place

Westerkeersluis

Basculebrug in AmsterdamBouwwerk van Dirk SterenbergBrug in Amsterdam-West
Amsterdam Brug 346 Westerkeersluis Van Diemenstraat
Amsterdam Brug 346 Westerkeersluis Van Diemenstraat

De Westerkeersluis (brug 346) is een basculebrug in Amsterdam-West.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Westerkeersluis (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Westerkeersluis
S100, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WesterkeersluisLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.390463888889 ° E 4.8854833333333 °
placeToon op kaart

Adres

Westerkeersluis (Westerkeersluisbrug)

S100
1013 MP Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q1816923)
linkOpenStreetMap (645668454)

Amsterdam Brug 346 Westerkeersluis Van Diemenstraat
Amsterdam Brug 346 Westerkeersluis Van Diemenstraat
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Cor Thesingbrug
Cor Thesingbrug

Cor Thesingbrug (brug 349) is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Le Mairegracht. Zowel het Westerkanaal als de Le Mairegracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken (er verrezen in korte tijd ter plaatse een aantal pakhuizen) was het noodzakelijk de weg te verstevigen en een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht en de Van Noordtgracht (brug 345). Dit werd in 1882 ter hand genomen. Werd er over de Van Noordtgracht een draaibrug gelegd, over de Le Mairegracht kwam een dubbele basculebrug, zoals die ook elders in de binnenstad werd gebruikt. In 1899 verkocht de gemeente een hoeveelheid grond en water aan de Wester Suikerraffinaderij, die zich hier gevestigd had. Men hoopte vanuit die opbrengst een nieuwe brug te kunnen bekostigen ter waarde van 9530 gulden. De verkoop van grond en water werd in maart 1899 goedgekeurd; de vernieuwing van de brug werd afgehouden. In 1901 was de brug dusdanig versleten, dat er uitvoerige herstelwerkzaamheden moesten worden verricht. In 1957 bleek dat de brug niet meer te redden was. De Gemeente Amsterdam had echter niet de financiële middelen de brug te vervangen door een nieuwe enkelvoudige basculebrug; het geschatte bedrag van anderhalf miljoen gulden had ze niet in kas. Gelukkig had de gemeente nog wel een ijzeren ophaalbrug over, die tot juni 1957 bij de Westergasfabriek over de Haarlemmertrekvaart had gelegen. De kosten van verplaatsing en opbouw werden geschat op 162.000 gulden en zo geschiedde. Toen in 1960 geconstateerd werd dat de brug 345 aan vervanging toe was, werd gekeken of de bruggen tegelijkertijd konden worden vervangen. Het wegverkeer was aanzienlijk toegenomen, mede doordat de pontveer die vertrok van de Tasmanstraat een aanzuigende werking had. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. In 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug, het brugbedieningshuisje ontbreekt; vermoedelijk werd de brug bediend vanaf brug 345 en later (zeker) vanaf het brugwachterskantoor van de Westerkeersluis. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Er werd destijds nog een beweegbare brug neergelegd omdat de Wester Suikerraffinaderij nog werkzaam was, zeker in de aanloop tot de planning van de brug. De suikerfabriek ging binnen een jaar na opening van de brug hier failliet en sindsdien vindt hier nauwelijks meer scheepvaart plaats De brug ging lange tijd door het leven als Noordpoolbrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken. In april nam het gemeentebestuur het besluit de brug officieel te benoemen naar Cor Thesing. Cor Thesing (1922-2015) was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, hielp mensen aan onderduikadressen en etensbonnen. Hij kreeg na afloop van de oorlog de verzetskruis. In later jaren was hij een buurtactivist in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt binnen Westerpark. Hij streed in die hoedanigheid voor behoud van een oude boerderij “Hogenes”en tegen de tippelzone bij de Transformatorweg. Hij zat daarbij bijvoorbeeld in het Wijkopbouworgaan Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, was bestuurslid bij het Polanentheater en Kunst in de Wijken en nam deel in de jubileumcommissie Spaarndammerbuurt. Het latere stadsdeel West waar Westerpark in opging eerde hem al eerder met een naambordje op een van de bankjes in het Zaanhof.

Zoutkeetsbrug
Zoutkeetsbrug

De Zoutkeetsbrug (brug 318) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in het verlengde van de Planciusstraat (noordwaarts) en overspant de Zoutkeetsgracht. Ze vormt daarmee de verbinding met het noordelijk van de brug gelegen Zoutkeetsplein in de Zeeheldenbuurt. Een eerste brug hier zou dateren uit 1878, een dubbele basculebrug, zoals die zo vaak in de Amsterdam binnenstad werd gebruikt. In 1899 moest het dek zo grondig gerepareerd worden dat verkeer over en onder de brug gestremd was. Deze brug werd in 1912 vervangen door een ijzeren ophaalbrug naar een ontwerp van Wichert Arend de Graaf van de Publieke Werken, de zogenaamde tweede generatie. Voor de landhoofden werd in maart 1912 76 m³ graniet besteld, een aanbesteding voor de brug volgde in april. In 1951 werden van deze brug in de hameistijlen de onderste vakken nog voorzien van staalplaat. In de zomer van 1957 was het dek door de hitte zo uitgezet, dat ze losgewrikt moest worden een de dommekracht van 5 ton. In 1965 viel die brug ten prooi aan de almaar toenemende uitvoering van het uit 1931 stammende "Voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad". Op 1 februari 1966 werd een nieuwe val geplaatst uit de fabriek van Constructiewerkplaats NV op de betonnen basisconstructie. Het ontwerp was weer afkomstig van Publieke Werken, waar Gerrit Feiko Janssonius (berekening/tekening) en Dirk Sterenberg (vormgeving) werkzaam waren. Er kwam een (eigenlijk veel te) brede brug voor het (te verwachten) verkeersaanbod. Op 26 november 1966 werd de brug geopend door Albert van Walraven (directeur van de Dienst Publieke Werken) in de aanwezigheid van Sinterklaas (Nicolaas van Myra is beschermheilige van Amsterdam). In 2018 beslaat het voetpad ongeveer de helft van het wegdek van de brug (bij het ontwerp ging met uit van een wegdek van 11 meter breed en twee voetpaden van elk 2,80 meter breed). De brug stamt uit dezelfde tijd als IJszeebrug in de Houtmankade, ze vertonen tot aan het brugwachtershuisje grote gelijkenis. Het brugnummer 318 was eerder in gebruik bij de Karseboomsbrug, die in 1858 werd gesloopt.

Poolkleed
Poolkleed

Poolkleed is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West. Het is toegepaste kunst uit 2005/2006 van Alphons ter Avest en staat in een naamloze open ruimte in de Barentszstraat. Het pleintje heeft echter wel een straatnaambord: Pleintje zonder naam. Ter Avest haalde zijn inspiratie uit het dagboek van Gerrit de Veer, scheepsofficier bij Willem Barentsz en Jacob van Heemskerk, waarin hij verslag doet van de gebeurtenissen tijdens hun overwintering op Nova Zembla. Ter Avest kreeg van de Stadsdeel Westerpark het verzoek tot een ontmoetingstafel voor deze plek. Uit hetzelfde project kwam de Apentafel op het Zoutkeetsplein voort. In plaats van zich te wenden tot de mannen op genoemd eiland, keerde Ter Avest zich naar de vrouwen, die eenzaam thuis zaten niet wetende wat hun mannen was overkomen. De kunstenaar liet ze kantklossen aan een enorm tafelkleed met afbeelding die terugvoeren op de belevenissen die hun mannen vast en zeker zouden meemaken tijdens hun poging een noordoostelijke doorvaart te vinden naar Nederlands-Indië. Er zijn taferelen te zien van vossen, ijsberen, walvissen en sneeuwvlokken. Het kunstwerk is echter van gegoten aluminium komende uit een mal van piepschuim, hetgeen nog aan het aluminium te zien is. De kunstenaar noemde het "geen tafel voor het gemak"; de zittingen zijn keihard en men stoot snel de knieën aan de aluminium tafelranden. Hoe ongemakkelijk ook; de tafel wordt wel gebruikt bij buurtgesprekken. De tafel is vijfenhalf tot zes meter lang, net zo breed als Het Behouden Huys. Titel van het werk en naam van de kunstenaar en gieterij zijn op een van de tafelpoten vermeld.