place

Veldkantkapel

Kapel in Vlaams-BrabantOnroerend erfgoed in Grimbergen
Veldkantkapel 2020 04 12
Veldkantkapel 2020 04 12

De Veldkantkapel is een grote neogotische kapel aan de Grote Kerkvoetweg in Grimbergen. Dit is de weg langs waar de inwoners van Heienbeek (Verbrande Brug) destijds te voet ter kerke gingen toen dit gehucht zelf nog geen kerk had. Het is de grootste kapel van Grimbergen en ze is opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. De Veldkantkapel werd in 1872 of 1878 opgericht door de familie J. B. Luypaert-Potens uit dank voor een bekomen genezing. In 1883 werd ze vergroot in opdracht van de familie De Nayer-Leemans uit Vilvoorde uit dank voor de genezing van hun dochter. In 1902 liet graaf Cornet de Peissant bij de kapel een kleine grot maken waarin hij een O.L.V. beeld plaatste dat hij uit Lourdes had meegebracht. Tijdens de zomermaanden had hier iedere vrijdagavond een misviering plaats en tot enkele jaren terug werden er nog missen gecelebreerd in Mariamaand, maar dat liet de staat van de kapel niet meer toe. De kapel is privé eigendom, maar men kende de eigenaar niet meer. De laatste gekende eigenares was Josephine De Naeyer, die de kapel verkreeg in 1907. Na een zoektocht werden in 2021 vijf erfgenamen gevonden..

Fragment uit het Wikipedia-artikel Veldkantkapel (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Veldkantkapel
Voetweg 61 - Grote Kerkvoetweg, Grimbergen

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: VeldkantkapelLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.940833333333 ° E 4.3933333333333 °
placeToon op kaart

Adres

Voetweg 61 - Grote Kerkvoetweg

Voetweg 61 - Grote Kerkvoetweg
1850 Grimbergen
Vlaams-Brabant, België
mapOpenen op Google Maps

Veldkantkapel 2020 04 12
Veldkantkapel 2020 04 12
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Vliegtuigloodsen (Grimbergen)
Vliegtuigloodsen (Grimbergen)

De vliegtuigloodsen op het vliegveld Grimbergen zijn twee ronde betonnen hangars, die ontworpen zijn door Alfred Hardy. De hangars werden in 1947 gebouwd op basis van het principe van een betonnen paddenstoelconstructie (la dalle autoportante) waarop Hardy in 1946 een patent had genomen. Volgens het principe van de ronde vorm van de schaalstructuur wordt de structuur van het dak op een innovatieve en zeer lichte manier gebouwd: hoewel de betonschalen voor het dak van de hangars nergens dikker zijn dan 10 cm, wordt dankzij een zelfdragende betonstructuur een oppervlakte van bijna 2000 m² overspannen. Er is geen buitenwand, maar een aaneenschakeling van schuifdeuren over de volledige omtrek. De diameter van de hangars bedraagt 50 meter; de binnenste cirkel waar de 4 poten zich bevinden heeft een diameter van 22 meter; de buitenste uitkraging bedraagt zo 14 meter vanaf de steunpunten tot de schuifdeuren rondom. Doordat de cirkelvormige structuur zelf in helling staat en aan zijn uiteinden door een trekring vastgehouden wordt, kan ze onder belasting niet openplooien. De krachtsverdeling is zo dat in principe in de trekring alle trekkrachten opgenomen worden (door de spankabels), en in de betonnen schaal zelf enkel de drukkrachten. Op deze manier worden de materialen optimaal benut, en kunnen ze kleiner gedimensioneerd worden. Dit ontwerp van Hardy was het enige Belgische werk dat werd opgenomen in de overzichtstentoonstelling Twentieth Century Engineering in 1964 in het New Yorkse Museum of Modern Art en is ouder dan de meeste schaalbetonnen realisaties van architecten zoals Eero Saarinen (Verenigde Staten) of Felix Candela (Mexico).

Tommenmolen
Tommenmolen

De Tommenmolen is een van de vijf watermolens aan de Maalbeek in de Vlaams-Brabantse gemeente Grimbergen. In deze 16e-eeuwse molen (1541 of 1547) zijn tentoonstellingen van het Museum voor de Oudere Technieken (Het MOT) ondergebracht. De molen die nu Tommenmolen heet, werd oorspronkelijk Liermolen genoemd. Omstreeks 1400 kreeg hij de naam Tommenmolen naar de familie Van der Tommen, die er meer dan een eeuw in het bezit van was. Mogelijk werd de Tommenmolen gebouwd nadat de eerste Liermolen aan de abdij werd geschonken. In 1573 kochten de Norbertijnen van Grimbergen de molen en bleef in hun bezit tot aan de Franse bezetting. Tijdens de godsdiensttroebelen in de 16e eeuw raakte de molen in verval. Ook in de 18e eeuw was de molen aan herstelling toe. Het uitwendige drijfwerk werd in 1930 vernieuwd en de molen bleef in werking tot in de jaren 1960. De molen werd in 1967 door de gemeente aangekocht en in 1971 gedeeltelijk gerestaureerd. Het waterrad kon in beweging gebracht worden maar er werd niet meer gemalen. In tussentijd zijn de sluizen, het waterrad en het binnenwerk terug aan restauratie toe. Op het erf van de Tommenmolen werd een vakwerkschuur en een bakoven geplaatst die elders in Grimbergen moesten verdwijnen. De bakoven werd in 2016 volledig heropgebouwd en wordt gebruikt voor diverse bak-activiteiten. Naast de schuur plaatste het MOT een metalen rosmolen, een zogenaamde "manège" waarmee bijvoorbeeld een dorsmachine kan aangedreven worden.

Molenveld (Grimbergen)
Molenveld (Grimbergen)

Molenveld is een wijk en een parochie in het zuidoosten van de Vlaamse gemeente Grimbergen, dicht bij de grens met Vilvoorde. De parochiekerk is toegewijd aan Sint-Cornelius. Het is een recent gehucht met een eigen parochiekerk. De naam is afgeleid van de toponiemen Klein Molenveld en Groot Molenveld, respectievelijk ten noorden en zuiden van de Vilvoordsesteenweg. Het Groot Molenveld refereert aan een verdwenen watermolen die omstreeks 1300 gebouwd werd door de abdij van Grimbergen en vermoedelijk ingeplant was aan de kruising van de Oude Schapenbaan en de Tangebeek. De molen op het Klein Molenveld was gelegen aan de voet van de Borgtberg. Het gebied bleef zo goed als onbebouwd tot het midden van de 20ste eeuw. In 1961 werd het Klein en het Groot Molenveld verkaveld. Tegen 1971 was het grootste deel van de verkavelingen bebouwd. Er is een structureel onderscheid tussen noord en zuid, gescheiden door de Vilvoordsesteenweg die het gebied van west naar oost doorsnijdt. Het Groot Molenveld werd volgens een planmatige aanleg getekend door landmeter P. Bouzin-Willème van Strombeek waarbij centraal een kerk en pastorie werden voorzien. In functie van de daaropvolgende bebouwing werd het gebied op 1 december 1960 erkend als parochie (de Sint-Corneliusparochie), gevolgd in 1961 door de oprichting van de Sint-Corneliuskerk en pastorie aan de Tangedallaan. De van Melsbroek overgebrachte noodkerk, werd tot op heden behouden. De nieuw ontworpen pastorie naast de kerk is van de hand van architect G. Van Campenhout (Vilvoorde) en werd in 1970 door architect Buelens verbouwd. In 2000 werd de kerk verbouwd en opgesplitst met achteraan de parochiezaal. In 1964 werd door de zusters van de Heilige Jozef van Calasanz van Vorselaar een kleuterschooltje opgericht aan de Vijverstraat, heden afgebroken. De bebouwing bestaat uit gekoppelde bel-etagewoningen uit het derde kwart van de 20ste eeuw.