place

Amsterdam Tulip Museum

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumMuseum in AmsterdamTulp
Tulpenuseum Prinsegracht 112
Tulpenuseum Prinsegracht 112

Het Amsterdam Tulip Museum, ook wel het Tulpenmuseum genoemd, bevindt zich aan de Prinsengracht 116, tegenover het Anne Frankhuis. Het museum toont beneden de geschiedenis van de tulp, van haar ontdekking in Centraal-Azië tot de huidige tijd. Vooral in de 17de eeuw was de tulp een beleggingsobject en onderwerp van grote speculaties. Op de begane grond is een grote winkel van 235m2. Hoewel de naam van het museum anders suggereert, worden er niet alleen tulpen en tulp-gerelateerde voorwerpen verkocht. Het aanbod van bollen hangt af van het seizoen. Eind 2011 verhuisde het Tulpenmuseum naar nummer 116, waar het museale gedeelte veel meer ruimte ter beschikking zal hebben. In oktober 2017 lanceerde het museum Amsterdam Tulip Museum Online, een virtuele museumervaring.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Amsterdam Tulip Museum (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Amsterdam Tulip Museum
Weesperplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Amsterdam Tulip MuseumLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376030555556 ° E 4.8854611111111 °
placeToon op kaart

Adres

Grachtengordel van Amsterdam

Weesperplein
1018 XA Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
amsterdam.nl

linkWebsite bezoeken

Tulpenuseum Prinsegracht 112
Tulpenuseum Prinsegracht 112
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 52
Brug 52

Brug 52 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de westelijke kade van de Keizersgracht en overspant de Leliegracht. Vanuit het centrum gezien ligt vlak achter deze brug de Leliesluis. Ze wordt geflankeerd door de bruggen 51 (naast haar) en 53 (aan de overzijde van de Keizersgracht). De brug, zelf geen monument (ze is daarvoor te jong), wordt omringd door rijksmonumenten, waarvan Keizersgracht 174-176 wellicht het bekendst is als het Astoria, kantoor van de Eerste Hollandsche Levensverzekerings Bank en later Greenpeace. Er ligt hier al eeuwen een brug. Op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is een brug met drie doorvaarten ingetekend over de Lely Graft in de Keysers Graft met daarachter de Lely Sluys. Echter de kaart met de kavelverdeling ten zuiden van de Leliegracht tussen Keizersgracht en Prinsengracht uit circa 1618 liet ook al een brug (vijf bogen) zien. Joan Blaeu tekende op zijn kaart uit 1649 echter een brug met één doorvaart. In 1748 schilderde Cornelis Pronk een doorvaart tijdens de zonsverduistering van 25 juli 1748. De geschiedenis van de brug is ongeveer gelijk aan die van brug 51. Ze moest steeds aangepast worden vanwege verkeer dan wel slijtage. Alhoewel in de 21e eeuw er een brug ligt met een doorvaart, legde Jacob Olie in 1896 een brug vast met drie doorvaarten en zonder bogen, een ansichtkaart uit 1904 liet hetzelfde beeld zien. De brug van 1979 laat aan de kant van de Keizersgracht in de bovenste boogsteen het brugnummer 52 zien.

Astoria (Amsterdam)
Astoria (Amsterdam)

Gebouw Astoria is een monumentaal jugendstil-gebouw aan Keizersgracht 174-176 in Amsterdam, gebouwd in 1904-1905 in opdracht van, en als hoofdkantoor voor de Eerste Hollandsche Levensverzekerings Bank. Het gebouw, op de hoek van de Keizersgracht en Leliegracht, diende later tevens 15 jaar als hoofdkwartier van Greenpeace. In 2001 werd het aangewezen als rijksmonument. Met zes etages en een maximale hoogte van 37 meter was gebouw Astoria een van de eerste kantoortorens in Nederland. Het gebouw werd ontworpen door H.H. Baanders en Gerrit van Arkel. Beide architecten ontwierpen veel gebouwen in Amsterdam in een voor hen typerende sobere, Nederlandse versie van de jugendstil, later bekend geworden als de Nieuwe Kunst. Het gebouw heeft een met koper bedekt dak met een torentje en een decoratief ijzeren nokhek waarin de goudkleurige letters EHLB (voor Eerste Hollandsche Levensverzekerings Bank) verwerkt zijn. Het mozaïek hoog op de gevel toont een beschermengel met twee andere figuren. In 1968-1969 werd het gebouw aan beide zijden in dezelfde stijl uitgebreid, naar een ontwerp van C. Wegener Sleeswijk. Gebouw Astoria diende 15 jaar als het internationale hoofdkwartier van Greenpeace, vanaf de stichting van Greenpeace International in 1989. In het pand zijn later onder andere het consulaat van de Seychellen en Amsterdam International Fashion Week gevestigd. Het gebouw maakt deel uit van hetzelfde huizenblok als het Anne Frank Huis.

Pansemertbrug
Pansemertbrug

De Pansemertbrug (brug 124) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de westelijke kade van de Prinsengracht. Ze voert daarbij over de Egelantiersgracht. De gehele hoek noordelijke hoek Prinsengracht en Egelantiersgracht kent de gemeentelijk dan wel rijksmonumentstatus. Grootste blikvanger is Egelantiersgracht 2, het relatief brede pand en anachronisme in de zin van architectuur van Gunters & Meuser, handel in ijzerwaren. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier een brug in op zijn kaart van Amsterdam in 1625, de brug ligt dan in een kade van de Prince Graft en voert over de Eglentiers Graft. Op die kaart is tevens te zien dat het begin van de Egelanrtiersgracht al geheel dichtgebouwd is, maar dat westwaarts tegen het einde van die gracht steeds meer stukken open terrein liggen. Het stratenplan, zoals dat er in de 21e eeuw uitziet, is wel al terug te vinden. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1871. Aannemers konden op 26 juni hun bod uitbrengen op het vervangen van de vaste houten brug. Soortgelijke werkzaamheden vonden elders ook plaats. Die brug hield het amper veertig jaar vol, in 1901 moest het bovendek vernieuwd worden. In juni 1907 vond er opnieuw een aanbesteding plaats, echter nu voor het slopen van de bestaande houten brug en het "aldaar bouwen eener nieuwe vaste steenen brug met ijzeren bovenbouw en bijbehoorende werken". Het vernieuwen van de brug vond plaats onder supervisie van de Dienst der Publieke Werken, waar ook het ontwerp vandaan kwam. Een aannemer uit de Watergraafsmeer won de aanbesteding met een bod van 16.284,00 gulden. Hij begon op 5 augustus van dat jaar en 22 januari 1908 moest het werk opgeleverd zijn. De brug behield sindsdien haar uiterlijk als ijzeren liggerbrug. De vernoeming van de brug kent twee versies. De eerste is dat er in de nabijheid een pensmarkt werd gehouden, maar daarvoor is tot aan 2017 geen bewijs gevonden. De andere versie houdt het op een verwijzing naar Hendrick Cornelisz Panser, een plaatselijk bekend apothekersfamilie, onder andere een "pest"-apotheker gevestigd aan de Egelantiersgracht. Beide versies gaan terug op de 17e eeuw.

Leliesluis
Leliesluis

De Leliesluis (brug nr. 61) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Prinsengracht en verbindt de noordoever (even zijde) van de Leliegracht met de overzijde van de Prinsengracht in de westelijke grachtengordel. Daar waar de Prinsensluis niet aansluit op een weg verder naar het westen, sluit de Leliestraat hier juist min of meer aan op de brug. Van deze brug heeft men een goed zicht op de drie rijksmonument het Anne Frank Huis, de Westerkerk en Gunters & Meusersgebouw. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn kaart uit 1625. De verbinding komt dan tot stand tussen de Lely Graft, over de Prince Graft naar de Nieuwe Lely Straet. Er zou toen (circa 1645) een houten brug hebben gelegen die vernieuwd werd naar stenen brug. De bouw bleek niet goed te zijn geweest, de brug stortte in 1656 in, waarbij tien mensen verdronken. Jan Spaan heeft een tekening van de brug gemaakt, die gedateerd wordt op tussen 1765 en 1770. Daarop is een welfbrug met drie doorvaarten te zien. Herman Schouten kwam niet veel later met een brug met vier bogen. De brug draagt aan de zuidzijde twee datumstenen met “Anno 1785”. In 1864 is hier nog steeds een boogbrug te zien op een foto van Paul Gaston Braun. In 1883 namen Burgemeester en wethouders het besluit om deze brug en de buurbrug brug 62 te verlagen, het landverkeer nam toe, de scheepvaart nam juist af. Schippers ageerden tegen het besluit, maar deden dat veel te laat, B&W had de voorraad ijzer voor de vernieuwing al ontvangen, het is dan mei 1885. B&W kregen meer verzoeken om de verlaging achterwege te laten maar liet het landverkeer prevaleren. Er werden op een dag 450 karren of handwagens, 250 rijtuigen en 22.600 personen geteld die tegen de brug op moesten. Er ontstond een discussie, maar bij de stemming waren er 26 stemmen voor de verlaging en 9 tegen. In februari 1886 was de klus geklaard. In 1929 werd melding gemaakt van een schipper, die bekneld geraakt was tussen de kolenkist op zijn schip en het brugdek; hij werd opgenomen in het Binnengasthuis. In 1930 meldde de Sumatra Post (!) met foto een soortgelijk ongeluk zonder persoonlijk letsel. In 1941 was de brug is een dermate slechte staat, dat zij gerenoveerd moest worden. De renovatie werd vanwege de Tweede Wereldoorlog eenvoudig gehouden. Later werd zij nog voorzien van een nieuw wegdek. De brug is vernoemd naar de Leliegracht, die weer vernoemd is naar de Oude Leliestraat, die op haar beurt is vernoemd naar het huis "In de Witte Lelye" aan de Singel. Het achtervoegsel sluis voert terug op de Amsterdamse aanduiding voor een stenen brug. Anders dan elders is in de stad ligt hier op steenworp afstand wel een voormalige sluis, eveneens de Leliesluis (Lely Sluys) genoemd. De contouren van die sluis zijn nog zichtbaar in de Leliegracht.

Coymanshuis
Coymanshuis

Het Coymanshuis aan de Keizersgracht 177 in de Nederlandse stad Amsterdam is een rijksmonument waarvan de gevel was ontworpen door Jacob van Campen (1596 – 1657). Het is het eerst bekende architectonische ontwerp van Jacob van Campen. Hij ontwierp de gevel in 1625 voor Balthasar Coymans (1589 - 1657) die in december 1624 het erf had gekocht. In 1631 publiceerden Cornelis Danckerts en Salomon de Bray de voorgevel en plattegrond in hun Architectura Moderna. Het huis is acht traveeën breed en heeft een gevel met een pilasterstelling: Ionisch op de bel-etage en composiet op de verdieping. De raampartijen (oorspronkelijk kruisvensters) zijn ca 1780 vervangen door schuiframen wat leidde tot het verdwijnen van de frontons boven de ramen op de eerste verdieping. De oorspronkelijke attiek is in 1876 door een volwaardige verdieping vervangen toen het pand tot hogereburgerschool werd verbouwd. De achtergevel stortte in 1931 in en is vervangen. Het pand werd bewoond door Balthasar II en zijn broer Johan Coymans (1601 - 1657) en diverse andere leden van de firma Coymans. In 1759 kwam het pand in het handen van Jan Pieter Theodoor Huydecoper, nadat de laatste mannelijke telg Balthasar Coijmans (1699-1759) was gestorven. Jan Pieter stierf in Elmina aan de Goudkust en rond 1780 kwam het pand in handen van zijn neef Jan Elias Huydecoper. Het pand is in 1868 of 1887 aan de stad verkocht. In de 20ste eeuw heeft het tot de jaren '80 het Ir. Lely Lyceum gehuisvest. In het Coymanshuis bevindt zich sinds 2003 het Nederlands hoofdkantoor van Amnesty International.