place

Hotel Okura Amsterdam

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidBouwwerk van Bernard BijvoetBouwwerk van Gerard HoltHotel in AmsterdamRestaurant in Amsterdam
Toren in Amsterdam
OkuraAmsterdam1971
OkuraAmsterdam1971

Hotel Okura Amsterdam is een hotel in Amsterdam dat deel uitmaakt van de Japanse keten Okura Hotels & Resorts. Het gebouw van 23 verdiepingen (géén 13e verdieping) is 78 meter hoog en is ontworpen door de Nederlandse architecten Bernard Bijvoet en Gerard Holt en de Japanse architecten Yoshiro Taniguchi en Yozo Shibata. Het hotel ligt aan de Ferdinand Bolstraat en de Jozef Israëlskade vlak bij de Barbiersbrug over het Amstelkanaal en werd in september 1971 geopend door prins Claus. Bij oplevering was Hotel Okura Amsterdam het op een na hoogste gebouw van Amsterdam; alleen Toren Overhoeks in Amsterdam-Noord was nog hoger. In 1994 werd de Rembrandttoren het hoogste gebouw van Amsterdam. Het hotel was het eerste Europese hotel van de Okura-hotelketen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hotel Okura Amsterdam (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hotel Okura Amsterdam
Jozef Israëlskade, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hotel Okura AmsterdamLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.348611111111 ° E 4.8936111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Jozef Israëlskade
1078 AS Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

OkuraAmsterdam1971
OkuraAmsterdam1971
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gerard Revebrug
Gerard Revebrug

Gerard Revebrug (brug 403) is een vaste plaatbrug in Amsterdam-Zuid. De vaste verkeersbrug overspant het Amstelkanaal (tijdens de aanleg Zuider-Amstelkanaal) en verbindt de Tweede van der Helststraat met de Maasstraat. De brug droeg jarenlang de officieuze naam Maasbrug, maar was alleen indirect (via die Maasstraat) vernoemd naar de Maas. Hij kan de vergelijking met daadwerkelijke bruggen over de Maas nauwelijks doorstaan. De brug werd ontworpen door bruggenarchitect Piet Kramer, maar deze had in eerste instantie een betonnen boogbrug voor ogen. Het was toen einde Eerste Wereldoorlog. Bij de stadsuitbreiding van Amsterdam richting Amsterdam-Zuid werd er begin jaren dertig op de huidige plaats een houten noodbrug aangelegd. Voor de financiering van een definitieve brug werd gebruik gemaakt van het Werkfonds 1934. In april 1936 begon Amsterdam met de aanbesteding voor de brug met een geschatte bouwwaarde van 100.000 gulden. De laagste bieder kwam echter met een bedrag beneden de 40.000 gulden. Het aanbod werd binnen enkele dagen geaccordeerd in de gemeenteraad. Alhoewel de brug nog een beetje sierlijk is afgewerkt met een stalen leuning zijn overige versieringen weggelaten (geen siersmeedwerk, beelden of brughuisjes) (zie ter vergelijking de rijk versierde P.L. Kramerbrug). Tot begin 2016 droeg de brug dus de naam Maasbrug. De gemeente vond toen echter dat het afgelopen moest zijn met officieuze namen en schreef een soort prijsvraag uit. Men kon kiezen tussen de officieuze naam officieel maken of de brug voortaan door het leven laten gaan met alleen aanduiding brug 403. Voor die laatste optie werd gekozen, maar nog geen half jaar later werd de brug toch vernoemd naar de schrijver Gerard Reve. Volgens de site Bruggen van Amsterdam waren er twee argumenten voor de naamgeving: Reves boek De avonden speelt zich grotendeels af op Schilderskade 66, staande voor wat sinds 1945 Jozef Israëlskade (de naam van de kade van het Amstelkanaal) 415 heet; (dat huis ligt wel een stuk oostelijker aan het Amstelkanaal dan deze brug); Reve relativeerde zijn beroemdheid in 1982 als volgt: "Na mijn dood word ik op de scholen tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan noemen ze een straat naar me. En dan ben ik helemaal vergeten. Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst was?"

Van der Helstplein 7-17
Van der Helstplein 7-17

Van der Helstplein 7-17 is een gebouwencomplex aan het Van der Helstplein in Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 6 december 2004 een rijksmonument. De bebouwing van gemeente Amsterdam had in de jaren tien van de 20e eeuw de Rustenburgerstraat bereikt. Ten zuiden daarvan lag een watergang, die weldra gedempt werd. Het gebied werd opgenomen in Plan Zuid van Hendrik Petrus Berlage van 1904. Vertraging zorgde ervoor dat het pleintje net buiten het definitieve plan van 1915/1917 viel (grens is dan de Lomanstraat). De terreinen werden in erfpacht uitgegeven en zo ook een terrein op de kop van het huizenblok Rustenburgerstraat, Van der Helstplein en Karel du Jardinstraat. Eigenaar werd de "NV Amsterdamsche Bouwmaatschappij". Zij had het plan geuit tot de bouw van acht percelen bestaande uit woon-winkeleenheid met daarop drie bovenwoningen. De bouwmaatschappij schakelde architect Piet Kramer in voor het gevelontwerp, dat zou uitmondden in een blok met adressen aan: Van der Helstplein 7-17 Rustenburgerstraat 323 en Karel du Jardinstraat 47. Kramer had het ontwerp al in 1916 klaar maar materiaalschaarste veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog verhinderde een directe start van de bouw. Het complex werd gebouwd in 1919 en 1920 in een vroege vorm van de stijl van de Amsterdamse School, al zij het hier minder uitbundig dan elders in Amsterdam. Het complex is opgetrokken uit vijf bouwlagen, de bovenste opgenomen in de kap. Volgens de stijlkenmerken van de bouwstijl kent het complex een symmetrische opbouw, hier met een lange gevel aan het plein en twee haaks geplaatste elementen in beide straten. Anders stijlkenmerken zijn terug te vinden in de combinatie natuursteen (voornamelijk de plint) en baksteen, de zaagtandmotieven op de hoeken, de houten balustraden van de balkons en de daklijsten aan de straten. Ook in de vensters is de stijl terug te vinden. De grote glaspartijen van de woningen kennen behalve bovenlichten ook zijlichten (ook wel trapjes genoemd). Voorts is er een aantal vensterpartijen met hoek geplaatst bij de scheidslijnen tussen de bebouwing aan de straten enerzijds en plein anderzijds. Die grens is verder weergegeven in de verticale zigzag-constructie in het baksteen. Tussen de winkels en woningen is een lijst te zien die ook na diverse verbouwing nog steeds voldoet aan de stijlkenmerken van de bouwstijl; die trouwens ook terug te vinden in de deuren naar de woningen, waarin eerder genoemde trapmotieven zijn terug te vinden. Lijst en deuren zijn uitgevoerd in donkerblauw met rode accenten. Jaap Huisman omschreef bouwblok en plein in 1994 in De Volkskrant als een plein met "Parijse sfeer". Hij wees er daarbij ook op dat de houten consoles, zigzag- en druipmotieven niet alleen decoratief overkwamen maar ook functioneel ter verhulling van de zolders. Het complex werd om haar stedenbouwkundige, cultuurhistorische en architectuurhistorisch belang in 2004 tot rijksmonument verklaard, alhoewel bij een restauratie een oorspronkelijk deel aan de noordzijde verdwenen is. Bij de verklaring tot monument werd ook meegenomen dat het een wezenlijk deel is (vroegste ontwerp van woningen door Kramer) is binnen het oeuvre van Piet Kramer en dat hij de lange en korte zijden van het bouwblok een aparte vormgeving gaf. Zeven bomen die staan voor dit complex dateren uit de bouwperiode en zijn door de gemeente Amsterdam tot monumentaal groen verklaard.