place

Slachtstraat

Straat in Utrecht (Binnenstad)
Een zeer oud hoekje in de Stad Utrecht
Een zeer oud hoekje in de Stad Utrecht

De Slachtstraat is een straat in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. Ze loopt met een lengte van zo'n 70 meter tussen de Telingstraat en de Lange Jansstraat. De straat bestond mogelijk reeds omstreeks 1300. Bij de aanleg in 1580 van de Telingstraat bestond de Slachtstraat al. De straat werd ook wel onder meer Grote Slachtsteeg genoemd, in tegenstelling tot de Kleine Slachtsteeg even verderop. De panden op de nummers 2 en 5 zijn een monument. Rond 1969 is de straat in het noorden een aantal meters ingekort wegens de verbreding van de Lange Jansstraat. In die ontwikkeling zijn panden gesloopt, waarna er nieuwbouw verrees.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Slachtstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Slachtstraat
Slachtstraat, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: SlachtstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.093255555556 ° E 5.1195388888889 °
placeToon op kaart

Adres

Slachtstraat 6
3512 BC Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Een zeer oud hoekje in de Stad Utrecht
Een zeer oud hoekje in de Stad Utrecht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kintgenshaven
Kintgenshaven

Kintgenshaven is een straatje in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. Kintgenshaven loopt vanaf de Neude en de Schoutenstraat tot de Slachtstraat en de Telingstraat. Hoewel de straatnaam misschien anders suggereert is er nooit sprake van een scheepshaven hier geweest. In 1465 wordt de naam Geynkenshaven vermeld. De huidige vorm duikt voor het eerst op in 1625 in een vertaling van een werk van Lambertus Hortensius. In zijn oorspronkelijke werk uit 1546 spreekt Hortensius over Rijntkenshaven. De straatnaam is wel zijn eigen leven gaan leiden. Onder meer op de hoek van dit straatje met de Neude bevindt zich een gevelsteen met daarop uitgebeeld het verhaal over Beatrix de Rijke als kindje in een dobberende mand met daarop een balancerende kat.In de middeleeuwen bestond Kintgenshaven als straatje reeds, mogelijk al omstreeks 1300. Tot de bewoners uit vroegere eeuwen behoren vleeshouwers en aanverwanten die hier op een steenworp afstand woonden van het Grote Vleeshuis aan het Jansveld/ Voorstraat. De aan Kintgenshaven grenzende Slachtstraat herinnert als straatnaam nog aan hun ambacht. Aangrenzend in het oosten lag tot de Reformatie het Minderbroederklooster. Medio 17e eeuw werd de omgeving vernieuwd maar Kintgenshaven en de Slachtstraat bleven intact. Naar Kintgenshaven werd Kindjeshaven vernoemd, een voormalige Utrechtse crèche aan de Prins Hendriklaan die tijdens de bezetting werd gebruikt om vele Joodse kinderen in veiligheid te brengen. In de ongeveer 30 meter lange Kintgenshaven bevinden zich enkele monumentale gebouwen.

Margaretenhof
Margaretenhof

Het (Sint) Margaretenhof, ook wel gespeld als Margarethenhof is een rijksmonument bestaande uit een rijtje godskameren in de binnenstad van Utrecht. In 1367 nam Domkanunnik Gijsbrecht van Walenborch een stuk land aan het Jansveld in erfpacht en bouwde er het gasthuis voor de opvang van landlopers van St. Mathias en Margareta of Margaretengasthuis. In 1371 werd de kapel gewijd door de bisschop. In 1562 werd het gasthuis verbouwd tot twintig godskameren. De bewoners kregen preuves uitgedeeld (turf en geld) maar er werden ook preuves uitgedeeld aan armen die niet in het hof woonden. De inkomsten van de fundatie bestonden uit pachtgelden van landerijen in de omgeving van Utrecht. De stichter had laten vastleggen dat het beheer in handen zou zijn van de raadsburgemeester van de stad en de Domkanunnik die proost van Leiden was, of anders de oudste kanunnik van de Dom. Vanaf 1648 is het beheer echter geheel in handen van de burgemeester. In het begin woonden er ongeveer 25 mensen maar in het midden van de 19de eeuw was dit aantal gegroeid tot zestig. In 1894 werd begonnen met de sloop van elf bouwvallige woningen. Voor de bewoners werden elders nieuwe woningen gebouwd. In de jaren 70 van de 20ste eeuw waren de woningen onbewoonbaar verklaard en werd (een deel van) het complex gekraakt. In 1979 nam de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds het beheer over van B&W en voerde in 1980 herstelwerkzaamheden uit. Ook daarna hadden niet alle woningen een eigen inpandig toilet en moeten deze bewoners gebruikmaken van een secreet op de binnenplaats. De vier woningen die aan de straatkant staan, bevatten nog middeleeuws metselwerk. Drie hiervan hebben de voordeur aan de straat, de vierde in de poort. Deze woning bevindt zich boven de poort. Boven de poort bevindt zich ook een gevelsteen. De poort leidt naar de binnenplaats, waar zich nog vijf woningen bevinden.

Grote Vleeshuis
Grote Vleeshuis

Het Grote Vleeshuis, ook wel onder andere de Grote Vleeshal en In de Ossenkop genoemd, is een gebouw van het voormalig slagersgilde aan de Voorstraat/het Jansveld in de Nederlandse stad Utrecht. Aan het begin van de 15e eeuw hadden de gilden in Utrecht aanzienlijke macht. Het vleeshuis van het Vleeshouwersgilde was in deze tijd bij het Utrechtse stadhuis gelegen en gezien hun werkzaamheden was bepaald dat de leden van dit gilde als enigen met lange messen door de stad mochten. Op 21 augustus 1425 kozen Vleeshouwers partij in de strijd om de macht, begaven zich naar het huis van de Utrechtse burgemeester Beernt Proys aan de Oudegracht en vermoordden hem in zijn bed. De moordenaars bleven ongestraft. Na enkele jaren werd wel besloten dat het oude slachthuis gesloten werd en opgesplitst op twee verder gelegen locaties moest komen: het Grote Vleeshuis aan de Voorstraat, en in 1432 de Kleine Vleeshal aan de Lange Nieuwstraat. Daarbij werd bepaald dat het slagersgilde opgeheven werd en de leden over de andere gilden verdeeld moesten worden. In 1637/1638 werd het vleeshuis herbouwd, vermoedelijk naar ontwerp van Paulus Moreelse, waarbij delen van het 15e-eeuwse vleeshuis werden behouden. Eind 19e eeuw werd op de bovenverdieping een telefooncentrale van de Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij gevestigd. Omstreeks 1910 vestigde rijwielhandelaar Alfrink zich op dit adres. Rond 1960 nam de jeugdbibliotheek haar intrek in het gebouw. Vandaag de dag heeft het een winkelfunctie.