place

Sarphatipark 124

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in AmsterdamWoning in Amsterdam
Saphatipark 124
Saphatipark 124

Het gebouw Sarphatipark 124 is een woonhuis in Amsterdam-Zuid. Het woonhuis dateert uit 1889/1890 en staat aan de zuidkant van het Sarphatipark. Aan deze kant staan slechts twee gemeentelijke monumenten, de ander is Sarphatipark 40-42 (De gehele noordkant is gemeentelijke monument). Tussen het pand en het park ligt in wezen de Ceintuurbaan, maar die werd hier omgedoopt tot Sarphatipark. Het gebouw heeft een afwijkend uiterlijk voor de buurt. De architect Johannes Wolbers (1858-1932) tekende een gebouw, dat doet denken aan een chalet uit het Alpengebied. Andere gebouwen in de buurt zijn neergezet in de eclectische bouwstijl. Het dak en de aanwezige erkers worden gedragen door een houten constructie waarbij het dak enigszins uitsteekt (overstek), wat in deze buurt zelden het geval is.. Naast de genoemde kenmerken valt de donkerrode kleur van de bakstenen op, terwijl de bogen boven de ramen juist een lichtere kleur hebben meegekregen. Het gebouw wordt dikwijls ontsierd door graffiti op de natuurstenen borstwering. Wolbers is ook verantwoordelijk voor de villawijk ten zuiden van het Vondelpark, ook daar staan meerdere panden met een chaletdak.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sarphatipark 124 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sarphatipark 124
Vijzelstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sarphatipark 124Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.362777777778 ° E 4.8916666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Prins en Keizer

Vijzelstraat 66-80
1017 HL Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Saphatipark 124
Saphatipark 124
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Prinsengracht 927
Prinsengracht 927

Prinsengracht 927 is een gebouw aan de Prinsengracht in Amsterdam-Centrum. Aan de overzijde van de gracht staat het Maison Descartes. Van 1882 tot en met 1884 werd hier gebouwd aan de Elisabeth Wolffschool, een meisjesschool van de vierde klasse, dat wil zeggen meisjes uit de gegoede gezinnen; het was de duurste klasse. Niet ver van deze school werd tegelijkertijd gebouwd aan eenzelfde school aan het Molenpad 15-17, eveneens vierde klasse. Ook hier duurde de bouw langer dan gepland. In september 1883 konden de ouders leerlingen inschrijven voor 70 gulden per jaar, met de mededeling dat de school op 1 februari 1884 geopend zou worden. De school zou geleid worden door mejuffrouw M.R. Hon-Hon. Bij de opening werd een buste van Elisabeth Wolff geplaatst afkomstig uit het atelier van Sara Stracké-van Bosse. De school maakte roerige tijden mee. Haar zuster op onderwijsgebied, de Agatha Dekenschool op het Molenpad sloot haar deuren (als school) in 1901. In de jaren 1926 tot 1928 gingen de gebouwen ten zuiden van de E. Wolffschool tegen de vlakte om plaats te maken voor de verbreding van de Vijzelstraat en bouw van Amstelstein, een gebouw van Jo van der Mey. Datzelfde gebouw ging in 1963 weer tegen de vlakte, omdat er constant mankementen waren tot gedeeltelijke instortingen aan toe. Van 1963 tot 1969 lag dat terrein braak. Vanaf dat jaar werd er gebouwd aan de Vijzelbank van Marius Duintjer. Al die tijd bleef de Elisabeth Wolffschool open. Eind jaren zeventig braken sombere tijden aan voor de school. Gezinnen vertrokken uit de binnenstad (de woningen werden naar de eisen van de ouders te klein voor het stichten van een gezin) en de school kreeg onvoldoende leerlingenaanbod (ook de reden dat de Agatha Dekenschool verplaatste). Eind 1983 waren er nog (maar) 46 leerlingen. De gemeentelijk inspectiedienst had de ouders er al in februari 1983 op gewezen, dat er onvoldoende leerlingen waren. Het minimum voor handhaving was dertig kleuters en vijfennegentig leerlingen. Een poging omdat aantal te halen door er balletklassen in te stellen leverde onvoldoende nieuwe aanwas op. In december 1983 viel het doek voor deze school en zes andere; er zou geen jaarleergang 1984/1985 meer zijn. De leerlingen moesten voortaan naar scholen in Amsterdam-Zuid. Vanaf 1984/1985 werd er nog wel lesgegeven in de gebouwen, er werd (een deel van) de particuliere onderwijsinstelling Luzac College in gevestigd. Die instelling hield het daar een aantal jaren vol. Begin 21e eeuw werd het gehele gebouw omgebouwd tot drie luxe appartementen, waarbij zowel uiterlijk als het binnenwerk zoveel mogelijk bewaard bleef. Dat was verplicht, want dezelfde gemeente die de school had gesloten, benoemde het gebouw in 2005 tot gemeentelijk monument (207048). Het gebouw is ontworpen door de Dienst der Publieke Werken waar toen Willem Springer (deels) verantwoordelijk was voor de scholen. Bastiaan de Greef was toen zijn baas, maar in de neorenaissancestijl van het gebouw is de hand van Springer zichtbaar. Het gebouw kent drie verdiepingen met daarboven een uitkragende daklijst en zolderetage onder een schilddak. Het geheel staat op een natuurstenen plint. In tegenstelling tot het gebouw aan het Molenpad is het (relatief) smal. Er zijn ook overeenkomsten met het uiterlijk met die school. De rechthoekige ramen op de begane grond hebben geen versieringsbogen, de ramen op de eerste en tweede etage wel. De versieringsbogen op de eerste etage zijn daarbij enigszins afgeplat, terwijl die op de tweede etage een rondere vorm hebben. Alle ramen hebben daarbij natuurstenen omraming. Onder de bogen zijn sgraffitto-motieven aangebracht. De zolderetage heeft een stenen met natuursteenelementen versierde dakkapel met daarboven een fronton. De kroonlijst lijkt daarbij gedragen te worden door stenen consoles. Wat aan de buitenzijde van het gebouw ontbreekt is de toepassing van een risaliet, al is een restant daarvan wel te zien in de omlijsting van de toegangsdeur, waarboven nog natuurstenen versieringen zijn aangebracht, bestaande uit onder meer een uitkragende lijst en twee snijraam. Daarboven is onder een fronton het Wapen van Amsterdam te zien met de drie Andreaskruizen ingebed tussen kleine klauwstuken. Het geheel is opgetrokken in rode en gele stenen. Onder het middelste raam op de eerste verdieping is nog een natuurstenen plaat te zien met de naam "Elisabeth·Wolff·School".

Walenweeshuissluis
Walenweeshuissluis

De Walenweessluis (brug 70) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Sluis staat hier voor stenen brug. De brug vormt de verbinding tussen de Vijzelstraat en de gedempte Vijzelgracht. Ze is gelegen over de Prinsengracht. De naam Walenweessluis is een vernoeming naar het weeshuis voor kinderen uit de Franse of Waalse kerk. Het gebouw is in de 20e eeuw beter bekend als Maison Descartes, het Franse culturele centrum. De brug is reeds ingetekend op de ontwerpplattegrond van Jacob Bosch uit circa 1681, waarop ook het weeshuis is ingetekend. In 1850 kwam een eerdere versie van de brug in het nieuws doordat een steigerend paard van een vuilniskar neerkwam op de brugleuning en ter plaatse overleed. De huidige brug (gegevens 2017) is afkomstig van "het bureau van" Piet Kramer, bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor de Vijzelstraat de bruggen naar buiten toe. Brug 30, brug 41, brug 70 en brug 86 zijn voor wat dat betreft zusjes van elkaar. Doordat de demping van de Vijzelgracht vertraging opliep, was deze brug de laatste die opgeleverd werd. Het is dan 1935. De brug is tussen 9 juli 1934 en 8 juni 1935 in twee fasen aangelegd (bouwvlakken naast elkaar) om het verkeer doorgaand te houden. Toen het nieuwe deel klaar was en men het oude gedeelte wilde vernieuwen, stuitte de aannemer op de houten paalfundering van een oudere versie, men schatte toen in uit 1770. De stijl van Kramer is in alles herkenbaar, maar het was crisis en de ontvoering daarvan is daarom sober gehouden. Van Kramers hand zijn is de Amsterdamse Schoolstijl van de landhoofden in baksteen. Voorts verraden de wisselwerking met natuursteen, de brugpijlers, de siersmeedijzeren balustrades en de (eenvoudige) beeldhouwwerken Kramers hand. Na de aanleg is het rustig gebleven rond de brug. Over de brug reden jarenlang de tramlijnen 16, 24 en 25. Ze hadden zelfs een halte op de brug (zoals nog steeds het geval is op de bruggen in de Leidsestraat). In 1975 werd de brug heringericht en verdwenen de haltes naar de kaden. Op 14 december 2013 verdween tramlijn 25 uit het straatbeeld, op 22 juli 2018 lijn 16 en op 8 december 2023 verdween lijn 24 van de brug. In de eerste twintig jaar van 21e eeuw werd de brug steeds opnieuw ingedeeld, al naargelang de behoefte was tijdens de bouw van de Noord-Zuidlijn. In 2020/2021 wordt de brug in delen uit elkaar gehaald en vervolgens weer in elkaar gezet. De brug had last van verzakkingen, maar moest wel functioneel blijven voor voetgangers en fietsers, die naar en van de binnenstad reden. De trams werden in die periode omgeleid. Bij die opknapbeurt kwam voor de buitenstaander aan het licht hoeveel kabels er in het brugdek verwerkt waren. Er waren twee noodbruggen noodzakelijk om de verbindingen in stand te houden.

Vijzelgracht 1
Vijzelgracht 1

Vijzelgracht 1 is een gebouw in Amsterdam-Centrum. Het gebouw staat op de hoek Vijzelgracht en Prinsengracht. Het staat aan de Vijzelgracht tegenover Vijzelgracht 2a. Het gebouw is sinds 7 juni 1978 opgenomen in het monumentenregister, die het gebouw als volgt omschreef: Hoekpand uit de 17e eeuw met klokgevel, voorzien van hoekvoluten en bekronen gebogen fronton. Er is een houten onderpui uit de tweede helft 19 eeuw. Het pand is bij de restauratie in de oude vorm herbouwd (gegevens 14 maart 2019). Op de kaart van Jacob Bosch met een plattegrond met de vierde uitleg, die omstreeks 1680 is uitgeven is het terrein onbebouwd, terwijl een plattegrond uit 1675 het gebouw wel al laat zien. Het gebouw bleef er al die tijd staan en zag de Vijzelgracht rond 1933 gedempt worden. Dit betekende kennelijk het begin van de onttakeling van het gebouw. Allereerst verloor het rondom die tijd haar oorspronkelijke klokgevel. Op een foto uit 1942 is te zien dat alleen nog het onderstuk van het gebouw overgebleven is; het gebouw is boven de houten onderpui afgebroken. In 1962 is ook dat deel in zo’n deplorabele staat dat het wordt afgebroken. In 1968 wordt Stadsherstel Amsterdam in de gelegenheid gesteld de hele hoek te kopen (Vijzelgracht 1-5 en Prinsengracht 646 en 648) om vervolgens de panden in hun oude luister terug te bouwen. Architect Gerard Prins (1929-2017) begeleidde de (her)bouw; hij was via Stadsherstel betrokken bij meerdere van dit soort projecten. Het was destijds het 1000e pand dat Stadsherstel zou bezitten. In 1971 werd de hoek opgeleverd. Rond mei 1971 werd er aan de zijde van de Prinsengracht een gevelsteen geplaatst met ”Int root schaep“, een eerbetoon aan C.P. Schaap, opzichter bij de voorloper van Bureau Monumenten en Archeologie, betrokken bij de herbouw destijds. De gevelsteen is afkomstig van het gesloopte pand Sint Nicolaasstraat 2-4. In juni 2018 werd voor het pand het metrostation Vijzelgracht in gebruik genomen.

Zonder titel (Anna Enquist, Vijzelgracht)
Zonder titel (Anna Enquist, Vijzelgracht)

Aan de Vijzelgracht in Amsterdam-Centrum staat een titelloos kunstwerk. Het betreft dichtregels van Anna Enquist aangebracht op aantal zitbanken op een voetgangersgebied op het terrein van de in 1933 gedempte gracht. Na de herinrichting en herbestrating van de Vijzelgracht werd hier een aantal zitbankjes geplaatst. In 2015 werd op elk van de zes bankjes op een leuninglat een metaalplaat met daarop een tekst de stadsdichteres geplaatst. De tekst luidt: Je moet maar durven. In de diepte razen de treinen en torsen de trappen het reizende volk. Graven en boren deed huizen beven; je balanceert op een leegte van dertig meter. Siddert de grond nog? Stad boven stad, leven op leven, stenen, wolk. Uit de krochten gekropen, het wonder van de tunnels doorkruist? Dwars door geschonden plaveisel naar boven; heeft daglicht je ogen belegerd, regen je wangen gekust? Reiziger kijk omhoog en ga zitten. Passant, zet je tas neer en rust. De zinnen volgend op "Graven en boren" zijn een verwijzing naar een grond- en huizenverzakking tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn. De initiatiefnemer van de straatpoëzie was Max Bögel, hoofdaannemer van de Noord/Zuidlijn. De bankjes staan in de directe omgeving van Metrostation Vijzelgracht en staan boven de metrotunnel. De straatpoëzie werd geplaatst in het kader van De Rode Loper. Eenzelfde kunst met andere teksten is zichtbaar op banken op de Ferdinand Bolstraat en het Rokin.