place

Kleine Slachtstraat

Straat in Utrecht (Binnenstad)
HUA 30761 Gezicht op het huizenblok aan de Slachtstraat links en de Voorstraat rechts te Utrecht uit het noorden
HUA 30761 Gezicht op het huizenblok aan de Slachtstraat links en de Voorstraat rechts te Utrecht uit het noorden

De Kleine Slachtstraat is een straat in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. Ze begint bij het Jansveld en eindigt zo'n 50 meter verder op de Voorstraat. De straat bestond mogelijk reeds omstreeks 1300. Ze is ontstaan als brandsteeg tussen de Voorstraat en het Jansveld. De Kleine Slachtstraat stond in het verleden bekend als Kleine Slachtsteeg of Korte Slachtsteeg. Het 17e-eeuwse hoekpand Voorstraat 25 heet Guldeberch en heeft een achterhuis, Silverberch, dat voorheen het adres had aan de Kleine Slachtstraat. Het pand op nummer 3 is een gemeentelijk monument.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Kleine Slachtstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Kleine Slachtstraat
Kleine Slachtstraat, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Kleine SlachtstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.094280555556 ° E 5.1198694444444 °
placeToon op kaart

Adres

Kleine Slachtstraat 4A
3512 BJ Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

HUA 30761 Gezicht op het huizenblok aan de Slachtstraat links en de Voorstraat rechts te Utrecht uit het noorden
HUA 30761 Gezicht op het huizenblok aan de Slachtstraat links en de Voorstraat rechts te Utrecht uit het noorden
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Grote Vleeshuis
Grote Vleeshuis

Het Grote Vleeshuis, ook wel onder andere de Grote Vleeshal en In de Ossenkop genoemd, is een gebouw van het voormalig slagersgilde aan de Voorstraat/het Jansveld in de Nederlandse stad Utrecht. Aan het begin van de 15e eeuw hadden de gilden in Utrecht aanzienlijke macht. Het vleeshuis van het Vleeshouwersgilde was in deze tijd bij het Utrechtse stadhuis gelegen en gezien hun werkzaamheden was bepaald dat de leden van dit gilde als enigen met lange messen door de stad mochten. Op 21 augustus 1425 kozen Vleeshouwers partij in de strijd om de macht, begaven zich naar het huis van de Utrechtse burgemeester Beernt Proys aan de Oudegracht en vermoordden hem in zijn bed. De moordenaars bleven ongestraft. Na enkele jaren werd wel besloten dat het oude slachthuis gesloten werd en opgesplitst op twee verder gelegen locaties moest komen: het Grote Vleeshuis aan de Voorstraat, en in 1432 de Kleine Vleeshal aan de Lange Nieuwstraat. Daarbij werd bepaald dat het slagersgilde opgeheven werd en de leden over de andere gilden verdeeld moesten worden. In 1637/1638 werd het vleeshuis herbouwd, vermoedelijk naar ontwerp van Paulus Moreelse, waarbij delen van het 15e-eeuwse vleeshuis werden behouden. Eind 19e eeuw werd op de bovenverdieping een telefooncentrale van de Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij gevestigd. Omstreeks 1910 vestigde rijwielhandelaar Alfrink zich op dit adres. Rond 1960 nam de jeugdbibliotheek haar intrek in het gebouw. Vandaag de dag heeft het een winkelfunctie.

Margaretenhof
Margaretenhof

Het (Sint) Margaretenhof, ook wel gespeld als Margarethenhof is een rijksmonument bestaande uit een rijtje godskameren in de binnenstad van Utrecht. In 1367 nam Domkanunnik Gijsbrecht van Walenborch een stuk land aan het Jansveld in erfpacht en bouwde er het gasthuis voor de opvang van landlopers van St. Mathias en Margareta of Margaretengasthuis. In 1371 werd de kapel gewijd door de bisschop. In 1562 werd het gasthuis verbouwd tot twintig godskameren. De bewoners kregen preuves uitgedeeld (turf en geld) maar er werden ook preuves uitgedeeld aan armen die niet in het hof woonden. De inkomsten van de fundatie bestonden uit pachtgelden van landerijen in de omgeving van Utrecht. De stichter had laten vastleggen dat het beheer in handen zou zijn van de raadsburgemeester van de stad en de Domkanunnik die proost van Leiden was, of anders de oudste kanunnik van de Dom. Vanaf 1648 is het beheer echter geheel in handen van de burgemeester. In het begin woonden er ongeveer 25 mensen maar in het midden van de 19de eeuw was dit aantal gegroeid tot zestig. In 1894 werd begonnen met de sloop van elf bouwvallige woningen. Voor de bewoners werden elders nieuwe woningen gebouwd. In de jaren 70 van de 20ste eeuw waren de woningen onbewoonbaar verklaard en werd (een deel van) het complex gekraakt. In 1979 nam de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds het beheer over van B&W en voerde in 1980 herstelwerkzaamheden uit. Ook daarna hadden niet alle woningen een eigen inpandig toilet en moeten deze bewoners gebruikmaken van een secreet op de binnenplaats. De vier woningen die aan de straatkant staan, bevatten nog middeleeuws metselwerk. Drie hiervan hebben de voordeur aan de straat, de vierde in de poort. Deze woning bevindt zich boven de poort. Boven de poort bevindt zich ook een gevelsteen. De poort leidt naar de binnenplaats, waar zich nog vijf woningen bevinden.