place

Nostra Signora del Sacro Cuore

ClaretijnenTiteldiaconie
Parione Nostra Signora del Sacro Cuore già san Giacomo degli spagnoli 01449
Parione Nostra Signora del Sacro Cuore già san Giacomo degli spagnoli 01449

De Nostra Signora del Sacro Cuore (ook wel de San Giacomo degli Spagnoli genoemd) is een aan het Onbevlekt Hart van Maria gewijde kerk in Rome, gelegen aan het Piazza Navona. De kerk is gebouwd op de plek waar zich eerder een deel van het Stadion van Domitianus bevond. Een eerdere kerk werd er in de twaalfde eeuw gebouwd. De oudste gedeelten van het huidige gebouw stammen uit 1450. Vanaf het begin van de zestiende eeuw diende de kerk de Spaanse gemeenschap in Rome, totdat die functie in de zeventiende eeuw werd overgenomen door de Santa Maria in Monserrato degli Spagnoli, tot op de dag van vandaag de Spaanse nationale kerk. Naar deze kerk werden ook de meeste kunstschatten van de Nostra Signora overgebracht. Op last van paus Leo XIII onderging de kerk aan het einde van de negentiende eeuw een grondige renovatie. Sindsdien is de kerk in gebruik door de Congregatie van de Zonen van het Onbevlekte Hart van Maria, waaraan de kerk zijn huidige naam te danken heeft.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Nostra Signora del Sacro Cuore (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Nostra Signora del Sacro Cuore
Piazza Navona, Rome Municipio Roma I

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Nostra Signora del Sacro CuoreLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 41.89825 ° E 12.473527777778 °
placeToon op kaart

Adres

Chiesa di Nostra Signora del Sacro Cuore

Piazza Navona
00186 Rome, Municipio Roma I
Lazio, Italië
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q1649784)
linkOpenStreetMap (941918)

Parione Nostra Signora del Sacro Cuore già san Giacomo degli spagnoli 01449
Parione Nostra Signora del Sacro Cuore già san Giacomo degli spagnoli 01449
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Fontana dei Libri
Fontana dei Libri

De Fontana dei Libri in de Via dei Staderari te Rome is het werk van de Romeinse beeldhouwer-architect Pietro Lombardi. Deze kreeg in 1927 van de bestuurder van Rome de opdracht om voor een tiental rioni (wijken) van de stad een kenmerkende fontein te ontwerpen. Lombardi inspireerde zich daarbij telkens op de naam of iets typisch van desbetreffende rione. De Fontana dei Libri bevindt zich in de rione Sant'Eustachio en bevat een aantal verwijzingen daarnaar: De lijvige boeken verwijzen naar de universiteit La Sapienza, die tot 1935 was ondergebracht in het 16de-eeuwse Palazzo della Sapienza waar deze fontein tegenaan is geplaatst. Het water straalt uit de bladwijzers en uit de bovenste boeken, als wijsheid die daaruit voortvloeit. De hertenkop met rank gewei tussen de boeken is het symbool van de rione Sant'Eustachio die genoemd is naar de kerk iets verderop. Die is gewijd aan een Romeinse soldaat uit de tweede eeuw die volgens de legende tijdens een jachtpartij het kruis van Christus zou hebben zien verschijnen in het gewei van een hert en die zich daarop zou hebben bekeerd tot het christendom. De 5 bollen zijn een lichte aanpassing van het embleem van de Florentijnse familie de'Medici, die in het begin van de 16de eeuw haar palazzo had gebouwd in de nabijgelegen Corso del Rinascimento. Dit palazzo kreeg algauw de naam Palazzo Madama, zoals het nog steeds wordt genoemd. Tussen de takken van het gewei is verticaal de naam van de rione Sant'Eustachio te lezen, en horizontaal het nummer ervan. Door een vergissing werd echter nummer VIII uitgehouwen in plaats van het correcte nummer IV van deze rione. Op de boog zijn de letters SPQR aangebracht (afkorting voor de Latijnse woorden Senatus Populusque Romanus) die is te lezen op de meeste eigendommen van de stad Rome. In 2015 is de fontein gerestaureerd met dank aan Nederlands geld. Na de vernieling van de Fontana della Barcaccia door Feyenoord-vandalisten zamelde een groep Nederlanders rondom het tijdschrift Roma Aeterna 6.800 euro in voor herstel van de Barcaccia-fontein. Omdat de gemeente Rome echter al zelf de restauratie op zich had genomen, kwam dit geld uiteindelijk ten goede aan de Fontana dei Libri.

Palazzo Pamphili
Palazzo Pamphili

Palazzo Pamphili, ook bekend als Palazzo Pamphilj is een palazzo dat uitkijkt over het Piazza Navona te Rome. Het werd gebouwd tussen 1644 en 1650. Het originele paleis werd gebouwd in 1630 op een reeks huizen die reeds in bezit waren van de machtige Pamphili-familie en wordt gekenmerkt door late renaissance-vormen. Wanneer het hoofd van de familie, Giovanni Battista Pamphili, tot paus verkozen wordt in 1644 en van dan af gekend wordt als paus Innocentius X, besluit de familie dat het paleis niet langer voldoet aan hun toegenomen prestige en er wordt aangevangen met de bouw van een nieuw en nog prachtiger paleis. De architect die aangesteld wordt, is Girolamo Rainaldi. Door het nieuwe project worden aangrenzende gebouwen verwerkt in het paleis, zoals het vroegere Palazzo Pamphili (waarvan de decoratie die gemaakt werd door Agostino Tassi nog gedeeltelijk te zien is) en het Palazzo Cybo. Binnenin zijn er drie binnenpleinen. De zalen zijn groots en prachtig gedecoreerd: onder meer Giacinto Gemignani, Gaspard Dughet, Andrea Camassei, Giacinto Brandi, Francesco Allegrini, Pier Francesco Mola maakten er prachtige fresco's. Pietro da Cortona schilderde de galerij in 1651-1654, die ontworpen werd door Borromini. Het nieuwe paleis werd later het huis van de schoonzus van paus Innocentius X, die weduwe was (Olimpia Maidalchini). Er waren speculaties dat zij niet alleen een inpopulaire vertrouwelinge en adviseur van de paus was, maar eveneens zijn minnares. Olimpia Maidalchini was de moeder van Camillo Pamphili, eenmalig kardinaal. Deze kwam in het bezit van het Palazzo Aldobrandini door zijn huwelijk, nu beter bekend als Palazzo Doria Pamphili, te vinden in de beroemde Via del Corso. Er is nog een tweede Palazzo Doria-Pamphili, een villa in Valmontone vlak bij Rome. Dit paleis is befaamd voor zijn barokke fresco's, gemaakt door Francesco Cozza, Pier Francesco Mola en Mattia Preti. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het evenwel ernstig beschadigd. Sinds 1920 bevindt zich in het Palazzo Pamphili de Braziliaanse ambassade. Het werd Braziliaans eigendom in 1961.

Sant'Andrea della Valle
Sant'Andrea della Valle

Sant'Andrea della Valle is een basiliek te Rome, in de wijk Sant'Eustachio. Donna Costanza Piccolomini d'Aragona, hertogin van Amalfi en afstammelinge van de familie van Paus Pius II, liet haar paleis en aangrenzende kerk van San Sebastiano in het centrum van Rome na aan de Theatijnen en gaf opdracht om een nieuwe kerk te bouwen. Gezien het feit dat de patroonheilige van de Amalfi's Andreas was, werd de kerk te zijner ere gebouwd. De bouw startte rond 1590 onder leiding van Giacomo della Porta en Pier Paolo Olivieri en met de steun van kardinaal Gesualdo. Na de dood van deze laatste, kwam de kerk onder bescherming te staan van kardinaal Alessandro Peretti di Montalto, neef van Paus Sixtus V. In 1608 kwam er een enorme gift van meer dan 150.000 gouden scudi. Onder leiding van Carlo Maderno kon de basiliek nu dus nog grootser worden afgewerkt. Het interieur werd uiteindelijk voltooid in 1650, onder andere door Francesco Grimaldi. De fresco’s binnenin waren een van de grootste opdrachten toen en werden gemaakt door Giovanni Lanfranco en Domenichino. Lanfranco’s werk (beëindigd in 1627) zou jarenlang model blijven voor fresco’s. De Lancellotti-kapel, de eerste langs de rechterkant, werd ontworpen door Carlo Fontana in 1670, het marmeren reliëf met Engel smeekt Heilige Familie om naar Egypte te vluchten (1675) door Antonio Raggi. De Strozzi-kapel bezit een Pieta, Leah en Rachel (1616), kopieën in brons gemaakt door Gregorio De Rossi naar de oorspronkelijke modellen van Michelangelo. In het rechtse dwarsschip bevindt zich de kapel van Sant’Andrea Avellino met Dood van een Heilige (1625), ontworpen door Giovanni Lanfranco, die ook het indrukwekkende fresco ‘’Glorie in het Paradijs’’ in de koepel heeft gemaakt. Eveneens daar te zien zijn de afbeeldingen van de evangelisten, ontworpen door Domenichino. De decoratie van het hoogkoor is van de hand van Alessandro Algardi. Aan de muren zijn verder nog fresco’s van Domenichino te zien en in de apsis de Kruisiging, Martelaarschap en Begraving van Andreas, door Mattia Preti. In de linkse dwarsbeuk bevindt zich de kapel van de heilige Cajetanus van Thiene, waar standbeelden van Giulio Tadolini te zien zijn (onder meer Overvloed en Wijsheid). Links is ook de tombe van Pius II (1475) te bewonderen. Verder is er ook nog de tombe van Giovanni Della Casa. De barokke voorgevel werd toegevoegd tussen 1655 en 1663 door Carlo Rainaldi, in opdracht van kardinaal Francesco Peretti di Montalto. In de kerken zijn ook de cenotafen te zien van pausen Pius II en Pius III. Zij zijn in de kerk begraven. Verder is er ook nog een beeld van Johannes de Doper, gemaakt door Pietro Bernini. Het eerste bedrijf van de opera Tosca gecomponeerd door Puccini speelt zich af in de Sant'Andrea della Valle. De Sant'Andrea della Valle heeft model gestaan voor verschillende andere kerken, waaronder de Theatinerkirche in München. Voor de kerk staat een fontein van de hand van Carlo Maderno.

Sant'Apollinare alle Terme Neroniane-Alessandrine
Sant'Apollinare alle Terme Neroniane-Alessandrine

De Sant'Apollinare alle Terme Neroniane-Alessandrine is een basiliek in Rome, gelegen in de wijk Rione, gelegen bij de Thermen van Nero en Alexander (Severus). De basiliek is gewijd aan de heilige Apollinaris, die de eerste bisschop van Ravenna was. De kerk werd rond 780 gebouwd op last van paus Adrianus I, op fundamenten van oudere Romeinse bouw. De eerste vermelding van deze basiliek vinden we in het aan deze paus gewijde lemma in het Liber Pontificalis. Naast de kerk stichtte de Adrianus ook een klooster, waar zich uit Constantinopel gevluchte monniken van de Basilianen mochten vestigen. De kerk was aanvankelijk ook toegerust met een kapittel, althans tussen 1284 en 1576 zijn hier bronnen voor te vinden. Door paus Leo X werd de kerk in 1517 verheven tot titeldiakonie. In 1587 verdween de titel weer, om in 1935 door paus Pius XI te worden hersteld. Tussen 1562 en 1824 was de kerk ook een parochiekerk. De oorspronkelijke kerk werd voorafgegaan door een kleine veranda. Het interieur bestond uit drie beuken met een apsis. Later werd de kerk op last van paus Benedictus XIV geheel herbouwd. De kerk kreeg haar huidige vorm en werd in 1748 door Benedictus XIV zelf herwijd. In 1574 werden kerk en klooster door paus Gregorius geschonken aan de Jezuïeten, die er tot 1773 het Duits-Hongaars Jezuïetencollege vestigden. Daarna was het Pauselijk Athenaeum Sant'Apollinare er gevestigd. In 1992 werd het gehele complex eigendom van Opus Dei, die er de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in onderbracht. In de kerk ligt de Italiaanse barok-componist Giacomo Carissimi begraven.