De villa Boschlust was een van de markantste villa's in Den Haag. Boschlust werd in 1838 gebouwd aan de Bezuidenhoutseweg in de Bezuidenhoutse polder.
Het gebied was in de middeleeuwen gebruikt voor veenontginning en werd nadien gebruikt voor de landbouw. Het gebied werd in mei 1836 gekocht door generaal Johannes van den Bosch. Voor de aanleg van het huis en de tuin koos hij de architect Jan David Zocher uit Haarlem. Zocher ontwierp een royaal landhuis met twee vleugels. De vloeren binnen waren van marmer en aan de wand werden Parijse spiegels bevestigd. Het huis werd gebouwd door aannemer Harm Wind uit Smilde. Tegelijk met het huis werd het omringende park in landschapsstijl aangelegd. De villa werd gebouwd voor ƒ 70.000 en werd op 1 mei 1838 opgeleverd. De koloniale achtergrond van Van den Bosch was zichtbaar in de hoge, ruime kamers en de open voorgalerijen.
Na het overlijden van generaal Van den Bosch kocht prins Alexander de villa. De prins woonde tot dan toe, samen met broer prins Hendrik, op paleis Noordeinde. In 1845 verhuisde prins Alexander naar Boschlust. Na het overlijden van de jonge prins op Madeira werd de villa geërfd door zijn ouders, koning Willem II en koningin Anna (Paulowna). Na het overlijden van koning Willem II trok Anna Paulowna zich terug uit het openbare leven. Haar verslagenheid was zo groot dat ze niet meer wilde wonen in het paleis aan de Kneuterdijk. Ze nam eerst haar intrek op Boschlust, om later te vertrekken naar kasteel Biljoen bij Velp.
Boschlust werd in maart 1851 verkocht aan Cornelis Suermondt (1815-1883), afkomstig uit een Rotterdamse wijnkopersfamilie. Suermondt zou tot zijn overlijden in 1883 in Boschlust blijven wonen, dat ook Villa Suermondt werd genoemd. De familie Suermondt wenste na enkele jaren de villa te verkopen en af te breken voor een woonwijk, waarvoor de Haagse architect W.B. van Liefland werd aangetrokken. Het hele complex werd afgebroken rond 1890. Op de plek van de buitenplaats staat nu het winkelcentrum New Babylon.