place

Brug 508

Bouwwerk van Piet KramerBrug in het Amsterdamse BosGemeentelijk monument in Amstelveen
Brug 508, overzicht
Brug 508, overzicht

Brug 508 is een houten kunstwerk in het Amsterdamse Bos. De Amsterdamse brugnummers worden gegeven aan zowel bruggen als aan viaducten. Brugnummer 508 kent in Drogebrug een officieuze bijnaam. Ze doet namelijk ook dienst als voetgangersviaduct. Het bouwwerk is gelegen over een overhaal. Zij overspant aan de zuidkant een uitstulping van de plaatselijke vijvers, terwijl zij aan de noordkant land overspant (vandaar haar bijnaam), dat kanoërs de mogelijkheid biedt hun boot naar de Bosbaan te brengen, dan wel er vandaan te halen. De enigszins bollende brug is gebouwd naar een ontwerp van Piet Kramer, die de brug attractief maakte voor zowel de voetgangers boven als de voetgangers beneden. De brug boven heeft sierlijke maar strakke balustrades, waarvan de bovenste rijen er ook als leuning uitzien. Bovendien staan er pilaren op die aan de bovenzijden zijn afgewerkt met metalen deksels. De jukken van de brug zijn bewerkt en de ruimten ertussen werden "opgevuld" met traliewerken. Ook zijn er kwartronden als (nutteloze) tandwielen te vinden. De brug was oorspronkelijk kleurloos, maar kreeg bij een grote renovatie haar huidige kleuren zwart en wit mee, hetgeen volgens de gemeente Amstelveen de bijzondere details van de brug en vormgeving versterkt. Het werd daardoor in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramer en als opvallend exemplaar en wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos. Circa twintig meter noordelijk ligt de stenen brug 532, ook van Kramer.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 508 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.325702777778 ° E 4.8433888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Drogebrug

Drogebrug
1182 AK
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Brug 508, overzicht
Brug 508, overzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 532
Brug 532

Brug 532 is een vaste brug in het Amsterdamse Bos. Alhoewel de brug op het grondgebied van de gemeente Amstelveen ligt, wordt het beheer uitgevoerd door Amsterdam en heeft de brug derhalve ook een Amsterdams brugnummer. De brug is gelegen in de Bosbaanweg, de zuidelijke parallelweg van de Bosbaan. De brug dateert uit 1938. Zij is ontworpen door Piet Kramer, werkend bij de Dienst der Publieke Werken, die hier kwam met een brug in de stijl van de Amsterdamse School. Ze vormt samen met brug 543 een uitzondering in het arsenaal van Kramers bruggen voor het bos/park; de meeste bruggen zijn van hout of beton. Brug 532 kreeg een uiterlijk mee van baksteen (keermuren, landhoofden, borstweringen etc.). Het gebruikte materiaal geeft de brug een stedelijk karakter. De brug is bestemd voor alle verkeer, er zijn gescheiden rijdekken voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer (voetgangers en fietspad), die op verschillende hoogtes liggen. Tussen de twee dekken zijn trapjes aangebracht. De leuningen laten een mengeling zien van brugleuning die Kramer toepaste in de Amsterdamse binnenstad (noordzijde) en de bruggen in het Amsterdamse Bos (zuidzijde rijdek). Door haar relatief hoge ligging kan de brug bij roeiwedstrijden tot uitkijkpost dienen; het voet- en fietspad kan daarbij dienen als een soort bordes. Op dat gedeelte staan twee vlaggenmasten. Aan de zuidkant van de brug bevinden zich twee balkon en/of terrasachtige bouwsels; de leuningen daarvan zijn weer uitgevoerd in het "stads model". De brug heeft zogezegd een baksteen uiterlijk; echter de overspanning bestaat uit stalen liggers met daarop een betonnen dek. Voorts paste Kramer granieten blokken toe die op de landhoofden rusten. Deze granieten blokken zijn aan de waterzijde bewerkt, aan de oostzijde is een zeilschip te zien met een figuur die wapenschilden van Amsterdam vasthoudt; aan de westzijde staat de tekst Amsterdam omringd door golven en wapenkruisen. De onderdoorgang van de brug vormt de waterverbinding tussen de Bosbaan en een vijver. Aan het zuideind van die vijver ligt een overhaal naar of vanuit andere watergangen in het park. Die overhaal loopt onder brug 508 door, een houten brug ontworpen door Kramer. De kanoër moet daarbij zijn boot zelf voortslepen over grasland. Het werd in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramers bruggen in het bos, mede gezien de meer stedelijke vorm van deze brug met de aangebrachte versieringen. Bovendien vond zij de brug een wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos.

Brug 531
Brug 531

Brug 531 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze dubbele ophaalbrug ligt over een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe met een aantal bruggen van hetzelfde type, waarbij een aantal zware metalen ballen dienen tot contragewicht. Het ensemble van dit type brug werd daarom ballenbrug genoemd. Kramer liet zich inspireren door soortgelijke bruggen van Bernard Forest de Bélidor; Kramer zou zijn opvolger Dick Slebos weer inspireren bij "zijn" ballenbruggen brug 658 en brug 549. De ballenbruggen van Kramer zijn variaties op een thema. Deze brug 531 staat op een houten paalfundering; maar heeft betonnen landhoofden. De overspanning wordt verzorgd door stalen frames met daarop planken. Balusters en de leuningen zijn uitgevoerd in hout met bewerkingen die Kramer vaker voorschreef bij zijn bruggen. De brug wordt in beweging gezet door de ballen naar beneden te drukken. Om te voorkomen dat de ballen in de zachte grond van het bos verdwijnen zijn daartoe houten geleidegleuven aangelegd. De brug is daarbij zo geconstrueerd dat de vallen tussen de leuningen bewegen; in rust liggen ze op een centraal geplaatste brugpijler. De brug heeft in brug 519, brug 520 en brug 530 zusjes, al is brug 530 iets smaller uitgevoerd. De wit geschilderde houten onderdelen van de brug zijn al een keer vernieuwd; ze waren oorspronkelijk niet beschilderd. De blauw uitgevoerde metalen delen zijn nog oorspronkelijk, want nauwelijks aan slijtage onderhevig. Het werd in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramer, onderdeel van een serie en als opvallend exemplaar en wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos.

Brug 548
Brug 548

Brug 548 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze ophaalbrug overspant een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe hier met een tweetal bruggen. De voorganger van Slebos Piet Kramer had voor het Amsterdamse Bos al een reeks ballenbruggen ontworpen, waarbij de zware ballen dienen tot contragewicht. De bedienaar van de brug kan via die ballen of kabels de brug ophalen. Slebos liet zich voor deze twee bruggen inspireren door Kramer, die op zijn beurt bij de ballenbruggen geïnspireerd werd door het werk van Bernard Forest de Bélidor. De ballenbruggen kent een aantal varianten. Brug 548 staat op een houten paalfundering. De brug hangt tussen gewapend betonnen landhoofden, waarop geleidehekjes staan, en twee betonnen brugpijlers. De tropisch hardhouten balanspriemen en ballen zijn gemonteerd op betonnen pijlers naast de brug, die weer op uitbouwen van de brugpijlers staan, een zogenaamde staartbrug. De priemen zijn daarbij in de standaard blauw/witte uitvoering, de zes ballen van drie gewichtklassen zijn rood. De balanspriemen vervullen tevens de functie van brugleuningen, aan de priemen hangt ook de brug. De overspanning bestaat uit houten balken en planken met antislipgleuven. De brug, hoe klein dan ook, heeft zelfs twee aanbruggen, een daarvan is de plaats om de brug in beweging te krijgen. Aan de overzijde kan een metalen staaf, weggewerkt in het leuningstelsel, dienen als brughek. De brug heeft drie doorvaarten, de centrale is 3 meter breed; de twee anderen 1,95. De brug heeft in Brug 549 een tweelingzus.

Brug 504
Brug 504

Brug 504 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Deze klassiek aandoende ophaalbrug werd gebouwd in het kader van een aantal kunstwerken om de Bosbaan. Zij werden in een keer aanbesteed op 16 november 1936. Het ontwerp van die bruggen is afkomstig van Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Van zijn hand verschenen allerlei brugtypen in het park, aangepast aan gebruik en omgeving. Voor deze plek kwam Kramer met een ophaalbrug in de stijl van 19e-eeuwse ophaalbruggen met een in rondboog uitgevoerde hameipoort, veelal toegepast in Noord-Holland. Het is een mogelijkheid dat deze brug geïnspireerd is op de Magere Brug waarvoor Kramer in 1934 een renovatie-ontwerp had gemaakt. Deze brug 504 heeft op nog geen honderd meter verder een broertje staan, brug 507. Beide staan over een kanaal dat de Bosbaan verbindt met het Nieuwe Meer. Tussen de bruggen zit een klein verschil. Brug 504 staat op brugpijlers en jukken eigenlijk in het water, daar waar brug 507 op de wanden van de schutsluis staat. Beide bruggen geven het landschap een meer Hollands karakter (het Nieuwe Meer is natuurlijk, de Bosbaan is mensenwerk). Brug 504 staat op een houten paalfundering met houten brugpijlers waarop jukken liggen. Ook de overspanning bestaat voor het grootste deel uit hout, slechts de aanbruggen liggen op stalen balken. Daarboven is er de houten opbouw. De brugleuningen zijn eveneens van hout, waarbij in de constructie diverse houtbewerkingmotieven zijn te vinden, Kramer was van origine timmerman. In de loop der jaren moest herstelwerk aan de brug uitgevoerd worden; daarbij zijn de randbalken vervangen door betonnen exemplaren. Bij de aanbesteding van 16 november 1936 kon geoffreerd worden voor de bouw van brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument vanwege het passend ontwerp binnen de overgang van de karakters van het landschap, de ensemblevorming, het beeldbepalend karakter dat de brug heeft langs de Bosbaan en de verschijningsvorm binnen het oeuvre van de architect.

Bos Peel
Bos Peel

Bos Peel is een artistiek kunstwerk in het Amsterdamse Bos op het grondgebied van gemeente Amstelveen, maar in beheer bij gemeente Amsterdam. Op de plek, even ten noorden van de Bosbaan, stond een beeld van Gabriel Lester uit 2016, dat in 2018 ten prooi viel aan vernielzucht. Het was origineel gemaakt voor de tentoonstelling "Warande" in Tilburg, waarna het werd geplaatst bij het Amsterdamse Bostheater en weer later op een speelveld. Vaste bezoekers vonden het verdwijnen van het beeld een gemis aangezien het een ontmoetingsplaats was als ook een speelobject voor kinderen. De gemeente Amsterdam gaf de kunstenaar daarop de opdracht te komen met een nieuwe versie, die wel bestand is tegen vandalisme. In december 2020 werd begonnen met de opbouw van deze zitplek, waarvan het middenstuk omhoog is gekruld alsof iemand het uit de zitbank heeft geschild (Engels: to peel betekent schillen). De kunstenaar zei zelf over het beeld in Het Parool van 20 december 2020: Ik merk dat zo’n beeld een sterke aantrekkingskracht uitoefent op voorbijgangers. Het is alsof je in contact komt met een andere tijd, dat je onderdeel wordt van iets onmogelijks. Het beeld uit 2020 is opgebouwd uit een stalen frame met Douglasplanken, die wit geschilderd zijn. Die spierwitte kleur moet tijdens mist en schemering ook dienen als een bescheiden lichtbron. Bovendien moet het beeld door de kleurstelling de dialoog aangaan met de zwart-witte brug 504 van Piet Kramer. Eenzelfde soort beelden zijn te zien in Medellín (Colombia) (getiteld Twister) en Gagnef (Zweden) (Sexappeel).

Brug 507
Brug 507

Brug 507 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Deze klassiek aandoende ophaalbrug werd gebouwd in het kader van een aantal kunstwerken om de Bosbaan. Zij werden in een keer aanbesteed op 16 november 1936. Het ontwerp van die bruggen is afkomstig van Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Van zijn hand verschenen allerlei brugtypen in het park, aangepast aan gebruik en omgeving. Voor deze plek kwam Kramer met een ophaalbrug in de stijl van 19e-eeuwse ophaalbruggen met een in rondboog uitgevoerde hameipoort, veelal toegepast in Noord-Holland. Het is een mogelijkheid dat deze brug geïnspireerd is op de Magere Brug waarvoor Kramer in 1934 een renovatie-ontwerp had gemaakt. Deze brug 507 heeft op nog geen honderd meter verder een broertje staan, brug 504. Beide staan over een kanaal, ook wel naar de vorm De Banaan genoemd, dat de Bosbaan verbindt met het Nieuwe Meer. Tussen de bruggen zit een klein verschil. Brug 504 staat op brugpijlers en jukken eigenlijk in het water, daar waar brug 507 op de wanden van de Bosbaansluis staat bij de noordelijke sluisdeuren. Beide bruggen geven het landschap een meer Hollands karakter (het Nieuwe Meer is natuurlijk, de Bosbaan is mensenwerk). Brug 507 staat net als de sluizen vermoedelijk op een houten paalfundering. Ze heeft geen brugpijlers, steunen of aanbruggen. De overspanning bestaat voor het grootste deel uit hout. Daarboven is er de houten opbouw. De brugleuningen zijn eveneens van hout, waarbij in de constructie diverse houtbewerkingmotieven zijn te vinden, Kramer was van origine timmerman. Bij de aanbesteding van 16 november 1936 kon geoffreerd worden voor de bouw van brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512. In 1959 heeft er enig renovatiewerk aan de brug plaatsgevonden (balans). De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument vanwege het passend ontwerp binnen de overgang van de karakters van het landschap, de ensemblevorming, het beeldbepalend karakter dat de brug heeft langs de Bosbaan en de verschijningsvorm binnen het oeuvre van de architect.

Brug 591
Brug 591

Brug 591 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen voor dat bos werd ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Hij ontwierp voor dat bos allerlei typen bruggen, waarbij sommige wel sterk op elkaar lijken, maar toch allemaal verschillen. Deze brug uit 1953 ligt in de Koenenkade. Ze overspant de in- en uitlaat van het Gemaal Koenensluis/Koenenkade. Er lag al een tijdelijke houten brug, aldus de aanbesteding van 30 juni 1952 (opruimen van de tijdelijke brug). Brug 591 is een van Kramers betonnen bruggen voor het bos; het bestaat uit een betonnen plaat met opstaande randen. De balustraden kragen uit boven de overspanning. De onderkant heeft echter een welfconstructie (segmentboog). Opmerkelijk zijn ook hier de keus van leuningen van stripstaal en Kramers keuze voor lusvormige balusters, verbindingen en uiteinden (de verderop gelegen brug 592 heeft bijvoorbeeld S-motieven). De betonnen balustraden laten een mengeling zien van hoeken en vloeiende lijnen. In de stijl van de brug ontwierp Kramer voor deze brug een betonnen zitbankje (voor elders in de stad ontwierp Kramer zitbankjes in baksteen en hout) op sokkel. Het zitbankje heeft gesloten zij- en rugleuningen en is monoliet (een geheel) op de houten zitplanken na. Het is uniek in zijn soort binnen het oeuvre van Kramer. De brug wordt gedragen door een houten paalfundering. Ze is alleen geschikt voor voetgangers, fietsers, die elke een rijdek op verschillen niveau hebben, en voertuigen met een asdruk van 500 kg. Ten oosten van de brug staat de sluiswachterwoning; ten westen het gemaal uit circa 1918. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 591 dat het voor het bos en sluis een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: het behoort tot het complex van brug, sluis, sluiswachterwoning en gemaal de lichte kleur geeft de brug een accent in een gesloten bosachtige omgeving het is een kleine plateaubrug van gewapend beton met karakteristiek decoratief smeedwerk in strakke dunnen leuningen. De gemeente Amstelveen benoemde de brug in 2013 tot gemeentelijk monument vanwege de strakke geleding van de betonmassa tegenover de sierlijke balustrades en het opvallende bankje.

Brug 592
Brug 592

Brug 592 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen voor dat bos werd ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Hij ontwierp voor dat bos allerlei typen bruggen, waarbij sommige wel sterk op elkaar lijken, maar toch allemaal verschillen. Deze brug uit 1954 ligt in de Koenenkade en maakt deel uit van de Koenensluis, een sluis die het verschil in waterpeil van de Nieuwe Meer en de Hoornsloot (een soort ringsloot om het Amsterdamse Bos) moet overbruggen. Kramer kwam hier met een hefbrug. Van Kramer zijn slechts een beperkt aantal hefbruggen bekend, deze brug 592, de Kikkerbilsluis, de Omvalbrug en de in 2019 herplaatste Gevlebrug. Die laatste drie zijn aanmerkelijk groter dan brug 592. Toch verschilt brug 592 technisch van de andere drie. De heftorens, alle voorzien van ronde kappen (ook de andere drie), hebben bij brug 592 de kabelopeningen aan de waterkant, terwijl dat bij de andere drie aan de rijdekkant is. Het is een van de laatste bruggen van de hand van Kramer, want hij zou de Publieke Werken op de grens van 1952/1953 verlaten. De brug werd samen met brug 591 en brug 595 aanbesteed en gebouwd, alle drie in de omgeving van de Nieuwe Meer. De brug, alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers, draagt Kramers handtekening in de balustrades en leuningen, die overal in het bos op zijn betonnen bruggen te vinden zijn. Het bestaat uit licht golvende motieven (net als de bruggen overal verschillend), gedragen door sierlijke balusters (ook overal verschillend). De siersmeedijzeren bovenlinten zijn middels een S-motief verbonden met de onderste linten. De brug is gebouwd op de fundamenten van het bovenhoofd van de Koenensluis en heeft een brugdek van stalen liggers met planken. Origineel had de brug nog brugdeuren, maar deze zijn in de loop der jaren verdwenen. De brug en de sluis wordt bediend op afspraak door 24 uur van tevoren te bellen naar het nummer op de borden bij de brug. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 592 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de lichte kleur de brug accentueert in een gesloten bosomgeving; een hefbrug in de traditie is van de Amsterdamse School; het een karakteristiek decoratief smeedwerk heeft in strakke dunne leuningen; het een bepalend onderdeel vormt van de Koenensluis. In 2009 is er herstelwerk uitgevoerd. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug in 2013 tot gemeentelijk monument vanwege het sterk beeldbepalende karakter in de omgeving van de Nieuwe Meer. Bovendien is het de enig bekende hefbrug in miniatuuruitvoering en vond de gemeente Amstelveen de brug een wezenlijk onderdeel binnen het oeuvre van Kramer en de verzameling bruggen in het Amsterdamse Bos.

Brug 1513
Brug 1513

Brug 1513 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. De geschiedenis van deze brug is onduidelijk. De brug is namelijk vrij onzichtbaar in het landschap gebouwd. Het is een zogenaamde duikerbrug, een brug over een duiker met nauwelijks wegverhoging. De brug is aangelegd in een brede verkeersroute ten zuiden van de Bosbaan. Over dat brede pad met gescheiden verkeersstromen gaan voetgangers, fietsers, ruiters te paard, maar ook dienstvoertuigen die vanaf het bezoekerscentrum bij de ingang Van Nijenrodeweg het bos in moeten. Die duiker zorgt voor een ongehinderde waterstroom noord-zuid in het bos, ter plekke bestaand uit nauwe slootjes. De duiker is al te zien op de ontwerpplattegronden uit 1930-1937. Daartegenover staat dat de brugnummers van de bruggen die toen ontworpen werden alle in de 500-serie werden ingedeeld, maar niet deze. Dat de brug toch waarschijnlijk uit die tijd stamt, is terug te vinden in de beide balustraden, die omdat ze zo ver uiteen liggen niet in één oogblik te vangen zijn. De duiker is circa 35 meter lang. Die balustraden zijn opgetrokken in baksteen dat motieven vertoont van de Amsterdamse School met ronde bouwdelen in baksteen, ezelsrugen en verspringende metselverbanden. Anderzijds lijkt de brug op geen van de bruggen die in de 1500-serie ondergebracht werden, dat zijn veelal parkbruggetjes uit de jaren zeventig. In 1999 kwam MTD Landschaparchitecten in het bos om te bekijken welke kunstwerken eventueel beschermd moesten worden door een status van gemeentelijk monument. Zij vonden het een identiteitsdrager van het bos, maar tekenden aan dat het kunstwerk zich nauwelijks als brug laat zien. Zoals bovengenoemd liggen de leuningen circa 35 meter uit elkaar en ze staan ook nog eens in een groenstrook met plant- en struikgewas dat gewoon dwars over de duiker loopt. Door begroeiing op de balustraden gaan ze steeds verder op in de natuur. MTD sprak van “zorgvuldig gedetailleerde baksteenarchitectuur”. Voor zover bekend heeft de brug niet de status Gemeentelijk monument van Amstelveen gekregen.

Brug 506
Brug 506

Brug 506 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos in de gemeente Amsterdam. Het Amsterdamse Bos ligt voor een deel in de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Het is een houten brug in het Boeierspad even ten noorden van de Koenensluis. De brug vormt vanaf 1937 de verbinding tussen het Nieuwe Meer en een kronkelige waterweg in het noorden van genoemd stadsbos. De versie uit 1937 werd ontworpen door Piet Kramer, architect bij de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het bos diverse soorten bruggen, van hout, van beton en een enkele ophaalbrug en hefbrug. Brug 506 was een houten brug, waarbij hij net als bij andere houten bruggen in het bos een uniek exemplaar schiep en teruggreep op zijn “oude” vak als timmerman. Kramers signatuur is terug te vinden in het gegalvaniseerd ijzeren kapje dat op de hoofdbalusters te zien is. Ook de afwerking van de overige balusters en de borstweringen bestaande uit een enkele houten balk verrieden Kramers hand. De brug kende twee nieveaus, een voor het voetpad, een lagere voor het fietspad. Deze brug werd samen met vijf andere bruggen, allemaal anders van vorm, aangelegd: brug 508, brug 528, brug 533, brug 534 en brug 535. Brug 506 werd met twaalf hardhouten heipalen gebouwd door de Nederlandse Heide Maatschappij in het kader van de werkverschaffing. In 1959 werd het brugdek vernieuwd en ook in 1979 vond er renovatie plaats, waarbij de brug enkele betonnen onderdelen kreeg. Rond 1995 werd de kronkelige sloot vervangen door een moerasachtig gebied, een rustplaats voor watervogels (Wetlands). In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 506 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze voerden aan: ze behoort tot de houten bruggen uit het Kramer-oeuvre eenheid in houten dek en leuningen karakteristieke houtverbindingen een punt dat zowel positief als negatief werd bevonden was de bruine kleur; ze ging door die kleur bijna geheel op in haar omgeving, anderzijds verdwenen daardoor architectonische kenmerken. In 2008 werd de gehele brug door Dura Vermeer gerestaureerd, opnieuw in haar bruine kleur. Het niveauverschil tussen voet- en fietspad, nog te zien op het land, verdween. De status van gemeentelijk monument kreeg ze in tegenstelling tot andere Kramerbruggen niet, vermoedelijk door alle aangebrachte wijzigingen.