place

Van Woustraat

Straat in Amsterdam-Zuid
VanWoustraat01a
VanWoustraat01a

De Van Woustraat is een stadsstraat in de Amsterdamse wijk De Pijp in stadsdeel Zuid. De straat is in 1880 genoemd naar de klokkengieter Geert van Wou uit Kampen. De straat ligt in het verlengde van het Westeinde en het Frederiksplein en verbond aanvankelijk de Stadhouderskade met de Ceintuurbaan. Na de annexatie van het noordelijke deel van de gemeente Nieuwer-Amstel in 1896 werd de straat geleidelijk verlengd tot aan het Amstelkanaal. In het verlengde ervan ligt de Rijnstraat in de Rivierenbuurt. De straat kruist onder meer de Albert Cuypstraat/Hemonylaan met de bekende markt en de Ceintuurbaan. Langs het grootste deel van de straat staan winkels, maar als winkelstraat trekt de nabijgelegen Ferdinand Bolstraat meer publiek. Vooral eetgelegenheden zijn er te vinden in de Van Woustraat. Automobilisten noemen het een "doorrijwinkelstraat". In oktober 2019 heeft de gemeente echter bekendgemaakt dat het deel tussen de Stadhouderskade en Ceintuurbaan "autoluw" wordt.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Van Woustraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Van Woustraat
August-Thyssen-Straße, Essen Kettwig vor der Brücke (Stadtbezirk IX)

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Van WoustraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.352777777778 ° E 4.9025 °
placeToon op kaart

Adres

Schloss Hugenpoet

August-Thyssen-Straße 51
45219 Essen, Kettwig vor der Brücke (Stadtbezirk IX)
Nordrhein-Westfalen, Deutschland
mapOpenen op Google Maps

VanWoustraat01a
VanWoustraat01a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Tolstraat (Amsterdam)
Tolstraat (Amsterdam)

De Tolstraat is een straat die gelegen is in de wijk de Pijp in Amsterdam. De straat loopt van het Henrick de Keijserplein naar de Amsteldijk en kruist ongeveer halverwege de Van Woustraat. De Tolstraat, tot 1896 Verversstraat en Ververspad, ontleent haar naam aan een aldaar geplaatst tolhek. Na de annexatie van dit deel van de gemeente Nieuwer-Amstel door Amsterdam in 1896 is het tolhek verplaatst en kreeg de straat zijn huidige naam om verwarring met de al bestaande Verversstraat te voorkomen. In de Tolstraat is de diamantslijperij Asscher gevestigd. Het gebouw uit 1907, naar het ontwerp van architect G. van Arkel (1858-1919), wordt nog gedeeltelijk door de diamantslijperij gebruikt. In dit gebouw was van 1983 tot 1997 het NINT gevestigd. Op de hoek van de Tolstraat en de Amsteldijk bevindt zich het voormalige raadhuis van Nieuwer-Amstel. Van 1914 tot 2007 was hier het Gemeentearchief van Amsterdam gehuisvest. Voorts bevindt zich aan de Tolstraat een filiaal van de openbare bibliotheek, gevestigd in een pand dat in 1926 als tempel voor de Theosofische Vereniging werd opgetrokken naar ontwerp van L.C. van der Vlugt. Het wordt gezien als een schoolvoorbeeld van het bouwen van de nieuwe zakelijkheid. Later kreeg het gebouw een culturele bestemming. De naam wijzigde toen in Cultura. Nog later, van 1943 tot 1979, was in het gebouw de bioscoop Cinétol gevestigd. Rechts van de openbare bibliotheek is het hoofdkwartier van de Theosofische Vereniging in Nederland gevestigd. In het westen, aan het andere eind van de straat bij de hoek met de Pieter Aertszstraat, staat het complex Tolstraat 21-53 van Hendrik Petrus Berlage en Jop van Epen. Dwars op de straat staat het complex van De Dageraad Toldwarsstraat 1-7 eveneens van beide heren in samenwerking met J/W/F/ Hartkamp.

Toldwarsstraat 1-7
Toldwarsstraat 1-7

Toldwarsstraat 1-7 te Amsterdam is een gebouw met een relatief groot bouwvolume aan de Toldwarsstraat in de "Van der Helstpleinbuurt", Amsterdam-Zuid. De zijgevels kregen de adressen Pieter Aertszstraat 62-64 en Tolstraat 57-59. Die Tolstraat werd westwaarts volgebouwd vanaf de Amstel en Amsteldijk. In oktober 1907 besteedde woningbouwvereniging De Dageraad hier een complex aan voor een bakkerij en nevengebouwen. In mei 1907 was de financiering rondgekomen voor de bouw van een coöperatiegebouw met bakkerij en dertien woningen. Het ontwerp kwam van architect J.W.F Hartkamp, die een geheel oeuvre opbouwde in Amsterdam. De bakkerij werd op de groei gebouwd (startte met drie ovens met plaats voor acht). Even later gaf de Gemeente Amsterdam een grondoppervlak van 719 m² in erfpacht aan De Dageraad. Het complex werd gebouwd aan de Toldwarsstraat, Tolstraat en Nieuwe Tolstraat (kreeg in 1919 de naam Pieter Aertszstraat). Financiële strubbelingen (dure grond in Amsterdam-Centrum) deed De Dageraad uitwijken naar De Pijp; het kwam bij de bouw en enige jaren daarna in het open veld te staan; de laatste bebouwing aan de Tolstraat stond nog aan de Van Woustraat. Hartkamp legde de nadruk op de veertig meter lange gevel aan de Toldwarsstraat met aldaar ook de centrale ingang. Men sprak destijds meer van een broodfabriek dan van een bakker; er werden bijvoorbeeld ook een melk- en meelberging ingebouwd als ook een laad- en losruimte en een stalling voor transportkarren. Speciale aandacht ging bij de bouw uit naar de hygiëne, de fabriek moest bijdragen een de ontwikkeling van de arbeidersklasse. Arbeiderskrant Het Volk sprak destijds van een “reuzenbouw”. In juli 1908 kon De Dageraad berichten dat hun hoofdkantoor voortaan gevestigd was aan Toldwarsstraat 1-5. In september kon het eerste brood opgehaald worden (1 cent goedkoper dan bezorging). De gevel werd nog op verzoek van de welstandcommissie, voordat er gebouwd werd aangepast naar een ontwerp van Hendrik Petrus Berlage en vermoedelijk ook nog van Jop van Epen; zij beiden hebben meer ontworpen voor deze buurt. Het complex bleef tot circa 1965 in gebruik, De Dageraad was toen al jaren opgegaan in de Samenwerking; een nieuwe broodfabriek werd gebouwd op Centrale Markthallen. Na oplevering werd het diverse keren verbouwd. Het complex werd tot gemeentelijk monument (nummer 222073) verklaard. Boven de centrale toegang is nog een cartouche aangebracht voor een beeldmerk van De Dageraad; of dat ooit geplaatst is, is onbekend.

Tolstraat 21-53
Tolstraat 21-53

Tolstraat 21 -53 en Pieter Aertszstraat 22-28 te Amsterdam is een reeks portiekwoningen op de hoek van de Tolstraat en Pieter Aertszstraat in de "Van der Helstpleinbuurt", Amsterdam-Zuid. Het complex werd in twee fasen gebouwd in de Nieuwe Pijp. Allereerst werd rond 1913 gebouwd aan het westelijk eind van de Tolstraat, Amsterdam bouwde hier vanaf de Amstel het land in. De Algemene Woningbouw Vereniging had hier grond (vermoedelijk in erfpacht) en schakelde architect Hendrik Petrus Berlage in voor de bouw van een aantal portiekwoningen, in de 21e eeuw bekend onder Tolstraat 31-51 (midden in het blok). Een paar jaar later (1917) vroeg dezelfde woningbouwvereniging toestemming om ook de aanpalende hoek van de Tolstraat en Nieuwe Tolstraat te mogen bebouwen. Die hoek werd een scherpe hoek en daar was men in De Pijp wel aan gewend, zie bijvoorbeeld het bekende gebouw De Punt. Deze hoek werd vervolgens ontwerpen door Hendrik Petrus Berlage en Jop van Epen, beide architecten hadden en hebben een uitgebreid oeuvre bij die woningbouwvereniging. Zij kwamen hier niet met een gebouw met een taartpuntachtige plattegrond, maar een serie woningen waarbij de zijgevel van de Nieuwe Tolstraat tevens dienst doet als voorgevel van de Tolstraat. In 1917 kregen de woningen hun huisnummer; in 1919 kreeg de Nieuwe Tolstraat haar nieuwe naam Pieter Aertszstraat. Bij de weging of dit complex in aanmerking kon komen voor een status van gemeentelijk monument werd genoteerd dat: Berlage en Van Epen een sober woonblok neer lieten zetten zonder franjes aan de gevel; een overheersende daklijst is geplaatst de wooneenheden qua plattegrond in elkaar grijpen waardoor minder grondoppervlak nodig was. Met het oog gezien zijn er andere opvallende kenmerken. De portiekdeuren zijn okergeel, hetgeen afsteekt tegen het bruine baksteen. De erkers boven de toegangsdeuren worden gedragen door grijs natuursteen, hetgeen ook afsteekt tegen het baksteen. In de straat zijn vier bouwlagen zichtbaar terwijl het bouwwerk op de hoek er vijf heeft. Er werd ook geconstateerd dat er later aan het ontwerp enige concessies moest doen vanwege privacyregels. Bij oplevering moesten alle etagebewoners gebruik maken van dezelfde brievenbus. Dat werd eind 20e eeuw een ongewenste situatie; er werden metalen boxen bij de deuren (in het gehele complex) geplaatst. De manier van volbouwen vanaf de Amstel had tot resultaat dat Tolstraat 21 onderdeel van het complex het laagste huisnummer is aan de straat.

Terreinafscheiding Tolstraat
Terreinafscheiding Tolstraat

De Terreinafscheiding Tolstraat is een hekwerk aan de noordelijke gevelwand van de Tolstraat in Amsterdam-Zuid. Deze terreinafscheiding werd rond 1907 neergezet om de begrenzing aan te geven wat nog openbaar gebied was in de Tolstraat en wat het fabrieksterrein was van Koninklijke Asscher Diamant Maatschappij (toen nog niet koninklijk) was. Overigens was aan de andere zijde van het hek alleen de straat te zien; bebouwing kwam pas weer later. Het hekwerk bestaat uit een stenen onderlaag met daarop staande metalen kolommen waartussen metalen hekwerken zijn geplaatst. Het geheel heeft drie doorgangen met dubbele deuren naar het complex; een nabij de voormalige portiersloge (Tolstraat 203), één voor de westelijke vleugel als ook één in de noordwesthoek van het perceel (ingang Dora Tamanaplein). Hekwerken en deuren zijn opgebouwd uit traliewerken bijeen gehouden door drie horizontale verbanden. Op de middelste en bovenste liggers zijn driepuntige objecten gezet, vermoedelijk tegen over- en doorklimmen. Het hekwerk wordt overeind gehouden door diagonaal geplaatste trekstangen op gemetselde voetstukken. Het hekwerk werd op 23 december 2004 opgenomen in het rijksmonumentenregister (nr. 527802) als onderdeel van het totale complex (nr. 527799). Het heeft volgens dat register een historich-functioneel belang binnen het totaalpakket. Of het hekwerk ook ontworpen is door centraal architect Gerrit van Arkel is niet bekend. In het verleden waren de dubbele deuren opgehangen aan stenen kolommen met een bekroning, behalve die aan de Rustenburgerdwarsstraat. Ze zouden tussen 1955 en 1978 verwijderd zijn.