place

Groningerbrug

Brug in Assen

De Groningerbrug is een brug in de Nederlandse stad Assen over Het Kanaal (een oud gedeelte van het Noord-Willemskanaal). De straat over de brug heet Groningerstraat. De brug is geopend op 15 mei 2017 en sindsdien mag het gemotoriseerd verkeer slechts in zuidelijke richting over de brug rijden. De brug is aangelegd ter vervanging van een dam en duiker. De Groningerbrug is onderdeel van het project Blauwe As (onderdeel van Florijnas) en heeft als doel het weer bevaarbaar maken van Het Kanaal tussen het Havenkanaal en de Vaart. Naast deze brug bestaat het project uit vijf bruggen (de fietsbruggen Venebrug en Oude-molenbrug en de autobruggen Weiersbrug, Groningerbrug en de Blauwe Klap) en twee sluizen. De brug is nagenoeg gelijk aan de verderop gelegen Weiersbrug. Bij de Groningerbrug 'hangen' de hameistijlen voorover, richting het water, terwijl ze bij de Weiersbrug achterover 'hangen', richting de oever.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Groningerbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Groningerbrug
Groningerstraat, Assen

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: GroningerbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.999111111111 ° E 6.56575 °
placeToon op kaart

Adres

Groningerbrug

Groningerstraat
9402 LL Assen
Drenthe, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Synagoge (Assen)
Synagoge (Assen)

De Synagoge van Assen is een voormalige synagoge aan de Groningerstraat in Assen. Sinds 1947 is het onder de naam Bethelkerk in gebruik als kerkgebouw. Het gebouw staat sinds 1994 geregistreerd als rijksmonument. De Joden, die in de 18e eeuw en begin 19e eeuw in Assen woonden, hadden niet genoeg geld om een eigen synagoge te bouwen. Ze hielden hun diensten in een schuur, tot de gemeenschap hiervoor in 1813 een huis kocht. In 1826 was de gemeente dusdanig gegroeid dat men op zoek ging naar een nieuw gebouw. Pas in 1832 kreeg de joodse gemeenschap van de gemeente Assen een stukje grond aan de Groningerstraat toegewezen. Op 10 augustus van dat jaar werd het gebouw ingewijd. Bij de viering van het vijftigjarig bestaan van de synagoge in 1882, bleek wel dat deze eigenlijk al te klein was. Er was alleen ruimte voor de eigen gemeenteleden bij de viering, anderen konden niet worden uitgenodigd. In 1899 ging men aan de slag om geld voor een nieuw gebouw bij elkaar te krijgen. In maart 1901 werd de opdracht voor de bouw gegeven aan architect Jan Smallenbroek, die eerder de plaatselijke Noorderkerk had verbouwd en uitgebreid. Al in juli 1901 werd de nieuwe synagoge ingewijd, door opperrabbijn Abraham van Loen, tijdens een drie dagen durend feest. Ter gelegenheid van 100 jaar synagoge in 1932 kwamen er in voor- en achtergevel nieuwe glas-in-loodramen met voorstellingen van de Bijbelse feesten Pesach, Wekenfeest, Bazuinen- en Loofhuttenfeest en de wetgeving op Sinaï. Ontwerper was Abraham van Oosten, een Joodse architect uit Assen. Deze ramen zijn in 1975 naar Israël gebracht. Twee er van zijn in de eetzaal van kibboets Beit Keshet geplaatst en in 2016 overgebracht naar de synagogeruimte van het Yad Vashem-herdenkingscentrum in Jeruzalem. In de Tweede Wereldoorlog werd een groot deel van de Joden in Assen door de bezetters gedeporteerd. In 1943 werd de gemeente ontbonden verklaard. De banken werden uit de synagoge verwijderd en naar Kamp Westerbork gebracht, waar er een toneel van werd getimmerd. Na de oorlog keerden maar 23 mensen van de joodse gemeenschap terug in Assen. In 1947 werd besloten het gebouw te verhuren aan de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk.

Doopsgezinde kerk (Assen)
Doopsgezinde kerk (Assen)

De Doopsgezinde kerk in de Nederlandse stad Assen is gelegen aan de Oranjestraat 13. De Doopsgezinde gemeente in Assen ontstond in 1896 als kring vanuit de doopsgezinde gemeente in Meppel. In 1899 werd de Assense kring een zelfstandige gemeente. Vanaf 1902 kwam de gemeente samen in het Nutsgebouw in de Javastraat. Een jaar later werd een bouwfonds ingesteld voor een eigen kerk, hiervoor werd in 1905 een stuk grond aan de Oranjestraat gekocht. Deze straat was in dat jaar aangelegd door de erven Van Lier, die daarvoor een deel van hun landgoed Overcingel opofferden. In 1909 kon de nieuwe Vermaning (Doopsgezinde kerken werden vermaning genoemd, evenals de preek) in gebruik worden genomen. Het gebouw is ontworpen door stadsbouwmeester Taeke Boonstra. Het interieur is sober, het exterieur heeft kenmerken van de jugendstil. De zaalkerk is niet zo groot, in 1930 bouwde de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden en de Nederlandse Protestanten Bond verderop in de Oranjestraat een verenigingsgebouw, 'De Kern', dat in de jaren vijftig samen met de Doopsgezinde Gemeente werd uitgebreid met een aanbouw 'de Doevekamp' ten behoeve van het gezamenlijke jeugdwerk. Het gezamenlijke Jeugdwerk werd De Meiboom genoemd en was aangesloten bij de Vrijzinnig Christelijke Jeugdcentrale in Utrecht. Voor de bouw van de Doevekamp zijn de stenen gebikt door de Vrije Vogels (V.C.V.V.) en de Jeugd Gemeenschap (V.C.J.G.). De stenen kwamen van een gesloopt huis uit de Javastraat. In 1946 kreeg de gemeente de eerste vrouwelijke voorganger. Vanaf de jaren '50 wordt de kerk ook gebruikt door andere kerkgenootschappen als de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten en de Het Apostolisch Genootschap. De kerk is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst. Op 28 december 2019 is na 110 jaar de laatste kerkdienst gehouden, het gebouw is verkocht aan een kunstenaar. De Doopsgezinde Gemeente Assen is per 1 januari 2020 opgeheven.

Kloosterkerk (Assen)
Kloosterkerk (Assen)

De kloosterkerk, ook wel abdijkerk genoemd, hoorde oorspronkelijk bij het cisterciënzer nonnenklooster Mariënkamp in Assen. In 1276 vermeldt een oorkonde de aanwezigheid van het klooster, maar waarschijnlijk was het al in 1260 in Assen gevestigd. In 1596 kreeg Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, stadhouder van Friesland, opdracht van de Staten Generaal om in Drenthe “de reformatie ende Christelijke bestellinge van kerkcken ende schoelen" in te voeren, waarna er geen rooms-katholieke diensten meer mochten worden gehouden. Na de van hogerhand opgelegde Reformatie kon echter geen gebruik worden gemaakt van de kloosterkerk voor de hervormde kerkdiensten, want in 1601 stortte de toren in, waardoor de kerk zwaar beschadigde en voor gebruik ongeschikt was. Overigens werden de inwoners van Assen – niet meer dan een handjevol – ook geacht in Rolde ter kerke te gaan. Assen behoorde kerkelijk tot het gebied van Rolde. In 1615 werd Assen een aparte hervormde gemeente, die bij gebrek aan kerkgebouw de kerkdiensten moest houden in een van de andere ruimten van het klooster. Eerst in 1662 werd de kloosterkerk weer opgebouwd. Alleen de middeleeuwse zuidmuur bleef staan, de overige muren zijn opnieuw opgemetseld. De kerk werd met een lengte van 25 meter aanzienlijk kleiner dan de oorspronkelijke kloosterkerk, die zeker 40 meter lang was. Ruim twee eeuwen heeft de hervormde gemeente van Assen in de kloosterkerk haar diensten gehouden. In 1810 werd in de kerk een galerij gebouwd en in 1817 werd het gebouw aan de oostzijde uitgebreid met een koorsluiting die het gebouw ca. 12 meter langer maakte. Maar door de groei van het inwonertal van Assen werd de kerk definitief te klein. In 1848 werd de nieuwe Grote Kerk aan het kerkplein in gebruik genomen en werd de kloosterkerk voor f 10.000 (ruim € 4.500) aan de gemeente Assen verkocht. Vanaf 1851 heeft de gemeente Assen de kloosterkerk precies honderd jaar als gemeentehuis gebruikt. Tot 1904 was ook het politiebureau er in ondergebracht. Nadat in 1982 de kerk is gerestaureerd werd het een deel van het Drents Museum. De toren van de kloosterkerk stond centraal in de ruimtelijke ontwikkeling van Assen in 1780, zoals die door Wolter Hendrik Hofstede werd geïnitieerd. Zowel de Hoofdlaan door het Asserbos als de laatste 1,5 km van de Drentse Hoofdvaart zijn zo getraceerd, dat de assen daarvan precies op de toren van de kloosterkerk zijn gericht. Op de satellietfoto (klik op de coördinaten, rechts naast de titel van dit artikel) is dat nog steeds goed te zien. Bij de restauratie van de kloosterkerk is de toren opnieuw midden op de kerk geplaatst en voorzien van een luidklok. Hierin is als verwijzing naar de verschillende bestemmingen van het gebouw het volgende randschrift aangebracht: Ik ben zonder abdis, nu het boek gesloten is, en het bestuur is heengegaan, de muzen toegedaan.