place

Bijloke

Beschermd stadsgezicht in GentKlooster in GentOnroerend erfgoed in Gent
Bijloke 2010PM 0264 21H7270
Bijloke 2010PM 0264 21H7270

De Bijloke is een gebouwencomplex in de Belgische stad Gent. De naam is afkomstig van de Bijlokemeersen, de weilanden die door gravin Johanna van Constantinopel geschonken werden voor de oprichting van een hospitaal. Hier werden in de 13e eeuw het Bijlokehospitaal en de Bijlokeabdij opgetrokken. Het complex bestaande uit hospitaal, abdij en nutsgebouwen werd gebouwd in drie perioden: de middeleeuwen, de 17e eeuw en de 19e eeuw. Thans bevindt zich hier de Bijlokesite, een cultureel centrum met onder meer het Stadsmuseum Gent (STAM), het Muziekcentrum De Bijloke Gent, de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Hogeschool Gent Conservatorium. Verschillende elementen van de site werden beschermd als monument: in 1943 de voormalige abdij van Onze Lieve Vrouw en in 1980 de ziekenzaal en kapel van het Bijlokehospitaal, het Craeckhuis, de rouwkapel, het voormalig instituut voor ontleedkunde, de vroedkundige school en materniteit. In 1980 werd ook de hele site als stadsgezicht beschermd. De restauratie van de Bijloke werd bekroond met de Vlaamse Monumentenprijs 2011.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Bijloke (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Bijloke
Godshuizenlaan, Gent

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BijlokeLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.043888888889 ° E 3.7166666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Godshuizenlaan
9000 Gent (Gent)
Oost-Vlaanderen, België
mapOpenen op Google Maps

Bijloke 2010PM 0264 21H7270
Bijloke 2010PM 0264 21H7270
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Rommelaere Instituut
Rommelaere Instituut

Het Rommelaere Instituut is een neogotisch gebouw van de Universiteit Gent en huisvestte het instituut voor Hygiëne, voor Bacteriologie en voor de Gerechtelijke Geneeskunde van de Faculteit Geneeskunde. Ook het Medical Biotechnology Center van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie VIB had op de site z'n intrek genomen, tot het verhuisde naar Zwijnaarde. Het U-vormig gebouw werd in 1899 gerealiseerd door architect Louis Cloquet in een mengeling van Brabantse en Vlaamse neogotiek met onder andere roze baksteen, blauwe hardsteen, gele zandsteen, groen glas, natuurleien met geometrische motieven, groen en geel geglazuurde keramische vorstkammen, lantaarntjes en andere topbekroningen. Het gebouw werd in 1905 in gebruik genomen. Het complex eert de Gentenaar Guillaume "Willem" Rommelaere, arts (zelfs lijfarts van koningin Marie Henriëtte) en voormalig rector van de Université libre de Bruxelles. Een West-Vlaams zakenman, Arthur Renier, financierde een gedeelte van de bouwkost uit erkentelijkheid voor dokter Rommelaere wiens patiënt hij was. Rommelaere kreeg aldus een instituut in een concurrerende instelling. Hij zou enkel bij de inhuldiging eenmalig het gebouw betreden. Voor de realisatie van het nieuwe complex was op de site al een laboratorium van de universiteit gevestigd, het was trouwens in dat labo dat Prof. Émile Pierre Marie Van Ermengem, microbioloog, in 1895 botulinetoxine ontdekte en de bacterie Clostridium botulinum identificeerde zodat de oorzaak van het eerder geïdentificeerde botulisme verklaard kon worden. De westvleugel van het Rommelaere Instituut grenst aan de Hospitaalstraat, de noordvleugel aan de Apotheekstraat en de zuidvleugel aan de Prof. Jozef Kluyskensstraat. Op de binnenplaats is een paviljoen en toegang tot een meteorologische toren. De Dienst voor veiligheid en gezondheid en de bedrijfsgeneeskundige dienst van de universiteit waren er gevestigd, naast de laboratoria voor Toxicologie en gerechtelijke geneeskunde en het universitair centrum voor begeleiding en opleiding. De universiteit van Gent liet het complex restaureren met steun van ingenieur Polet van het studiebureau Riessauw. Voor de restauratie van de ramen liet de aannemer een glazenier mondgeblazen groene glasbouwstenen maken in Falconnierglas. Het gebouw werd in 1995 erkend als onroerend erfgoed.