place

Brug 546

Bouwwerk van Piet KramerBrug in het Amsterdamse BosGemeentelijk monument in Amstelveen
2022 Brug 546, Amsterdamse Bos overzicht (2)
2022 Brug 546, Amsterdamse Bos overzicht (2)

Brug 546 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de tijd dat er na de Tweede Wereldoorlog verder werd gewerkt aan het bos. De brug werd in april 1940 ontworpen, maar eerst op 21 juli 1947 aanbesteed; in september 1947 begonnen de werkzaamheden en in juni 1948 was de brug klaar. Brug 546 ligt in het zuidelijk deel van het bos, ten zuiden van de Burgemeester A. Colijnweg en Rijksweg 9/Burgemeester van Sonweg. De brug ligt in het knooppunt tussen de Nieuwe Meerlaan en de Burgemeester A. Colijnweg. Anders dan de andere bruggen in de directe omgeving ligt deze brug op maaiveldniveau; even verderop ligt brug 536 in een dijklichaam. Deze twee bruggen liggen slechts 135 meter uit elkaar, zijn qua ontwerp beide ongeveer even oud, zijn beide ontworpen door Piet Kramer van en met de Dienst der Publieke Werken en beide vertonen allerlei tekenen van de bouwstijl Amsterdamse School. Het is daarom opmerkelijk te noemen, dat het zeer verschillende bruggen zijn. Aan brug 536 wijst alles op een drukke verkeersbrug, brug 546 is een landelijk gelegen brug. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos vier typen bruggen: ophaalbruggen (waaronder de ballenbruggen), allerlei houten parkbruggen, betonnen bruggen en de verkeersbruggen. Brug 546 is er één uit de derde categorie. Er liggen er talloze verspreid over het bos en lijken een basisontwerp te hebben. Echter al die betonnen bruggen zien er anders uit. Brug 546 is bijvoorbeeld de enige brug met door een open ruimte gescheiden rijdekken en vides met plantenbakken. Die plantenbakken hebben de vorm van een voorsteven van een schip. In de afwerking is er verschil tussen puntige en vloeiende vormen; tevens is de constructie van zowel beton als baksteen. De leuningen worden gevormd door gietijzeren constructies omhoog gehouden door dito balusters. Aan ieder zijde zijn er leuningen op twee hoogtes, daarbij draagt de onderste bestaande uit één laag als het ware bovenste bestaande uit twee lagen. Bij het aanknopingspunt omringt de onderste de bovenste. Apart is tevens te noemen de metalen balustrades rondom de opening. Het werd in 1999 omschreven als een brug van baksteen, gewapend beton en stalen liggers. Ook in 2023 heeft de brug een eigen indeling, van noord naar zuid: voetpad, rijdek, middenberm, rijdek, berm, fietspad en voet/ruiterpad. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 546 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre, al maakten de vele verkeersborden inbreuk op de schoonheid. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte nog op, dat het brugdek wordt gedragen door natuurstenen (granieten) sluitstenen. De brug kreeg de (officieuze) bijnaam Klimopbrug; er hing jarenlang een klimop aan. Amsterdam heeft sinds 2011 een officiële Klimopbrug, deze ligt aan het andere eind van de stad, Amsterdam-Noord.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 546 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 546
Burgemeester A. Colijnweg,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 546Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.307719444444 ° E 4.8216527777778 °
placeToon op kaart

Adres

Klimopbrug

Burgemeester A. Colijnweg
1187 NW
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2022 Brug 546, Amsterdamse Bos overzicht (2)
2022 Brug 546, Amsterdamse Bos overzicht (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 536
Brug 536

Brug 536 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de inrichting van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig. De brug werd gelijk met zusterbrug brug 537 gebouwd, ook brug 539 werd toen gebouwd. Het drietal werd aanbesteed op 26 september 1938. In november van datzelfde begonnen de bouwwerkzaamheden. De architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was verantwoordelijk voor het ontwerp. Bruggen 536 en 537 wijken sterk af van de overigen bruggen in het bos. Ze werd gebouwd in wat toen al een doorgaande route voor “snelverkeer” was, de Burgemeester A. Colijnweg en over wat later bekend werd als de Nieuwe Meerlaan. Via de onderdoorgang in het viaduct werd een verbinding gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het bos. Brug 536 heeft alle uiterlijke tekenen van een Kramerbrug. Ze is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School met afwisseling van bak- en natuursteen (sluit- en dekstenen). Bijzonder aan de brug is dat het een combinatie betreft van plaat- en liggerbrug. De betonnen plaat wordt gedragen door stalen liggers de brugliggers. Die brugliggers worden ondersteund door stalen brugpijlers met juk. Die brugpijlers staan overigens niet in het midden van de overspanning. De drie pijlers vormen samen een soort portaal. Opvallend daarbij is de middelste brugpijler die van boven naar beneden taps uitgevoerd is. Geïntegreerd is een trap met granieten treden. Ten aanzien van de leuningen kent de brug twee stijlen. De daadwerkelijke brugleuning zijn uitgevoerd in zwaar siersmeedwerk, zoals hij die ook ontwierp voor de binnenstad. De leuningen als onderscheid tussen onderliggende paden en watergang is uitgevoerd conform de betonnen bruggen die Kramer uitwierp voor het park. Bijzonder is ook de balustrade tussen Nieuwe Meerlaan en de sloot daarnaast. Het is een bakstenen muur met rollaag en bewerkte granieten sluitstenen, ook te vinden in de balustraden op de brug. Ongeveer parallel aan de brug ligt even zuidelijker de bosbrug brug 546. In 1958 werd het rijdek-profiel van zowel brug 536 als 537 aangepast onder beheer van Rijkswaterstaat. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 536 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre. Een groot minpunt was het aantal verkeersborden dat de brug omringde. Tevens vond het bureau de rijksweg 9 te opdringerig. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. De bovenzijde maakt eigenlijk geen deel uit van het bos (Burgemeester A. Colijnweg), de onderzijde juist wel. De daar liggende voet- en fietspaden en watergang vormen de verbinding noord-zuid. In de periode 2021 tot 2026 zijn er grote werkzaamheden rondom brug 536 en brug 537. Rijksweg 9 zal verlegd en verbreed worden van drie naar vier rijstroken beide richtingen. Daarvoor moeten ter plaatse nieuwe kunstwerken gebouwd worden. De werkzaamheden vormen onderdeel van het Project Schiphol-Amsterdam-Almere.

Brug 539
Brug 539

Brug 539 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Brug 539 stamt uit de tijd van de aanleg van het bos. Aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken werd gevraagd ontwerpen voor de bruggen en bruggetjes te maken. Brug 539 voor voetgangers, fietsers en ruiters is er één uit de serie houten bruggen (tegenover de betonnen bruggen). Die bruggen lijken sterk op elkaar, maar elke brug uit de serie verschilt ten opzichte van de andere. Brug 539 is gesitueerd in het noordelijk deel van het bos, even ten noorden van de Burgemeester A. Colijnweg/Rijksweg 9 en leidt naar een onderdoorgang van die wegen. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Ze constateerde dat de brug een potentiële identiteitsdrager was binnen de bosbruggen, maar dat dat teniet werd gedaan door de bruine brug (de brug kreeg later een witte kleur). De brug is gelegen in gesloten bosomgeving en viel met haar bruine kleur nauwelijks op in het landschap, hetgeen zowel positief als negatief werd uitgelegd. Over de brug gaan alleen voetgangers, fietsers en man/vrouw te paard. Karakteristiek voor deze brug gold nog het houten brugdek en dito leuningen met houtverbindingen en de zuiltjes ofwel balusters. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Ze stelde bij onderzoek vast dat dit een geheel houten brug is. Het geheel steunt op vier series van brugpijlers met jukken waarvan er twee in het water staat en twee verwerkt zijn in de landhoofden. Zoals gebruikelijk bij Kramers in het bos heeft het (hier door een tussenbalustrade) gescheiden dekken voor voetgangers en overige verkeer. Het voetpad ligt daarbij iets hoger dan het pad voor fietsers en ruiters. Eigenaardig is dat de lengte van het voetpad op de brug korter lijkt dat het fietspad, Er is veel aandacht besteed aan de houten leuningen en de ophanging daarvan. Drie strippen van leuningen zijn opgetrokken aan en op tap toelopende balusters; de bovenste leuning heeft de vorm van een T-profiel. Aan het eind en in het midden van de leuningen zijn er hogere balusters toegepast. Ook de metalen afdekkapjes ontbreken niet. De brug werd in de jaren twintig van de 21e eeuw verwijderd vanwege de verbreding van de Rijksweg 9. Wanneer zij terug komt is nog niet bekend.

Brug 540
Brug 540

Brug 540 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. Deze brug, ontworpen door Piet Kramer en de Dienst der Publieke Werken is gelegen in een strook aan de noordoostelijke kant van de Burgemeester A. Colijnweg. Brug 540 werd op 24 juli 1939 apart aanbesteed. Bij de uitvoering werd er tegelijk gebouwd aan de bruggen 540-545. Kramer ontwierp voor het Amsterdam een aantal typen bruggen, waarbinnen hij varieerde. Brug 540 werd daarbij toegekend aan de betonnen vaste brug over een relatieve brede watergang, die het hele bos doorsnijdt. Even zuidelijker loopt ze via een viaduct onder de Rijksweg 9 door alsook brug 536 en brug 546, die laatste twee ook van de hand van Kramer. Alhoewel deze drie bruggen in dezelfde periode door dezelfde man zijn ontworpen, verschillen ze aanmerkelijk. Brug 536 is een brug voor snelverkeer, brug 546 is de enige brug in het bos met fysiek gescheiden rijdekken en gelegen in een weg in de open ruimte. Brug 540 is een typische bosbrug. In tegenstelling tot die twee andere bruggen is brug 540 alleen bestemd voor voetgangers, fietsers en ruiters te paard (en eventueel nooddiensten). Het is een zogenoemde boog- of welfbrug, alhoewel de welving maar matig is, mede dankzij die mogelijkheid in beton. De brugleuning is hier weer van siersmeedwerk waarbij de brugleuningen aan beide uiteinden op de landhoofden enigszins wijken. De drie relingen van die leuning annex balustrade grijpen hier vernuftig samen. Baggelaar en Van Schaik zagen overeenkomsten tussen de brug en brug 556 en brug 566; ze vertonen daarbij net zoveel overeenkomsten als verschillen. Zoals bij meerdere bruggen van Kramer in het bos, hebben de diverse vervoersstromen elk hun eigen niveau. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 540 een gezichtsbepalende brug en belangrijke oversteek in een gesloten bos, uiteraard behorend tot het omvangrijke oeuvre van Kramer. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte daarbij nog de overgang tussen “massief” bij de landhoofden en “slank” in het midden terug naar “massief’’ bij de andere landhoofden op. Bovendien waardeerde ze het vanwege het fijnen lijnenspel van de brugleuningen, die op uitkragingen van de brug staan. De brug heeft de officieuze bijnaam Blauwebrug, naar haar leuningen. Echter, meerdere bruggen in het park hebben blauwe leuningen. Toch wordt de naam met name onder de beheerders van het bos gebruikt om de plek te duiden.

Brug 560
Brug 560

Brug 560 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze houten brug van circa 24 meter lengte, valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 558, brug 559 en brug 562 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle toch verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer. De brug valt door haar groen/blauwe kleur zeker op in het landschap. . De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 560 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. Kramer kwam hier met een sterk op brug 559 gelijkende brug, maar toch zijn er verschillen. Daar waar brug 559 één knik heeft, heeft brug 560 er twee. Ook de bekroning van de balusters verschilt, bij brug 559 hoekig, hier kegelvormig. De overspanning wordt bij brug 560 gedragen door twee series van brugpijlers met jukken waarop de stalen liggers rusten. Op de stalen liggers liggen de houten planken, hout is sowieso hier goed vertegenwoordigd. Borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in bewerkte hout. Verder valt op dat de bovenste leuning/balustrade korter is dan de onderste, dat is dan wel weer hetzelfde als bij brug 559. Voorts zijn bij de overspanning twee paar aan balusters gebruikt.

Brug 562
Brug 562

Brug 562 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze houten brug van circa 24 meter lengte, valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 558, brug 559 en brug 560 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle toch verschillend. Deze brug valt op door haar kleurstelling. De liggers zijn geel, leuningen en balustraden zijn wit, onderleuningen (die langer doorlopen dan de bovenste) grijsgroen. Bij de scheiding van de leuningen boven de brugpijlers met jukken zijn kogelvormige staven aangebracht in de kleur blauw. Aan de kopse kanten van de jukken is houtbewerking toegepast. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer. De brug valt door haar grotendeels witte kleur behoorlijk op het landschap dat hier van open ruimte (grasveld) overgaat in bosachtige omgeving. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 562 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element. Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte.

Brug 561
Brug 561

Brug 561 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1940 met het ontwerp voor deze brug voor voetgangers en ruiters te paard. De brug heeft een zuster in brug 555 (gelijke indeling) en een halfzus in brug 564. Deze houten brug 561 met stalen liggers is circa 17 meter lang en wordt gedragen door de betonnen landhoofden en twee series brugpijlers met jukken. De uiteinden daarvan kennen inkepingen. Vanwege de scheiding tussen voetpad enerzijds en ruiter- en fietspad anderzijds in een opstaande middenscheiding aangebracht, die wordt geaccentueerd door een staander aan het begin en eind. In het oeuvre van Kramer alhier valt verder de kleurstelling op: rood (leuningen), grijs (schorten) en wit (algeheel uiterlijk). De brug heeft een lichte welving, de bovenste leuningen en leuning op de middenbalustrade lopen iets verder door dan de middenleuning. De borstwering waaiert enigszins uit. Daar waar brug 555 een eindbaluster heeft om de middenscheiding, wordt deze hier afgesloten met een verlengde leuning. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer, zij meldden de kleurstelling rood en wit. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 555 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De drie bruggen vormen daarin een speelser element. Zij meldden ook de kleurstelling rood en wit, maar meldden extra dat die rode schorten alleen te vinden zijn bij de noordelijke leuningen en de middenbalustrade. Verder is er een uitwaaiering aangebracht op de betonnen landhoofden. Opvallend is het verschil in de eindbalusters; die van de buitenleuningen heeft houtbewerking; die van de middenreeks een bolvormig kapje. De gemeente constateerde dat brug is grover is uitgevoerd dan het oorspronkelijke ontwerp van Kramer.

Brug 554
Brug 554

Brug 554 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug werd echter gebouwd op het grondgebied van de gemeente Aalsmeer, dat in 2002 met Amstelveen overeenkwam de gemeentegrens te verschuiven. De brug is ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 554 is daarentegen een van Kramers betonnen plaatbruggen. Ze is gelegen in een afslag van de Nieuwe Meerlaan en maakt deel uit van de hoofdverkeersroute in het bos. Ze leidt naar een parkeerplaats die ligt op de scheidslijn tussen open ruimte en bos. De brug ligt in de buurt van het radarterrein. Daar waar het in het bos zelf wemelt van de slingerende paden en paadjes, is het radarterrein juist strak rechthoekig uitgevoerd. Net als binnen de categorie houten bruggen in het bos, gaf Kramer elke betonnen brug een ander uiterlijk mee. Ze verschillen dan met name in de leuningen. De bovenste leuning krult aan het eind naar beneden, zoekt verbinding met de onderste leuning en krult vervolgens weer naar boven om steeds smaller zichzelf te raken, waardoor een soort druppelvorm ontstaat. Anderen zien er een hals van een zwaan in. De onderste leuning, die langer doorloopt dan de bovenste, buigt ook naar beneden af, maar lijkt de brug een aarding te geven; ze eindigt in de grond. Een ander onderscheid is de bruinrode kleur van de leuningen. Het grootste verschil met alle andere bruggen in het park is echter te vinden onder de brug. De brug wordt namelijk gedragen door een woud aan brugpijlers, waarvan de buitenste uitkragen. Zo kreeg de brug dertien doorvaarten mee van 1,23 meter breed. Ook het brugdek kraagt daarbij uit ten opzichte van de buitenste pijlers. De opstaande brugranden zijn daarbij van grindbeton; in die randen zijn de leuningen verankerd. De brug heeft een rijdek van 4,05 meter, een voetpad van 2,00 meter en een schamprand van 0,36 meter. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 554 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de rode kleur van de brug accentueert een bouwkundig element bosachtige omgeving; tevens vond men die kleurstelling passend voor de omgeving een plaatbrug van gewapend beton karakteristiek decoratief siersmeedwerk in strakke dunne leuningen sterk architectonisch beeld van de onderbouw. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument mede door de subtiele detaillering.

Brug 556
Brug 556

Brug 556 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1941 ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 556 vormt samen met de brug 540 (Blauwebrug) en brug 566 (Boogbrug) een drietal boogbruggen. Die gezamenlijke omschrijving is dan tevens het enige dat de bruggen gemeen hebben. Zo is de brug 540 een welfbrug van beton; de brug 566 is een betonnen boogbrug en brug 556 is een houten brug. Het duurde lang voordat brug 556 gerealiseerd werd. Hij wordt gedateerd op 1957. De brug is relatief steil ten opzichte van andere bruggen in het bos, terwijl hoogte er hier niet toe doet. Behalve kanoërs en kajakkers is hier geen scheepvaart. Het zou erop wijzen dat Kramer hier een esthetisch statement wilde maken. De brug komt is een vorm die het meest doet denken aan bruggen uit het oude Japan, zoals vastgelegd door Ando Hiroshige. Kramer had belangstelling voor de Oosterse kunst. De omgeving is dan weer nauwelijks Japans; de brug sluit aan op het radarterrein in het bos en ten zuiden van de brug staan Schotse Hooglanders. De brug heeft voor haar doen relatief grote en massief aandoende betonnen landhoofden. De overspanning wordt getild door een houten brugpijlers met juk. Geconstateerd is dat de brug in deze bouwstijl eigenlijk geen ondersteuning in het midden nodig heeft; de boogconstructie zorgt zelf voor de benodigde stevigheid. Tussen de landhoofden ligt de brug als een spaghettisliert gebogen met stalen liggers en houten planken. Alles is daarbij rank uitgevoerd. Kramers originele beroep van timmerman kwam om de hoek kijken bij het ontwerp van de leuningen. De vier leuningen aan beide zijden golven mee met de boog in de brug. Niet alleen buigen ze verticaal, maar ook horizontaal buigen ze mee. Het eind en het begin van de brug zijn breder dan het middendek. De leuningen beginnen en eindigen in houten pilaren met verstekken en afgeronde toppen. De balusters die de leuningen dragen zijn driehoekig van opzet. Drie van de vier leuningen zijn rechthoekig, terwijl de bovenste leuning meer is aangepast aan de bovenzijde van de pilaren. De boven elkaar liggen leuningen zijn zo geplaatst zodat zij lichtjes uitkragen. Ten slotte heeft het rijdek twee hoogtes; het voetpad ligt hoger dan het fietspad. De brug wordt ook wel aangeduid als Hoedbrug, vanwege de gelijkenis met een hoed. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument. Ze voerde aan als redenen: de fraaie boogvorm de opvallend glooiende verschijning in een rechthoekig landschap de brug is representatief voor de variatie is de bruggen van Kramer hier de brug is herkenbaar en wezenlijk onderdeel in de bruggen van Kramer voor het Amsterdamse Bos.