place

Orangeriepaleis

Bouwwerk in PotsdamCultureel erfgoed in BrandenburgPaleis in DuitslandPaleizen en parken van Potsdam en Berlijn
Orangerieschloss November 2013 07
Orangerieschloss November 2013 07

Het Orangeriepaleis (Duits: Orangerieschloss of Neue Orangerie) liet Friedrich Wilhelm IV van 1851 tot 1864 op de Bornstedter Höhenzug aan de noordrand van Park Sanssouci in Potsdam bouwen. Het slot was voorheen bestemd voor gasten van de koninklijke familie.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Orangeriepaleis (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Orangeriepaleis
Am Wildpark, Potsdam Potsdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: OrangeriepaleisLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.405223888889 ° E 13.029715 °
placeToon op kaart

Adres

Park Sanssouci

Am Wildpark
14469 Potsdam, Potsdam West
Brandenburg, Duitsland
mapOpenen op Google Maps

Orangerieschloss November 2013 07
Orangerieschloss November 2013 07
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nieuwe vertrekken (Sanssouci)
Nieuwe vertrekken (Sanssouci)

De Nieuwe vertrekken (Duits: Neue Kammern) is de naam van een langgerekt rococopaviljoen van één verdieping hoog, in het Sanssoucipark in de Duitse stad Potsdam. Het bevindt zich aan de westkant van het Slot Sanssouci en vormt zo een pendant van de Bildergalerie aan de oostzijde van het zomerpaleis. Het bouwwerk werd tussen 1745 en 1747 gebouwd naar een ontwerp van Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff en fungeerde oorspronkelijk als een oranjerie. In 1768 besloot koning Frederik II echter dat er op deze plaats meer behoefte was aan een luxe gastenverblijf en daarom werd het gebouw tussen 1771 en 1775 hier tot omgevormd. Sindsdien draagt het bouwwerk de naam "Nieuwe vertrekken". De architect van deze verbouwing, Georg Christian Unger, voegde de lantaarn toe om de symmetrie met de Bildergalerie te vervolmaken maar liet verder het karakter van exterieur ongemoeid. De binnenruimtes daarentegen, ondergingen een metamorfose: hier werden zeven rijk gedecoreerde gastenkamers en een balzaal gecreëerd. Dit rococo-interieur is volledig behouden gebleven. Centraal ligt de rechthoekige balzaal die bekendstaat onder de naam jaspiszaal. De weelderige feestzaal is met rode jaspis en grijs Silezisch marmer gedecoreerd. De plafondschildering toont de godin Venus met haar gevolg. De aangrenzende Ovidiuszaal in de oostvleugel is kleiner maar even rijk gedecoreerd. Naar Frans voorbeeld, zoals de spiegelzaal van Versailles, is hier een wand volledig van spiegels voorzien. Zijn naam ontleent deze zaal aan de vergulde wandreliëfs met voorstellingen uit de Metamorfosen van Ovidius. De rest van het paleisje bevat in een enfilade de daadwerkelijke gastenkamers. Elk van deze zeven royale vertrekken is anders gedecoreerd met schilderingen van gezichten op Potsdam en lakwerk. De fraaiste van deze kamers is de grote intarsiakamer. Deze ruimte is van vloer tot plafond voorzien van inlegwerk met onder andere ebbenhout, palissander, esdoorn- en moerbeihout. Het hout is in allerlei figuratieve figuren ingelegd: planten, vogels, muziekinstrumenten en vruchten. Een tweede kamer met vergelijkbaar maar minder kostbaar inlegwerk staat bekend als de kleine intarsiakamer.

Paleizen en parken van Potsdam en Berlijn
Paleizen en parken van Potsdam en Berlijn

De Paleizen en parken van Potsdam en Berlijn is een overkoepelende term die verwijst naar het samenhangende ensemble van paleizen, kastelen, kerken, parken en cultuurlandschappen in Potsdam en het Berlijnse stadsdeel Wannsee. In 1990, 1992 en 1999 werd het ensemble onder deze naam gefaseerd toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het is het omvangrijkste object op de werelderfgoedlijst in Duitsland. Het geheel omvat 150 bouwwerken die gelegen zijn op een areaal van 500 ha aan parklandschap en is aangelegd tussen 1730 en 1916. De kern van het complex vormt het park van slot Sanssouci dat tot stand kwam onder de Pruisische koning Frederik II. Ook de opvolgers van der Alte Fritz drukten hun stempel op het waterrijke gebied aan de Havel. Opeenvolgende vorsten zoals Frederik Willem II, III, IV, Wilhelm I en II lieten ieder paleizen bouwen of parken aanleggen waardoor in het gebied een staalkaart te vinden is van de uitingen van monarchale achttiende- en negentiende-eeuwse smaak. Vooraanstaande architecten zoals Karl-Friedrich Schinkel en landschapsarchitecten zoals Peter Joseph Lenné lieten hier hun sporen na. Uiteenlopende stijlen als rococo en neogotiek maken dit tot een uniek ensemble. Dit gepaard gaan van wat op het eerste oog onverenigbare stijlen zijn, doet opvallend genoeg geen afbreuk aan de harmonie van de door de tijd gegroeide compositie van het gebied. Sanssouci staat ook bekend als het Versailles van Pruisen omdat hier ook een unieke synthese gevormd is van vele verschillende invloeden, een synthese die van grote invloed zou zijn op de kunsten en landinrichting van Oost-Europa. Ook in uitgestrektheid doet het ensemble niet voor Versailles onder en is het vergelijkbaar met contemporaine grootse aanleggen als de Residentie in Würzburg en Blenheim Palace. Stuk voor stuk creaties van vorsten die in hier een mogelijkheid in zagen om hun macht uit te drukken in architectuur en parkaanleg.

Drakenhuis
Drakenhuis

Het Drakenhuis (Duits: Drachenhaus) is een paviljoen in het Sanssoucipark in Potsdam. Het werd in opdracht van Frederik II ontworpen door Carl von Gontard. Tussen 1770 en 1772 verrees de pagode op de helling van de Klausberg, die de noordrand van het Sanssoucipark vormt. Evenals het theehuis elders in het park werd dit paviljoen opgetrokken in Chinese stijl. Het ontleent zijn naam aan de zestien drakenfiguren die zich op twee niveaus op de daklijsten van het achthoekige gebouw bevinden. Het idee voor het Drakenhuis deed Frederik de Grote op aan de hand van een boekwerk van de Schotse architect William Chambers, Designs of Chinese buildings, furniture, dresses, machines, and utensils, engraved by the best hands from the originals in China, by Mr. Chambers. To which is annexed a description of their temples, houses, gardens, etc., Londen 1757. Chambers had in 1761-62 al een Chinese pagode gebouwd in de Engelse Kew Gardens naar een afbeelding uit zijn eigen boek. Ook het direct voorbeeld voor het Drakenhuis is in dit boek te vinden: De Ta-Ho pagode in Kanton. Dit soort bouwwerken past in de Chinoiseriemode die in de achttiende eeuw in een groot deel van Europa opgang maakte. Het Drakenhuis bestond in beginsel uit een achthoekige bouwlaag met beurtelings vier rechte en vier concave wanden en was verdeeld in twee vertrekken. Hierop kroonde drie gestapelde in omvang afnemende lantaarns. Omdat het bouwwerk niet alleen bedoeld was als folly, maar ook fungeerde als woonhuis, werden later enkele bijgebouwen aangebouwd. Sinds 1934 bezit het gebouw een horecafunctie.

Sanssouci
Sanssouci

Slot Sanssouci (van het Franse sans soucis; "zonder zorgen") ligt in het oostelijke deel van het gelijknamige park en is een van de bekendste paleizen in Potsdam in de Duitse deelstaat Brandenburg. De Pruisische koning Frederik de Grote liet in de jaren 1745 – 1747 een klein zomerpaleis in rococo-stijl bouwen. Op het ontwerp had de koning veel invloed. De samenwerking met de architect Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff liep spaak, omdat Frederik geen trappen wilde om op het terras te komen. Knobelsdorff vond dat het paleis op een sokkel moest staan, zodat het vanuit het park beter tot zijn recht zou komen. Jan Bouman, een architect van Nederlandse afkomst, nam de leiding van het project over. Onderaan de trappen ligt de grote fontein. Om de grote fontein staan beelden van de 12 Titanen, goden uit de Griekse mythologie. Frederik de Grote liet op het terras van het kasteeltje een grafkeldertje voor zichzelf en zijn geliefde hazewindhonden bouwen. De koning hield niet van kerken, en wees tijdens wandelingen op het terras vaak spottend naar de lege groeve met de opmerking "quand je suis là, je suis sans soucis". (Frans:"Als ik daar ben, ben ik zonder zorgen"). Na veel omzwervingen werd de kist van de koning pas in 1991 onder het terras begraven. De naam van het kasteeltje wordt vaak als Sans Souci of Sanssouci geschreven, maar op de gevel staat "SANS,SOUCI.". Deze schrijfwijze is erg onorthodox en de plaatsing van komma en punt is onlogisch. Een verklaring is deze: Frederik de Grote was erg bedreven in anagrammen en wie het Frans en Latijn beheerst komt op "sans virgule/virgula souci point" of nog beter "sans petit baguette souci point". Een scabreus anagram dat als "zonder klein stokje heb je geen zorgen" kan worden begrepen. Baguette of "klein stokje" werd in het Frans van de 18e eeuw als versluierend woord voor "penis" gebruikt. De virgule kan ook anders worden gelezen; dan staat de komma voor calvinisme en de punt voor deïsme. Dan zou de oplossing van het anagram "zonder de religie (van mijn vader) geen zorgen" of zelfs "Ohne Vater-Religion-Penis keine Sorge". Onder Frederik Willem IV van Pruisen werd Slot Sanssouci tussen 1840 en 1842 door de ombouw en de verlenging van de twee zijvleugels verder uitgebreid. Lodewijk Persius maakte hiervoor het ontwerp. Als bouwopzichter werd Ferdinand van Arnim aangesteld. Sinds 1990 staat Sanssouci met zijn paleizen en parken als Werelderfgoed onder de bescherming van UNESCO. De organisatie zegt hierover het volgende: Paleizen en parken van Sanssouci, vaak als „ het Versailles van Pruisen“ bestempeld, zijn een synthese van de diverse kunstrichtingen van de 18e eeuw in de steden en hofhoudingen van Europa. Het geheel is een treffend voorbeeld van architectonische creaties en landschapsvormgeving met als achtergrond het monarchale staatsidee.

Belvédère (Sanssouci)
Belvédère (Sanssouci)

De belvédère van Sanssouci (Duits: Belvedere auf dem Klausberg) is een uitzichtspaviljoen aan de rand van het Sanssoucipark in Potsdam. Het werd tussen 1770 en 1772 in opdracht van Frederik II gebouwd. De rotunda heeft twee verdiepingenen en bevindt zich iets ten noordwesten van het Drakenhuis op de Klausberg. Het biedt een weids uitzicht over het gehele park, de stad Potsdam en het omringende landschap. Na een voltreffer bij artilleriebeschietingen in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog brandde de belvédère bijna tot de grond toe af. Pas na de hereniging werd de bouwval herbouwd en sinds 2002 is het weer in oude staat. Sinds 1971 huisvest het gebouw de porseleincollectie van de Königliche Porzellan-Manufaktur (KPM). De belvédère is het laatste paviljoen dat door Frederik II toegevoegd werd aan het Sanssoucipark. Nadat het Nieuwe Paleis in 1769 gereed was gekomen richtte de vorst zijn aandacht op de verdere verfraaiing van het park. De architect Georg Christian Unger kreeg de opdracht om boven op de heuvel Klausberg een uitzichtstoren te bouwen. Als model daarvoor moest een tekening uit 1738 van de Italiaanse archeoloog en astronoom Francesco Bianchini dienen. In deze tekening had Bianchini gepoogd een reconstructie te maken van een van de paleizen op de Palatijnse heuvel in Rome. De tekening toont een met zuilen omringde centraalbouw met een koepel. Het gebouw dat Unger ontwierp nam deze elementen inderdaad over. Op de onderste van de twee verdiepingen wordt het ronde bouwwerk omringd met twintig Ionische zuilen, rond de bovenste etage vormen twintig zuilen van de Korinthische orde een galerij die aan de west- en oostzijde uitzwenken in balkons. De galerij is toegankelijk via een gebogen dubbele trap. De koepel die de belvédère bekroont wordt omringd door een balustrade voorzien van twintig godenbeelden in het verlengde van de zuilen. Het interieur werd tussen 1990 en 2002 hersteld. De decoraties in marmerimitatie (Stucco lustro) en de gewelfschildering van de koepel werden daarbij nauwgezet gereconstrueerd.

Antieke tempel (Sanssouci)
Antieke tempel (Sanssouci)

De antieke tempel (Duits: Antikentempel) is een rond gebouw in het park van het Slot Sanssouci in Potsdam. De tempel ligt in het westelijke deel van het park dicht bij het Nieuwe Paleis. Frederik II liet het in 1768-1769 bouwen om zijn verzameling klassieke kunstvoorwerpen in onder te brengen. Het was net als de Bildergalerie opengesteld als museum. Architect van de kleine tempel was Carl von Gontard. Hij ontwierp het gebouwtje als een pendant van de vriendschapstempel die zich aan de zuidzijde van de centrale laan van het park bevindt. Zijn sobere ontwerp bestaat uit een gesloten tholos omringd met tien zuilen van de Toscaanse orde. De tempel heeft een diameter van zestien meter met aan de achterzijde een vierkante aanbouw. Het koepelvormige dak wordt bekroond met een lantaarn waardoor via een oculus licht in de binnenruimte kan vallen. Binnen zijn de wanden van de rotunda bedekt met grijs marmer, het interieur van de aanbouw is betimmerd. De uitgebreide collectie (onder andere marmeren en bronzen beelden, keramiek, munten, gemmen en cameeën) werd tijdens het bewind van Frederik Willem III verplaatst naar verschillende Berlijnse musea. Sinds het bijzetten van keizerin Augusta Victoria op 19 april 1921 is het gebouw in gebruik als een mausoleum voor het Hohenzollerngeslacht. Sindsdien zijn vier andere leden van dit vorstenhuis hier bijgezet: Joachim van Pruisen, Wilhelm van Pruisen, Eitel Frederik van Pruisen en Hermine van Reuss.