place

Voorstraat (Utrecht)

Straat in Utrecht (Binnenstad)
Exterieur OVERZICHT VOORGEVELS Utrecht 20303520 RCE
Exterieur OVERZICHT VOORGEVELS Utrecht 20303520 RCE

De Voorstraat is een straat in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. Deze straat loopt enigszins gebogen en is ongeveer 300 meter lang. De Voorstraat bestond reeds omstreeks 1300. Vandaag de dag is het een eenrichtingsstraat. De straat ligt in het verlengde van de Wittevrouwenstraat (die weer in het verlengde ligt van de Biltstraat) en gaat over in de Potterstraat. Al het verkeer vanaf de Biltstraat en de Wittevrouwensingel kan alleen door deze eenrichtingsstraat verder richting centrum rijden of moet anders behoorlijk omrijden. Er bevinden zich in deze straat diverse monumentale panden, zoals onder andere het pand Centraal Apotheek De Liefde. In deze panden zitten ook diverse gevelstenen.Op de Voorstraat bevinden zich op cultureel gebied een van de bekendste Utrechtse bioscopen (City Movies) en politiek cultureel centrum ACU.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Voorstraat (Utrecht) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Voorstraat (Utrecht)
Professor-Pirlet-Straße, Aachen

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Voorstraat (Utrecht)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.094930555556 ° E 5.1205222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Bilal-Moschee

Professor-Pirlet-Straße 20
52074 Aachen (Aachen-Mitte)
Nordrhein-Westfalen, Deutschland
mapOpenen op Google Maps

Website
izaachen.de

linkWebsite bezoeken

Exterieur OVERZICHT VOORGEVELS Utrecht 20303520 RCE
Exterieur OVERZICHT VOORGEVELS Utrecht 20303520 RCE
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Begijnekerk
Begijnekerk

De Begijnekerk was een kerkgebouw in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. De kerk aan de Breedstraat 40 is ontstaan met de aankoop in 1849 van een bestaand herenhuis dat werd bestemd voor de Christelijke Afgescheiden Gemeente. De opening vond na verbouwing of herbouw plaats in 1854. Het kerkgebouw werd vernoemd naar het verdwenen Begijnhof dat hier in eerdere tijden had gelegen. In of kort na 1875 is de gevelpartij aan de Breedstraat gewijzigd. In 1892 fuseerde de Afgescheiden gemeente met de Dolerenden, waarna de kerk overging naar de Gereformeerde Kerk. In de 19e eeuw telde het kerkgebouw 550 zitplaatsen. Bij een bijzondere gebeurtenis kon de te verwachten toeloop een veelvoud zijn van het aantal zitplaatsen zoals in 1866 bij een gebedsbijeenkomst die tot doel had een lokale cholera-epidemie te bezweren. Begin 20e eeuw werd nog overwogen het kerkgebouw te verkopen. Na de keuze tot behoud is onder meer een aanbouw toegevoegd in 1908. Onderwijl steeg het inwoneraantal van Utrecht snel en verrezen nieuwe wijken buiten het centrum. Het centrum kreeg daarin te maken met een sterk teruglopend aantal inwoners. In de jaren 1930 viel het besluit de Begijnekerk af te stoten en opende de Gereformeerde Kerk ter vervanging de Tuindorpkerk in de nieuwe wijk Tuindorp. Hierin speelde mee dat de Westerkerk op enkele honderden meters afstand lag voor de kerkgangers van de Begijnekerk. In 1937 vond de laatste kerkdienst plaats in de Begijnekerk. Het gebouw werd rond die tijd verkocht aan een drukkerij in de Breedstraat waarna het (onder meer) fungeerde als papieropslag. In 1939 is de Begijnekerk gesloopt door uitbreiding van de drukkerij met nieuwbouw.

Grote Vleeshuis
Grote Vleeshuis

Het Grote Vleeshuis, ook wel onder andere de Grote Vleeshal en In de Ossenkop genoemd, is een gebouw van het voormalig slagersgilde aan de Voorstraat/het Jansveld in de Nederlandse stad Utrecht. Aan het begin van de 15e eeuw hadden de gilden in Utrecht aanzienlijke macht. Het vleeshuis van het Vleeshouwersgilde was in deze tijd bij het Utrechtse stadhuis gelegen en gezien hun werkzaamheden was bepaald dat de leden van dit gilde als enigen met lange messen door de stad mochten. Op 21 augustus 1425 kozen Vleeshouwers partij in de strijd om de macht, begaven zich naar het huis van de Utrechtse burgemeester Beernt Proys aan de Oudegracht en vermoordden hem in zijn bed. De moordenaars bleven ongestraft. Na enkele jaren werd wel besloten dat het oude slachthuis gesloten werd en opgesplitst op twee verder gelegen locaties moest komen: het Grote Vleeshuis aan de Voorstraat, en in 1432 de Kleine Vleeshal aan de Lange Nieuwstraat. Daarbij werd bepaald dat het slagersgilde opgeheven werd en de leden over de andere gilden verdeeld moesten worden. In 1637/1638 werd het vleeshuis herbouwd, vermoedelijk naar ontwerp van Paulus Moreelse, waarbij delen van het 15e-eeuwse vleeshuis werden behouden. Eind 19e eeuw werd op de bovenverdieping een telefooncentrale van de Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij gevestigd. Omstreeks 1910 vestigde rijwielhandelaar Alfrink zich op dit adres. Rond 1960 nam de jeugdbibliotheek haar intrek in het gebouw. Vandaag de dag heeft het een winkelfunctie.

Margaretenhof
Margaretenhof

Het (Sint) Margaretenhof, ook wel gespeld als Margarethenhof is een rijksmonument bestaande uit een rijtje godskameren in de binnenstad van Utrecht. In 1367 nam Domkanunnik Gijsbrecht van Walenborch een stuk land aan het Jansveld in erfpacht en bouwde er het gasthuis voor de opvang van landlopers van St. Mathias en Margareta of Margaretengasthuis. In 1371 werd de kapel gewijd door de bisschop. In 1562 werd het gasthuis verbouwd tot twintig godskameren. De bewoners kregen preuves uitgedeeld (turf en geld) maar er werden ook preuves uitgedeeld aan armen die niet in het hof woonden. De inkomsten van de fundatie bestonden uit pachtgelden van landerijen in de omgeving van Utrecht. De stichter had laten vastleggen dat het beheer in handen zou zijn van de raadsburgemeester van de stad en de Domkanunnik die proost van Leiden was, of anders de oudste kanunnik van de Dom. Vanaf 1648 is het beheer echter geheel in handen van de burgemeester. In het begin woonden er ongeveer 25 mensen maar in het midden van de 19de eeuw was dit aantal gegroeid tot zestig. In 1894 werd begonnen met de sloop van elf bouwvallige woningen. Voor de bewoners werden elders nieuwe woningen gebouwd. In de jaren 70 van de 20ste eeuw waren de woningen onbewoonbaar verklaard en werd (een deel van) het complex gekraakt. In 1979 nam de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds het beheer over van B&W en voerde in 1980 herstelwerkzaamheden uit. Ook daarna hadden niet alle woningen een eigen inpandig toilet en moeten deze bewoners gebruikmaken van een secreet op de binnenplaats. De vier woningen die aan de straatkant staan, bevatten nog middeleeuws metselwerk. Drie hiervan hebben de voordeur aan de straat, de vierde in de poort. Deze woning bevindt zich boven de poort. Boven de poort bevindt zich ook een gevelsteen. De poort leidt naar de binnenplaats, waar zich nog vijf woningen bevinden.