schors feilloos liep. De gemalen schors bleef aan elkaar hangen, en werd in grote balen afgetrokken. De gemalen schors werd run genoemd, en de fijne vezels lieten de taan los, tannine of looizuur dus. Toen de vraag naar schors afnam en uiteindelijk wegviel, werden de stenen gebruikt voor het malen van lijnkoeken. Hiertoe werd de koker vervangen door een koekenbreker. In 1953 legde de vijfde en laatste molenaar, Louis Van Aken, de molen stil. Zijn kinderen herstelden hem en verhuurden hem in 1960 aan een uitbater die er de bar Bounke-Bounke inrichtte. Tegen 1968 was de molen in zeer slechte staat. Het binnenraderwerk was gesloopt en een roede was verwijderd. De molen werd in 1975 te koop aangeboden. De gemeente Wilrijk was geïnteresseerd. Ondertussen verzocht de gemeente Brecht (die onvoldoende middelen kon vrijmaken om hem zelf aan te komen) het toenmalige Ministerie van Nederlandse Cultuur tot bescherming van de molen en het omliggende landschap. Deze bescherming werd op 24 mei 1977 verleend. Twee jaar later werd het monument aan een traiteursbedrijf verkocht. Dit zag zijn verzoek tot restauratie en inrichting van een feestzaal echter afgewezen. Vervolgens kwam het monument in handen van een bakker, die evenmin in zijn opzet slaagde. Ondertussen deed de gemeente Brecht verschillende vergeefse pogingen om het monument aan te kopen. In 2001 werd de molen maalvaardig gemaakt en uitgerust met een windgedreven mosterdmolen en een houtgestookte lemen oven. Op dinsdag 15 juni 2010 brandde de Stenen Molen volledig uit. Het vuur was ontstaan in de brasserie onder de molen en werd versterkt door de vorm van het gebouw, waardoor een aanzuigeffect ontstond vergelijkbaar met een schoorsteen. Volgens burgemeester Luc Aerts kan opzet niet worden uitgesloten.. Later bleek dat de brand inderdaad was aangestoken.