place

Brug 540

Bouwwerk van Piet KramerBrug in het Amsterdamse BosGemeentelijk monument in Amstelveen
2022 Brug 540, Amsterdamse Bos zijaanzicht
2022 Brug 540, Amsterdamse Bos zijaanzicht

Brug 540 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. Deze brug, ontworpen door Piet Kramer en de Dienst der Publieke Werken is gelegen in een strook aan de noordoostelijke kant van de Burgemeester A. Colijnweg. Brug 540 werd op 24 juli 1939 apart aanbesteed. Bij de uitvoering werd er tegelijk gebouwd aan de bruggen 540-545. Kramer ontwierp voor het Amsterdam een aantal typen bruggen, waarbinnen hij varieerde. Brug 540 werd daarbij toegekend aan de betonnen vaste brug over een relatieve brede watergang, die het hele bos doorsnijdt. Even zuidelijker loopt ze via een viaduct onder de Rijksweg 9 door alsook brug 536 en brug 546, die laatste twee ook van de hand van Kramer. Alhoewel deze drie bruggen in dezelfde periode door dezelfde man zijn ontworpen, verschillen ze aanmerkelijk. Brug 536 is een brug voor snelverkeer, brug 546 is de enige brug in het bos met fysiek gescheiden rijdekken en gelegen in een weg in de open ruimte. Brug 540 is een typische bosbrug. In tegenstelling tot die twee andere bruggen is brug 540 alleen bestemd voor voetgangers, fietsers en ruiters te paard (en eventueel nooddiensten). Het is een zogenoemde boog- of welfbrug, alhoewel de welving maar matig is, mede dankzij die mogelijkheid in beton. De brugleuning is hier weer van siersmeedwerk waarbij de brugleuningen aan beide uiteinden op de landhoofden enigszins wijken. De drie relingen van die leuning annex balustrade grijpen hier vernuftig samen. Baggelaar en Van Schaik zagen overeenkomsten tussen de brug en brug 556 en brug 566; ze vertonen daarbij net zoveel overeenkomsten als verschillen. Zoals bij meerdere bruggen van Kramer in het bos, hebben de diverse vervoersstromen elk hun eigen niveau. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 540 een gezichtsbepalende brug en belangrijke oversteek in een gesloten bos, uiteraard behorend tot het omvangrijke oeuvre van Kramer. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte daarbij nog de overgang tussen “massief” bij de landhoofden en “slank” in het midden terug naar “massief’’ bij de andere landhoofden op. Bovendien waardeerde ze het vanwege het fijnen lijnenspel van de brugleuningen, die op uitkragingen van de brug staan. De brug heeft de officieuze bijnaam Blauwebrug, naar haar leuningen. Echter, meerdere bruggen in het park hebben blauwe leuningen. Toch wordt de naam met name onder de beheerders van het bos gebruikt om de plek te duiden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 540 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.310008333333 ° E 4.8272777777778 °
placeToon op kaart

Adres

Blauwebrug

Bruinebrug
1182 DB
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2022 Brug 540, Amsterdamse Bos zijaanzicht
2022 Brug 540, Amsterdamse Bos zijaanzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 539
Brug 539

Brug 539 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Brug 539 stamt uit de tijd van de aanleg van het bos. Aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken werd gevraagd ontwerpen voor de bruggen en bruggetjes te maken. Brug 539 voor voetgangers, fietsers en ruiters is er één uit de serie houten bruggen (tegenover de betonnen bruggen). Die bruggen lijken sterk op elkaar, maar elke brug uit de serie verschilt ten opzichte van de andere. Brug 539 is gesitueerd in het noordelijk deel van het bos, even ten noorden van de Burgemeester A. Colijnweg/Rijksweg 9 en leidt naar een onderdoorgang van die wegen. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Ze constateerde dat de brug een potentiële identiteitsdrager was binnen de bosbruggen, maar dat dat teniet werd gedaan door de bruine brug (de brug kreeg later een witte kleur). De brug is gelegen in gesloten bosomgeving en viel met haar bruine kleur nauwelijks op in het landschap, hetgeen zowel positief als negatief werd uitgelegd. Over de brug gaan alleen voetgangers, fietsers en man/vrouw te paard. Karakteristiek voor deze brug gold nog het houten brugdek en dito leuningen met houtverbindingen en de zuiltjes ofwel balusters. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Ze stelde bij onderzoek vast dat dit een geheel houten brug is. Het geheel steunt op vier series van brugpijlers met jukken waarvan er twee in het water staat en twee verwerkt zijn in de landhoofden. Zoals gebruikelijk bij Kramers in het bos heeft het (hier door een tussenbalustrade) gescheiden dekken voor voetgangers en overige verkeer. Het voetpad ligt daarbij iets hoger dan het pad voor fietsers en ruiters. Eigenaardig is dat de lengte van het voetpad op de brug korter lijkt dat het fietspad, Er is veel aandacht besteed aan de houten leuningen en de ophanging daarvan. Drie strippen van leuningen zijn opgetrokken aan en op tap toelopende balusters; de bovenste leuning heeft de vorm van een T-profiel. Aan het eind en in het midden van de leuningen zijn er hogere balusters toegepast. Ook de metalen afdekkapjes ontbreken niet. De brug werd in de jaren twintig van de 21e eeuw verwijderd vanwege de verbreding van de Rijksweg 9. Wanneer zij terug komt is nog niet bekend.

Brug 535
Brug 535

Brug 535 is een vaste brug in het Amsterdamse Bos, vallend onder de gemeente Amsterdam. Deze houten brug ligt in een voetpad nabij het doolhof en de geitenboerderij. Het maakt deel uit van een serie bruggen die ogenschijnlijk op elkaar lijken. Andere bruggen uit die familie zijn brug 533, brug 534 en brug 528. Ze werden tegelijkertijd ontworpen en gebouwd. Ontwerp kwam van architect Piet Kramer van de Dienst der Publiek Werken. Hij ontwierp voor het Amsterdamse Bos talloze houten bruggen, alhoewel in te delen in soortgelijke bruggen binnen een familie verschillen alle houten bruggen van elkaar. De drie bovenstaande bruggen hebben bijvoorbeeld een brugpijler in de watergang, maar dit kleine bruggetje 535 niet. De brug ligt in hetzelfde onverharde wandelpad als bruggen 533 en 534. De brug wordt gedragen door in de oevers staande houten brugpijlers, waarop dwars jukken zijn gelegd. Die jukken dragen de overspanning, geheel opgetrokken van hout. Vanuit de zijkant van de houten liggers rijzen taps toelopende balusters op afgesloten door ronde rode kapjes. Vanaf het brugdek staan daartussen zeshoekige balusters die tot de bovenste leuning lopen. De balustrades worden gevormd door balken (boven) en planken (onder). De bovenste leuningen lopen daarbij verder door dan de onderste. Vanuit die onderste leuningen lopen geleideleuningen door tot op de walkant. Het voetpad is breder dan het brugdek, de geleideleuningen trekken ook de blik van de kijker naar de brug. De geleideleuningen worden aan hun eind gedragen door balusters, die hier worden afgedekt door middel van puntige kapjes. Die vorm kapjes zijn ook terug te vinden in de uiteinden van de jukken.

Brug 534
Brug 534

Brug 534 is een vaste brug in het Amsterdamse Bos, vallend onder de gemeente Amstelveen, maar in beheer bij Gemeente Amsterdam. Deze houten voetbrug bestaat uit twee helften, die als bij een wipbrug op elkaar aansluiten. Echter brug 534 is een vaste brug, waarbij de twee helften ondersteund worden door een brugpijler in het midden van de watergang. De brug ligt net als brug 533 in een deels onverhard voetpad nabij het doolhof en de geitenboerderij. De brug werd rond 1937 ontworpen door architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Binnen zijn oeuvre in het bos zijn er bouten, bakstenen en betonnen bruggen. Deze relatief kleine brug is geheel van hout. Ze heeft qua uiterlijk broertjes in brug 533, brug 535 en brug 528. Ze stammen alle vier uit dezelfde periode van bouwen, maar verschillen op detailniveau. De vier bruggen delen een soortgelijke overspanning en pylonen (met houtbewerking bovenin) in het midden, maar de bovenbouw van brug 534 verschilt dan weer van de andere drie. Qua balusters heeft brug nog wel een zelfde uiterlijk, behalve dat ze hier wit geschilderd zijn. De kleinere eindbalusters zijn voorzien van rode kapjes (diamantmotief); deze kapjes zijn verder te zien op de pylonen en 90 graden gedraaid op de jukken. Daar waar bruggen 528 en 533 voor de balustraden en leuningen balken en planken hebben, zijn hier alleen balken toegepast; de bovenste zijn daarbij korter dan de onderste. Geleidestroken naar de brug waren hier niet nodig, want de brug is net zo breed als het voetpad.

Brug 541
Brug 541

Brug 541 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door gemeente Amsterdam. Brug 541 stamt uit de tijd van de aanleg van het bos. Aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken werd gevraagd ontwerpen voor de bruggen en bruggetjes te maken. Brug 541 voor voetgangers, fietsers en ruiters is er één uit de serie houten bruggen (tegenover de betonnen bruggen). Die bruggen lijken sterk op elkaar, maar elke brug uit de serie verschilt ten opzichte van de andere. De brug is gesitueerd in het noordelijk deel van het bos, even ten noorden van de Burgemeester A. Colijnweg/Rijksweg 9. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Ze constateerde dat de brug een markeringspunt is het bos, waar een brede boslaan beging (of eindigt). De brug had ten tijde van het onderzoek een bruine kleur, waardoor de brug nauwelijks opviel in de omgeving. Ze roemde de brug vanwege de eenheid tussen dek en leuningen en de karakteristieke houtverbindingen (Kramer was van origine timmerman), die echter aan het zicht onttrokken werden door de bruine kleur. De brug is geschikt voor kleine voertuigen. Minpunt in de beoordeling was de zichtbaarheid van die Rijksweg 9. Wanneer Amstelveen even later onderzoek doet voor het verklaren tot gemeentelijk monument is de brug weer wit. Zij troggen een houten brug aan met stalen liggers die hangt tussen twee betonnen landhoofden. De brug kent daarbij een houten paalfundering en houten brugpijlers waarop houten jukken liggen. De betonnen borstweringen zijn uitgevoerd met houten leuningen die rusten op taps toelopende ronde balusters. Het brugdek is verdeeld in aparte rijstroken voor voetgangers, ruiters en fietsers, die op aparte hoogten liggen en aangegeven worden door palen. De balusters die de leuningen dragen op het midden op de brug zijn ook taps uitgevoerd, maar dan vierkant, ze eindigen in de bovenleuning. De eindbalusters echter steken boven de bovenleuning uit in een kristalachtige structuur. Een bijzonder detail is te zien op de uiteinden van de jukken, deze hebben deels een waaierstructuur. De brug vertoont overeenkomsten met brug 539, brug 541 is echter plat, brug 539 heeft op- en afritten.

Brug 537
Brug 537

Brug 537 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de inrichting van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig. De brug werd gelijk met zusterbrug brug 536 gebouwd, ook brug 539 werd toen gebouwd. Het drietal werd aanbesteed op 26 september 1938. In november van datzelfde begonnen de bouwwerkzaamheden. De architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was verantwoordelijk voor het ontwerp. Bruggen 536 en 537 wijken sterk af van de overigen bruggen in het bos. Ze werd gebouwd in wat toen al een doorgaande route voor “snelverkeer” was, de Burgemeester A. Colijnweg. Via de onderdoorgang in het viaduct werd een verbinding gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het bos. Brug 537 heeft alle uiterlijke tekenen van een Kramerbrug. Ze is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School met afwisseling van bak- en natuursteen (sluit- en dekstenen). Bijzonder aan de brug is dat het een combinatie betreft van plaat- en liggerbrug. De betonnen plaat wordt gedragen door stalen liggers de brugliggers. Die brugliggers worden ondersteund door stalen brugpijlers met juk. Die brugpijlers staan overigens niet in het midden van de overspanning. De drie pijlers vormen samen een soort portaal. Opvallend daarbij is de middelste brugpijler die van boven naar beneden taps uitgevoerd is. Geïntegreerd is een trap met granieten treden. Ten aanzien van de leuningen kent de brug twee stijlen. De daadwerkelijke brugleuning zijn uitgevoerd in zwaar siersmeedwerk, zoals hij die ook ontwierp voor de binnenstad. De leuningen als onderscheid tussen onderliggende paden en watergang (Kromsloot) is uitgevoerd conform de betonnen bruggen die Kramer uitwierp voor het park. In 1958 werd het rijdek-profiel van zowel brug 536 als 537 aangepast onder beheer van Rijkswaterstaat. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 537 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre. Een groot minpunt was dat de brug ten tijde van het onderzoek aan beide zijden geflankeerd werd door enerzijds een fietsbrug en anderzijds een viaduct in Rijksweg 9. Die fietsbrug werd noodzakelijk omdat brug 537 onvoldoende breed was om twee richtingen rijstroken en een fietspad te dragen. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. De bovenzijde maakt eigenlijk geen deel uit van het bos (Burgemeester A. Colijnweg), de onderzijde juist wel. De daar liggende voet- en fietspaden en watergang vormen de verbinding noord-zuid. In de periode 2021 tot 2026 zijn er grote werkzaamheden rondom brug 536 en brug 537. Rijksweg 9 zal verlegd en verbreed worden van drie naar vier rijstroken beide richtingen. Daarvoor moeten ter plaatse nieuwe kunstwerken gebouwd worden. De werkzaamheden vormen onderdeel van het Project Schiphol-Amsterdam-Almere.

Brug 536
Brug 536

Brug 536 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de inrichting van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig. De brug werd gelijk met zusterbrug brug 537 gebouwd, ook brug 539 werd toen gebouwd. Het drietal werd aanbesteed op 26 september 1938. In november van datzelfde begonnen de bouwwerkzaamheden. De architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was verantwoordelijk voor het ontwerp. Bruggen 536 en 537 wijken sterk af van de overigen bruggen in het bos. Ze werd gebouwd in wat toen al een doorgaande route voor “snelverkeer” was, de Burgemeester A. Colijnweg en over wat later bekend werd als de Nieuwe Meerlaan. Via de onderdoorgang in het viaduct werd een verbinding gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het bos. Brug 536 heeft alle uiterlijke tekenen van een Kramerbrug. Ze is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School met afwisseling van bak- en natuursteen (sluit- en dekstenen). Bijzonder aan de brug is dat het een combinatie betreft van plaat- en liggerbrug. De betonnen plaat wordt gedragen door stalen liggers de brugliggers. Die brugliggers worden ondersteund door stalen brugpijlers met juk. Die brugpijlers staan overigens niet in het midden van de overspanning. De drie pijlers vormen samen een soort portaal. Opvallend daarbij is de middelste brugpijler die van boven naar beneden taps uitgevoerd is. Geïntegreerd is een trap met granieten treden. Ten aanzien van de leuningen kent de brug twee stijlen. De daadwerkelijke brugleuning zijn uitgevoerd in zwaar siersmeedwerk, zoals hij die ook ontwierp voor de binnenstad. De leuningen als onderscheid tussen onderliggende paden en watergang is uitgevoerd conform de betonnen bruggen die Kramer uitwierp voor het park. Bijzonder is ook de balustrade tussen Nieuwe Meerlaan en de sloot daarnaast. Het is een bakstenen muur met rollaag en bewerkte granieten sluitstenen, ook te vinden in de balustraden op de brug. Ongeveer parallel aan de brug ligt even zuidelijker de bosbrug brug 546. In 1958 werd het rijdek-profiel van zowel brug 536 als 537 aangepast onder beheer van Rijkswaterstaat. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 536 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre. Een groot minpunt was het aantal verkeersborden dat de brug omringde. Tevens vond het bureau de rijksweg 9 te opdringerig. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. De bovenzijde maakt eigenlijk geen deel uit van het bos (Burgemeester A. Colijnweg), de onderzijde juist wel. De daar liggende voet- en fietspaden en watergang vormen de verbinding noord-zuid. In de periode 2021 tot 2026 zijn er grote werkzaamheden rondom brug 536 en brug 537. Rijksweg 9 zal verlegd en verbreed worden van drie naar vier rijstroken beide richtingen. Daarvoor moeten ter plaatse nieuwe kunstwerken gebouwd worden. De werkzaamheden vormen onderdeel van het Project Schiphol-Amsterdam-Almere.

Brug 546
Brug 546

Brug 546 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de tijd dat er na de Tweede Wereldoorlog verder werd gewerkt aan het bos. De brug werd in april 1940 ontworpen, maar eerst op 21 juli 1947 aanbesteed; in september 1947 begonnen de werkzaamheden en in juni 1948 was de brug klaar. Brug 546 ligt in het zuidelijk deel van het bos, ten zuiden van de Burgemeester A. Colijnweg en Rijksweg 9/Burgemeester van Sonweg. De brug ligt in het knooppunt tussen de Nieuwe Meerlaan en de Burgemeester A. Colijnweg. Anders dan de andere bruggen in de directe omgeving ligt deze brug op maaiveldniveau; even verderop ligt brug 536 in een dijklichaam. Deze twee bruggen liggen slechts 135 meter uit elkaar, zijn qua ontwerp beide ongeveer even oud, zijn beide ontworpen door Piet Kramer van en met de Dienst der Publieke Werken en beide vertonen allerlei tekenen van de bouwstijl Amsterdamse School. Het is daarom opmerkelijk te noemen, dat het zeer verschillende bruggen zijn. Aan brug 536 wijst alles op een drukke verkeersbrug, brug 546 is een landelijk gelegen brug. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos vier typen bruggen: ophaalbruggen (waaronder de ballenbruggen), allerlei houten parkbruggen, betonnen bruggen en de verkeersbruggen. Brug 546 is er één uit de derde categorie. Er liggen er talloze verspreid over het bos en lijken een basisontwerp te hebben. Echter al die betonnen bruggen zien er anders uit. Brug 546 is bijvoorbeeld de enige brug met door een open ruimte gescheiden rijdekken en vides met plantenbakken. Die plantenbakken hebben de vorm van een voorsteven van een schip. In de afwerking is er verschil tussen puntige en vloeiende vormen; tevens is de constructie van zowel beton als baksteen. De leuningen worden gevormd door gietijzeren constructies omhoog gehouden door dito balusters. Aan ieder zijde zijn er leuningen op twee hoogtes, daarbij draagt de onderste bestaande uit één laag als het ware bovenste bestaande uit twee lagen. Bij het aanknopingspunt omringt de onderste de bovenste. Apart is tevens te noemen de metalen balustrades rondom de opening. Het werd in 1999 omschreven als een brug van baksteen, gewapend beton en stalen liggers. Ook in 2023 heeft de brug een eigen indeling, van noord naar zuid: voetpad, rijdek, middenberm, rijdek, berm, fietspad en voet/ruiterpad. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 546 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre, al maakten de vele verkeersborden inbreuk op de schoonheid. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte nog op, dat het brugdek wordt gedragen door natuurstenen (granieten) sluitstenen. De brug kreeg de (officieuze) bijnaam Klimopbrug; er hing jarenlang een klimop aan. Amsterdam heeft sinds 2011 een officiële Klimopbrug, deze ligt aan het andere eind van de stad, Amsterdam-Noord.

Brug 545
Brug 545

Brug 545 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1939 vermoedelijk ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen , zoals vlonderbruggen, duikers en een aantal ophaalbruggen. Brug 545 valt in de eerste categorie. Het is een zeer eenvoudige brug. Ze werd samen met de bruggen 540, 541, 542, 543 en 544 aanbesteed, waarvan wel bekend is dat Kramer de ontwerper was. Het zijn zes vaste bruggen, waarvan deze veruit het makkelijkst te bouwen was. Zo moest er voor brug 543 graniet bewerkt worden. Voor brug 545 was alleen hout nodig. Nadat een niet al te diepe houten paalfundering de zompige de bodem is ingewerkt, kon volstaan worden met hamer, boor en zaag. De overspanning (inmiddels op betonnen landhoofden) draagt twee of drie enigszins gewelfde balken, die het loopdek uit planken draagt. De brug heeft maar aan een zijde een leuning die wordt gedragen door balusters. De leuning lijkt daarbij gedragen te worden door de balusters. De leuning is bij de eerste en laatste baluster via een verstek bevestigd. Deze twee balusters zijn hoger dan de andere en voorzien van een kapje. Eenvoudigheid bedriegt hier want de balusters lopen alle taps naar de bovenkant en ook de ondereinden van de middelste balusters lopen schuin weg. De brug wordt begeleid door vier houten borstwerinkjes. Eén borstwering bestaat uit twee balusters met puntdakjes, die in een verstek de borstwering draagt. Deze simpelheid zal ervoor gezorgd hebben dat de brug, in tegenstelling tot de andere bruggen in die aanbesteding, niet benoemd is tot gemeentelijk monument. Vermoedelijk is de brug al een keer vernieuwd. Gezien de hoeveelheid verschillende bruggen die Kramer voor het bos ontwierp mag verwacht worden dat ook deze eenvoudige brug de enige met dit uiterlijk is. De brug gaat geheel op in haar omgeving; het bos. Het is vermoedelijk de kortste brug in het bos; de langste is brug 1545, 170 meter langer.