place

Volgermeerpolder

Amsterdam-NoordChemische industrieDrasland in NederlandLaagveengebiedMilieukwestie in Nederland
Voormalige vuilstortplaats
Amsterdam Volgermeerpolder
Amsterdam Volgermeerpolder

De Volgermeerpolder is een natuurgebied ten noorden van Amsterdam, dat in gebruik was als vuilnisbelt en waar jarenlang giftig vuil is gestort. Het gebied, dat ligt tussen de Broekermeerpolder en de Belmermeerpolder, is geen polder. Oorspronkelijk Volgerweren geheten, werd het in 1853 door een kaartenmaker abusievelijk benoemd als Volgermeerpolder. Vanaf 1927 is het gebied gebruikt als vuilstortplaats na het afgraven tussen 1920 en 1955 van veen onder de naam Veenderij Zunderdorp. In de jaren 1960 werd er door meerdere chemische bedrijven, waarvan het grootste Philips-Duphar was, tienduizenden vaten gif gedumpt met oogluikende toestemming van Amsterdamse ambtenaren. In maart 1980 werd het eerste gifvat bij toeval ontdekt door iemand die er werkte. Toen deze 'klokkenluider' dit bekendmaakte, werd hij meteen ontslagen. De Volgermeer is volgens de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam de grootste vervuilde locatie van Nederland. Omdat het terrein te groot is voor een bodemsanering stelde het Ministerie van VROM in 1998 voor de voormalige stortplaats af te dekken met folie en daarbovenop grond van elders aan te brengen. In 2001 heeft een geslaagde proef plaatsgevonden. In 2006 is daadwerkelijk met de inkapseling begonnen. Eerst is een deklaag van grond aangebracht, met daaroverheen een niet waterdoorlatende folie. Over de folie is nog een laag grond gebracht. Daarbovenop wordt getracht natuurlijke veenmosvegetaties te ontwikkelen die door hun speciale eigenschappen kunnen bijdragen aan een duurzame en permanente isolatie van de vervuilde lagen eronder. Dit is een experimentele techniek van veenvorming die door het adviesbureau natural capping wordt genoemd. Hiertoe is onder meer 15 km kade aangelegd zodat natte gebiedjes gelijkend op sawa's zijn ontstaan. Na afloop van de afdekking heeft de voormalige vuilstortplaats het aanzien en het beheer gekregen van een natuurgebied. Met deze oplossing zal het gebied wel altijd gecontroleerd moeten blijven worden vanwege eventueel mogelijke lekkage van verontreinigd grondwater. Op 23 april 2011 is het gebied voor het eerst opengesteld voor publiek. Landschap Noord-Holland organiseerde hier een open dag.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Volgermeerpolder (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Volgermeerpolder
Broekergouw, Amsterdam Noord

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: VolgermeerpolderLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.416666666667 ° E 4.9916111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Broekergouw
1027 AH Amsterdam, Noord
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam Volgermeerpolder
Amsterdam Volgermeerpolder
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Jan Marsisbrug
Jan Marsisbrug

De Jan Marsisbrug (bruggen 309/310) zijn vaste bruggen in Amsterdam-Noord al lijkt er sprake te zijn van één brug. De overspanning bestaat uit twee delen, een deel voor snel (gemotoriseerd) verkeer en een deel voor langzaam (voetgangers en fietser) verkeer. Ze liggen ten zuidwesten van de boerderij Bloemendalergouw 13, een rijksmonument. Ze zijn gelegen in de Bloemendalergouw. Deze weg (gouw betekent landweg) vormt de verbinding tussen de dorpskernen Ransdorp en Holysloot en schampt daarbij de oevers van het Kinselmeer in landelijk Noord. De bruggen overspannen de Jan Massensloot, vernoemd naar boerderijhouder Jan Marsis (de naam is later verbasterd tot Massen). De bruggen stonden tot 2017 bekend als brug 67P, een verwijzing naar onderhoud/beheer door provincie of rijk. De kunstwerken zijn "vast", een verschil ten opzichte van de andere bruggen in de buurt, die veelal een ophaalbrugconstructie hebben. Er ligt hier al jaren een brug, de brug is te zien op een landkaart uit 1850 en een foto uit 1922. De huidige bruggen (gegevens 2018) zijn van recenter datum. De bruggen leunen op een fundering van stalen damwanden (voet- en fietsbrug) en beton (autobrug). Die stevige fundering leidt er wel toe, dat de brug steeds hoger in het landschap komt te liggen. De bodem rondom de brug bestaat uit veen, dat inklinkt. Wat ook wijst op een relatief nieuwe brug, is dat ze is uitgevoerd in de standaardkleuren van gemeente Amsterdam, wit en blauw. In december 2017 heeft de Centrale Dorpenraad een verzoek ingediend de brug voor snelverkeer (309) te vernoemen naar Jan Massen/Jan Marsis, hetgeen 9 november 2018 ingewilligd werd.

Brug 344
Brug 344

Brug 344 is een houten ophaalbrug in Amsterdam-Noord. De brug is gelegen over de Kerkelandersloot in het gehucht Ransdorp. Het is een verkleinde uitvoering van andere ophaalbruggen in het dorp, zie bijvoorbeeld brug 380 bij de toegang tot het plaatsje. Volgens zeggen is het de kleinste ophaalbrug in Amsterdam. Ze overspant "slechts" 2,40 meter en is "slechts" 2 meter breed. Toch hing het leven van de brug in 1930 aan een zijden draadje. Bewoners van Ransdorp wilden in verband met de toename van het verkeer de Kerkelandersloot dempen. Enkele andere dorpsbewoners namen het initiatief de sloot en dus de brug te behouden; zij wezen erop dat het verdwijnen van de sloot en brug nadelig zou zijn voor het typisch dorps karakter van Ransdorp. Burgemeester en wethouders van gemeente Amsterdam, die het gebied in 1921 hadden overgenomen stelden een onderzoek in, waarbij bleek dat demping het doorgaande verkeer nauwelijks zou versnellen en waren het tevens eens met degenen die de sloot en brug wilden behouden. De gemeente Amsterdam nam het onderhoud etc. over, mits de bewoners afstand deden van hun rechten op weggetje, bijbehorende berm en brug, alzo geschiedde. In 1939 herhaalde de kwestie zich, waarbij ook nog werd voorgesteld de sloot twee meter naar het westen te verleggen. De situatie bleef ongewijzigd. Vanaf die tijd werd een aantal werkzaamheden aan de brug verricht. In 1957 werd geconstateerd dat alle lapmiddelen hun werk goed hadden gedaan, maar dat het tijd was de brug te vervangen. Met name de bovenbouw was op. Het herstel was in dit geval eenvoudig. In de herstelwerkplaats van de Dienst der Publieke Werken aan de Nieuwe Uilenburgerstraat werden onderdelen voor die bovenbouw vervaardigd en vervolgens per vrachtwagen naar de plaats van bestemming gebracht. Ondertussen was de onderbouw geheel vernieuw, waarbij de bouwvakkers restanten aantroffen van funderingen van voormalige bruggen hier.