place

Paleis voor Volksvlijt

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumBouwwerk van Cornelis OutshoornVerdwenen bouwwerkVoormalig bouwwerk in Amsterdam
Weteringschans 263 tm 275 (links, vlnr) (voorheen 259 tm 267) Jacob Olie (max res)
Weteringschans 263 tm 275 (links, vlnr) (voorheen 259 tm 267) Jacob Olie (max res)

Het Paleis voor Volksvlijt was een groot glazen tentoonstellingsgebouw aan het Frederiksplein in Amsterdam. Het werd gerealiseerd door de Vereeniging voor Volksvlijt tussen 1859 en 1864. In april 1929 werd het door brand verwoest. Het stond net voor de plaats waar sinds 1968 het pand van De Nederlandsche Bank staat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Paleis voor Volksvlijt (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Paleis voor Volksvlijt
Frederiksplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Paleis voor VolksvlijtLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359722222222 ° E 4.8997222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Frederiksplein

Frederiksplein
1017 XL Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Weteringschans 263 tm 275 (links, vlnr) (voorheen 259 tm 267) Jacob Olie (max res)
Weteringschans 263 tm 275 (links, vlnr) (voorheen 259 tm 267) Jacob Olie (max res)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Monument Walraven van Hall
Monument Walraven van Hall

Het Monument Walraven van Hall is een kunstwerk en oorlogsmonument in Amsterdam-Centrum. Initiatiefnemer voor dit plastiek was gepensioneerd huisarts Hans Weijers en gepensioneerd medicus Loek van Buchem die een stichting in het leven riepen om een monument voor verzetsman Walraven van Hall op te richten. Zij deden dat in een periode dat de Nederlandse economie zich in een crisis bevond, waardoor sommige donateurs onder staatstoezicht kwamen te staan en niet aan de beloofde financiële verplichtingen konden voldoen. Weijers zag zich genoodzaakt een oorlogsmonument te initiëren toen hij in 2005 een documentaire over Walraven van Hall zag. De stichting collecteerde 250.000 euro en schakelde kunstenaar Fernando Sánchez Castillo in. De kunstenaar kwam met een bronzen geknakte boom. De boom lijkt door midden geschoten te zijn op het muurtje dat de scheiding vormt tussen de resterende stronk aan de ene kant en de takkenbos aan de andere. De door midden geschoten boom staat voor de gefusilleerde held, de boom viel door natuurgeweld, Van Hall door menselijk geweld. Het brons is zo gegoten zodat het een houtachtig uiterlijk heeft meegekregen. De liggende takkenbos, die verwijst naar het grote geheime netwerk van Van Hall, kan gebruikt worden als zitje, zodat een ontmoetingsplaats is geschapen. Het kunstwerk werd op 3 september 2010 onthuld op het Frederiksplein tegenover De Nederlandsche Bank, op het moment dat in het Verzetsmuseum aan de Plantage Kerklaan een tentoonstelling over hem te zien was. Voor de boom ligt een plaquette met de tekst WALRAVEN VAN HALL, BANKIER VAN HET VERZET, 1906-1945. Op het Beursplein is vanaf 1949 al de Plaquette Wally van Hall te zien.

Hekwerk De Nederlandsche Bank
Hekwerk De Nederlandsche Bank

Het Hekwerk van De Nederlandsche Bank is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het gebouw van De Nederlandsche Bank aan het Westeinde 1 heeft ter hoogte van de scheiding begane grond en eerste etage een overstek (overhangend gevelelement). Onder en boven die overstek is glas het meest toegepast materiaal. Om dat glas te beschermen werd een hekwerk toegepast dat dus geheel rondom het gebouw tussen grondplaat, pijlers en overstek is geplaatst. Het hekwerk was geheel wit geschilderd. De Nederlandsche Bank onder leiding van Wim Duisenberg wilde een vriendelijker uitstraling, het gebouw staat al jaren hoog genoteerd in de lijst van lelijkste gebouwen van de stad. De Kunstcommissie van DNB nodigde kunstenaar Peter Struycken uit tot het maken van een kunstwerk. Struycken is gespecialiseerd in kleurschakeringen. Struycken verklaarde tegenover Het Parool, dat hij wel veertig voorstudies had gemaakt. Uiteindelijk kwam hij met een simpele oplossing. Struycken liet zich inspireren door de roodbruine gevelelementen van de bank. Het raster zoals dat naar de kijker is geplaatst hield hij wit; echter, het raamwerk in de diepte beschilderde hij met slechts twee kleuren oranje en blauw. Deze wijze van schilderen heeft als effect dat als men recht voor een stuk hekwerk staat, men ook alleen het witte hekwerk ziet. Als men even schuin wegkijkt, ziet men pas de schakeringen. Daarbij treedt af en toe gezichtsbedrog op; het lijkt erop, dat het oog geschilderde vlakken waarneemt, waar er slechts open ruimte is. Het kunstwerk heeft een lengte van meer dan 400 meter en is vier meter hoog; de totale oppervlakte werd tijdens het schilderen geschat op 1800 m². Het kunstwerk is te vinden aan de vier straten waaraan het bankgebouw grenst: Westeinde, Oosteinde, Frederiksplein en Sarphatikade. In het originele contract stond dat het werk minstens tien jaar te zien zou zijn om dat vervangen te worden door een nieuw kunstwerk. Bank en kunstenaar waren er echter zo tevreden over dat het langer bleef zitten. Desalniettemin was de kunstenaar droevig gestemd toen hij in de jaren tien van de 21e eeuw te horen kreeg, dat het hekwerk met kunst de op handen zijnde verbouwing, die in 2020 start, niet zal overleven. Een van de redenen om het niet terug te zetten is dan de DNB een opener uitstraling wilde middels een glasgevel. De kunstenaar is echter van mening dat juist het kunstwerk zorgde voor openheid in de massieve glasgevel. De kunstenaar dacht naar aanleiding van bericht van de bank, dat het werk afgebroken kon worden omdat de tienjaarstermijn erop zat "dat iemand eindelijk een argument had gevonden om het te laten verdwijnen". Hij was van mening dat het kunstwerk als een voile rondom het gebouw hing. In juni 2021, werd bekend dat (een deel van) het hekwerk naar het Mien Ruyspark in Bergeijk gaat.

Monument voor de te jong gevallen boom
Monument voor de te jong gevallen boom

Het Monument voor de te jong gevallen boom is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het ontwerp van het beeld is afkomstig van de kunstenaar André van der Linden (Amsterdam, 1945), die een jaar gestudeerd heeft aan de Rijksakademie van beeldende kunsten aan de Stadhouderskade, Amsterdam, maar verder autodidact is. Hij zag tijdens een tocht door de De Lairessestraat een deels afgezaagde dode boom en wilde de restanten weer 'tot leven' brengen door ze kunstig te bewerken, maar werd tegengehouden door de politie. De bedoelde boom werd onderzoeksmateriaal voor de Universiteit van Amsterdam. De politie kwam wel met een alternatief: benader burgemeester Ivo Samkalden. Van der Linden deed dat en kreeg toestemming een op sterven na dode boom, die net zo knoestig was en in het Frederikspleinplantsoen stond, te bewerken. Hij wilde met het beeld een daad stellen op de Dag van de Arbeid (1 mei 1971) tegen de geldmaatschappij van De Nederlandsche Bank (destijds gevestigd aan het Frederiksplein) en over de teloorgang van natuur in Nederland ("invalide positie van de bomenstand", aldus de kunstenaar in het NRC Handelsblad). Tijdens de schilder- en beitelwerkzaamheden, kwam de passerende Amsterdammer al met commentaar (werd het een paashaas en sta jij daar een boom te vernielen). Het beeld kwam om het aantal jaren in beeld; het zou beschadigd zijn dan wel verrot dan weer verwaarloosd. Iedere keer dreigde het te verdwijnen, maar ook in 2018 stond het nog op het Frederiksplein. Al snel na oplevering van het kunstwerk vertrok de kunstenaar naar Friesland, waar een aantal van zijn kunstwerken in de open ruimte te vinden zijn. Ze zijn dan van metaal. Een vergelijkbaar beeld, dat inmiddels verdwenen is, is de Appel-boom van Karel Appel, een beschilderde boomstam voor de festiviteiten rond 100 jaar Vondelpark in 1965. Op het Frederiksplein ligt ook een geknakte boom van brons in de gedaante van kunstwerk Monument Walraven van Hall.

Paleis voor Volksvlijtbrug
Paleis voor Volksvlijtbrug

De Paleis voor Volksvlijtbrug (brug nr. 248) is een vaste brug op de grens van Amsterdam-Centrum en Amsterdam Oud-Zuid. De brug verbindt het Westeinde aan noordkant met de Stadhouderskade (de zuidkade van de Singelgracht) en Van Woustraat (de doorgaande weg). Ze overspant daarbij de Singelgracht in Amsterdam. Tramlijn 4 rijdt over deze brug. Er lag hier al eeuwen een oeververbinding, maar die lag volgens de plattegronden van Daniël Stalpaert (ontwerptekening) en Frederik de Wit recht voor de Utrechtsestraat. De tekening van de tweede liet een gedetailleerde weergave zien van een poort met brug, de Utrechtse Poort. Gerrit de Broen bevestigde dat op zijn kaart van circa 1744 waarop de Utrechsche Poort ligt tussen de "Molen de Groen" en de "Molen de Roo Haan" aan de stadskant. Aan de overzijde van de Singelgracht ligt dan een Paarde wedt en wat verder op het Saagmolen Past (ongeveer op de plaats waar de Albert Cuypstraat nu ligt. Van 1859 tot 1864 werd op dwars tussen de Utrechtsestraat en de brug het Paleis voor Volksvlijt gebouwd, hetgeen tevens resulteerde in een westwaartse verplaatsing van de brug. De nieuwe poort met Utrechtse Barrière werd in de periode 1858 tot 1860 gebouwd naar een ontwerp van Willem Springer en Bastiaan de Greef, beiden stadsarchitecten bij de voorloper van de Publieke Werken. Zij lieten hier een ijzeren dubbele basculebrug plaatsen met twee aanbruggen. Aan de noordoostzijde van de brug werd vervolgens een galerij van Dolf van Gendt gebouwd die aansloot op de brug en het Paleis. Daartoe werden al de twee wachthuisjes van de Utrechtse Poort gesloopt. De brug hield het tot begin 20e eeuw vol. De brug werd met haar 2,6 meter brede beweegbare deel te smal. Er kwam een ijzeren liggerbrug met een breedte van 20,6 meter, de toename was deels te wijten aan de tram die hier kwam te rijden. In 1929 brandde het Paleis af, de galerij verdween in 1961 door sloop. Na flink wat gesteggel verrees hier pas in 1967/1968 het hoofdgebouw van de De Nederlandsche Bank naar een ontwerp van Marius Duintjer. Ongeveer gelijktijdig werd er gebouwd aan een nieuwe brug van nieuw materiaal en alweer verbreed. De ontwerper van de brug was Dick Slebos (ook van Publieke Werken), het was samen met zijn ontwerp voor de verderop gelegen brug 247 zijn laatste brugontwerp. Het werd een betonnen overspanning op twee betonnen pijlers, waarbij de ruimte tussen de landhoofden en de pijlers is dichtgemetseld; er is dus maar één doorvaart. Ook werken van andere bekende architecten zijn in de nabijheid van de brug te vinden. Dirk Sterenberg (Publieke Werken) kwam met de houten banken tussen betonnen staanders (noordoosten van de brug, Jo van der Mey (Publieke Werken) is terug te vinden in de peperbus uit 1911 (zuidwesten van de brug); enkele gebouwen aan het Westeinde zijn van Cornelis Outshoorn. Tussen 1989 en 1991 verscheen vervolgens de ronde toren van De Nederlandsche Bank (ook wel koffiezetautomaat) van Jelle Abma.