place

Brug 1513

Brug in het Amsterdamse Bos
2023 Brug 1513, Amsterdamse Bos overzicht (2)
2023 Brug 1513, Amsterdamse Bos overzicht (2)

Brug 1513 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. De geschiedenis van deze brug is onduidelijk. De brug is namelijk vrij onzichtbaar in het landschap gebouwd. Het is een zogenaamde duikerbrug, een brug over een duiker met nauwelijks wegverhoging. De brug is aangelegd in een brede verkeersroute ten zuiden van de Bosbaan. Over dat brede pad met gescheiden verkeersstromen gaan voetgangers, fietsers, ruiters te paard, maar ook dienstvoertuigen die vanaf het bezoekerscentrum bij de ingang Van Nijenrodeweg het bos in moeten. Die duiker zorgt voor een ongehinderde waterstroom noord-zuid in het bos, ter plekke bestaand uit nauwe slootjes. De duiker is al te zien op de ontwerpplattegronden uit 1930-1937. Daartegenover staat dat de brugnummers van de bruggen die toen ontworpen werden alle in de 500-serie werden ingedeeld, maar niet deze. Dat de brug toch waarschijnlijk uit die tijd stamt, is terug te vinden in de beide balustraden, die omdat ze zo ver uiteen liggen niet in één oogblik te vangen zijn. De duiker is circa 35 meter lang. Die balustraden zijn opgetrokken in baksteen dat motieven vertoont van de Amsterdamse School met ronde bouwdelen in baksteen, ezelsrugen en verspringende metselverbanden. Anderzijds lijkt de brug op geen van de bruggen die in de 1500-serie ondergebracht werden, dat zijn veelal parkbruggetjes uit de jaren zeventig. In 1999 kwam MTD Landschaparchitecten in het bos om te bekijken welke kunstwerken eventueel beschermd moesten worden door een status van gemeentelijk monument. Zij vonden het een identiteitsdrager van het bos, maar tekenden aan dat het kunstwerk zich nauwelijks als brug laat zien. Zoals bovengenoemd liggen de leuningen circa 35 meter uit elkaar en ze staan ook nog eens in een groenstrook met plant- en struikgewas dat gewoon dwars over de duiker loopt. Door begroeiing op de balustraden gaan ze steeds verder op in de natuur. MTD sprak van “zorgvuldig gedetailleerde baksteenarchitectuur”. Voor zover bekend heeft de brug niet de status Gemeentelijk monument van Amstelveen gekregen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 1513 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 1513
Nieuwe Kalfjeslaan,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 1513Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.323861111111 ° E 4.8479111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Nieuwe Kalfjeslaan
1182 AB
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2023 Brug 1513, Amsterdamse Bos overzicht (2)
2023 Brug 1513, Amsterdamse Bos overzicht (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 550
Brug 550

Brug 550 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze brug van circa 15 meter lengte valt in de eerste categorie, maar ze is pas in 1956 gebouwd. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en men zag in brug 550 een van de aantrekkelijkste houten bruggen van Kramer. Het bruggetje ligt over een waterscheiding tussen een bosdeel enerzijds (dichte bosbebouwing) en het kleine kinderbad en de grote speelweide anderzijds (open veld). Alhoewel in het onderzoeksrapport melding gemaakt wordt van een verscholen ligging, was er tevens sprake van een wit-groene markering in het landschap. De eenvoudige uitvoering heeft een eenheid tussen dek en leuningen en voor Kramer karakteristieke houtverbindingen. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Ze vond een totaal houten voetbrug die enigszins hellend ligt op houten brugpijlers met dito jukken. Deze hellende constructie was in de Amstelveende ogen eigenlijk niet noodzakelijk, want een kenmerk van deze brug is dat zij al relatief ver op de oevers begint. De borstwering gaat als het ware direct over in de brugleuningen/balustraden. De twee leuningrijen verschillen van elkaar; de onderste is afgerond, de bovenste afgeschuind. In de borstweringen vinden de beide brugleuningen elkaar; de bovenste loopt af naar de onderste en vinden samen hun begin/eind in een hoekbaluster. Opvallend is dat de onderste leuning gedragen wordt door meer balusters dan de bovenleuning. Ook vonden zij bij de brug twee ezelsruggen van baksteen, waarvan toen de bedoeling niet achterhaald kon worden.

Brug 549
Brug 549

Brug 549 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze ophaalbrug overspant een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe hier met een tweetal bruggen. De voorganger van Slebos Piet Kramer had voor het Amsterdamse Bos al een reeks ballenbruggen ontworpen, waarbij de zware ballen dienen tot contragewicht. De bedienaar van de brug kan via die ballen of kabels de brug ophalen. Slebos liet zich voor deze twee bruggen inspireren door Kramer, die op zijn beurt bij de ballenbruggen geïnspireerd werd door het werk van Bernard Forest de Bélidor. De ballenbrug kent een aantal varianten. Brug 549 staat op een houten paalfundering. De brug hangt tussen gewapend betonnen landhoofden, waarop geleidehekjes staan, en twee betonnen brugpijlers. De tropisch hardhouten balanspriemen en ballen zijn gemonteerd op betonnen pijlers naast de brug, die weer op uitbouwen van de brugpijlers staan, een zogenaamde staartbrug. De priemen zijn daarbij in de standaard blauw/witte uitvoering, de zes ballen van drie gewichtklassen zijn rood. De balanspriemen vervullen tevens de functie van brugleuningen, aan de priemen hangt ook de brug. De overspanning bestaat uit houten balken en planken met antislipgleuven. De brug, hoe klein dan ook, heeft twee doorvaarten van elk 2,86 breed waarvan slechts een open kan; ze heeft tevens twee aanbruggen. Aan de overzijde kan een metalen ketting dienen als brughek. De brug heeft drie doorvaarten, de centrale is 3 meter breed; de twee anderen 1,95. De brug heeft in Brug 548 een tweelingzus.

Brug 548
Brug 548

Brug 548 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze ophaalbrug overspant een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe hier met een tweetal bruggen. De voorganger van Slebos Piet Kramer had voor het Amsterdamse Bos al een reeks ballenbruggen ontworpen, waarbij de zware ballen dienen tot contragewicht. De bedienaar van de brug kan via die ballen of kabels de brug ophalen. Slebos liet zich voor deze twee bruggen inspireren door Kramer, die op zijn beurt bij de ballenbruggen geïnspireerd werd door het werk van Bernard Forest de Bélidor. De ballenbruggen kent een aantal varianten. Brug 548 staat op een houten paalfundering. De brug hangt tussen gewapend betonnen landhoofden, waarop geleidehekjes staan, en twee betonnen brugpijlers. De tropisch hardhouten balanspriemen en ballen zijn gemonteerd op betonnen pijlers naast de brug, die weer op uitbouwen van de brugpijlers staan, een zogenaamde staartbrug. De priemen zijn daarbij in de standaard blauw/witte uitvoering, de zes ballen van drie gewichtklassen zijn rood. De balanspriemen vervullen tevens de functie van brugleuningen, aan de priemen hangt ook de brug. De overspanning bestaat uit houten balken en planken met antislipgleuven. De brug, hoe klein dan ook, heeft zelfs twee aanbruggen, een daarvan is de plaats om de brug in beweging te krijgen. Aan de overzijde kan een metalen staaf, weggewerkt in het leuningstelsel, dienen als brughek. De brug heeft drie doorvaarten, de centrale is 3 meter breed; de twee anderen 1,95. De brug heeft in Brug 549 een tweelingzus.

Brug 508
Brug 508

Brug 508 is een houten kunstwerk in het Amsterdamse Bos. De Amsterdamse brugnummers worden gegeven aan zowel bruggen als aan viaducten. Brugnummer 508 kent in Drogebrug een officieuze bijnaam. Ze doet namelijk ook dienst als voetgangersviaduct. Het bouwwerk is gelegen over een overhaal. Zij overspant aan de zuidkant een uitstulping van de plaatselijke vijvers, terwijl zij aan de noordkant land overspant (vandaar haar bijnaam), dat kanoërs de mogelijkheid biedt hun boot naar de Bosbaan te brengen, dan wel er vandaan te halen. De enigszins bollende brug is gebouwd naar een ontwerp van Piet Kramer, die de brug attractief maakte voor zowel de voetgangers boven als de voetgangers beneden. De brug boven heeft sierlijke maar strakke balustrades, waarvan de bovenste rijen er ook als leuning uitzien. Bovendien staan er pilaren op die aan de bovenzijden zijn afgewerkt met metalen deksels. De jukken van de brug zijn bewerkt en de ruimten ertussen werden "opgevuld" met traliewerken. Ook zijn er kwartronden als (nutteloze) tandwielen te vinden. De brug was oorspronkelijk kleurloos, maar kreeg bij een grote renovatie haar huidige kleuren zwart en wit mee, hetgeen volgens de gemeente Amstelveen de bijzondere details van de brug en vormgeving versterkt. Het werd daardoor in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramer en als opvallend exemplaar en wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos. Circa twintig meter noordelijk ligt de stenen brug 532, ook van Kramer.

Brug 567
Brug 567

Brug 567 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Ze overspant een ringsloot in of nabij het Sportpark Nieuwe Kalfjeslaan, waar ook het Wagenerstadion ligt. Het bos werd grotendeels aangelegd in de jaren dertig, voor de bruggetjes en bruggen in het bos werd architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken aan het werk gezet. Hij ontwierp een keur aan bruggen te verdelen in drie types houten voet- en fietsbruggen, stadsbruggen in de stijl van de Amsterdamse School en moderne betonnen bruggen. Brug 567 valt in de laatste categorie. Volgens Piet Kramer; Bruggenbouwer van de Amsterdamse School en Amsterdamse bruggen 1910-1950 werd brug 567 in 1941 ontworpen door Kramer, maar was er geen geld (meer) om de brug te plaatsen. Volgens dezelfde boekwerken vond realisatie pas plaats in 1955 als er grote werkzaamheden aan het bos plaatsvinden (verplaatsen ingang etc.). Brug 567 werd samen aanbesteed met brug 568 en brug 569 rondom de springbaan voor paardensport. Brug 568 is vermoedelijk nooit gebouwd, maar was gesitueerd ten noorden van de springbaan. Brug 569 is de zogenaamde hartjesbrug (naar de uiteinden van de leuningen) ten westen van de springbaan. Daarbij steekt brug 567 schril af. Het is een sobere en vooral kleine duikerbrug. De brug is in totaal 13 meter lang, ruim zes meter breed en de doorvaart is ongeveer drie meter breed. Kramer hanteerde voor deze brug in de Nieuwe Kalfjeslaan twee niveaus voor verkeer (zoals elders in het bos), maar dat is bij reparatiewerk deels verloren gegaan. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 567 een architectonisch waardevolle brug van gewapend beton, passend binnen het Kramer-oeuvre. Ze benadrukten tevens de opvallend witte kleur binnen de omgeving en het decoratieve siersmeedwerk in leuningen. De gemeente Amstelveen gaf meer details. Ze werd gebouwd met ter plekke gestort beton. De wateronderdoorgang heeft schuine wanden (breed onder, smal boven). Die onderdoorgang wordt geaccentueerd door middel van een sprong in het beton. Bij nadere beschouwing zijn nog afdrukken van de bouwbekisting te zien. De balustraden zijn ter plaatse van de duiker enigszins verhoogd, terwijl de uiteinden in een kromming verlagen. Net als bij alle betonnen bruggen van Kramer in het bos heeft ook deze brug sierlijke leuningen. Die leuningen, die met de balustraden meebuigen, worden gedragen door conische balusters met een V-vormig uiteinde waarin de leuningen liggen. Het eind van de leuningen worden ook gedragen door conische balusters, maar sluiten af met een knopmotief. De leuningen krullen na de laatste baluster naar boven. Amstelveen verklaarde het vanwege het passen binnen het Kramer-oeuvre tot gemeentelijk monument. In november en december 2021 werd gewerkt aan renovatie van de brug, die zich in slechte staat bevond.

Brug 531
Brug 531

Brug 531 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze dubbele ophaalbrug ligt over een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe met een aantal bruggen van hetzelfde type, waarbij een aantal zware metalen ballen dienen tot contragewicht. Het ensemble van dit type brug werd daarom ballenbrug genoemd. Kramer liet zich inspireren door soortgelijke bruggen van Bernard Forest de Bélidor; Kramer zou zijn opvolger Dick Slebos weer inspireren bij "zijn" ballenbruggen brug 658 en brug 549. De ballenbruggen van Kramer zijn variaties op een thema. Deze brug 531 staat op een houten paalfundering; maar heeft betonnen landhoofden. De overspanning wordt verzorgd door stalen frames met daarop planken. Balusters en de leuningen zijn uitgevoerd in hout met bewerkingen die Kramer vaker voorschreef bij zijn bruggen. De brug wordt in beweging gezet door de ballen naar beneden te drukken. Om te voorkomen dat de ballen in de zachte grond van het bos verdwijnen zijn daartoe houten geleidegleuven aangelegd. De brug is daarbij zo geconstrueerd dat de vallen tussen de leuningen bewegen; in rust liggen ze op een centraal geplaatste brugpijler. De brug heeft in brug 519, brug 520 en brug 530 zusjes, al is brug 530 iets smaller uitgevoerd. De wit geschilderde houten onderdelen van de brug zijn al een keer vernieuwd; ze waren oorspronkelijk niet beschilderd. De blauw uitgevoerde metalen delen zijn nog oorspronkelijk, want nauwelijks aan slijtage onderhevig. Het werd in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramer, onderdeel van een serie en als opvallend exemplaar en wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos.

Brug 532
Brug 532

Brug 532 is een vaste brug in het Amsterdamse Bos. Alhoewel de brug op het grondgebied van de gemeente Amstelveen ligt, wordt het beheer uitgevoerd door Amsterdam en heeft de brug derhalve ook een Amsterdams brugnummer. De brug is gelegen in de Bosbaanweg, de zuidelijke parallelweg van de Bosbaan. De brug dateert uit 1938. Zij is ontworpen door Piet Kramer, werkend bij de Dienst der Publieke Werken, die hier kwam met een brug in de stijl van de Amsterdamse School. Ze vormt samen met brug 543 een uitzondering in het arsenaal van Kramers bruggen voor het bos/park; de meeste bruggen zijn van hout of beton. Brug 532 kreeg een uiterlijk mee van baksteen (keermuren, landhoofden, borstweringen etc.). Het gebruikte materiaal geeft de brug een stedelijk karakter. De brug is bestemd voor alle verkeer, er zijn gescheiden rijdekken voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer (voetgangers en fietspad), die op verschillende hoogtes liggen. Tussen de twee dekken zijn trapjes aangebracht. De leuningen laten een mengeling zien van brugleuning die Kramer toepaste in de Amsterdamse binnenstad (noordzijde) en de bruggen in het Amsterdamse Bos (zuidzijde rijdek). Door haar relatief hoge ligging kan de brug bij roeiwedstrijden tot uitkijkpost dienen; het voet- en fietspad kan daarbij dienen als een soort bordes. Op dat gedeelte staan twee vlaggenmasten. Aan de zuidkant van de brug bevinden zich twee balkon en/of terrasachtige bouwsels; de leuningen daarvan zijn weer uitgevoerd in het "stads model". De brug heeft zogezegd een baksteen uiterlijk; echter de overspanning bestaat uit stalen liggers met daarop een betonnen dek. Voorts paste Kramer granieten blokken toe die op de landhoofden rusten. Deze granieten blokken zijn aan de waterzijde bewerkt, aan de oostzijde is een zeilschip te zien met een figuur die wapenschilden van Amsterdam vasthoudt; aan de westzijde staat de tekst Amsterdam omringd door golven en wapenkruisen. De onderdoorgang van de brug vormt de waterverbinding tussen de Bosbaan en een vijver. Aan het zuideind van die vijver ligt een overhaal naar of vanuit andere watergangen in het park. Die overhaal loopt onder brug 508 door, een houten brug ontworpen door Kramer. De kanoër moet daarbij zijn boot zelf voortslepen over grasland. Het werd in 2013 benoemd tot gemeentelijk monument in Amstelveen. Zij waardeerden het als bijzondere verschijningsvorm binnen het oeuvre van Kramers bruggen in het bos, mede gezien de meer stedelijke vorm van deze brug met de aangebrachte versieringen. Bovendien vond zij de brug een wezenlijk onderdeel van het totaal aan bruggen in het bos.

Bos Peel
Bos Peel

Bos Peel is een artistiek kunstwerk in het Amsterdamse Bos op het grondgebied van gemeente Amstelveen, maar in beheer bij gemeente Amsterdam. Op de plek, even ten noorden van de Bosbaan, stond een beeld van Gabriel Lester uit 2016, dat in 2018 ten prooi viel aan vernielzucht. Het was origineel gemaakt voor de tentoonstelling "Warande" in Tilburg, waarna het werd geplaatst bij het Amsterdamse Bostheater en weer later op een speelveld. Vaste bezoekers vonden het verdwijnen van het beeld een gemis aangezien het een ontmoetingsplaats was als ook een speelobject voor kinderen. De gemeente Amsterdam gaf de kunstenaar daarop de opdracht te komen met een nieuwe versie, die wel bestand is tegen vandalisme. In december 2020 werd begonnen met de opbouw van deze zitplek, waarvan het middenstuk omhoog is gekruld alsof iemand het uit de zitbank heeft geschild (Engels: to peel betekent schillen). De kunstenaar zei zelf over het beeld in Het Parool van 20 december 2020: Ik merk dat zo’n beeld een sterke aantrekkingskracht uitoefent op voorbijgangers. Het is alsof je in contact komt met een andere tijd, dat je onderdeel wordt van iets onmogelijks. Het beeld uit 2020 is opgebouwd uit een stalen frame met Douglasplanken, die wit geschilderd zijn. Die spierwitte kleur moet tijdens mist en schemering ook dienen als een bescheiden lichtbron. Bovendien moet het beeld door de kleurstelling de dialoog aangaan met de zwart-witte brug 504 van Piet Kramer. Eenzelfde soort beelden zijn te zien in Medellín (Colombia) (getiteld Twister) en Gagnef (Zweden) (Sexappeel).