place

Museum voor het Kruideniers-bedrijf

Bouwwerk in Utrecht (Binnenstad)DetailhandelMuseum in Utrecht (stad)Snoep
Betje Boerhave Hoogt 6 Utrecht Nederland
Betje Boerhave Hoogt 6 Utrecht Nederland

Het Museum voor het Kruideniers-bedrijf of Betje Boerhavemuseum is een museum annex snoep- en kruidenierswinkel in Utrecht. Het aan het Hoogt gevestigde museum is in 1974 gesticht. Het biedt een indruk van het Nederlands kruideniersbedrijf in vroegere tijden door middel van tijdelijke en permanente tentoonstellingen. Eraan verbonden is een kruidenierswinkel met verkoop en winkelinrichting van onder meer snoepgoed en huishoudelijke artikelen van voor de grootschalige opkomst van het zelfbedieningssysteem en de supermarkten. Naast particulieren sponsoren diverse bedrijven en organisaties zoals supermarktketens het Museum voor het Kruideniers-bedrijf. De naam Betje Boerhavemuseum is afgeleid van Betje Boerhave, een - zo is in september 2017 definitief vastgesteld - fictieve Utrechtse kruideniersvrouw met haar even fictieve dagboeken.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Museum voor het Kruideniers-bedrijf (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Museum voor het Kruideniers-bedrijf
Hoogt, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Museum voor het Kruideniers-bedrijfLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.093136111111 ° E 5.1200138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Kruideniersmuseum

Hoogt 10
3512 GW Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31302316628

Website
kruideniersmuseum.nl

linkWebsite bezoeken

Betje Boerhave Hoogt 6 Utrecht Nederland
Betje Boerhave Hoogt 6 Utrecht Nederland
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kintgenshaven
Kintgenshaven

Kintgenshaven is een straatje in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. Kintgenshaven loopt vanaf de Neude en de Schoutenstraat tot de Slachtstraat en de Telingstraat. Hoewel de straatnaam misschien anders suggereert is er nooit sprake van een scheepshaven hier geweest. In 1465 wordt de naam Geynkenshaven vermeld. De huidige vorm duikt voor het eerst op in 1625 in een vertaling van een werk van Lambertus Hortensius. In zijn oorspronkelijke werk uit 1546 spreekt Hortensius over Rijntkenshaven. De straatnaam is wel zijn eigen leven gaan leiden. Onder meer op de hoek van dit straatje met de Neude bevindt zich een gevelsteen met daarop uitgebeeld het verhaal over Beatrix de Rijke als kindje in een dobberende mand met daarop een balancerende kat.In de middeleeuwen bestond Kintgenshaven als straatje reeds, mogelijk al omstreeks 1300. Tot de bewoners uit vroegere eeuwen behoren vleeshouwers en aanverwanten die hier op een steenworp afstand woonden van het Grote Vleeshuis aan het Jansveld/ Voorstraat. De aan Kintgenshaven grenzende Slachtstraat herinnert als straatnaam nog aan hun ambacht. Aangrenzend in het oosten lag tot de Reformatie het Minderbroederklooster. Medio 17e eeuw werd de omgeving vernieuwd maar Kintgenshaven en de Slachtstraat bleven intact. Naar Kintgenshaven werd Kindjeshaven vernoemd, een voormalige Utrechtse crèche aan de Prins Hendriklaan die tijdens de bezetting werd gebruikt om vele Joodse kinderen in veiligheid te brengen. In de ongeveer 30 meter lange Kintgenshaven bevinden zich enkele monumentale gebouwen.

Margaretenhof
Margaretenhof

Het (Sint) Margaretenhof, ook wel gespeld als Margarethenhof is een rijksmonument bestaande uit een rijtje godskameren in de binnenstad van Utrecht. In 1367 nam Domkanunnik Gijsbrecht van Walenborch een stuk land aan het Jansveld in erfpacht en bouwde er het gasthuis voor de opvang van landlopers van St. Mathias en Margareta of Margaretengasthuis. In 1371 werd de kapel gewijd door de bisschop. In 1562 werd het gasthuis verbouwd tot twintig godskameren. De bewoners kregen preuves uitgedeeld (turf en geld) maar er werden ook preuves uitgedeeld aan armen die niet in het hof woonden. De inkomsten van de fundatie bestonden uit pachtgelden van landerijen in de omgeving van Utrecht. De stichter had laten vastleggen dat het beheer in handen zou zijn van de raadsburgemeester van de stad en de Domkanunnik die proost van Leiden was, of anders de oudste kanunnik van de Dom. Vanaf 1648 is het beheer echter geheel in handen van de burgemeester. In het begin woonden er ongeveer 25 mensen maar in het midden van de 19de eeuw was dit aantal gegroeid tot zestig. In 1894 werd begonnen met de sloop van elf bouwvallige woningen. Voor de bewoners werden elders nieuwe woningen gebouwd. In de jaren 70 van de 20ste eeuw waren de woningen onbewoonbaar verklaard en werd (een deel van) het complex gekraakt. In 1979 nam de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds het beheer over van B&W en voerde in 1980 herstelwerkzaamheden uit. Ook daarna hadden niet alle woningen een eigen inpandig toilet en moeten deze bewoners gebruikmaken van een secreet op de binnenplaats. De vier woningen die aan de straatkant staan, bevatten nog middeleeuws metselwerk. Drie hiervan hebben de voordeur aan de straat, de vierde in de poort. Deze woning bevindt zich boven de poort. Boven de poort bevindt zich ook een gevelsteen. De poort leidt naar de binnenplaats, waar zich nog vijf woningen bevinden.