place

The sailing man

Beeld in Amsterdam-Centrum
The sailing man (3)
The sailing man (3)

The sailing man is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Schepper van het werk is Alphons Freijmuth/Freymuth). Het beeld werd ontworpen op verzoek van de gemeente Amsterdam, dat een kunstwerk bestelde voor het Kattenburgerplein, dat verwees naar de scheepvaarthistorie van Kattenburg. Freijmuth kwam met een bijna tweedimensionaal beeld van een groetende schipper, een zeilboot en een golf in silhouetvorm. Het geheel is geplaatst op stang van hetzelfde materiaal, waarbij het het gevoel opwekt van een windvaan, maar hij staat vast gemonteerd. De zeeman lijkt een saluut te brengen aan het Nederlands Scheepvaartmuseum. Op de paal is een tekst van Marco Polo uit 1989 te lezen; hij zou naar eigen zeggen van oorsprong Amerikaans dichter en wereldreiziger zijn. Deze Marco Polo heeft het op de plaquette continue over "Mann" in plaats van "Man".

Fragment uit het Wikipedia-artikel The sailing man (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

The sailing man
Kattenburgerplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: The sailing manLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.371125 ° E 4.9156611111111 °
placeToon op kaart

Adres

Kattenburgerplein 91
1018 KM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

The sailing man (3)
The sailing man (3)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Amsterdam (schip, 1990)
Amsterdam (schip, 1990)

De Amsterdam uit 1990 is een replica van het gelijknamige spiegelretourschip van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Toen aan het eind van de 20e eeuw de interesse voor de historie van de VOC en haar rol in de geschiedenis van Nederland toenam, ontstonden plannen om VOC-schepen na te bouwen. Een van die schepen is de Amsterdam. Tussen 1982 en 1990 werd hiervan uit irokohout een replica gebouwd door 400 vrijwilligers van de Stichting Amsterdam Bouwt Oostindiëvaarder (SABO). Deze replica ligt sinds 1990 aan de steiger van Het Scheepvaartmuseum te Amsterdam, het vroegere 's Lands Zeemagazijn. In 1982 werd begonnen met de bouw van een replica op een terreintje langs het IJ. Als bouwmeester werd Cees van de Meer aangesteld. Hij was de enige betaalde "vrijwilliger". Aanvankelijk was het de bedoeling van de Stichting "Amsterdam bouwt Oost-Indiëvaarder" om alleen de romp te bouwen als educatief project over de VOC-tijd. Al in de eerste twee jaren ontstond bij het toenmalige vrijwilligersbestuur de gedachte om een volledig zeewaardig schip te bouwen. Daarvoor was een andere benadering van de organisatie, financiering, en exploitatie nodig. In 1990 werd de "NV Amsterdam bouwt Oost-Indiëvaarder" door het Stichtingsbestuur "verkocht" aan het Scheepvaartmuseum met het schip als eigendom voor ƒ 1 en trad het stichtingsbestuur af. In de periode daarvoor werd tezamen met Sail Amsterdam 1990 besloten dat de Amsterdam zou meevaren voorop bij de Sail-intocht van IJmuiden naar Amsterdam op 9 augustus 1990. Hetgeen geschiedde onder gezag van oud-marinekolonel Joop Voet, met onder anderen premier Lubbers en vele anderen aan boord. Uiteraard beschikte het schip daarbij over alle vereiste vergunningen als passagiersschip. Direct na de Sail voer de Amsterdam naar Scheveningen, alwaar een commerciële sponsor een week lang zijn klanten aan boord kon ontvangen. Heel veel werk op het gebied van financiën, vergunningen, contracten, etc. werd verzet door Piet van de Werf, vicevoorzitter, destijds directeur bij ABNAMRO in Amsterdam. Scheepsgegevens van de replica: Lengte van de kiel: 42,5 m Lengte van boegspriet tot spiegel: 48 m Breedte: 11,5 m Diepgang: 5,5 m Hoogte: 56 m Waterverplaatsing: 1.100 ton Aantal kanonnen: 16

Zeemanshuis (Amsterdam)
Zeemanshuis (Amsterdam)

Het Zeemanshuis (Zeemans-huis) te Amsterdam was gevestigd aan het Kadijksplein 17-18 in Amsterdam-Centrum. Het rechthoekige gebouw heeft zijgevels aan de Nieuwevaart/Prins Hendrikkade en Hoogte Kadijk. Het idee van het Zeemanshuis ontstond in het midden van de 19e eeuw. Men wilde toen zeemannen in havens niet meer over straat laten dolen alwaar ze met allerlei obscure zaken te maken kregen. Het eerste zeemanshuis zou staan in Londen, Wallstreet London Docks op welk terrein net het Brunswick Theater was afgebrand. Het was er tevens de bedoeling de vaak niet geschoolde zeelui (matrozen en dekknechten) op te stuwen in de vaart der volkeren, zo waren er een bibliotheek, een verenigingsruimte en werden er godsdienstoefeningen gehouden. Na Londen volgden andere havensteden zoals Portsmouth, Bristol en het nog Britse Cork. Een van de grootste stond in Liverpool, een gebouw waaraan vijf jaar was gewerkt (1846-1851). De positieve berichten omtrent de instelling zeemanshuis leidde in Nederland tot de oprichting van een vereniging om tot een soortgelijke instelling in Amsterdam te komen. Het Bestuur van het Zeemanshuis (W.C. van Vollenhoven van brouwerij De Gekroonde Valk om de hoek gevestigd en D.L.W. Hooglandt) besteedde in maart 1854 de eerste bouwwerken aan bestaande uit paalfundering en grondwerken in gelegenheid Het Wapen van Amsterdam aan de Kloveniersburgwal, hoek Rusland. Het adres was toen nog niet geheel uitgekristalliseerd: hoek van de Hoogte van den Kadijk en het Plein; de naam Kadijksplein was echter al eeuwen in gebruik. De aanbesteding gebeurde nog op basis van het ontwerp van architect Albert Jan Sevenhuijsen (1827-1876; bekend van het weeshuis in Den Helder). Die vertrok uit Amsterdam en de aannemer ging vervolgens failliet. Uitwerking duurde dus relatief lang, want pas twee jaar later volgde de aanbesteding van de “bouw op bestaande fundering” met een “eerstesteenlegging” op 18 maart 1856. Het ontwerp (bovenbouw) en de bouwbegeleiding was toen in handen van Abraham Nicolaas Godefroy. Dat gebeurde rond het tijdstip dat het Zeemanshuis in Rotterdam geopend werd. Rond 18 maart 1858 werd het gebouw geopend. Het gebouw was rond een centrale binnenplaats opgetrokken. In de 19e eeuw was het een dusdanig succes dat er in de loop der jaren steeds bijgebouwd werd, in 1915 nog onder leiding van architectenbureau Baanders met een extra verdieping kwam. Dat bureau gaf ook leiding aan grootscheepse verbouwingen in 1921 en 1935. Het bood toen ook onderdak aan de Zeevaartschool en de Electro Technische School. In de 20e eeuw liep het aantal bezoekers sterk terug, hetgeen deels werd opgevangen door ook vluchtelingen en drugsverslaafden in het pand onder te brengen. Een fusie met de Hogere Zeevaartschool Amsterdam (om de hoek) mocht niet baten. Men wilde dit tevens uitbreiden met een hotelgelegenheid voor de kleine beurs, maar werd slachtoffer van hokjesgeest. De ene instantie gaf er subsidie voor, maar er kwam niemand omdat de plaatselijke VVV het geen hotel vond. Dit leidde er toe dat de subsidie aan "Stichting Zeemans Welzijn Nederland" op 1 januari 1985 door het Ministerie van Sociale Zaken werd stopgezet. Bij de sluiting bleek dat er in de loop der jaren vaste bewoners in het gebouw waren getrokken, sommigen “woonden” er al acht jaar. Sluiting werd ook aangewakkerd doordat Amsterdam de haven verplaatste van het Oostelijk Havengebied naar het Westelijk Havengebied en de verplaatsing van de schippersbeurs naar Rotterdam. Tijdelijke krachten konden alleen daar nog een contract verkrijgen en aldaar was nog een functionerend zeemanshuis. In 1984 werd er nog gehoopt dat het een derde Jeugdherberg zou kunnen worden, maar dat ketste af. Het gebouw kreeg al vroeg een andere bestemming; er kwamen zendelingen wonen die vanuit Christian Urban Mission (Youth with a mission/Jeugd met een Opdracht) probeerden buurtbewoners waar nodig te bekeren. Alhoewel het geen Zeemanshuis meer is, staat het als gemeentelijk monument (202016) wel als zodanig op papier. Het betreft voor wat betreft de architectuur een sober gebouw in eclectische stijl. Die sobere stijl wordt nog benadrukt doordat het kasteelachtige uiterlijk met torens op de hoeken verloren ging toen tijdens de verbouwingen onder Baanders die torens verdwenen. Vlak voor de definitieve sluiting werd op het pleintje voor de deur het beeld Zeeman van Joost Barbiers neergezet. Van 1965 tot 1975 was Gerardus Jacobus Cornelis Hoff (1908 - 2000) directeur van het Zeemanshuis.

Prins Hendrikkade 600
Prins Hendrikkade 600

Prins Hendrikkade 600 te Amsterdam is een gebouw aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam. Hier werd in 1996 een paviljoen naar ontwerp van Renzo Piano gebouwd om uitzicht te verschaffen op diens creatie NEMO Science Museum. Het gebouw staat op de kade van het Oosterdok, daar waar de Schippersgracht uitmondt. Toen dat paviljoen een herbestemming moest ondergaan en het Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM), gevestigd in het gebouw van de Academie van Bouwkunst aan het Waterlooplein, een grotere ruimte nodig had, was de keus snel gemaakt. Het deels nieuwe gebouw moest aan een aantal eisen voldoen: het nieuwe gebouw moest om het oude gebouw voltooid worden; gevels verdwenen maar vloeren en kolommen bleven kijkend vanuit het Scheepvaartmuseum moest het de gevelwand van de Prins Hendrikkade niet verstoren (zo werd gekozen voor een lagere gevel aan de waterkant en een hogere gevel aan de straatkant) ook andersom kijkend vanaf de Prins Hendrikkade moest een gesloten gevel te zien zijn men wenste een gebouw als een monoliet; geen of weinig uitbouwsels. Architect René van Zuuk kwam vervolgens met een gebouw dat aan alle eisen probeerde te voldoen. Het kent drie verdiepingen gezet op een plattegrond in de vorm van een trapezium, waarvan een stuk is afgesneden. Om de drie bouwlagen is een constructie van doorlopend Kalzip (aluminium en zink) gevouwen (dak en wanden lopen in elkaar over), die een groot deel van de gevels bedenkt. Aan de waterzijde is echter een gevel opgetrokken van glas in metalen profielen; aan de straatzijde een het uiteinde van Kalzip-gevel en glas. Die glazen geveldelen laten naar binnenkijkend de interne organisatie zien, die verdeeld is over vides rondom een centrale kern met trap, lift en toiletblokken. Ook binnen het gebouw wisselen ronde en hoekige delen elkaar af. Het kleinschalige gebouw werd in opdracht van de Stedelijke Woningdienst Amsterdam in 2003 opgeleverd, waarna de officiële opening op 24 oktober 2003 geopend werd. Er was toen vier jaar aan gewerkt. Eerste tentoonstelling heette toepasselijk Wegens verbouwing geopend. In de voorgevel bevindt zich een kleine uitleg, waarbij de architect aangeeft dat het gebouw een mengeling van architectuur en versiering is.