place

Heerlijkheid Meinerswijk

Geschiedenis van ArnhemHeerlijkheid in de Nederlanden
Meijnerswijk wapen
Meijnerswijk wapen

De heerlijkheid Meinerswijk (ook: Meijnerswijk) was een heerlijkheid in het uiterwaardengebied van de stad Arnhem, gelegen op de zuidelijke oever van de Rijn. ‘t Huys Meinerswijk, ook wel kasteel van Arnhem genoemd, was het centrale punt van de heerlijkheid. Het kasteel heeft twee belangrijke bewoners gekend. De eerste was legeraanvoerder Maarten van Rossum die van ongeveer 1514 tot 1543 voor de Gelderse zaak vocht tegen de Habsburgers. De tweede was Barthold van Gent, die als onderhandelaar in 1648 namens Gelderland de Vrede van Münster ondertekende, waarmee een einde kwam aan de Tachtigjarige oorlog tussen Nederland en Spanje. In 1826 kocht bankier graaf Van Ranzow het landgoed Meinerswijk inclusief 't Huys Meinerswijk van de stad Arnhem. In 1850 was het huis verhuurd aan S. Murkens, die bij het gebouw een theetuin had gemaakt, waar welgestelde Arnhemse gezinnen graag vertoefden. Het huis werd in 1853 afgebroken. In Meinerswijk is niets meer te vinden van 't Huys Meinerswijk. Een pentekening van Jan de Beijer uit 1742 is een van de weinige weergaven van het gebouw. In het Nederlands Openluchtmuseum is een grenspaal van het jachtgebied van de heerlijkheid opgesteld. Inscriptie op de paal: "HEERLIJKHEID MEIJNERSWIJK JACHTPAAL". Deze paal heeft oorspronkelijk gestaan waar nu de Spoorbrug Oosterbeek is. Een tweede paal stond bij de Schipbrug Arnhem.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Heerlijkheid Meinerswijk (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Heerlijkheid Meinerswijk
Veenwortelstraat, Arnhem

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Heerlijkheid MeinerswijkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.977222222222 ° E 5.8813888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Meinerswijk

Veenwortelstraat
6841 KJ Arnhem
Gelderland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Meijnerswijk wapen
Meijnerswijk wapen
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hulkestein (Arnhem)
Hulkestein (Arnhem)

Het Huis Hulkestein (Hulckesteijn) was een versterkt voorraad- en woonhuis of 'spijcker', aan de Rijn ten westen van Arnhem. Het werd voor 1533 door hertog Karel van Gelre gebouwd. De buitenplaats werd verwoest door de oorlogshandelingen rond de slag om Arnhem in september 1944. Volgens het Gelders Archief is de naam ontleend aan een vaartuig van de hertog, "de Hulk" genaamd, dat in 1537 aldaar moest worden afgebroken. Het grondgebied was ommuurd aan de noordzijde en grensde aan de hoofdweg naar Utrecht. Rond 1650 was er een 'scharlakenververij' gevestigd, opgezet door de gebroeders Kuffeler. Deze werkten met een nieuw procedé, uitgevonden door hun schoonvader Cornelis Drebbel. In 1648 verkreeg een van de broers Kuffeler, Gillis, het recht om het stadswapen te gebruiken voor zijn producten. Het was ook een ontmoetingsplaats voor veel alchemisten/scheikundigen, vaak van calvinistische stromingen, die Hulkestein gebruikten als thuisbasis. Vanaf 1657 werd de zaak overgenomen door Johann Moriaen, die er echter geen succes van wist te maken. Hulkestein was sinds 1666 eigendom van de rijke regentenfamilie Brantsen en zou 160 jaar eigendom van dit patriciërsgeslacht blijven. In de 18e eeuw verfraaide de familie Brantsen de buitenplaats. Een familiedrama vond plaats op 6 augustus 1826. Hulkestein werd bewoond door de weduwe van jhr. mr. Johan Brantsen, de douarière Maria Leopoldina Catharina van Hasselt en haar twee kinderen. Door het omslaan van een roeiboot kwamen dezen en vier andere inzittenden om het leven. Van de buitenplaats Hulkestein is alleen het hekwerk over. Het hekwerk is een rijksmonument. Het toegangshek hiervan staat sinds 1936 bij de kruidentuin van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en is eveneens een rijksmonument.

Castellum Meinerswijk
Castellum Meinerswijk

Het castellum Meinerwijk was een fort in Romeins Nederland, dat bij archeologische opgravingen in 1978 en later in 1991 is ontdekt in de uiterwaarden van de Rijn bij Meinerswijk bij Arnhem. Het castellum bij Meinerswijk werd vermoedelijk tussen het jaar 10 en 20 gebouwd door de Romeinse generaal Germanicus (zoon van Nero Claudius Drusus) aan de zuidzijde van de Rijn. Dit houten fort beschermde de Romeinse scheepvaart over de Rijn en mogelijk lag hier (een van) de Drususgrachten, die vanuit de Rijn naar het noorden gegraven waren. In de Romeinse tijd stroomde de Oude IJssel vanaf Doesburg naar het zuiden om bij het Castellum in de Rijn te stromen. Halverwege de eerste eeuw werd het fort herbouwd, mogelijk door de Romeinse bevelhebber Gnaius Domitius Corbulo. Corbulo gebruikte de Drususgracht namelijk om zijn troepen snel naar het noorden te kunnen vervoeren in zijn strijd tegen de Frisii en Chauken. Een gedeelten van het 5e legioen Alaudae was in die tijd gestationeerd in dit castellum. In 69 werd het tijdens de Bataafse Opstand door de Bataven in brand gestoken, maar meteen nadat de opstand was neergeslagen werd het strategisch gelegen fort herbouwd en vergroot. Vermoedelijk werd het fort rond 120 onder keizer Hadrianus opnieuw herbouwd en versterkt. Rond 220 werd het castellum weer herbouwd, ditmaal in steen. De oprichting van het Gallische keizerrijk in 260 door de usurpator Postumus zorgde ervoor dat het castellum werd verlaten. Mogelijk werd in de tweede helft van de vierde eeuw het fort herbouwd in het kader van versterking van de Rijngrens. Rond 400 werd het fort definitief door de Romeinen verlaten. Bodemvondsten tonen aan dat er daarna een Frankisch kasteel heeft gestaan. In de 8e eeuw stond het gebied bekend als Meginhardeswich ("dorp van Meginhard").

Elisabeths Gasthuis (Arnhem)
Elisabeths Gasthuis (Arnhem)

Het Elisabeth Gasthuis (ook: Sint Elisabeths Gasthuis) is een voormalig ziekenhuis in de Nederlandse stad Arnhem. Het ziekenhuis is in 1878 gesticht door de Arnhemse pastoor J.H. van Basten Batenburg als rooms-katholiek ziekenhuis. In 1893 maakte architect J.W. Boerbooms het ontwerp van het gebouw in neorenaissance stijl. Het ziekenhuis werd vernoemd naar de heilige Elisabeth van Thüringen, waarbij het medisch personeel langere tijd bestond uit Franciscaner nonnen uit Münster. Tijdens de Slag om Arnhem stond het ziekenhuis midden in het strijdgebied, waardoor het een tijd in Britse handen was, maar daaropvolgend op 19 september 1944 weer werd heroverd door de Duitsers. Voor de ingang van het ziekenhuis hing de vlag van het Rode Kruis. In het ziekenhuis werd ten tijde van de slag doorgegaan met opereren van zowel Britse als Duitse troepen. Nadat de Duitsers het gasthuis definitief weer in handen hadden gekregen, werden de gewonde Britten krijgsgevangenen en later getransporteerd naar Apeldoorn. Evenwel werd op 24 september 1944 een twee uur durende wapenstilstand overeengekomen, waarbij gewonde Britse militairen naar het Elisabeths Gasthuis werden overgebracht. Zij werden eveneens krijgsgevangen gemaakt. Burgerpatiënten werden naar andere ziekenhuizen van Arnhem gebracht, waarbij zij eveneens de vlag van het Rode Kruis droegen. Na de Tweede Wereldoorlog is het een pelgrimsoord geworden voor veteranen, nabestaanden en andere belangstellenden aangaande de Slag om Arnhem.