place

Berensluis

Brug in Amsterdam-Centrum
Amsterdam Zentrum 20091106 051
Amsterdam Zentrum 20091106 051

Berensluis (brug 65) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze vormt de verbinding tussen de Berenstraat en de Elandsgracht, ze overspant daarbij de Prinsengracht. In de onmiddellijke nabijheid lag brug 104 in de kade van de Prinsengracht over de Elandsgracht, de brug is na de demping van die laatste opgeruimd. Beide bruggen zijn terug te vinden op de kaart van Joan Blaeu van 1649. In 1890 was de brug in het nieuws tijdens de gesprekken over het dempen van de Elandsgracht, alsmede het bepalen van de toevoer van de nog te bouwen Centrale Markthallen. In 1892 vond de aanbesteding plaats voor het verbreden van de bestaande brug, er moest onder andere 36 ton balkijzer en 11 ton buckplaten geleverd worden voor deze brug en ook brug 112 (in de Prinsengracht over de Lauriergracht). In mei 1893 waren (pas) de benodigde sloopwerken begonnen, terwijl voor voetgangers er noodbruggen lagen. De nieuwe brug bleek in 1928 niet (meer) stevig genoeg voor zwaar verkeer (5500 kg). De huidige brug (gegevens 2017) dateert van 1950, ze werd aangelegd tussen 26 juni en 23 oktober. Het ontwerp voor de ide brug kwam van de Dienst der Publieke Werken, waar Piet Kramer verantwoordelijk was voor de esthetiek van bruggen. Zijn naam wordt echter nergens genoemd, zodat het ontwerp op naam staat van "het bureau van". De hand van Kramer is vooral terug te vinden in de uitkragingen op de brugpijlers, die opnieuw een verbreding dragen. De brug lijdt een anoniem leven, ze lijkt veel te breed voor de hoeveelheid verkeer, maar won aan importantie bij de herwaardering van het winkelgebied de Negen Straatjes. De brug is genoemd naar de Berenstraat waar looierijen gevestigd waren, daarbij werden ook huiden van beren bewerkt.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Berensluis (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Berensluis
Kromme Palmstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BerensluisLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.370430555556 ° E 4.8827527777778 °
placeToon op kaart

Adres

Grachtengordel van Amsterdam

Kromme Palmstraat
1015 HH Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
amsterdam.nl

linkWebsite bezoeken

Amsterdam Zentrum 20091106 051
Amsterdam Zentrum 20091106 051
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Prinsengracht 493
Prinsengracht 493

Prinsengracht 493 is een rijksmonument in Amsterdam, met bedrijfsruimten in het souterrain en op de bel-etage, en woningen op de bovengelegen verdiepingen. Het is gebouwd halverwege de 18e eeuw. In de tweede helft van de 19e eeuw is het pand vanaf de vierde verdieping verhoogd en onder een nieuwe kap gebracht met een gevel onder een rechte lijst. Van 1897 tot 2010 was hier een vermaarde theologische boekhandel, uitgeverij en antiquariaat gevestigd van gereformeerde signatuur, opgericht door Hendrik Arnold van Bottenburg. Van Bottenburg groeide uit tot een invloedrijke en grote uitgeverij en boekhandel, vooral in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had een verzetsgroep er diens thuisbasis. Studenten van de Vrije Universiteit vergaderden er in het geheim, omdat de bezetter studentenorganisaties had verboden. De oprichter van het bedrijf stierf zeer plotseling in 1941. Zijn zoon Arnold zette samen met zijn vrouw Hilly de zaak voort en was actief in het verzet. De eerste nummers van het toen nog ondergrondse verzetsblad Trouw werden er in het diepste geheim gedrukt. De illegale krant verscheen voor het eerst op 18 februari 1943, oorspronkelijk onder de naam Oranje-Bode, op initiatief van een groep orthodox-protestantse verzetsmensen, zoals Gezina van der Molen, Sieuwert Bruins Slot, Jan Schouten en Wim Speelman. De redactie had op een van de bovenverdiepingen van Prinsengracht 493 ook een luisterpost gevestigd van mei 1944 tot oktober 1944, waar clandestien radio-uitzendingen van Radio Oranje uit Londen werden ontvangen. Deze werden opgenomen op grammofoonplaten en elders uitgetypt voor publicatie. Arnold van Bottenburg werd verraden, opgepakt en opgesloten in een concentratiekamp. Hij overleefde de oorlog. Van 1986 tot 1992 was op de beletage het eerste kantoor van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren gevestigd.

Lauriergracht 15-17
Lauriergracht 15-17

Lauriergracht 15-17 te Amsterdam is een gebouw aan de Lauriergracht in Amsterdam-Centrum. De gracht met omliggende bebouwing dateert uit het begin van de 17e eeuw, wanneer Amsterdam bezig is met haar Derde Uitleg. De oorspronkelijk bebouwing wordt deels in de navolgende eeuwen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Die nieuwbouw haalde soms ook de 21e eeuw niet en dat geldt zeker voor Lauriergracht 15-17. Hier kwam in 1935 een fotograaf langs om foto’s te maken voor monumentenzorg. Op de foto’s staan twee nauwelijks op elkaar gelijkende gebouwen, waarvan nummer 17 scheuren in de gevel vertoont. Wanneer voor diezelfde monumentenzorg in 1936 opnieuw een fotograaf langskomt zijn beide gebouwen verdwenen en ze zijn vervangen door een nieuw gebouw, dat enigszins doet denken aan de bouwstijl Amsterdamse School. De NV Algemene Handelsmaatschappij Krupp Staal voorheen Robert Zapp had een nieuw gebouw laten bouwen ontworpen door het architectenduo Dirk Heineke (1878-1947) en Evert Johannes Kuipers (1877-1943), die dus niet lang van hun schepping konden genieten. De architecten ontwierpen de hoekgebouwen van de Vrijheidslaan aan de zijde van de Berlagebrug en aan het Cornelis Troostplein. Het door hun ontworpen gebouw wijkt sterk af van de aanpalende gebouwen, toch vooral Amsterdamse grachtenpanden zoals nummer 19 met klokgevel en opslagzolder. Op een natuurstenen plint kwamen twee verdiepingen in baksteen afgesloten door een kap. Opvallend zijn het wisselende metselverband tussen de eerste en tweede ramenrij, de versieringen van de hijsbalken, het glas-in-lood bij de toegangsdeur en de typografie van de huisnummers. Krupp/Zapp liet haar naam rond 1951 wijzigen in Edelstaalmaatschappij. Dat bedrijf was allang verdwenen toen het gebouw nop 13 maart 2007 tot gemeentelijk monument werd verklaard. Het gebouw wordt ontsierd door een Crawford-roldeur.

Caetsbaanbrug
Caetsbaanbrug

De Caetsbaanbrug (brug 112) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de zuidwestelijke kade van de Prinsengracht en is gelegen in de Lauriergracht. Het is naast de brug 110 en brug 111 een van de drie bruggen over die gracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende de brug al in op zijn plattegrond uit 1625; ze lag toen in de Prince Graft over de Laurier Graft. De moderne geschiedenis begint al in 1704. Toen werd er een brug met drie bogen en doorvaarten gebouwd, zoals die ook elders in de kade van de Prinsengracht te vinden waren over de Looiersgracht (Looierssluis (brug 103)) en Elandsgracht (verdwenen brug 104). De brug is rond 1789 vastgelegd door Nicolaas Baur, waarbij een van de twee kleine bogen al diende tot opslagplaats. Er zullen ongetwijfeld de nodige reparaties aan de brug hebben plaatsgevonden, maar in 1891 is door Jacob Olie een foto geschoten van deze brug, toen zij nog drie bogen had. De huidige brug dateert van 1893; er was een jaar eerder een aanbesteding voor 36 ton balkijzer, 11 ton buckelplaten en 0,5 ton u-ijzer en 1 ton hoekijzer voor de vernieuwing van de Berensluis (brug 65,Prinsengracht, Berenstraat) en deze brug. In mei 1893 was alle boven de waterlijn gesloopt en kon de aannemer beginnen met de bouw van landhoofden en nieuwe brug. De brug kwam daarna alleen nog in het nieuws vanwege een verzakking van het wegdek in een van de taluds (1925). Daarna is vermoedelijk eigenlijk alleen het wegdek nog vernieuwd. Volgens de Stadsatlas Amsterdam uit 2006, lag hier voordat de Lauriergracht gegraven werd het Kaatsbaanpad (of Caetsbaanpad).

Lauriergracht 4-6
Lauriergracht 4-6

Lauriergracht 4-6 te Amsterdam is een gebouw aan de Lauriergracht in Amsterdam-Centrum. De gracht met omliggende bebouwing dateert uit het begin van de 17e eeuw, wanneer Amsterdam bezig is met haar Derde Uitleg. De oorspronkelijke bebouwing zou in de eeuwen daarna deels verdwijnen en vervangen worden door nieuwbouw. Voor deze plaats, vlak bij de Prinsengracht moesten drie gebouwen met adressen FF nrs. 252, 253 en 254 plaatsmaken voor een “openbare tusschenschool met lokaal voor de gymnastiek en woning voor den hoofdonderwijzer”. Het ontwerp van de school was afkomstig van de Dienst der Publieke Werken waarbij de bouwtekeningen te verkrijgen waren bij stadsarchitect Bastiaan de Greef. De aanbesteding werd in januari 1874 uitgeschreven door burgemeester Cornelis Jacob Arnold den Tex. Het was de tiende tussenschool; het kreeg daarom de letter K toebedeeld; het was een school niet bedoeld voor de allerarmsten of allerrijksten. Voorts werd bij de oplevering begin 1875 bepaald dat er geen verhuizing mocht plaatsvinden van leerlingen van andere tussenscholen naar deze, het zou leegloop van die scholen tot gevolg kunnen hebben. Al snel volgde de elfde tussenschool op de Weteringschans (L). Aan de gracht kwam de woning van het hoofd der school met een centraal geplaatste deur met op de begane grond twee woonkamers en een keuken; een trap naar de eerste verdieping leidde naar nog twee woonkamers en een kabinet. De woning kreeg twee bouwlagen onder een kap, maar het risalerende middenddeel (met toegang) wordt afgesloten met een topgevel, die dwars op die kap staat. Links en rechts van de woning waren poorten gemaakt waardoor leerlingen (jongens en meisjes gescheiden) via een speelplaats toegang konden krijgen tot de schoolgebouwen, waarbij het gymnastieklokaal tegen de achterliggende gebouwen aan de Laurierstraat werd gezet. Onder de speelplaats lag de riolering voor de toiletten die aan de speelplaats waren gebouwd. PW had een gebouw ontworpen in neorenaissancestijl waarbij de afwisseling baksteen met natuurstenen speklagen opvalt. Het gebouw zou tot ongeveer 1960 een onderwijsaangelegenheid blijven, onder andere een avondschool voor elektriciens. In dat jaar stelde de gemeente Amsterdam 26.000 gulden beschikbaar voor de herontwikkeling van het dan “voormalig schoolgebouw". De lokalen konden omgebouwd worden atelierruimten; er mocht niet gewoond worden. Het werd daarmee vermoedelijk de eerste broedplaats in Amsterdam. Aat Veldhoen zou er enige tijd werken. Op 16 januari 2007 werd het gebouwencomplex tot gemeentelijk monument verklaard. Ook in 2023 is het schoolgebouw nog in gebruik als ateliers en ambachtsplekken (broedplaats); een verkoop van het gebouw in 2022 kon middels een facebookactie voorkomen worden.

Marten Toonderbrug (brug 48)
Marten Toonderbrug (brug 48)

De Marten Toonderbrug (brug 48) is een gemetselde welfbrug in Amsterdam-Centrum. De brug vormt de verbinding tussen de Wolvenstraat en Berenstraat en overspant daar de Keizersgracht. Er lag hier al eeuwen een brug. De brug die er in 1902 lag kreeg te maken met mankementen door de hoeveelheid verkeer dat er overheen ging. Verrotte houten liggers werden vervangen door liggers van ijzer en ook het metselwerk moest hersteld worden. Er waren plannen gemaakt de brug te verlagen, zodat er geen sprake meer was van een “bochelbrug”. Er kwam een tegenadvies omdat met het verlagen van de brug een "kostbaar uitzicht" in Amsterdam verloren zou gaan. Dat tegenadvies werd door Burgemeester en Wethouders niet overgenomen, de brug werd verlaagd. Dat dat nodig was bleek nog in 1923, toen een paard (van paard en wagen) van de brug afgleed (toen de brug al verlaagd was) en te water raakte (ze werd met het reddingstoestel gered) en in 1925 kantelde er een vrachtauto. In 1926 kon opnieuw een paard een wagen met meelzakken niet in het gareel houden en liep met alles een pianowinkel van Goldschmeding binnen. Omdat het paard rustig enigszins trillend bleef staan kreeg het de bijnaam "Het muzikale paard". In het najaar van 1928 moest de gemeente beslissen dat zwaar vervoer niet meer over de brug mocht. In 1949/1950 moest de brug verbreed worden, waarbij Piet Kramer advies verstrekte. Beginjaren tachtig besloot de gemeente dat de oude brug in oude glorie hersteld moest worden en kreeg de brug drie gewelfde doorvaarten. De brug ging jaren officieus door het leven als Felix Meritisbrug, naar het nabijgelegen Felix Meritis. Die commerciële binding was een van de redenen dat de brug in 2016 ter sprake kwam bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Bij een controle over de brugnamen bleek dat de naam niet voldeed aan de richtlijnen, die gelden om opgenomen te kunnen worden in de Basisregistraties adressen en gebouwen. De brug kwam voor op lijst 2 van twee lijsten met aan te passen officieuze brugnamen (lijst 1 bevat officieuze brugnamen die officieel gemaakt zouden kunnen worden; lijst 2 bevat officieuze brugnamen, waarover na een inspraakronde beslist wordt of de naam officieel erkend wordt, dan wel officieel wordt afgekeurd). Sinds juni 2016 was de brug derhalve officieel (weer) naamloos; in 2022 is de brug vernoemd naar schrijver/tekenaar Marten Toonder, op initiatief van de heer M. Louis, een Amsterdamse inwoner.