place

Wolvenburg

Bouwwerk in Utrecht (Binnenstad)Rijksmonument in Utrecht (stad)Voormalig bouwwerk in Utrecht (stad)
Wolvenburg
Wolvenburg

Het Wolvenburg was een aarden bolwerk dat diende in de verdediging van de Nederlandse stad Utrecht. Het was gelegen in het noordoostelijke deel van het stadscentrum aan de Stadsbuitengracht. Het bolwerk werd omstreeks 1580 onder leiding van de vestingbouwkundige Adriaen Anthonisz tezamen met vier andere bolwerken (Begijnebolwerk, Lepelenburg, Lucasbolwerk en Mariabolwerk) aangelegd om de stadsverdediging te moderniseren. De bouw van deze serie van bolwerken was de laatste modernisering van de verdedigingswerken in de stad totdat in de 19e eeuw de Nieuwe Hollandse Waterlinie met een aantal forten bij Utrecht werd aangelegd. Het bolwerk werd vernoemd naar toren de Wolf die er direct ten zuiden van aan de stadsmuur stond. Net als menig ander verdedigingswerk werd het bolwerk gaandeweg voor niet-militaire activiteiten gebruikt en in de 18e eeuw bevond zich een lakmoesmakerij op het bolwerk. Rond 1850 is het Wolvenburg met de sloop van de oude verdedigingswerken heringericht om plaats te bieden aan de gevangenis die vandaag de dag nog aan het Wolvenplein staat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Wolvenburg (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Wolvenburg
Wolvenplein, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WolvenburgLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.097327777778 ° E 5.1259944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Copacabajes

Wolvenplein 27
3512 CK Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Wolvenburg
Wolvenburg
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hooghiemstra (Utrecht)
Hooghiemstra (Utrecht)

Hooghiemstra is een voormalige veevoederfabriek in de Nederlandse stad Utrecht. Jurjen Sjoerd Hooghiemstra was een schipper uit Kampen die hooi en stro verkocht. In 1865 besloot hij zijn handel aan land voort te zetten en vestigde hij zich net buiten Utrecht in een schuur aan de Wittevrouwensingel. Het pakhuis uit 1872 voor de verkoop van hooi en stro J.S. Hooghiemstra is in 2008 gerestaureerd. In 1880 breidde Hooghiemstra zijn handel uit met het malen van voer en in 1885 werd een stoommachine geïnstalleerd. Rondom de fabriek ontstonden rond de eeuwwisseling de wijken Vogelenbuurt en Wittevrouwen. Vanaf 1911 was de naam van het bedrijf NV Utrechtsche Fouragehandel en Voederkoekenfabriek v/h J.S. Hooghiemstra. De activiteiten van het bedrijf hadden zich zo uitgebreid dat een nieuw pakhuis nodig was. In 1912 werd een pakhuis gebouwd van zes verdiepingen met hoektorentjes, naar een ontwerp van architect M.E. Kuiler, die zich daarbij liet inspireren door de Franse châteaux de l'industrie. In 1916 werd het gebouw verhoogd met twee verdiepingen. In de vroege jaren 1920 opende het bedrijf vijf filialen in Midden-Nederland, er werd een fabriek aan de Vaartsche Rijn aangekocht en er werd begonnen met de productie van pluimveevoer. In 1927 begon de productie van havermout, waarvan het later een van de drie grootste producenten in Nederland werd. Aan de Wittevrouwensingel ontstond een industrieel complex met eigen garages. Het pand Wittevrouwensingel 95 uit 1932 was de garage voor de auto's van de vele vertegenwoordigers. Het pand nummer 99 uit 1923 was het magazijn voor landbouwwerktuigen en kunstmest. Op nummer 102 staat de voormalige garages uit 1931 voor de vele bedrijfswagens voor het expeditiepand en voormalige Huis Welgelegen. Daartussen stonden woningen en kantoren van de fabriek. Na de Tweede Wereldoorlog versnelde de schaalvergroting zich in de scheepvaart en havermout werd minder populair door de nieuwe producten uit de zuivelindustrie. In de jaren 1950 werd Hooghiemstra overgenomen door de Coöperatieve Stichtsche Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL), waarna de vestigingen van Hooghiemstra sloten (Wittevrouwensingel en Jutfaseweg) en zij stopte met de verkoop van havermout. In 1955 werd het terrein verkocht aan VRG-papier, dat hier haar dochterbedrijf, de etikettenfabriek Avery, vestigde. Veel gebouwen op het terrein werden gesloopt, waaronder de villa Huis Welgelegen, die deels verbouwd was tot stal voor de paarden van Hooghiemstra die de wagens met handelswaar trokken. Er werd een nieuw gebouw van acht verdiepingen in functionele bouwstijl tegen het Hooghiemstra-gebouw aan gebouwd, dat later bekend werd als het Avery-gebouw. In 1972 werd het complex door de gemeente Utrecht aangekocht met de bedoeling het te slopen en een nieuwe weg aan te leggen. In hetzelfde jaar opende de nieuwe fabriek van Avery in Overvecht. In 1985 werd het complex aan de Wittevrouwensingel gekraakt. Tientallen dakloze jongeren vonden een tijdelijk onderdak en er werden oefenruimtes voor bandjes en ateliers voor kunstenaars ingericht. Er vonden acid house- en andere dansfeesten plaats die veel publiek trokken. Als kraakpand stond het complex bekend als De Fabriek. In 1988 werd de Stichting Wittevrouwen Bolwerk opgericht, die plannen ontwikkelde om het complex te behouden ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw. Een haalbaarheidsonderzoek wees uit dat alleen het Avery-gebouw behouden kon blijven en het Hooghiemstra-deel gesloopt zou moeten worden. De Werkgroep Industriële Archeologie Utrecht noemde het Hooghiemstragebouw echter een zeer belangrijk industrieel monument uit het begin van de twintigste eeuw en probeerde de gemeente te overtuigen van het belang van behoud van het gebouw. De gemeente verkocht het complex uiteindelijk voor een symbolisch bedrag van één gulden aan de stichting en gaf 3,5 miljoen gulden subsidie voor renovatie. In 2015 werden de in 1916 verdwenen torenspitsen hersteld.

Kleinesingel
Kleinesingel

De Kleinesingel, ook gespeld als Kleine Singel, is een straat in de Nederlandse stad Utrecht in de wijk de Wittevrouwen, die loopt van de Wittevrouwensingel tot de Kapelstraat, Gildstraat en de Blauwkapelseweg waar hij in over gaat. Zijstraten van de Kleinesingel zijn de Grifthoek en het Marmerplein. Deze straten zijn door de stedenbouwkundige ontwikkelingen van na het jaar 2000 ontstaan, daarvoor kende de Kleinesingel geen zijstraten. De Kleinesingel dankt zijn naam aan de gelijknamige in 1933 gedempte waterloop tussen de Stadsbuitengracht en de Oostveense Vaart, die zich bevond ter hoogte van de huidige Kapelstraat en Blauwkapelseweg.Vroeger stond aan de Kleinesingel de Gemeentelijke Gasfabriek. Nadat deze was afgebroken bleek de bodem zo verontreinigd dat ze niet gesaneerd kon worden. De vervuiling is ter plaatse vastgelegd door er een enorme diepwand omheen te plaatsen. Een diepwand is een gewapend betonnen damwand, die volgens een bepaalde procedure in de grond is gemaakt. De wand heeft een zeer lange levensduur. De grond binnen de wand wordt continu als een polder bemalen, daardoor kan geen lekkage (van eventueel gif) naar buiten ontstaan. Op het afgedekte vervuilde gebied is het Griftpark aangelegd. Hier komen veel stadsbewoners om te recreëren. Behalve de Gemeentelijke gasfabriek was op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Kleinesingel ook de Gemeentelijke Sociale Dienst gevestigd. Het Bureau en Wijkgebouw van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst werd al in 1931 gesloopt om de straat te kunnen verbreden. Vroeger waren er aan deze straat ook tal van winkels en een benzinestation gevestigd. Ter hoogte van waar nu het Marmerplein is had een hoefsmid zijn werkplaats. N.V. Takken's Brandstoffenhandel had achter zijn pand een groot terrein met een enorme bergen steenkool liggen die bestemd was om als huisbrandstof te worden verkocht.Van de Kleinesingel kan gezegd worden dat het stedelijk karakter totaal is gewijzigd. De meeste oude bebouwing is afgebroken en vervangen door nieuwbouw, ook wat is gebleven is sterk veranderd.