place

Brug 561

Bouwwerk van Piet KramerBrug in het Amsterdamse BosGemeentelijk monument in Amstelveen
2024 Brug 561 AB zijaanzicht (C)
2024 Brug 561 AB zijaanzicht (C)

Brug 561 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1940 met het ontwerp voor deze brug voor voetgangers en ruiters te paard. De brug heeft een zuster in brug 555 (gelijke indeling) en een halfzus in brug 564. Deze houten brug 561 met stalen liggers is circa 17 meter lang en wordt gedragen door de betonnen landhoofden en twee series brugpijlers met jukken. De uiteinden daarvan kennen inkepingen. Vanwege de scheiding tussen voetpad enerzijds en ruiter- en fietspad anderzijds in een opstaande middenscheiding aangebracht, die wordt geaccentueerd door een staander aan het begin en eind. In het oeuvre van Kramer alhier valt verder de kleurstelling op: rood (leuningen), grijs (schorten) en wit (algeheel uiterlijk). De brug heeft een lichte welving, de bovenste leuningen en leuning op de middenbalustrade lopen iets verder door dan de middenleuning. De borstwering waaiert enigszins uit. Daar waar brug 555 een eindbaluster heeft om de middenscheiding, wordt deze hier afgesloten met een verlengde leuning. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer, zij meldden de kleurstelling rood en wit. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 555 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De drie bruggen vormen daarin een speelser element. Zij meldden ook de kleurstelling rood en wit, maar meldden extra dat die rode schorten alleen te vinden zijn bij de noordelijke leuningen en de middenbalustrade. Verder is er een uitwaaiering aangebracht op de betonnen landhoofden. Opvallend is het verschil in de eindbalusters; die van de buitenleuningen heeft houtbewerking; die van de middenreeks een bolvormig kapje. De gemeente constateerde dat brug is grover is uitgevoerd dan het oorspronkelijke ontwerp van Kramer.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 561 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.300844444444 ° E 4.8205416666667 °
placeToon op kaart

Adres

Hoedbrug
1187 NZ
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2024 Brug 561 AB zijaanzicht (C)
2024 Brug 561 AB zijaanzicht (C)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 556
Brug 556

Brug 556 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1941 ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 556 vormt samen met de brug 540 (Blauwebrug) en brug 566 (Boogbrug) een drietal boogbruggen. Die gezamenlijke omschrijving is dan tevens het enige dat de bruggen gemeen hebben. Zo is de brug 540 een welfbrug van beton; de brug 566 is een betonnen boogbrug en brug 556 is een houten brug. Het duurde lang voordat brug 556 gerealiseerd werd. Hij wordt gedateerd op 1957. De brug is relatief steil ten opzichte van andere bruggen in het bos, terwijl hoogte er hier niet toe doet. Behalve kanoërs en kajakkers is hier geen scheepvaart. Het zou erop wijzen dat Kramer hier een esthetisch statement wilde maken. De brug komt is een vorm die het meest doet denken aan bruggen uit het oude Japan, zoals vastgelegd door Ando Hiroshige. Kramer had belangstelling voor de Oosterse kunst. De omgeving is dan weer nauwelijks Japans; de brug sluit aan op het radarterrein in het bos en ten zuiden van de brug staan Schotse Hooglanders. De brug heeft voor haar doen relatief grote en massief aandoende betonnen landhoofden. De overspanning wordt getild door een houten brugpijlers met juk. Geconstateerd is dat de brug in deze bouwstijl eigenlijk geen ondersteuning in het midden nodig heeft; de boogconstructie zorgt zelf voor de benodigde stevigheid. Tussen de landhoofden ligt de brug als een spaghettisliert gebogen met stalen liggers en houten planken. Alles is daarbij rank uitgevoerd. Kramers originele beroep van timmerman kwam om de hoek kijken bij het ontwerp van de leuningen. De vier leuningen aan beide zijden golven mee met de boog in de brug. Niet alleen buigen ze verticaal, maar ook horizontaal buigen ze mee. Het eind en het begin van de brug zijn breder dan het middendek. De leuningen beginnen en eindigen in houten pilaren met verstekken en afgeronde toppen. De balusters die de leuningen dragen zijn driehoekig van opzet. Drie van de vier leuningen zijn rechthoekig, terwijl de bovenste leuning meer is aangepast aan de bovenzijde van de pilaren. De boven elkaar liggen leuningen zijn zo geplaatst zodat zij lichtjes uitkragen. Ten slotte heeft het rijdek twee hoogtes; het voetpad ligt hoger dan het fietspad. De brug wordt ook wel aangeduid als Hoedbrug, vanwege de gelijkenis met een hoed. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument. Ze voerde aan als redenen: de fraaie boogvorm de opvallend glooiende verschijning in een rechthoekig landschap de brug is representatief voor de variatie is de bruggen van Kramer hier de brug is herkenbaar en wezenlijk onderdeel in de bruggen van Kramer voor het Amsterdamse Bos.

Brug 555
Brug 555

Brug 555 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1940 met het ontwerp voor deze brug voor voetgangers en ruiters te paard. De brug heeft een zuster in brug 561 en een halfzus in brug 564. Deze houten brug 555 met stalen liggers is circa 22 meter lang en wordt gedragen door twee series brugpijlers met jukken. Vanwege de scheiding tussen voetpad enerzijds en ruiter- en fietspad anderzijds in een opstaande middenscheiding aangebracht, die wordt geaccentueerd door een staander aan het begin en eind. In het oeuvre van Kramer alhier valt verder de kleurstelling op: rood (schorten) en wit (leuningen, balustrades). In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en één van de houten bruggen van Kramer, zij meldden de kleurstelling rood en wit. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 555 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De drie bruggen vormen daarin een speelser element. Zij meldden ook de kleurstelling rood en wit, maar meldden extra dat die rode schorten alleen te vinden zijn bij de noordelijke leuningen en de middenbalustrade. Verder is er een uitwaaiering aangebracht op de betonnen landhoofden. Opvallend is het verschil in de eindbalusters; die van de buitenleuningen heeft houtbewerking; die van de middenreeks een bolvormig kapje. De gemeente constateerde dat brug is grover is uitgevoerd dan het oorspronkelijke ontwerp van Kramer.

Brug 562
Brug 562

Brug 562 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze houten brug van circa 24 meter lengte, valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 558, brug 559 en brug 560 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle toch verschillend. Deze brug valt op door haar kleurstelling. De liggers zijn geel, leuningen en balustraden zijn wit, onderleuningen (die langer doorlopen dan de bovenste) grijsgroen. Bij de scheiding van de leuningen boven de brugpijlers met jukken zijn kogelvormige staven aangebracht in de kleur blauw. Aan de kopse kanten van de jukken is houtbewerking toegepast. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer. De brug valt door haar grotendeels witte kleur behoorlijk op het landschap dat hier van open ruimte (grasveld) overgaat in bosachtige omgeving. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 562 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element. Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte.

Brug 560
Brug 560

Brug 560 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze houten brug van circa 24 meter lengte, valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 558, brug 559 en brug 562 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle toch verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer. De brug valt door haar groen/blauwe kleur zeker op in het landschap. . De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 560 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. Kramer kwam hier met een sterk op brug 559 gelijkende brug, maar toch zijn er verschillen. Daar waar brug 559 één knik heeft, heeft brug 560 er twee. Ook de bekroning van de balusters verschilt, bij brug 559 hoekig, hier kegelvormig. De overspanning wordt bij brug 560 gedragen door twee series van brugpijlers met jukken waarop de stalen liggers rusten. Op de stalen liggers liggen de houten planken, hout is sowieso hier goed vertegenwoordigd. Borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in bewerkte hout. Verder valt op dat de bovenste leuning/balustrade korter is dan de onderste, dat is dan wel weer hetzelfde als bij brug 559. Voorts zijn bij de overspanning twee paar aan balusters gebruikt.

Brug 558
Brug 558

Brug 558 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze brug van circa 16 meter lengte valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 559 (direct naast 558), brug 560 en brug 562 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en daarmee een topbrug was uit het oeuvre van Kramer. Wel viel op dat deze brug ten opzichte van haar (niet gelijkende) tweeling brug 559 minder attractief is uitgevoerd. De witgele enigszins vale kleurstelling van de brug met slechts hier en daar een rood en blauw accent is minder opvallend dan de overwegend groene kleur van 559. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 558 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. Kramer kwam hier met een hellende voetbrug met in het midden een knik, de zogenaamde kepervorm. De brug begint al voordat het talud overgaan in water. In het midden van het water staan de brugpijlers met daarop een juk, die samen met de landhoofden de stalen liggers dragen. Op de stalen liggers liggen de houten planken, hout is sowieso hier goed vertegenwoordigd. Borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in bewerkte hout.

Brug 546
Brug 546

Brug 546 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de tijd dat er na de Tweede Wereldoorlog verder werd gewerkt aan het bos. De brug werd in april 1940 ontworpen, maar eerst op 21 juli 1947 aanbesteed; in september 1947 begonnen de werkzaamheden en in juni 1948 was de brug klaar. Brug 546 ligt in het zuidelijk deel van het bos, ten zuiden van de Burgemeester A. Colijnweg en Rijksweg 9/Burgemeester van Sonweg. De brug ligt in het knooppunt tussen de Nieuwe Meerlaan en de Burgemeester A. Colijnweg. Anders dan de andere bruggen in de directe omgeving ligt deze brug op maaiveldniveau; even verderop ligt brug 536 in een dijklichaam. Deze twee bruggen liggen slechts 135 meter uit elkaar, zijn qua ontwerp beide ongeveer even oud, zijn beide ontworpen door Piet Kramer van en met de Dienst der Publieke Werken en beide vertonen allerlei tekenen van de bouwstijl Amsterdamse School. Het is daarom opmerkelijk te noemen, dat het zeer verschillende bruggen zijn. Aan brug 536 wijst alles op een drukke verkeersbrug, brug 546 is een landelijk gelegen brug. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos vier typen bruggen: ophaalbruggen (waaronder de ballenbruggen), allerlei houten parkbruggen, betonnen bruggen en de verkeersbruggen. Brug 546 is er één uit de derde categorie. Er liggen er talloze verspreid over het bos en lijken een basisontwerp te hebben. Echter al die betonnen bruggen zien er anders uit. Brug 546 is bijvoorbeeld de enige brug met door een open ruimte gescheiden rijdekken en vides met plantenbakken. Die plantenbakken hebben de vorm van een voorsteven van een schip. In de afwerking is er verschil tussen puntige en vloeiende vormen; tevens is de constructie van zowel beton als baksteen. De leuningen worden gevormd door gietijzeren constructies omhoog gehouden door dito balusters. Aan ieder zijde zijn er leuningen op twee hoogtes, daarbij draagt de onderste bestaande uit één laag als het ware bovenste bestaande uit twee lagen. Bij het aanknopingspunt omringt de onderste de bovenste. Apart is tevens te noemen de metalen balustrades rondom de opening. Het werd in 1999 omschreven als een brug van baksteen, gewapend beton en stalen liggers. Ook in 2023 heeft de brug een eigen indeling, van noord naar zuid: voetpad, rijdek, middenberm, rijdek, berm, fietspad en voet/ruiterpad. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 546 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre, al maakten de vele verkeersborden inbreuk op de schoonheid. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte nog op, dat het brugdek wordt gedragen door natuurstenen (granieten) sluitstenen. De brug kreeg de (officieuze) bijnaam Klimopbrug; er hing jarenlang een klimop aan. Amsterdam heeft sinds 2011 een officiële Klimopbrug, deze ligt aan het andere eind van de stad, Amsterdam-Noord.

Brug 554
Brug 554

Brug 554 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug werd echter gebouwd op het grondgebied van de gemeente Aalsmeer, dat in 2002 met Amstelveen overeenkwam de gemeentegrens te verschuiven. De brug is ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 554 is daarentegen een van Kramers betonnen plaatbruggen. Ze is gelegen in een afslag van de Nieuwe Meerlaan en maakt deel uit van de hoofdverkeersroute in het bos. Ze leidt naar een parkeerplaats die ligt op de scheidslijn tussen open ruimte en bos. De brug ligt in de buurt van het radarterrein. Daar waar het in het bos zelf wemelt van de slingerende paden en paadjes, is het radarterrein juist strak rechthoekig uitgevoerd. Net als binnen de categorie houten bruggen in het bos, gaf Kramer elke betonnen brug een ander uiterlijk mee. Ze verschillen dan met name in de leuningen. De bovenste leuning krult aan het eind naar beneden, zoekt verbinding met de onderste leuning en krult vervolgens weer naar boven om steeds smaller zichzelf te raken, waardoor een soort druppelvorm ontstaat. Anderen zien er een hals van een zwaan in. De onderste leuning, die langer doorloopt dan de bovenste, buigt ook naar beneden af, maar lijkt de brug een aarding te geven; ze eindigt in de grond. Een ander onderscheid is de bruinrode kleur van de leuningen. Het grootste verschil met alle andere bruggen in het park is echter te vinden onder de brug. De brug wordt namelijk gedragen door een woud aan brugpijlers, waarvan de buitenste uitkragen. Zo kreeg de brug dertien doorvaarten mee van 1,23 meter breed. Ook het brugdek kraagt daarbij uit ten opzichte van de buitenste pijlers. De opstaande brugranden zijn daarbij van grindbeton; in die randen zijn de leuningen verankerd. De brug heeft een rijdek van 4,05 meter, een voetpad van 2,00 meter en een schamprand van 0,36 meter. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 554 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de rode kleur van de brug accentueert een bouwkundig element bosachtige omgeving; tevens vond men die kleurstelling passend voor de omgeving een plaatbrug van gewapend beton karakteristiek decoratief siersmeedwerk in strakke dunne leuningen sterk architectonisch beeld van de onderbouw. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument mede door de subtiele detaillering.

Brug 559
Brug 559

Brug 559 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij maakte rond 1938 een basisontwerp voor houten en stenen bruggen. Daarbinnen varieerde hij. Brug 559 heeft een lengte van circa 23 meter lengte, is uitgevoerd in hout en staal maar werd pas rond 1953 gebouwd. De overspanning vormt met brug 558 (direct naast 559), brug 560 en brug 562 een ensemble; ze lijken sterk op elkaar, maar zijn toch verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en daarmee een topbrug uit het oeuvre van Kramer. Wel viel op dat deze brug ten opzichte van haar (niet gelijkende) tweelingbrug 559 attractiever is uitgevoerd. De combinatie groen-rood steekt af bij de witgele kleur van brug 558. Echter, in het bos valt de groene brug juist minder op. De gemeente Amstelveen beoordeelde ook of de brug, net als sommige andere bruggen in het bos, in aanmerking kwam voor de beschermende status van gemeentelijk monument. Brug 559 ligt in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element met hun enigszins naar buitenstaande balustraden en uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. De hellende voetbrug heeft in het midden een knik, een zogenaamde kepervorm. De brug overspant ook het oevertalud. Ze wordt gedragen door drie series van brugpijlers met daarop jukken, die samen met de landhoofden de stalen liggers dragen. Op de stalen liggers bevindt zich het brugdek van houten planken. Ook borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in hout. Opvallend is dat de bovenste leuning/balustrade korter is dan de onderste. Ter afwerking zijn balusters van verschillende vorm gebruikt. Twee paar balusters hebben piramide-achtige uiteindes en één paar zigzagvormen; de eindbalusters hebben ronde uiteinden.

Brug 577
Brug 577

Brug 577 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1945 ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken, maar werd pas in 1957 gebouwd. Kramer ontwierp voor het Amsterdam allerlei typen bruggen, zoals vlonder bruggen, duikers en een aantal ophaalbruggen. Brug 577 valt in de eerste categorie. Het is een zeer eenvoudige brug. Ze bestond origineel geheel uit hout met betonnen steunpunten. De brug overspant een binnenwatertje dat geen onderdeel uitmaakt van de doorgaande waterlopen in het bos. Kramer kwam ook hier met een brug die opgaat in haar omgeving. Na de renovaties in 1979 en later wordt het bruggetje gedragen door betonnen brugpijlers/jukken en ook de landhoofd zijn van beton. Van landhoofd naar landhoofd lopen houten liggers waarop houten planken als dek liggen. De balustrades/leuningen zijn eveneens van hout. Kramer was van origine timmerman en liet in de koppen van de hoofdbalusters figuurtjes uithakken/uitsnijden. Bovendien zijn de toppen van alle balusters afgetopt (ronde uiteinden) en zijn de hoofdbalusters verder in de hoogterichting bewerkt, de kleine balusters zijn eenvoudig gehouden. De balustraden/leuningen zwenken aan het begin en eind enigszins uit en hebben daar een dalende lijn. Op de brug zelf volgen ze het profiel als het brugdek. De gemeente Amstelveen benoemde het bruggetje tot gemeentelijk monument vanwege juist de eenvoud die uit uitstraalt passend bij een niet-relevant watertje. Voorts was de toegepaste houtbewerking een reden tot benoeming. Bovendien is het de enige in zijn soort in het stadsbos. De brug ligt ten noordoosten van een kampeerterrein en ten westen van graasland voor Schotse Hooglanders.

Brug 536
Brug 536

Brug 536 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de inrichting van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig. De brug werd gelijk met zusterbrug brug 537 gebouwd, ook brug 539 werd toen gebouwd. Het drietal werd aanbesteed op 26 september 1938. In november van datzelfde begonnen de bouwwerkzaamheden. De architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was verantwoordelijk voor het ontwerp. Bruggen 536 en 537 wijken sterk af van de overigen bruggen in het bos. Ze werd gebouwd in wat toen al een doorgaande route voor “snelverkeer” was, de Burgemeester A. Colijnweg en over wat later bekend werd als de Nieuwe Meerlaan. Via de onderdoorgang in het viaduct werd een verbinding gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het bos. Brug 536 heeft alle uiterlijke tekenen van een Kramerbrug. Ze is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School met afwisseling van bak- en natuursteen (sluit- en dekstenen). Bijzonder aan de brug is dat het een combinatie betreft van plaat- en liggerbrug. De betonnen plaat wordt gedragen door stalen liggers de brugliggers. Die brugliggers worden ondersteund door stalen brugpijlers met juk. Die brugpijlers staan overigens niet in het midden van de overspanning. De drie pijlers vormen samen een soort portaal. Opvallend daarbij is de middelste brugpijler die van boven naar beneden taps uitgevoerd is. Geïntegreerd is een trap met granieten treden. Ten aanzien van de leuningen kent de brug twee stijlen. De daadwerkelijke brugleuning zijn uitgevoerd in zwaar siersmeedwerk, zoals hij die ook ontwierp voor de binnenstad. De leuningen als onderscheid tussen onderliggende paden en watergang is uitgevoerd conform de betonnen bruggen die Kramer uitwierp voor het park. Bijzonder is ook de balustrade tussen Nieuwe Meerlaan en de sloot daarnaast. Het is een bakstenen muur met rollaag en bewerkte granieten sluitstenen, ook te vinden in de balustraden op de brug. Ongeveer parallel aan de brug ligt even zuidelijker de bosbrug brug 546. In 1958 werd het rijdek-profiel van zowel brug 536 als 537 aangepast onder beheer van Rijkswaterstaat. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 536 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre. Een groot minpunt was het aantal verkeersborden dat de brug omringde. Tevens vond het bureau de rijksweg 9 te opdringerig. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. De bovenzijde maakt eigenlijk geen deel uit van het bos (Burgemeester A. Colijnweg), de onderzijde juist wel. De daar liggende voet- en fietspaden en watergang vormen de verbinding noord-zuid. In de periode 2021 tot 2026 zijn er grote werkzaamheden rondom brug 536 en brug 537. Rijksweg 9 zal verlegd en verbreed worden van drie naar vier rijstroken beide richtingen. Daarvoor moeten ter plaatse nieuwe kunstwerken gebouwd worden. De werkzaamheden vormen onderdeel van het Project Schiphol-Amsterdam-Almere.