place

Sublime symbols

Beeld in Amsterdam-West
Sublime symbols (2)
Sublime symbols (2)

Sublime symbols is een in 1979 gestarte serie sculpturen van Peter van de Locht. Een daarvan staat in Amsterdam-West. Het artistiek kunstwerk staat op de zuidoostelijke vleugel van brug 347. Deze is gelegen in de Haarlemmerweg, daar waar zij aansluit op De Wittenkade, oever van de Kostverlorenvaart. Het beeld bestaat uit een lange donkere naald van brons, die aan de bovenzijde afsluit met in elkaar gevlochten bladachtige vormen. Het beeld dateert uit 1980, maar stond toen verderop aan De Wittenkade; in 1997 werd het verplaatst naar de brug.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sublime symbols (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sublime symbols
Haarlemmerweg, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sublime symbolsLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.385044444444 ° E 4.8802138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Haarlemmerweg
1051 AA Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Sublime symbols (2)
Sublime symbols (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Standbeeld van Domela Nieuwenhuis
Standbeeld van Domela Nieuwenhuis

Het standbeeld van Domela Nieuwenhuis is een kunstwerk in Amsterdam-West, Spaarndammerbuurt. Het beeld is een gevolg van de plaatsing van het Monument Indië-Nederland, in het verleden het Van Heutzmonument. Toen de Vereeniging van Werklieden aan de Electriciteitsbedrijven te Amsterdam hoorde dat er voor deze generaal een standbeeld kwam, kaartte zij dat aan bij de Nederlandse Syndicalistische Federatie van Overheidspersoneel en op een vergadering in juni 1928 werd besloten tot oprichting van een comité voor een standbeeld van de socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis. De beeldhouwer Johan Polet had in 1928 een maquette klaar. De omschrijving zoals deze gegeven werd in De Telegraaf komt echter niet overeen met hoe het er uit zou zien bij oplevering. Collegakunstenaar en kunstcriticus Kasper Niehaus had al in dat artikel enige kritiekpunten geleverd; het zou te tam zijn. Een jaar later was Polet nog niet echt verder. Hij mocht vanuit de commissie, waarin Hendrik Petrus Berlage, Richard Roland Holst en Joseph Mendes da Costa zitting hadden, een nieuwe maquette maken op een schaal van 1:5. Er was een verschil van mening hoe Ferdinand Domela Nieuwenhuis afgebeeld moest worden. De “vereerders” van Domela Nieuwenhuis zagen in de voorgaande voorstellen zijn strijdbaarheid niet terug. Dat ontwerp kreeg een wat actiever uiterlijk en Polet ging er vervolgens aan werken. In augustus 1931 werd het standbeeld op de sokkel getakeld om op 29 augustus 1931 door de weduwe onthuld te worden in het bijzijn van tienduizenden arbeiders uit het gehele land, die het monument zelf meegefinancierd hadden. Er was onvoldoende plaats, zodat sommigen de onthulling vanaf de tegenoverliggende kade van de Singelgracht moesten bijwonen. Men vreesde voor rellen en er waren oproepen tot stilte. Het was destijds landelijk nieuws. Het beeld bestaat uit drie delen. Op de sokkel (en ook buitenskaders) is in basalt een beeltenis weergegeven van een geketende Prometheus met toorts; Prometheus stal het vuur van de goden en gaf het aan de mensen. Daar boven staat een bronzen Domela Nieuwenhuis als houdende een vlammend betoog. Het is een samenvoeging van twee stijlen binnen het werk van Polet. Prometheus is expressionistisch; het standbeeld classicistisch. Het derde deel is een plaquette aan de achterzijde met de tekst: 1846-1919Ferdinand DomelaNieuwenhuisDit monument werd in 1931 onthuld ter herinnering aanden grondlegger van hetvryheidslievend socialismein Nederlandwiens machtige leuze-Recht voor allen-de verdrukten totgerechtvaardigen strydwekte Een broer van de overledene merkte op dat Domela Nieuwenhuis een dergelijk werkmansjasje nooit zou hebben gedragen en dat hij die strijdhouding bij zijn broer ook niet had gezien. Het beeld staat vanaf de onthulling op de gezamenlijke kademuur tussen de Willemsbrug en de Mirakelbrug behorend tot het Nassauplein.

Singelgracht (Amsterdam)
Singelgracht (Amsterdam)

De Singelgracht is de waterweg die het gehele Amsterdamse Centrum begrenst en langs de Nassaukade, Stadhouderskade en Mauritskade stroomt. Na de vierde uitleg van de grachtengordel rond 1660 werd de buitensingel – met de stadswallen die de verdedigingswerken vormden – de begrenzing van de stad. In deze wallen lagen bolwerken waarop molens geplaatst waren. Daardoor had de gracht een bochtig verloop. Evenwijdig aan de Singelgracht, aan de binnenzijde van de wallen lag de Lijnbaansgracht, genoemd naar de lijnbanen die daar lagen. Een deel van de bolwerken werd geslecht en de gracht werd daar rechtgetrokken. Op enkele plaatsen is het oude bochtige verloop nog te herkennen. Van de molens op de bolwerken zijn er nog twee overgebleven, beide verplaatst naar een nieuwe locatie: De Gooyer bij de Zeeburgerstraat in Amsterdam-Oost en De Bloem aan de Haarlemmerweg. Twee eeuwen lang had Amsterdam een kenmerkende halvemaanvormige plattegrond. In het laatste kwart van de 19e eeuw breidde Amsterdam zich buiten de Singelgracht uit. De wallen werden geslecht; hier kwamen Marnixstraat, Weteringschans en Sarphatistraat te liggen. Het gedeelte van de Singelgracht tussen het Westerkanaal en de Rotterdammerbrug maakt deel uit van de scheepvaartverbinding (staandemastroute en nachtkonvooi) tussen het IJ / Westerkanaal en de Kattensloot / Kostverlorenvaart, met daarin beweegbare bruggen aan weerszijden van de Willemspoort. De overige bruggen over de Singelgracht zijn vaste bruggen.

Spaarndammerspoorbrug
Spaarndammerspoorbrug

De Spaarndammerspoorbrug (brug 1S) is een spoorbrug in Amsterdam-West, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De brug ligt in het traject Station Amsterdam Centraal – Station Amsterdam Sloterdijk. Er was een in de ogen van de omwonenden nauwe en onveilige doorgang onder het spoor tussen het Westerpark en Spaarndammerstraat met haar Maria Magdalenakerk. Toen het spoor beginjaren twintig ter plaatse verdubbeld moest worden, greep de gemeente Amsterdam dit aan om een bredere verbinding tussen die twee delen van de stad aan te laten brengen. Dat ging niet in vloeiende lijn; de aanbesteding door de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij vond al plaats in april 1920, maar in de daarop volgende zomer werd er gestaakt. Er werd gebouwd naar een ontwerp van Arend Jan Westerman van de Dienst der Publieke Werken. Omdat het treinverkeer niet gehinderd mocht worden, werd eerst een houten noodbrug geplaatst. Vervolgens werd een zestien meter brede doorgang gemaakt van 4,20 meter hoogte. Het gevaarte werd ondersteund door 760 houten heipalen. Bij deze werkzaamheden stuitten de bouwvakkers op zwaar metselwerk; de restanten van een muur tussen de Spaarndammerzeedijk en Westerbeer. Men dacht dat deze al verwijderd zouden zijn bij de bouw van Station Amsterdam Willemspoort, hetgeen niet geheel het geval bleek. Een bijkomend voordeel was dat de Spaarndammerbuurt, dan nog wat afgelegen, een betere verbinding met Amsterdam kreeg, al moest de Mirakelbrug nog wel voor het verkeer vernieuwd en omgelegd worden. Toen die gereed was kon ook tramlijn 5 onder de spoorbrug door. De spoorbrug vormt sindsdien de schakel tussen het Nassauplein en Westerpark aan de zuidkant en de Spaarndammerstraat en bijbehorende buurt aan de noordkant. De brug van Westerman werd in de jaren negentig aangevuld met een nieuw deel aan de zuidzijde, benodigd vanwege een verdubbeling van het spoor hier. Dat deel is te herkennen aan de drie betonnen brugpijlers en betonnen brugliggers. Ondanks dat er dus sinds 1922 een directe verbinding was tussen de Staatsliedenbuurt en de Spaarndammerbuurt bleef volgens die buurten de spoorwegen op dijk een barrière tussen beide buurten. In 2010/2011 werd daarom aan de zuidkant van de overspanning in grote letters, ontworpen door Janno Hahn, nogmaals benadrukt dat aan de andere kant van het viaduct de Spaarndammerbuurt ligt. De typografie is daarbij geïnspireerd op de stijl Amsterdamse School, waarin de oorspronkelijke spoorbrug is gebouwd. De spoorbrug wordt vanaf het begin opgesierd door vier beeldhouwwerken van Hildo Krop. Zij beelden twee-aan-twee Overvloed (mensen, fruit en Pan) en Verkeer (arbeiders met slangen) uit. Krop en Westerman werkten vaker samen, zie ook het beeldhouwwerk aan de Vierde Ambachtsschool in Amsterdam-West.

Willemsbrug (Singelgracht)
Willemsbrug (Singelgracht)

De Willemsbrug (brug 151) is een brug in Amsterdam-West over de Singelgracht tussen het Haarlemmerplein en het Nassauplein. Deze basculebrug is genoemd naar de nabijgelegen Willemspoort. Het aanleggen van een brug op deze plek werd noodzakelijk na de aanleg van het Westerkanaal in 1877. De huidige brug is een ontwerp van Piet Kramer uit 1925 en gebouwd in 1928-'29. Deze verving een brug uit 1877. De brug vormt samen met brug 349 een verbinding van het centrum van Amsterdam naar de Haarlemmerweg. De Willemsbrug grenst ook meteen aan de Mirakelbrug (brug 152) die toegang geeft aan de Spaarndammerbuurt. De brug is een gemeentelijk monument. De oude brug uit 1877 was voorzien van tramrails maar werd bij de elektrificatie in 1906 niet voorzien van bovenleiding. Omdat vanaf het Nassauplein een flauwe bocht voor de brug lag kon het voorkomen dat de tram bij onvoldoende snelheid stroomloos op de brug kwam te staan. De bestuurders namen dan ook altijd een flinke aanloop. Op 2 januari 1924 liep motorwagen 9 van tramlijn 18 door sneeuw en ijs echter vlak voor de brug uit de rails, ramde de balustrade en kwam in het water van de Singelgracht terecht. Met veel moeite werd de tram door de brandweer de volgende dag uit het water getakeld. Het personeel en de passagiers kwamen met de schrik vrij. Op de nieuwe brug verschenen ook tramrails maar nu wel met bovenleiding. Tot 19 januari 1955 bereed tram 12 de brug. Deze werd toen vervangen door een buslijn, waarna de rails op de brug werden verwijderd. Bus 22 rijdt als opvolger nog altijd over de brug. Op 3 maart 2018 werd een deel van de brug voor enige tijd afgesloten. Een waterleiding direct ten zuidwesten van de brug was gesprongen en spoelde de kadewand met voetpad en fietspad weg. De landhoofden van de brug bleven weliswaar staan, maar men nam het zekere voor het onzekere. Om verdere afkalving door golfslag te voorkomen (er wordt nog druk gevaren hier) werd de kademuur beschermd met een stalen damwand. Er was in Amsterdam nog een brug die 'Willemsbrug' genoemd werd. Het gaat hier om brug 454 tussen het Emmaplein en het Vondelpark in Amsterdam-Zuid. Deze heet tegenwoordig Diaconessenbrug.