place

Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring

Geschiedenis van AmsterdamVoormalige Nederlandse woningcorporatie
Batavierstraat 1 19 Amsterdam 1925
Batavierstraat 1 19 Amsterdam 1925

Het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring was een woningstichting in Amsterdam die in 1912 werd opgericht in de Joods-Amsterdamse gemeenschap voor de verbetering van de huisvesting van Amsterdamse arbeidersgezinnen. Hun doelgroep was doorgaans van joodse komaf, maar grote delen van het Joodse proletariaat in Amsterdam waren erg geassimileerd in de Nederlandse samenleving. Het Bouwfonds kwam voort uit de Handwerkers Vriendenkring. Tijdens de bezetting werd het eerst onder curatele gesteld en in 1942 verboden door de Duitse bezetter. Daarmee hield het op te bestaan. Het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring leverde een belangrijke bijdrage aan de sociale woningbouw in Amsterdam aan het begin van de 20e eeuw.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring
Nieuwe Uilenburgerstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Bouwfonds Handwerkers VriendenkringLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.370463888889 ° E 4.9048472222222 °
placeToon op kaart

Adres

Nieuwe Uilenburgerstraat 82-1
1011 LW Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Batavierstraat 1 19 Amsterdam 1925
Batavierstraat 1 19 Amsterdam 1925
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gedenksteen restauratieatelier Uilenburg
Gedenksteen restauratieatelier Uilenburg

De Gedenksteen restauratieatelier Uilenburg is een gedenktekentje aangebracht in Nieuwe Uilenburgerstraat in Amsterdam-Centrum. Het terrein van de Uilenburger Synagoge wordt door een muur afgescheiden van de overige bebouwing aan de Nieuwe Uilenburgerstraat. In die bakstenen muur zijn twee gevelstenen te vinden. Een daarvan is al eeuwenoud, draagt het wapen van Amsterdam en is afkomstig uit de gerenoveerde Haarlemmersluis. De andere is van veel recentere datum: 1974. Het terrein van de synagoge was namelijk na de Tweede Wereldoorlog een aantal jaren in gebruik als opslag-, werk- en restauratieplaats van de "Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg" in Amsterdam. In de werkplaats leerden ambachtslui beschadigde oude tot zeer oude gevelonderdelen te restaureren, denk bijvoorbeeld aan klauwhamers, gevelstenen etc. Dat gebeurde eerst in allerlei kunstenaarsateliers, maar daar konden de kunstenaars niet gezamenlijk vakkennis opdoen. Kunstenaar Hans 't Mannetje kwam daarop met het idee, dat centraal te regelen en zodoende kwam er in 1969 een centrale opslag- en werkplaats. Bijkomend voordeel was dat er ook op verzoek nieuwe gevelstenen konden worden ontworpen en gemaakt in de oude traditie. Het atelier kreeg enigszins naam in de herstelwerkzaamheden. Het was echter van korte duur want de gemeente Amsterdam liet de aandacht al snel weer verslappen. Het bestuur maakte er in 1974 een eind aan. Hans 't Mannetje zette vervolgens het atelier zelf voort (Stichting Restauratieatelier Uilenburg), daarin gesteund door het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek (NINT; het latere NEMO Science Museum) en van het Nederlands Openluchtmuseum, onderdeel Ambachten en Bedrijven. Tegen de verwachting in groeide de interesse weer, in 1980 had ’t Mannetje twintig man personeel. De faam van het atelier bereikte ook het buitenland, zo werd het ingeschakeld bij restauratiewerken aan de Al-Aqsamoskee in Jeruzalem. Toch zou het atelier in 1986 opgeheven worden. De oorzaken werden gevonden in een tweestrijd binnen monumentenbeheer; de ene kant wilde de oude situatie herstellen, de andere kant wilde zich daar juist van losmaken en niet terug naar oud vakmanschap. Een andere reden was (de nadering) van de economische recessie van de jaren tachtig. Hetzelfde lot hing boven de gemeentelijke monumentenzorg. Het atelier zag opdrachten en inkomsten afnemen en sloot in 1986 haar deuren. 't Mannetje vertrok zelfs uit de stad. Het gedenkteken komt in de vorm van een fors uitgevallen plaquette in de muur, geplaatst boven de aparte ingangsdeur tot het terrein. 't Mannetje zette er de volgende tekst op en noemde het een zerk: 1974Zeshonderd negenennegentigjaar bestaat de staddie d’ambachtsman vervaardigd hadNog één jaar en hij is klaardie’t vak nog willen leren kunnenbeter ommekerendie komt met werk-gaat onderdeze zerk Het 1974 is in Hebreeuwse typografie geplaatst. Verderop in de straat zijn nog twee gevelstenen van Hans 't Mannetje te vinden, de Kroonlantaarn en Ritterlantaarn.

Oudeschans (Amsterdam)
Oudeschans (Amsterdam)

De Oudeschans of Oude Schans, oorspronkelijk Nieuwe Gracht, is een brede gracht in het oostelijk deel van de binnenstad van Amsterdam. De gracht loopt in het verlengde van de Zwanenburgwal via de Sint Antoniessluishoogwaterkering en Sint Anthoniesluis (tussen Sint Antoniesbreestraat en Jodenbreestraat) naar het Oosterdok, dat met het IJ verbonden is. Aan de gracht, die men soms de Montelbaansgracht noemt, staat de 16e-eeuwse Montelbaanstoren. De gracht vormt de westelijke oever van het stadseiland Uilenburg op de grens van de Lastagebuurt. De kades ter weerszijden van de gracht heten Oudeschans, met uitzondering van het deel tussen de Waalseilandgracht en het Oosterdok, bij de Prins Hendrikkade. Daar heet de noordoostelijke kade de Kalkmarkt en de tegenoverliggende kade het 's-Gravenhekje. Naast huisnummer 10 bevindt zich een "gang" naar een achterliggend terrein, waarop de Speeltuin De Waag is gevestigd; kunstenaar Su Tomesen ontwierp daarvoor de toegangspoort. De Rechtboomssloot en de Waalseilandgracht monden uit in de Oudeschans. De oneven zijde van de Oudeschans ligt op het eiland Uilenburg, dat slechts bereikbaar is via drie bruggen: Vanuit de richting Nieuwmarkt via de Keizersbrug (brug nr. 286) bij de Korte Koningsstraat. Vanuit de richting Jodenbreestraat via Steenvoetsluis (brug 291) bij de Nieuwe Uilenburgerstraat/Houtkopersburgwal, Vanuit de richting Prins Hendrikkade /Rapenburg via de Peperbrug (brug 281) bij de Nieuwe Uilenburgerstraat/Peperstraat. De Montelbaansbrug (brug nr. 280) ligt in het verlengde van de even zijde van de Oudeschans over de Waalseilandsgracht bij de Oude Waal en de Binnenkant. De Kikkerbilssluis (brug nr. 279) overspant het water van de Oudeschans bij de Prins Hendrikkade.

Keizersbrug
Keizersbrug

De Keizersbrug (brug 286) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in het verlengde van de Korte Koningsstraat en voert over de Oudeschans. Op plattegronden van de stad uit 1625 van Balthasar Florisz. van Berckenrode en uit 1649 van Joan Blaeu zijn twee bruggen ingetekend over de Oudeschans, toen nog aangeduid met Montelbaens Burchwal. Een brug ligt voor de Ridder Straet en de ander voor de Korte Keyser Straet. De brug voor de Ridderstraat was een dubbele ophaalbrug, maar verdween later uit het grachtenbeeld; de Ridderstraat verdween eveneens (Amsterdam kent alleen nog een Nieuwe Ridderstraat). De brug voor de Korte Keyser Straet was een houten brug op dito pijlers. De kaart van Gerrit de Broen uit 1737 laat op beide plaatsen een enkele ophaalbrug zien, genaamd Scheepjesbrug (Ridderstraat) en Uylenburgs Brug (Korte Keizerstraat). Ook in 1835 liggen beide bruggen er nog. Op een kaart uit 1866 zijn beide bruggen verdwenen en ligt er een brug op de huidige plaats. In 1864 werd namelijk een nieuwe brug aangelegd; in plaats van de houten ophaalbrug kwam er een dubbele basculebrug. Deze kwam te liggen voor de Korte Koningsstraat, maar Amsterdam had al een Koningssluis (sluis is stenen brug), zo bleef de brug verwijzen naar de plek waar ze ooit voor lag. De brug werd vergezeld van een flink aantal aanbruggen en was van het type waarvan alleen nog de Bullebak over is gebleven. Zoals gebruikelijk kwam het ontwerp voor nieuwe bruggen destijds van de Dienst der Publieke Werken, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer verantwoordelijk waren voor de bruggen. Vooralsnog is niet bekend of zij daadwerkelijk de brug heeft ontworpen, maar de “doppen” op de pijlers verraden wel hun bemoeienis. In 1895 werd het beweegbare deel vervangen door ijzeren liggers, dus al te hoge schepen konden hier niet meer komen. Reden voor het vervangen van de beweegbare delen lag hem in het feit, dat hoge schepen voortaan via de Nieuwe Herengracht moesten varen. Dat er een basculebrug had gelegen kon nog herkend worden aan de extra stevige landhoofden aan de basculekant; bovendien waren de fundamenten met elkaar verbonden. Die brug hield het vol tot 1982. Toen werd aan de toenmalige bruggenman Dirk Sterenberg gevraagd voor deze plek een nieuwe brug te ontwerpen (1978). Hij kwam met een brug die het midden houdt tussen een welfbrug en plaatbrug. De aanbruggen laten welfconstructies zien; het voormalige beweegbare deel kreeg een jaren tachtig uiterlijk. De brug laat een mengeling zien van baksteen en natuursteen, die aan een andere bruggenbouwer doen denken, Piet Kramer. Het middenstuk wordt gedragen door robuuste pijlers in de vorm van rondelen. Sterenbergs hand is terug te vinden in de lantaarns, die hij ook toepaste bij brug 13 voor het Centraal Station Amsterdam. Ook de afwerking van de betonnen ligplaat verraadt zijn hand, want hij paste die ook toe bij de Steenvoetsluis (brug 291). Dat de brug uit die jaren dateert is te zien aan de hoeveelheid zoutschade, die terug te vinden is bij de brug. De naam van de brug is niet zoals gebruikelijk terug te vinden in de ijzeren leuningen. Zij is net als het jaar van bouw uitgefreesd in een deksteen van een van de pijlers.

Brug 288
Brug 288

Brug 288 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de oostelijke kade van de Oudeschans en voert over de Rechtboomssloot. Rondom de brug staat een aantal gemeentelijke en rijksmonumenten, maar er heeft hier ook relatieve nieuwbouw plaatsgevonden. Er ligt hier al eeuwen een brug. Op de plattegrond van Amsterdam uit 1599 van Pieter Bast is al een (wellicht dubbele) ophaalbrug te zien. De kaart uit 1625 van Balthasar Florisz. van Berckenrode laat een enkele ophaalbrug zien over de Boom Sloot (de toevoeging Recht volgde later), die hier uitmondt in de Montelbaens Burchwal. Gerrit de Broen tekende in 1737 hier ook een ophaalbrug. Stadsarchitect Abraham van der Hart heeft in zijn tijd een ontwerp getekend voor nieuwe stenen landhoofden met val, maar toen Jacob Olie in 1863 langskwam, lag er nog een houten ophaalbrug. Die brug hield het waarschijnlijk tot 1924 vol, toen schreef de gemeente Amsterdam een aanbesteding uit voor een nieuwe brug. Vanaf 12 mei 1924 was de brug voor 18 weken gestremd. De brug die er in 2017 ligt is neergelegd in 2004, waarbij ze een betonnen fundering en vermoedelijk ook betonnen overspanning kreeg. De brug behield haar laat-19e-eeuwse balustrades, opvallend daarin zijn twee natuurstenen pylonen aan de kant van de Oudeschans. De brug stond tot april 2016 enigszins bekend als Lastagebrug. Per die maand trok de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen in en ging de brug alleen met haar nummer door het leven.