place

Oude Doelenstraat (Amsterdam)

Straat in Amsterdam-Centrum
Oude Doelenstraat
Oude Doelenstraat

De Oude Doelenstraat is een straat in Amsterdam-Centrum, ten oosten van de Dam, die de Damstraat verbindt met de Oude Hoogstraat. De straat loopt in min of meer oostelijke richting tussen de Varkenssluis (brug 204) over de Oudezijds Voorburgwal en de Paulusbroedersluis (brug 215, vernoemd naar het voormalige Sint-Paulusbroederklooster) over de Oudezijds Achterburgwal. De Oude Doelenstraat vormt een deel van de zuidgrens van het prostitutiegebied op de Wallen. De straat is van oudsher een winkelstraat en maakt deel uit van de, deels autovrije, route vanaf de Dam - Damstraat – Oude Doelenstraat – Oude Hoogstraat - Nieuwe Hoogstraat. Er is veel op toerisme gerichte bedrijvigheid, waaronder coffeeshops, souvenirwinkels en horeca. De Oude Doelenstraat heeft voetpaden. Het fietspad is verdiept aangelegd. Het doel van de paden wordt, vooral door wandelende toeristen, niet altijd begrepen. Als deel van het zogenaamde Project 1012 wil het stadsbestuur de straat opschonen van zogenaamde "criminogene functies", onder meer door het aankopen van vastgoed.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Oude Doelenstraat (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Oude Doelenstraat (Amsterdam)
Oudezijds Achterburgwal, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Oude Doelenstraat (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.371666666667 ° E 4.8963888888889 °
placeToon op kaart

Adres

de Wallen

Oudezijds Achterburgwal
1012 DM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Oude Doelenstraat
Oude Doelenstraat
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Paulusbroedersluis
Paulusbroedersluis

De Paulusbroedersluis (brug nr. 215) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Oudezijds Achterburgwal in het Wallengebied in Amsterdam. De brug verbindt daarmee de Oude Doelenstraat met de Oude Hoogstraat. De brug heeft zijn naam te danken aan het Sint-Paulusbroederklooster dat hier in de middeleeuwen stond. Er ligt hier al eeuwen een brug. Cornelis Anthonisz. schilderde hier al een brug in op zijn plattegrond van Amsterdam, het is dan 1538. De basis van de huidige brug werd gelegd in 1745, aldus een tweetal datumstenen aan de noordzijde van de brug “Anno” “1745”. Dat de brug “sluis” heet is te danken aan het feit, dat stenen bruggen destijds sluis werden genoemd; er heeft hier vermoedelijk nooit een sluis gelegen. De brug uit 1745 ligt er niet meer; op 24 mei 1869 schreef de gemeente een aanbesteding uit voor "het verbreeden en verlagen van de steenen wulfbrug no. 215 met ijzeren brugleggers, houten dek met zinkbedekking". De werkzaamheden werden verricht in opdracht van de Publieke Werken onder leiding van stadsarchitect Bastiaan de Greef, vermoedelijk ook ontwerper van het bruggetje. In 1966 is de brug nog een keer aangepast (nieuw wegdek) en in het begin van de 21e eeuw opnieuw bestraat. In de zomer van 2020 kwam aan het licht dat een deel van de fundering dermate verslechterd was, dat maatregelen nodig waren. De brug werd in de zomer afgezet voor alle verkeer; voor voetgangers werd een noodbrug neergelegd, alsook een ondersteuning voor de brug. In het najaar was de brug weer toegankelijk voor al het verkeer.

Varkenssluis
Varkenssluis

De Varkenssluis (brug nr. 204) is een brug over de Oudezijds Voorburgwal in Wallengebied in Amsterdam. De brug verbindt de Damstraat met de Oude Doelenstraat. Hier ligt al eeuwen een brug. Ze is al te zien op stadsplattegronden van Pieter Bast (1599) en Balthasar Florisz. van Berckenrode (1625). De brug is vernoemd naar de varkensmarkt die hier rond de 16e eeuw gehouden werd. De moderne geschiedenis van de brug begint in december 1868. Toen besteedde de gemeente Amsterdam aan: “Het maken van eene onderheide fundering met het metselen der penanten, walhoofden en vleugelmuren, en het daarstellen van al de overige timmer-, metsel- en hardsteenwerken voor de verbreeding van de steenen wulfbrug no. 204 met de levering van allen daartoe noodige materialen en arbeidslonen”; Het maken en stellen van al de ijzerwerken voor voornoemde brug, met alle daartoe vereischte materialen en arbeidslonen de levering van Escauzijnsche deksteenen, ten dienste van de in het jaar te vernieuwen steenen wallen; Het doen van herstellingen en vernieuwingen aan de steenen en houten wallen langs de grachten en wateren en aan de gemetselde riolen etc. Het vernieuwen van 16.205 vierkante ellen bestrating in eenige straten en het onderhouden daarvan gedurende de eerste drie jaren, met levering van 90.000 stuks keijen en 300.000 stuks klinkerts. Het geheel was in handen van de Dienst der Publieke Werken. Het ontwerp van de brug kwam van stadsarchitect Bastiaan de Greef, die de bouw daarvan zou begeleiden. Jacob Verheij, directeur PW begeleidde de punten 3 en 4, terwijl de bestrating werd begeleid door Jacobus van Niftrik. Deze uitgebreide aanbesteding was het gevolg van de aanleg van de Damstraat op de plaats van de Halsteeg, waarbij een aantal panden aldaar werden gesloopt als ook de brug met één welf op die plaats. De brug droeg jaarstenen in de brugpijlers "Anno" "1869". In 1956/1957 werd de brug verbreed, reden daarvoor was niet het normale verkeer over de brug. De stoet trouwauto’s die aanstaande bruiden en bruidegoms moesten begeleiden op het Stadhuis zorgden voor ondraaglijke oponthoud van het normale verkeer. De trouwauto’s leverden niet alleen de aanstaande stellen en gevolg af, ze moesten er ook wachten om vervolgens de gehele meute weer af te voeren. De brug werd 16,35 meter breed met een rijweg van 8 meter breed met daarnaast een rijgoot voor trouwauto's van 3 meter breed. Achter haar klassieke uiterlijk gaat een betonconstructie schuil. Het uitgehakte brugnummer is te vinden in de bovenste sluitsteen van de middelste boog. In de jaren tachtig werd de brug opnieuw ingericht en gerenoveerd, waardoor een benoeming tot gemeentelijk monument er niet (meer) in zat. Deze brug stond in de jaren tachtig en negentig van de 20e eeuw ook wel bekend als de pillenbrug, aangezien hier vele junkies een levendige negotie in rohypnol en andere verdovende middelen hielden. Burgemeester Ed van Thijn besloot in te grijpen toen het drugsgebruik alhier uit de hand liep. Er kwamen bloemstallen etc., maar ook in de 21e eeuw wordt de omgeving geplaagd door allerlei venters. Schrijver Gerbrand Adriaensz. Bredero had vanuit zijn woning (later Oudezijds Voorburgwal 250) uitzicht op de brug. Op de brug staat een beeldgroep Wandelend naar de Nieuwmarkt van Martie van der Loo, geplaatst na vernieuwing van de brug ter verjaging van de drugshandel. Op de brug ligt voorts een tegel van het kunstwerk Vrijheid van Amsterdam.

Wandelend naar de Nieuwmarkt
Wandelend naar de Nieuwmarkt

Wandelend naar de Nieuwmarkt is een beeldengroep staande in Amsterdam-Centrum. Kunstenaar Martie van de Loo kreeg van de gemeente Amsterdam rond 1984 de opdracht artistieke kunstwerken te leveren voor de Varkenssluis (onder Amsterdammers beter bekend als de Pillenbrug) en de Paulusbroedersluis. Deze bruggen liggen over de Oudezijds Voorburgwal (op de scheidslijn Damstraat en Oude Doelenstraat) en Oudezijds Achterburgwal (de scheidslijn Oude Doelenstraat en Oude Hoogstraat). De beelden geven mensfiguren weer, maar zonder benen. Het zijn gedrongen wandelaars tussen Dam naar de Nieuwmarkt. De mensen hebben een oosters uiterlijk, een verwijzing naar de hier dichtbij liggende Chinese buurt rond de Nieuwmarkt (sommige straatnamen zijn in het Chinees aangegeven). De oorspronkelijke beelden vielen ten prooi aan vandalen, sommige werden omvergereden, andere onthoofd. Na een aantal aanslagen op de beelden kreeg de kunstenaar het verzoek nieuwe beelden te maken die beter weerstand moesten bieden aan de vandalen. Van der Loo maakte nieuwe, waarbij de armen van graniet werden. De gemeente wilde de beelden echter liever niet terug op de Varkenssluis en stelde ze voor ze op de Jodenbreestraat te zetten. Uiteindelijk kwamen de vier exemplaren weer terug op de Varkenssluis, maar dan wel op een gemetselde sokkel met steen, die door toeristen als bankjes worden gebruikt. De stijl van de vier lijkt geïnspireerd op het bouwstijl Amsterdamse School met kleurstelling en metselverband. De nieuwe beelden werden op 12 oktober 2011 onthuld in het kader van Project 1012.

Urinoir (Oudezijds Voorburgwal, Amsterdam)
Urinoir (Oudezijds Voorburgwal, Amsterdam)

Het Urinoir Oudezijds Voorburgwal, Amsterdam is een urinoir staande op de oostelijke kade van de Oudezijds Voorburgwal, Amsterdam-Centrum. Het staat ter hoogte van huisnummer 193 en de in- en uitgang van de Prinsenhofssteeg, tussen het water van de burgwal en de straat op de kade. Het gebouwtje werd in 1926 neergezet naar een ontwerp van Allard Remco Hulshoff werkend bij de Dienst der Publieke Werken. Het ontwerp is een stenen variant op Jo van der Meys metalen plaskrul en is opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School. Het urinoir werd gebouwd in de periode dat diezelfde dienst bezig was met de bouw van een nieuwe vleugel aan het toenmalige stadhuis, die nieuwe vleugel kwam ook in de stijl van de Amsterdamse School. Hulsholff schreef een enigszins ovaalronde natuurstenen plint voor. Boven deze plint is (ook rondom) een bakstenen raster geplaatst. Het geheel wordt afgerond door een plat stenen dak. Onder het geheel bevindt zich een stalen voetplaat, die aan het eind van de 20e eeuw nog vernieuwd is. De uitbreiding van het stadhuis laat aan de Oudezijds Voorburgwal diverse beeldengalerijen zien. Dit is doorgetrokken naar het urinoir. Op het dak bij de ingang staat een beeldhouwwerk van Hildo Krop. Aan de voorzijde is een volksredenaar met gebalde vuist uitgebeeld, verwijzend naar het stadhuis met haar raadszaal. Aan de achterzijde zijn verschillende gezichten met open mond te zien. Het beeld wordt gedragen door een natuurstenen kolom (in plaats van het rasterwerk). De plint geeft onder het beeld ook enkele boogfriezen te zien. Het urinoir is op 27 september 2001 aangewezen als rijksmonument. Redenen daarvoor vond men in de cultuurhistorische waarde en de uniciteit binnen het oeuvre aan straatmeubilair ontworpen door Publieke Werken binnen de genoemde bouwstijl. Daarnaast is er sprake van typologische en zeldzaamheidswaarde. Dat het gebouwtje voorzien is van beeldhouwwerk van Krop droeg ook bij tot de monumentstatus.

Hash Marihuana & Hemp Museum
Hash Marihuana & Hemp Museum

Het Hash Marihuana & Hemp Museum is een museum in Amsterdam. Het museum is in 1987 opgericht door de ondernemer en cannabiszaadteler Ben Dronkers, samen met zijn vriend Ed Rosenthal. Sinds de opening van het museum is de collectie gegroeid tot meer dan 9000 objecten. Het museum verwelkomde in 2008 zijn twee miljoenste bezoeker. Na een renovatie van een jaar heropende het museum in april 2012 zijn deuren. In 2012 opende het museum een tweede vestiging in Barcelona, het Hash Marihuana Cáñamo & Hemp Museum. Het museum toont aan de hand van een thematische opstelling de geschiedenis en het gebruik van hash, marihuana en hennep door de eeuwen heen. Naast het recreatieve gebruik van de plant, worden ook de rol die cannabis heeft gespeeld binnen religies en het medicinale gebruik van marihuana in het verleden en in de toekomst belicht. Een apart deel van het museum (gelegen aan dezelfde gracht) is de Hemp Gallery, die is gewijd aan industriële hennep en de wijze waarop de plant vroeger werd verwerkt tot kleding, touw, papier, schildersdoek of visnetten. Ook de voedzame eigenschappen van hennepzaad en de manier waarop hennep nu als duurzame grondstof kan dienen voor de bouwsector, de auto-industrie of de kledingindustrie zijn te zien. De collectie van het museum is divers. Het museum bezit zeventiende-eeuwse schilderijen van kunstenaars als Adriaen Brouwer, David Teniers de Jonge, Hendrick Martensz. Sorgh en Adriaen van Ostade, negentiende-eeuwse medicijnflesjes met cannabis als ingrediënt, een vroege druk (1608) van het Cruydt-Boeck van Rembert Dodoens; ongeveer 1100 boeken gerelateerd aan hash, marihuana en hennep, Reefer Madness-filmaffiches, spinnewielen, weefgetouwen, werktuigen waarmee hennep werd verwerkt, prenten en foto's van rokende mensen uit diverse culturen. In een tuin wordt een aantal levende planten getoond. Het museum geeft bezoekers een brochure met daarin informatie over de tentoongestelde objecten en heeft het boek Marihuana hennep, pleidooi voor mens en plant uitgegeven. Het museum is gevestigd op de Wallen. De eigenaren van het museum beheren nog een hennepzaadwinkel naast het museum.