place

Hof te Maasbommel

Bouwwerk in West Maas en WaalKasteel in GelderlandVerdwenen kasteel in Nederland
Abraham Rademaker
Abraham Rademaker "Hofke bij Bommel" Ruïne Hof bij Maasbommel, 1718 1730

Het Hof te Maasbommel (ook wel het Hoge Huis genoemd) was een kasteel in de Nederlandse plaats Maasbommel, provincie Gelderland.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hof te Maasbommel (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hof te Maasbommel
Doctor Buijsstraat, West Maas en Waal

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hof te MaasbommelLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.819944444444 ° E 5.5404444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Doctor Buijsstraat
6627 AN West Maas en Waal
Gelderland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Abraham Rademaker
Abraham Rademaker "Hofke bij Bommel" Ruïne Hof bij Maasbommel, 1718 1730
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kasteel van Oijen
Kasteel van Oijen

Het Kasteel van Oijen lag ten oosten van het Noord-Brabantse dorp Oijen. Tegenwoordig resteren daarvan nog enkele bijgebouwen. In 1361 werd dit kasteel gebouwd in opdracht van Maria van Brabant, dochter van Hertog Jan III van Brabant. Het was bedoeld als voorpost aan de Maas ter bescherming tegen invallen van de Geldersen. Toen Maria in 1399 kinderloos stierf verviel de heerlijkheid Oijen en het kasteel echter aan de Hertog van Gelre. In 1511 werd de burcht in opdracht van Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk gesloopt. In 1594 werd op de fundamenten van de voorburcht echter een nieuw kasteel gebouwd. In 1825 werden voor het kasteel twee gebouwen neergezet, het Westelijk en het Oostelijk Neerhuis. Hierin werden twee lage ronde hoektorens van het kasteel opgenomen. Het kasteel werd in 1837 afgebroken door de Eindhovense fabrikant Josephus Smits (later Smits van Oyen genaamd) die de heerlijkheid in 1836 in eigendom had verkregen. Hij liet het eigenlijke kasteel afbreken, maar behield de jachtrechten en verpachtte de nog bestaande gronden. De gebouwen uit 1825 en de muur ertussen bleven staan. Het koetshuis en de paardenstal werden in gebruik genomen als boerderij. In 1930 is zelfs een deel van de slotgracht gedempt en de houten toegangsbrug werd afgebroken. De gebouwen zijn in 1985 gerestaureerd en in 2010 vond er wederom groot onderhoud plaats. Sinds 1997 is de Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van de gebouwen en de grond.

Ronde Molen (Maasbommel)
Ronde Molen (Maasbommel)

De Ronde Molen in Maasbommel (gemeente West Maas en Waal) is een ronde stenen stellingmolen die in of voor 1740 werd gebouwd als grondzeiler. De molen werd in de jaren 20 van de 20e eeuw ontdaan van zijn wieken, omdat deze het verkeer op de dijk hinderden. In de romp werd het maalbedrijf tot ca. 1967 met behulp van een dieselmotor voortgezet. In 2010 is door molenmakersbedrijf Coppes begonnen met het maalvaardig restaureren van de scheefgezakte molen, echter nu als stellingmolen. De molen stond 19 cm scheef en is rechtegezet. Verder is de molen verhoogd met een rechtopgaand bovengedeelte van ongeveer 470 cm. De onderste rij steigergaten geven de oorspronkelijk hoogte van de molen aan. In 2011 werd de restauratie voltooid. De molen heeft 1 maalkoppel met kunststenen. De Ronde Molen maalt op vrijwillige basis graan, maar doet ook dienst als bezoekers- en infocentrum van het Regionaal Bureau voor Toerisme. De herbouw van de molen is gesubsidieerd door de Europese Gemeenschap. De molen was als grondzeiler uniek doordat hij naast drie koppels maalstenen ook een volledig pelwerk met twee stenen had. Alle stenen waren op of onder de eerste zolder gelegen. De situatie is ook na de herbouw en verhoging nog steeds herkenbaar. Het gevlucht bestaat uit de door de firma Vaags in 2010 gemaakte, 23,60 meter lange, gelaste roeden. De binnenroede heeft nummer 229 en de buitenroede nummer 228. Het oorspronkelijk gevlucht bestond uit 22,70 cm lange potroeden. De kap van de molen kruit op een Engels kruiwerk met behulp van een kruilier. De molen wordt gevangen, stilgezet, met een scharnierende, Vlaamse vang met vier vangstukken. De vang wordt bediend door een vangtrommel.

Sint-Josephsberg
Sint-Josephsberg

Het clarissenklooster Sint-Josephsberg te Megen is het oudste nog bestaande clarissenklooster in Nederland. De zusters behoren tot de zogeheten Federatie van de heilige Clara, evenals die te Nijmegen. Het klooster werd ingewijd in 1721, nadat de clarissen van Elisabethsdal te Boxtel door de autoriteiten gedwongen waren om uit de Meierij van 's-Hertogenbosch te vertrekken. Megen had daarentegen een aparte status binnen de Republiek der Nederlanden en kende godsdienstvrijheid. Het klooster werd gebouwd op de plaats waar zich in 1720 nog de ruïne van het kasteel van de graven van Megen bevond. De zusters kregen steun van de clarissen te Hoogstraten. In 1727 eigende de Republiek zich de inkomsten van het klooster toe, waarop de zusters nieuwe inkomstenbronnen moesten zoeken, zoals de fabricage van vlugzout en balsem, en vanaf 1766 een hostiebakkerij. In 1798 werden de zusters door de Fransen verdreven, doch toen het graafschap in 1800 aan de Bataafse Republiek werd verkocht mocht het klooster weer functioneren. Doch in 1810 werd Megen ingelijfd door Napoleon en in 1812 werd tot opheffing van de kloosters bevolen. Onder het bewind van koning Willem I, na 1814, mocht het klooster geen novicen aannemen. In het geheim werden echter 15 novicen aangenomen. In 1840, onder koning Willem II, verdween de onderdrukking van het kloosterleven. In 1876 werd Kasteel Ammersoyen te Ammerzoden aangekocht, waarin eveneens een clarissenklooster werd gesticht. In 1896 konden de clarissen hun klooster te Megen, dat formeel eigendom was van de Staat, terugkopen en in 1898 werd een nieuwe kloosterkapel ingewijd. In 1934 werd vanuit Megen en Ammerzoden in Indonesië, te Cikurug op Java, een klooster gesticht. Na de Japanse bezetting verhuisde dit naar Pacet, eveneens op Java, waar het klooster nog steeds bestaat. De zusters uit Ammerzoden kwamen in 1945, ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog, in Hoogcruts terecht, en een aantal van hen hebben tot 1957 nog in Kerkrade gewoond. De zusters uit Hoogcruts stichtten in 1951 een klooster in Hengelo. In 1960 werd door hen in Nieuwe Niedorp een klooster gesticht dat tot 1989 heeft bestaan. De zusters die achterbleven verhuisden in 1970 naar Silvolde, alwaar in 1981 het klooster werd opgeheven, waarop het grootste deel van de zusters, samen met enkelen uit Megen en Nieuwe Niedorp, het Clarissenklooster "De Bron" te Nijmegen stichtten. Ondertussen namen een aantal zusters uit Megen in 1987 het initiatief tot het stichten van het rusthuis "Het Witven" te Someren. Hier zijn uiteindelijk veel clarissen, ook die van andere kloosters, terechtgekomen.