place

Ronde Molen (Maasbommel)

KorenmolenMaalvaardige molenMolen in GelderlandRijksmonument in West Maas en WaalStellingmolen
Maasbommel, korenmolen aan Moleneind (1)
Maasbommel, korenmolen aan Moleneind (1)

De Ronde Molen in Maasbommel (gemeente West Maas en Waal) is een ronde stenen stellingmolen die in of voor 1740 werd gebouwd als grondzeiler. De molen werd in de jaren 20 van de 20e eeuw ontdaan van zijn wieken, omdat deze het verkeer op de dijk hinderden. In de romp werd het maalbedrijf tot ca. 1967 met behulp van een dieselmotor voortgezet. In 2010 is door molenmakersbedrijf Coppes begonnen met het maalvaardig restaureren van de scheefgezakte molen, echter nu als stellingmolen. De molen stond 19 cm scheef en is rechtegezet. Verder is de molen verhoogd met een rechtopgaand bovengedeelte van ongeveer 470 cm. De onderste rij steigergaten geven de oorspronkelijk hoogte van de molen aan. In 2011 werd de restauratie voltooid. De molen heeft 1 maalkoppel met kunststenen. De Ronde Molen maalt op vrijwillige basis graan, maar doet ook dienst als bezoekers- en infocentrum van het Regionaal Bureau voor Toerisme. De herbouw van de molen is gesubsidieerd door de Europese Gemeenschap. De molen was als grondzeiler uniek doordat hij naast drie koppels maalstenen ook een volledig pelwerk met twee stenen had. Alle stenen waren op of onder de eerste zolder gelegen. De situatie is ook na de herbouw en verhoging nog steeds herkenbaar. Het gevlucht bestaat uit de door de firma Vaags in 2010 gemaakte, 23,60 meter lange, gelaste roeden. De binnenroede heeft nummer 229 en de buitenroede nummer 228. Het oorspronkelijk gevlucht bestond uit 22,70 cm lange potroeden. De kap van de molen kruit op een Engels kruiwerk met behulp van een kruilier. De molen wordt gevangen, stilgezet, met een scharnierende, Vlaamse vang met vier vangstukken. De vang wordt bediend door een vangtrommel.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Ronde Molen (Maasbommel) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Ronde Molen (Maasbommel)
Bovendijk, West Maas en Waal

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Ronde Molen (Maasbommel)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.838583333333 ° E 5.5455777777778 °
placeToon op kaart

Adres

Bovendijk 4a
6627 KT West Maas en Waal
Gelderland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Maasbommel, korenmolen aan Moleneind (1)
Maasbommel, korenmolen aan Moleneind (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Land van Maas en Waal
Land van Maas en Waal

Het Land van Maas en Waal (Maas en Waals, bij benadering: [mɒs-ə(m)-wɒːl]) is een streek in de Nederlandse provincie Gelderland, gelegen tussen de rivieren de Maas en de Waal. Het gebied ligt ten westen van het Rijk van Nijmegen, ten zuiden van de Betuwe en ten noorden van de provincie Noord-Brabant. In het westen wordt het Kanaal van St. Andries als begrenzing opgevat. Tijdens het ancien régime was er sprake van het tot hertogdom Gelre behorende ambt van Maas en Waal, waarvan de zuidgrens niet overal overeenkwam met de bedding van de Maas. Ook ten zuiden van de Maas gelegen Noord-Brabantse plaatsen als Oijen en Dieden behoorden tot het Ambt. Pas in 1805 werd de Maas als provinciegrens aangewezen. Ten gevolge van de Maasverbeteringsprojecten in de jaren dertig van de 20e eeuw zijn vele Maasmeanders afgesneden. Hierdoor werden sommige delen van het Land van Maas en Waal van hun achterland afgesneden en kwamen ten zuiden van de nieuwe Maasbedding tegen Noord-Brabant aan te liggen. Het omgekeerde gebeurde uiteraard ook met voorheen Noord-Brabantse gebieden. In 1958 werd de nieuwe situatie ook in bestuurlijke zin aangepast: de betreffende delen wisselden toen niet alleen van gemeente, maar ook van provincie. Afgezien van dergelijke correcties komt het gebied van het huidige Land van Maas en Waal ruwweg overeen met het vroegere ambt. De regio omvat twee gemeenten: West Maas en Waal met daarin de woonkernen Alphen, Altforst, Appeltern, Beneden-Leeuwen, Boven-Leeuwen, Dreumel, Maasbommel en Wamel, alsook Druten, dat naast het gelijknamige kerkdorp ook Afferden, Deest, Horssen en Puiflijk omvat. In de dorpen Beneden-Leeuwen en Druten zijn de meeste voorzieningen te vinden op het gebied van onder andere zorg, onderwijs en winkelen. Het gebied is pas laat in de twintigste eeuw ontsloten; daarvoor was het relatief geïsoleerd. Dit komt door de natuurlijke barrières die de Waal en de Maas vormen. Wie er niet moet zijn, trekt er ook niet doorheen. De bevolking is overwegend rooms-katholiek, hoewel in de tijd van de Republiek tevergeefs is geprobeerd de reformatie in te voeren. Het was een arm en achtergesteld gebied, van waaruit ook velen zijn weggetrokken. Dit had mede van doen met de overstromingen die hier regelmatig voorkwamen. Het Maas-en-Waals dialect is sterk op het Brabants geënt en redelijk representatief voor het rivierengebied. Aan het eind van de twintigste eeuw raakte het gebied in trek als overloop van de Randstad. Tijdens de bijna-watersnood van 1995 werd in het kader van de evacuatie van het Rivierenland een deel van Maas en Waal geëvacueerd. In de jaren daarna werden de dijken, ondanks eerder protest van natuur- en milieubewegingen, verbreed en verhoogd.

Sint-Josephsberg
Sint-Josephsberg

Het clarissenklooster Sint-Josephsberg te Megen is het oudste nog bestaande clarissenklooster in Nederland. De zusters behoren tot de zogeheten Federatie van de heilige Clara, evenals die te Nijmegen. Het klooster werd ingewijd in 1721, nadat de clarissen van Elisabethsdal te Boxtel door de autoriteiten gedwongen waren om uit de Meierij van 's-Hertogenbosch te vertrekken. Megen had daarentegen een aparte status binnen de Republiek der Nederlanden en kende godsdienstvrijheid. Het klooster werd gebouwd op de plaats waar zich in 1720 nog de ruïne van het kasteel van de graven van Megen bevond. De zusters kregen steun van de clarissen te Hoogstraten. In 1727 eigende de Republiek zich de inkomsten van het klooster toe, waarop de zusters nieuwe inkomstenbronnen moesten zoeken, zoals de fabricage van vlugzout en balsem, en vanaf 1766 een hostiebakkerij. In 1798 werden de zusters door de Fransen verdreven, doch toen het graafschap in 1800 aan de Bataafse Republiek werd verkocht mocht het klooster weer functioneren. Doch in 1810 werd Megen ingelijfd door Napoleon en in 1812 werd tot opheffing van de kloosters bevolen. Onder het bewind van koning Willem I, na 1814, mocht het klooster geen novicen aannemen. In het geheim werden echter 15 novicen aangenomen. In 1840, onder koning Willem II, verdween de onderdrukking van het kloosterleven. In 1876 werd Kasteel Ammersoyen te Ammerzoden aangekocht, waarin eveneens een clarissenklooster werd gesticht. In 1896 konden de clarissen hun klooster te Megen, dat formeel eigendom was van de Staat, terugkopen en in 1898 werd een nieuwe kloosterkapel ingewijd. In 1934 werd vanuit Megen en Ammerzoden in Indonesië, te Cikurug op Java, een klooster gesticht. Na de Japanse bezetting verhuisde dit naar Pacet, eveneens op Java, waar het klooster nog steeds bestaat. De zusters uit Ammerzoden kwamen in 1945, ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog, in Hoogcruts terecht, en een aantal van hen hebben tot 1957 nog in Kerkrade gewoond. De zusters uit Hoogcruts stichtten in 1951 een klooster in Hengelo. In 1960 werd door hen in Nieuwe Niedorp een klooster gesticht dat tot 1989 heeft bestaan. De zusters die achterbleven verhuisden in 1970 naar Silvolde, alwaar in 1981 het klooster werd opgeheven, waarop het grootste deel van de zusters, samen met enkelen uit Megen en Nieuwe Niedorp, het Clarissenklooster "De Bron" te Nijmegen stichtten. Ondertussen namen een aantal zusters uit Megen in 1987 het initiatief tot het stichten van het rusthuis "Het Witven" te Someren. Hier zijn uiteindelijk veel clarissen, ook die van andere kloosters, terechtgekomen.