place

Utrechtsepoort (Amsterdam)

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumPoort in AmsterdamVoormalig bouwwerk in Amsterdam
Willem Hekking De Utrechtsche Poort in Julij 1858
Willem Hekking De Utrechtsche Poort in Julij 1858

De Utrechtsepoort was een van de acht toegangspoorten tot Amsterdam en werd gebouwd in 1664, na de aanleg van de Grachtengordel. De poort maakte deel uit van de vestingwerken van Amsterdam en was identiek aan de Weesperpoort en de Muiderpoort. Daardoor kon een vijand er niet uit afleiden op welke plek in Amsterdam hij zich bevond. De poort verving de Derde Regulierspoort die na de stadsuitbreiding binnen de stad was komen te liggen. De stadspoort was gelegen aan de zuidkant van het Utrechtseplein, tegenwoordig het Frederiksplein. Bij de poort was de tapijtweverij van Weduwe Alexander Baert en Zoonen gevestigd. De Utrechtsepoort werd gesloopt in 1857/'58. De aansluitende brug werd vervangen door een brug ter hoogte van het Westeinde / Van Woustraat. In 1859 startte de bouw van het Paleis voor Volksvlijt (in gebruik genomen in 1864) op de plaats van de afgebroken poort. Sinds 1968 staat hier De Nederlandsche Bank.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Utrechtsepoort (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Utrechtsepoort (Amsterdam)
Westeinde, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Utrechtsepoort (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359172 ° E 4.9002456694444 °
placeToon op kaart

Adres

Westeinde 1
1017 ZN Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Willem Hekking De Utrechtsche Poort in Julij 1858
Willem Hekking De Utrechtsche Poort in Julij 1858
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hekwerk De Nederlandsche Bank
Hekwerk De Nederlandsche Bank

Het Hekwerk van De Nederlandsche Bank is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het gebouw van De Nederlandsche Bank aan het Westeinde 1 heeft ter hoogte van de scheiding begane grond en eerste etage een overstek (overhangend gevelelement). Onder en boven die overstek is glas het meest toegepast materiaal. Om dat glas te beschermen werd een hekwerk toegepast dat dus geheel rondom het gebouw tussen grondplaat, pijlers en overstek is geplaatst. Het hekwerk was geheel wit geschilderd. De Nederlandsche Bank onder leiding van Wim Duisenberg wilde een vriendelijker uitstraling, het gebouw staat al jaren hoog genoteerd in de lijst van lelijkste gebouwen van de stad. De Kunstcommissie van DNB nodigde kunstenaar Peter Struycken uit tot het maken van een kunstwerk. Struycken is gespecialiseerd in kleurschakeringen. Struycken verklaarde tegenover Het Parool, dat hij wel veertig voorstudies had gemaakt. Uiteindelijk kwam hij met een simpele oplossing. Struycken liet zich inspireren door de roodbruine gevelelementen van de bank. Het raster zoals dat naar de kijker is geplaatst hield hij wit; echter, het raamwerk in de diepte beschilderde hij met slechts twee kleuren oranje en blauw. Deze wijze van schilderen heeft als effect dat als men recht voor een stuk hekwerk staat, men ook alleen het witte hekwerk ziet. Als men even schuin wegkijkt, ziet men pas de schakeringen. Daarbij treedt af en toe gezichtsbedrog op; het lijkt erop, dat het oog geschilderde vlakken waarneemt, waar er slechts open ruimte is. Het kunstwerk heeft een lengte van meer dan 400 meter en is vier meter hoog; de totale oppervlakte werd tijdens het schilderen geschat op 1800 m². Het kunstwerk is te vinden aan de vier straten waaraan het bankgebouw grenst: Westeinde, Oosteinde, Frederiksplein en Sarphatikade. In het originele contract stond dat het werk minstens tien jaar te zien zou zijn om dat vervangen te worden door een nieuw kunstwerk. Bank en kunstenaar waren er echter zo tevreden over dat het langer bleef zitten. Desalniettemin was de kunstenaar droevig gestemd toen hij in de jaren tien van de 21e eeuw te horen kreeg, dat het hekwerk met kunst de op handen zijnde verbouwing, die in 2020 start, niet zal overleven. Een van de redenen om het niet terug te zetten is dan de DNB een opener uitstraling wilde middels een glasgevel. De kunstenaar is echter van mening dat juist het kunstwerk zorgde voor openheid in de massieve glasgevel. De kunstenaar dacht naar aanleiding van bericht van de bank, dat het werk afgebroken kon worden omdat de tienjaarstermijn erop zat "dat iemand eindelijk een argument had gevonden om het te laten verdwijnen". Hij was van mening dat het kunstwerk als een voile rondom het gebouw hing. In juni 2021, werd bekend dat (een deel van) het hekwerk naar het Mien Ruyspark in Bergeijk gaat.

Monument Walraven van Hall
Monument Walraven van Hall

Het Monument Walraven van Hall is een kunstwerk en oorlogsmonument in Amsterdam-Centrum. Initiatiefnemer voor dit plastiek was gepensioneerd huisarts Hans Weijers en gepensioneerd medicus Loek van Buchem die een stichting in het leven riepen om een monument voor verzetsman Walraven van Hall op te richten. Zij deden dat in een periode dat de Nederlandse economie zich in een crisis bevond, waardoor sommige donateurs onder staatstoezicht kwamen te staan en niet aan de beloofde financiële verplichtingen konden voldoen. Weijers zag zich genoodzaakt een oorlogsmonument te initiëren toen hij in 2005 een documentaire over Walraven van Hall zag. De stichting collecteerde 250.000 euro en schakelde kunstenaar Fernando Sánchez Castillo in. De kunstenaar kwam met een bronzen geknakte boom. De boom lijkt door midden geschoten te zijn op het muurtje dat de scheiding vormt tussen de resterende stronk aan de ene kant en de takkenbos aan de andere. De door midden geschoten boom staat voor de gefusilleerde held, de boom viel door natuurgeweld, Van Hall door menselijk geweld. Het brons is zo gegoten zodat het een houtachtig uiterlijk heeft meegekregen. De liggende takkenbos, die verwijst naar het grote geheime netwerk van Van Hall, kan gebruikt worden als zitje, zodat een ontmoetingsplaats is geschapen. Het kunstwerk werd op 3 september 2010 onthuld op het Frederiksplein tegenover De Nederlandsche Bank, op het moment dat in het Verzetsmuseum aan de Plantage Kerklaan een tentoonstelling over hem te zien was. Voor de boom ligt een plaquette met de tekst WALRAVEN VAN HALL, BANKIER VAN HET VERZET, 1906-1945. Op het Beursplein is vanaf 1949 al de Plaquette Wally van Hall te zien.

Stadhouderskade 130-134
Stadhouderskade 130-134

Het complex Stadhouderskade 130-134 is een woonblok van vijf herenhuizen aan de Stadhouderskade in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van de weinige toepassingen van rijtjeswoningen (wel met kasten van huizen) aan de Stadhouderskade. Deze rijtjeswoningen zijn groot van omvang. In de eclectische bouwstijl opgetrokken bevat het allerlei stijlkenmerken. Er zijn voorbeelden te vinden van neorenaissance en neobarok. Het bijzondere aan het complex is de dragende constructie van het balkon van gebouw nummer 132. Het bestaat uit kariatiden (vrouwenfiguren). Tevens zijn er pilasters en erkers te vinden. Ze zijn in het dagelijks leven nauwelijks opvallend, door de plaatselijke luchtvervuiling door verkeer en ligging op het noorden zijn gevels en gevelelementen donker. Het bouwbeeldhouwwerk werd verzorgd door beeldhouwer Johannes Franse. De bewoners hadden op 17 april 1929 goed zicht op de ondergang van het Paleis voor Volksvlijt, dat bijna compleet afbrandde. Het gebouw werd en wordt gezien als een van de mooiste gebouwen in Amsterdam ooit. Daartegenover zagen de bewoners veel later de bouw van het kantoor van de De Nederlandsche Bank, en dat werd en wordt vaak gezien als een van de lelijkste gebouwen. Voor dit deel van de Stadhouderskade waren er in 1940 sloopplannen. Het gehele blok zou plaats moeten maken voor het nieuwe stadhuis van Amsterdam, dat er echter daar nooit zou komen. Adriaan Roland Holst werd op 23 mei 1888 geboren op nummer 132, toen het daar veel rustiger was; het was het eind van de stad. Hij werd grootgebracht in het bijzijn van twee huishoudsters (keukenmeid en tweede-meid). Ook de buren hadden huishoudsters in dienst. Architect Jan de Haan is vooral bekend vanwege het blad Vademecum der bouwvakken en een rijk versierd gebouw aan de Leidsekade 68-69.

Stadhouderskade 137-139
Stadhouderskade 137-139

Het complex Stadhouderskade 137-139 bestaat uit een drietal gelijkwaardige gebouwen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. De drie panden zijn ontworpen door Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer, die dit gedeelte van de Stadhouderskade bijna met zijn tweeën volbouwden. Gelijk met deze drie panden tekenden ze ook maar even twee (of drie) panden voor de Hemonystraat. Alle vijf de panden hebben dezelfde bakstenen versieringen onder de dakplint Hartgerink en Kramer bedienden zich van de Eclectische bouwstijl. Er kwamen rijke mensen wonen, sommigen konden twee dienstmeisjes inhuren. De drie panden aan de Stadhouderskade zien er op de bouwtekening identiek uit (nr 138 is daarbij gespiegeld), maar in de uitvoering zijn er in de loop der jaren verschillen opgetreden. Huisnummer 137 heeft bijvoorbeeld een erker, waar de andere alleen een balkonnetje hebben. Nummer 137 ontbeert een gedeelte natuurstenen souterrain, nummer 139 is geheel wit geschilderd. De drie panden hebben aan de achterzijde uitzicht op de Hemonylaan, voorheen de Zaagmolensloot. Hartgerink en Kramer drongen er destijds bij de gemeente op aan om dit gedeelte ook de dempen. Ze konden direct hun panden Hemonystraat 7-9 aan het eind plannen. Gebruik Gebouw nummer 137 kende een lange geschiedenis voor liefdadigheidswerk. Zo was bijvoorbeeld de Centrale Bond voor Inwendige Zending en Christelijk maatschappelijk werk er gevestigd, evenals de Nederlandsche Meisjesbond van mevrouw Schoch-van der Wijck. Bovendien diende het gebouw een tijdlang als het Bijbels Museum. In 1928 zat hier een comité ter voorbereiding van de Olympische Zomerspelen 1928 die in Amsterdam gehouden werden. Op nummer 138 woonde Marius Willet, die samen met zijn vrouw Maria Willet-Laurillaard onder meer geld inzamelde voor de aanpassing van de voorgevel van de Nieuwe Kerk door Christiaan Posthumus Meyjes sr.. In gebouw 139 was enige tijd de Sociaal-Economische Dienst van het Nederlands Arbeidsfront (tewerkstelling Nazi-Duitsland) gevestigd. In de jaren vijftig huisvestte het gebouw Humanitas, een vereniging die de opvang van Oostenrijkse kinderen begeleidde. In 2016 zit in gebouw 137 een kunstschildersatelier gevestigd, die op bestelling namaak of nieuw product levert. .

Stadhouderskade 129
Stadhouderskade 129

Het pand Stadhouderskade 129 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het gebouw is opgetrokken naar een ontwerp van Nicolaas Vos, van huis uit makelaar, maar tevens architect. Hij ontwierp het gebouw voor de heer K. van den Eijnden, een horeca-ondernemer, die hier zijn Café (en later Café-Billard) Graniet Zuil/Granietzuil begon, maar ook gebouw Stadhouderskade 128 liet bouwen. De grond had hij in 1879 bemachtigd. Bouwers van het pand zijn waarschijnlijk Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer. Ook voor dit pand gold, dat ze vlak na de oplevering niet goed aansloten op het Liernurstelsel, een euvel dat wel vaker voorkwam binnen de bouwwerken van Hartgerink en Kramer. De bouwstijl is eclectisch, daarbij is het gebouw relatief rijk versierd en wit ten opzichte van de buurpanden. De versieringen hier toegepast zijn ook terug te vinden in het door het door Vos ontworpen Gebouw Plancius. De gehele voorgevel van het gebouw is wit uitgevoerd. In café De Granietzuil hebben ooit Lodewijk van Deyssel en Willem Kloos (De Kloossies) wat genuttigd. In een briefwisseling heeft van Deyssel het over Steenen Granietzuil in tegenstelling tot de houten Berebijt. In 1910 was hier een kantoor gevestigd van Maurice van Genderingen, die een autobedrijf voerde op Stadhouderskade 93-94. Gedurende de jaren daarna ging het pand van hand tot hand Vanaf de jaren tien zat hier een advocatenkantoor L. Prins, die ook de zaken behartigde van de Maatschappij tot zoutwinning op het eiland St. Martin”. In 1941 was hier een magazijn in tabaksgoederen gevestigd van de Turmac (Turks-Macedonische tabaksmaatschappij) te Zevenaar. Tijdens hun verblijf hier vonden in 1942 diverse inbraaken plaats, waarbij op 11 maart meer dan 100.000 sigaretten werden gestolen. In de jaren zeventig was er een keukencentrum gevestigd, opgevolgd door een kantoor van Pro Civivus, verzekeraar voor studenten. In 2015 zat hier gevestigd een atelier in dameskleding Baskets. De voorgevel van de begane grond is dan al jaren geleden verbouwd. Herman Knijtijzer heeft enige tijd op nummer 129a gewoond.

Stadhouderskade 128
Stadhouderskade 128

Het pand Stadhouderskade 128 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het herenhuis is opgetrokken naar een ontwerp van Nicolaas Vos, van huis uit makelaar, maar tevens architect. Hij ontwierp het gebouw voor de heer K. van den Eijnden, een horeca-ondernemer, die ook gebouw Stadhouderskade 129 liet bouwen. Bouwers van het pand zijn waarschijnlijk Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer. Ook voor deze woningen gold, dat ze vlak na de oplevering niet goed aansloten op het Liernurstelsel, een euvel dat wel vaker voorkwam binnen de bouwwerken van Hartgerink en Kramer. De bouwstijl is eclectisch, daarbij is het gebouw relatief rijk versierd en wit ten opzichte van de buurpanden. De versieringen hier toegepast zijn ook terug te vinden in het door Vos ontworpen Gebouw Plancius. Opvallend zijn de beelden die de ingangspoort ondersteunen, de witte raamgang in het midden en de boogconstructie boven het balkon van de eerste etage. Vooral de beelden wijzen dat het gebouw vooral bestemd was voor de beter gesitueerden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog woonde hier het Joodse gezin Wolfferts, dat gedurende 1943 tot en met 1945 vermoedelijk geheel is omgebracht in Sobibor, Bergen-Belsen en Theresienstadt of tijdens transporten daartussen. Het gebouw diende door de jaren heen vooral als woonhuis of kantoor. In 2015 werd een verzoek bij de gemeente ingediend tot plaatsen van een liftinstallatie.