place

Hofje Codde en Van Beresteijn

Haarlem Zuid-WestHofje in Haarlem
Hofje van Beresteijn in 1910
Hofje van Beresteijn in 1910

Het Hofje van Codde en Beresteijn is een hofje in de Nederlandse stad Haarlem. Het huidige hofje dateert uit 1968 en is een samenvoeging van twee elders gesloopte hofjes: het Hofje van Codde en het Hofje van Beresteijn. Het Hofje van Codde en Beresteijn is gelegen aan de Jos Cuypersstraat in de Geschiedschrijversbuurt in Haarlem Zuid-West, vlak bij de Kathedrale basiliek Sint Bavo.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hofje Codde en Van Beresteijn (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hofje Codde en Van Beresteijn
Bisschop Bottemanneplein, Haarlem

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hofje Codde en Van BeresteijnLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376666666667 ° E 4.6211111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Bisschop Bottemanneplein

Bisschop Bottemanneplein
2014 XD Haarlem (Haarlem)
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Hofje van Beresteijn in 1910
Hofje van Beresteijn in 1910
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Represailles Westergracht
Represailles Westergracht

De represailles aan de Westergracht op 26 oktober 1944 waren een vergelding van de Duitse bezetter voor de aanslag door het Haarlems verzet op politieagent Fake Krist. Als represaillemaatregel werden tien Nederlanders op de Westergracht te Haarlem gefusilleerd en werden vier huizen in brand gestoken. Krist was lid van de NSB en was een medewerker van de Duitse Sicherheitsdienst. Het verzet wist dat zijn executie, die op 25 oktober was uitgevoerd, niet zonder gevolgen zou blijven. Vooral omdat gedurende het laatste oorlogsjaar de confrontatie tussen verzet en bezetter steeds grimmiger werd. Een dag na de aanslag, stopten 's morgens vroeg twee Duitse militaire vrachtwagens bij het plantsoen achter de Bavo. De ambtenaar Johan van Rijn zag het vanuit zijn slaapkamerraam gebeuren. Voorbijgangers werden verplicht om toe te zien hoe de Duitsers wraak namen. De verzetsstrijdster Truus Oversteegen was daar bij. Met anderen werd ze aangehouden toen ze toevallig passeerde. Vijf mannen sprongen geboeid uit een van de vrachtwagens. Ze werden voor het hekje van het plantsoen opgesteld. Toen de geweren aan de schouders werden gezet begon een oude man aarzelend het Wilhelmus te zingen. Een mitrailleursalvo klonk en de mannen waren gedood. Direct daarop ondergingen vijf andere mannen hetzelfde lot. De tien mannen (Todeskandidaten) waren afkomstig uit het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de Weteringschans: W. De Boer (26 jaar) W. Böhler (49 jaar) C. Erends (32 jaar) G. Fambach (32 jaar) R. Loggers (29 jaar) F. Maaswinkel (33 jaar) K. Tempelman (31 jaar) Cornelis Vlot (37 jaar) J. de Vries (27 jaar) Jo Wüthrich (40 jaar) Als bijkomende represaillemaatregel werden vier huizen op de hoek Leidsezijstraat-Westergracht verwoest. Ze moesten binnen drie kwartier worden ontruimd en gingen in vlammen op. De inwoners konden niet veel meer meenemen dan wat kleding die ze inderhaast van de kapstok hadden gegrist.

Raambrug (Haarlem)
Raambrug (Haarlem)

De Raambrug is een vaste brug in de Noord-Hollandse Haarlem. De brug overspant de Raamsingel. De brug verbindt de Raamvest, Wilsonsplein en Wilhelminastraat in het centrum met het Tuinlaantje, Koninginneweg, Raamvest en Van Eedenstraat in Haarlem Zuid-West. De brug ligt in een belangrijke doorgaande route tussen centrum en de N205. Tot omstreeks 1870 bevond zich ter hoogte van deze brug de Raampoort, een voormalige stadspoort. De brug werd ook wel Wilsonsbrug genoemd. Met het slechten van de Raampoort in 1870, dat al meer tot een hek met portierswoning was geworden werd ook een nieuwe vaste rijbrug aangelegd. Deze brug werd rechter gelegd en sloot zo aan op het Molenpad, thans Koninginnenweg. Vanaf 1899 maakte de Ceintuurbaan, een tramlijn en ringlijn van de Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij mede gebruik van de brug. Per 1 januari 1929 werd de oostelijke tak opgeheven en vormde het lijn 4 tussen Stationsplein en Leidsevaart via deze brug. Op 6 september 1934 werd ook deze lijn opgeheven. Op 2 juni 1902 vond een ongeluk plaats waarbij een tramwagon van de Ceintuurbaan te water raakte. De brug is meermaals verbreed te weten in 1919 en 1990. In 1919 had de brug een breedte van 7,1 m dit werd verbreed 12,7 m, zodat er rijvlak van 8,3 m ontstond met aan blijde kanten een trottoir van 2,2 m. Deze verbreding werd noodzakelijk geacht door het toenemende verkeer naar de in 1918 gebouwde Stadsschouwburg aan het Wilsonsplein.