place

Oude en jonge arbeider

Beeld in Amsterdam-West
Oude en jonge arbeider
Oude en jonge arbeider

De Oude en jonge arbeider is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West. In 1956 vierde het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) haar vijftigjarig bestaan. Zij gaf vervolgens opdracht aan beeldhouwer Han Wezelaar om een beeld te maken ter gelegenheid van die verjaardag. Het zou deel uitmaken van een uitgebreid aantal beelden dat het NVV bij diverse kunstenaars bestelde. Wezelaar kwam met een beeld met twee mannen; één met een klinkhamer en één met een jas losjes over de schouder. De onthulling van de Oude en jonge arbeider vond echter pas plaats op 2 mei 1960 Het beeld kwam te staan tussen twee bouwblokken aan de Hoofdweg. De twee mannen lopen richting Amsterdam Nieuw-West waar toen grote stadsuitbreidingen plaatsvonden (tuinsteden van de toekomst). De Gemeente Amsterdam, die het in 1960 cadeau kreeg van het NVV, was nog op zoek naar een betere plek dan tegenover het GAK-gebouw, maar ook in 2022 staat het beeld nog tussen de bouwblokken. Het Parool gaf aan dat de tijd van de "gedrongen arbeiders" (stoere werker) van Hildo Krop voorbij waren; de nieuwe arbeider was “gewoon arbeider”. Het beeld is in de grondplaat gesigneerd en ook de naam van de gieterij Binder-Schmidt is te lezen in die grondplaat. .

Fragment uit het Wikipedia-artikel Oude en jonge arbeider (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Oude en jonge arbeider
Elckerlijcstraat, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Oude en jonge arbeiderLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376791666667 ° E 4.8472611111111 °
placeToon op kaart

Adres

Elckerlijcstraat
1055 AP Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Oude en jonge arbeider
Oude en jonge arbeider
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Samen bij De Boeg
Samen bij De Boeg

Samen bij De Boeg is een huizenhoge muurschildering op het gebouw Hoofdweg 495 te Amsterdam-West. Bij de bebouwing van het Bos en Lommerplein voor het GAK-gebouw werd rond 1992 het verzorgingscentrum De Boeg gebouwd. Het kreeg een adres aan de Hoofdweg. Aan de noordelijke gevel kwam een bijna geheel blinde muur, vermoedelijk in afwachting van verdere bebouwing. Toen er daadwerkelijk op die plek gebouwd ging worden, het is dan 2009, werd niet geopteerd voor het bouwen tegen De Boeg aan, maar pas na een open ruimte, die toegang biedt tot het Bos en Lommerplantsoen. Die blinde gevel werd in het kader van het opfleuren van de buurt in 2022 voorzien van een muurschildering. Het ontwerp van de muurschildering is afkomstig van Richard Kofi, die in de jaren daarvoor stadstekenaar was. De schildering werd gezet in het kader van het project Muren van West. Er werden daarbij muurschilderingen gezet aan de Bos en Lommerweg (Reinaert de vos, vier aan de Wiltzanghlaan (Tijgervrouwen, Eenheid in diversiteit, Stamboom en Four peas in a pod), een aan de Hoofdweg (Samen bij De Boeg), Het toverbos aan De Rijpstraat van Peim van der Sloot (zomer 2022) en een aan de Sara Burgerhartstraat (herfst 2022) (gegevens november 2022). De muurschilderingen moesten verhalen uit de buurt weergeven. Kofi maakte zijn ontwerp op basis van de verhalen van de bewoners van De Boeg en gebruikers van het Huis in de Buurt, dat in hetzelfde gebouw gevestigd is, aldus Het Parool. Met de schildering wilde de ouderen in deze buurt meer gezicht geven; hij is van mening dat ouderen een steeds groter deel van de bevolking vormen, maar onvoldoende zichtbaar zijn. Kofi kon zijn schildering niet zelf plaatsen; hij heeft last van hoogtevrees en de schildering loopt tot 24 meter hoogte op. Kenmerkend voor het werk van Kofi is arcering, hier terug te vinden in de kleding van de afgebeelde mensen. De tekening wordt afgesloten door een “alziend oog”, dat staat voor overleden familieleden of vrienden van de bewoners, die toch een oogje in het zeil houden. De tekening werd 13 juli 2022 onthuld. De schildering werd (mede-)gefinancierd door het Amsterdamse Fonds voor de Kunst.

Saïdja en Adindabrug
Saïdja en Adindabrug

De Saïdja en Adindabrug (brug 162) is een vaste brug in Amsterdam Oud-West. De verkeersbrug is gelegen in de Hoofdweg en overspant de Erasmusgracht. Ze dateert van 1928 (aanbesteding februari 1927, toen nog over het Kattegat), terwijl ze in 1926 al ontworpen was door de bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken Piet Kramer. De brug is ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School, maar dan wel een vroege versie. De invloeden van Jo van der Mey zijn nog te zien in de brugpijlers. Kramer is verantwoordelijk voor de afwisseling van baksteen en natuursteen, ook in de sierlijke siersmeedijzeren balustrades is zijn hand terug te vinden. Tijdens het opleveren van de brug lag ten noorden van de brug open veld met zandweg tot aan het dorp Sloterdijk met als eerste bebouwing een noodschool. De brug werd rijkelijk breed gebouwd, de gemeente zag de Hoofdweg toen als optimale verbinding tussen de Haarlemmerweg en het Olympisch Stadion, de Olympische Zomerspelen 1928 werden in de stad gehouden. Verkeer uit de richting Haarlem kan zo buiten de stad gehouden worden. Het laatste deel tussen Bos en Lommerplein en Haarlemmerweg is er nooit gekomen, niet eerder dan bij de voltooiing van dat deel van de Rijksweg 10, Einsteinweg genaamd. Rond 2006 werd de brug gerenoveerd, samen met andere bruggen rondom het Erasmuspark. De brug kreeg toen ook haar naam, een verwijzing naar het verhaal van Saïdjah en Adinda van Douwes Dekker. De brug bood langere tijd uitzicht op het noordwestelijk van de brug gelegen GAK-gebouw aan het Bos en Lommerplantsoen, ooit een van de grootste kantoorgebouwen van Nederland.

Hondje (Linda van Boven)
Hondje (Linda van Boven)

Hondje is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West. Via de officiële instantie die beheer voert over kunst in de openbare ruimte is weinig bekend over dit werk: "Bronzen hondje op een kademuurtje van de Erasmusgracht". Ook de site Buitenbeeldinbeeld vermeldt geen gegevens. Volgens de kunstenaar Linda van Boven maakte het beeld deel uit van een tunnelproject uit de jaren negentig. Sommige verkeerstunnels waren dermate betonachtig en donker dat ze een onveilig gevoel gaven. Een aantal instanties zoals "Kunst Oude Stad" (KOS) en "Algemeen Beheer Gemeentelijke Dienst" (AJBZ) zagen wel wat in kunstwerken om de donkere gangen op te fleuren. Ideeën werden in de zomer van 1995 tentoongesteld in de Stopera, waarna uitwerking begon. Een van die tunnels was de verlenging van de Leeuwendalersweg komend vanaf het Gulden Winckelplantsoen onder de Rijksweg 10 door (Leeuwendalerswegbrug). Van Boven maakte voor die onderdoorgang twee bronzen hondenbeeldjes alsmede een wisselende galerij met afbeeldingen van een man met hond die de tunnel in loopt. Één van de bronzen hondjes werd al snel gestolen en toen het project afgerond was, verdween ook de galerij met afbeeldingen. Het dan “eenzame” hondje, waarvoor haar eigen hond model stond, moest een nieuwe plaats krijgen. Ze kwam in 2002 daarbij op een keermuur nabij de Saïdja en Adindabrug in de Hoofdweg over de gracht. Deze keermuur ondersteunt een terras op het talud van de brug. Langs het beeld lopen dagelijks tientallen voetgangers al dan niet met hond, komend van gaand naar een waterscheiding tussen de waterhuishouding van het Erasmuspark en de Erasmusgracht. Een later werk dat in hetzelfde project is gemaakt in de Vlucht van een kaketoe van Jeroen Werner in Amsterdam-Zuid.

2 U's naar buiten, 2 U's naar binnen
2 U's naar buiten, 2 U's naar binnen

2 U's naar buiten, 2 U's naar binnen is een tweedelig artistiek kunstwerk staande in het Bos en Lommerplantsoen, Amsterdam Oud-West. De omgeving van het Bos en Lommerplein onderging in de periode rond 1960 een gedaantewisseling. Dit werd veroorzaakt door de bouw van het GAK-gebouw, ook wel het aquarium. Het gebouw werd in september 1960 officieel geopend, maar de omgeving was er nog niet op aangepast. De reden daarvoor was dat op het voorterrein nog de Adindastraat en Saïdjastraat lagen met daaraan gevestigd een (nood-)school. Voor dat voorterrein hadden architect Enrico Hartsuyker en tuinarchitecte Mien Ruys al een ontwerp klaar liggen met vijver en pergola, maar Amsterdam had de noodschool nog nodig. In 1963 was het dan zover de school kon gesloopt worden en eindelijk kon het voorterrein ingericht worden. Op de grens van 1963/1964 werd op dat voorterrein een beeldengalerij of beeldenterras ingericht. Bedoeling was dat vanaf 20 maart 1964 (het werd juni) er een wisselende tentoonstelling werd gehouden rondom een aantal beelden die permanent stonden opgesteld. Op foto’s uit dat jaar is 2 U's naar buiten, 2 U's naar binnen te zien, net als een watertafel, Leda en de zwaan van Ben Guntenaar (verplaatst naar Emmaplein en een Nereïde van Nic Jonk (verplaatst naar August Allebéplein). Visser bevond zich voor wat betreft stijl toen in het constructivisme en ging hier aan de slag met U-profielen. Bij de montage van de vlakke U-profielen zijn grove lasnaden te zien ten teken dat er aan deze twee werken hard gewerkt is. De twee stapelingen wijken af; de een heeft een gesloten karakter (openingen in de balken tegenover elkaar) en de ander een open (de bodems van de balken van elkaar af). De bewerkte U-balken staan langs de rand van de vijver. In de vijver staat nog een creatie van Visser; het is een watertafel. Die watertafel wordt gevormd door in wezen platte vlakken die omdat ze loodrecht op elkaar gemonteerd zijn een driedimensionaal beeld vormen. De drie beeldhouwwerken met vijver overleefden een vernieuwingsslag in de jaren 2010/2011 naar ontwerp van landschapsarchitect Niek Roozen.

Robert Scottstraat 28-34
Robert Scottstraat 28-34

Robert Scottstraat 28-34 te Amsterdam is een gebouw aan de Robert Scottstraat in Amsterdam-West. De Robert Scottstraat kent voornamelijk portiekwoningen van rond 1950; de straat had al in 1939 haar naam gekregen maar de Tweede Wereldoorlog hield de bouw op. Dit betekende tevens dat na de oorlog scholen gebouwd moesten worden om de kinderen te onderwijzen. Tussen twee woonblokken met portiekwoningen was ruimte overgelaten voor een schoolgebouw. Het waren echter nog wel de tijd van gescheiden onderwijs van meisjes en jongens. Aan het architectenbureau van Karel Petrus Tholens en Louis Jean George Marie van Steenhardt Carré werd gevraagd een dubbel schoolgebouw te ontwerpen. Tussen alle bakstenen portiekwoningen werd het een opmerkelijke verschijning. Tholens en Steenhardt Carré kwamen met een gebouw uit de stijl Nieuwe Bouwen en functionalisme. Het werd opgeleverd als gangenschool, hetgeen wil zeggen met centrale ingang met lange gangen naar de klaslokalen. Het opvallende aan het gebouw is (behorend bij de stijl) is dat de betonnen dragende constructie zichtbaar is als een frame waarin gevelwanden zijn opgevuld met of baksteen of relatief grote ramen. Het langgerekte gebouw bestaat uit drie bouwlagen. Door op de begane grond de staanders de benadrukken en geen baksteen als bouwmateriaal te gebruiken lijkt het gebouw te zweven, cq licht van gewicht. De trappenhuizen bevinden zich aan de achterzijde van het gebouw, daar waar ook de speelplaats ligt. Er kwamen in de jaren vijftig Rooms-Katholieke scholen in; de Juliaschool (meisjes) en Sint Franciscusschool (jongens), die beide in 1958 nog bezocht werden door koningin Juliana. Aan het eind van de 20e eeuw waren de vele kinderen even verdwenen, maar wijzigde ook de bevolkingssamenstelling van de omliggende straten aanmerkelijk. In 1990 nam Stadsdeel Bos en Lommer het gebouw in gebruik. Het gebouw werd rond 2008 door de gemeente Amsterdam op een lijst gezet van 100 naoorlogse gebouwen die mogelijk in aanmerking zouden kunnen komen voor de status gemeentelijk of rijksmonument. Op 25 juni 2019 kreeg het inderdaad de status van gemeentelijk monument (nr. 200909). In 2022 is in het gebouw de Basisschool De Springplank gevestigd en een van de vestiging van Balletschool De Kattensprong.