place

Manenschaap (beeld)

Beeld in Amsterdam-Centrum
Manenschaap (1)
Manenschaap (1)

Manenschaap is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het is een werk van Pieter d'Hont dat behoort tot de kunstcollectie van de De Nederlandsche Bank (DNB). Het beeld dateert uit 1969 toen d'Hont twee versies van een manenschaap maakte. De een heeft afmetingen van 47 bij 57 bij 10 cm (hier zijn twee exemplaren van); de ander meet 138 x 34 x 130 cm en is dus veel groter. Dat beeld werd door het rijk besteld voor een plaats in het kantoor van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK, Verzekeringskamer), J.F. Kennedylaan 32 te Apeldoorn. Het zou daar op een binnenplaats hebben gestaan. Na de fusie van de PVK en DNB werd dat pand verkocht en stevig verbouwd tot bedrijvencentrum. Het beeld vertrok naar Amsterdam en werd rond 2015 samen met de Totempaal van Alphons Freijmuth aan de noordkant van het gebouw aan het Frederiksplein/Sarphatistraat gezet. De Nederlandsche Bank wilde meer mensen laten genieten van hun kunstcollectie.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Manenschaap (beeld) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Manenschaap (beeld)
Frederiksplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Manenschaap (beeld)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359655555556 ° E 4.9006888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Frederiksplein
1017 ZN Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Manenschaap (1)
Manenschaap (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hekwerk De Nederlandsche Bank
Hekwerk De Nederlandsche Bank

Het Hekwerk van De Nederlandsche Bank is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het gebouw van De Nederlandsche Bank aan het Westeinde 1 heeft ter hoogte van de scheiding begane grond en eerste etage een overstek (overhangend gevelelement). Onder en boven die overstek is glas het meest toegepast materiaal. Om dat glas te beschermen werd een hekwerk toegepast dat dus geheel rondom het gebouw tussen grondplaat, pijlers en overstek is geplaatst. Het hekwerk was geheel wit geschilderd. De Nederlandsche Bank onder leiding van Wim Duisenberg wilde een vriendelijker uitstraling, het gebouw staat al jaren hoog genoteerd in de lijst van lelijkste gebouwen van de stad. De Kunstcommissie van DNB nodigde kunstenaar Peter Struycken uit tot het maken van een kunstwerk. Struycken is gespecialiseerd in kleurschakeringen. Struycken verklaarde tegenover Het Parool, dat hij wel veertig voorstudies had gemaakt. Uiteindelijk kwam hij met een simpele oplossing. Struycken liet zich inspireren door de roodbruine gevelelementen van de bank. Het raster zoals dat naar de kijker is geplaatst hield hij wit; echter, het raamwerk in de diepte beschilderde hij met slechts twee kleuren oranje en blauw. Deze wijze van schilderen heeft als effect dat als men recht voor een stuk hekwerk staat, men ook alleen het witte hekwerk ziet. Als men even schuin wegkijkt, ziet men pas de schakeringen. Daarbij treedt af en toe gezichtsbedrog op; het lijkt erop, dat het oog geschilderde vlakken waarneemt, waar er slechts open ruimte is. Het kunstwerk heeft een lengte van meer dan 400 meter en is vier meter hoog; de totale oppervlakte werd tijdens het schilderen geschat op 1800 m². Het kunstwerk is te vinden aan de vier straten waaraan het bankgebouw grenst: Westeinde, Oosteinde, Frederiksplein en Sarphatikade. In het originele contract stond dat het werk minstens tien jaar te zien zou zijn om dat vervangen te worden door een nieuw kunstwerk. Bank en kunstenaar waren er echter zo tevreden over dat het langer bleef zitten. Desalniettemin was de kunstenaar droevig gestemd toen hij in de jaren tien van de 21e eeuw te horen kreeg, dat het hekwerk met kunst de op handen zijnde verbouwing, die in 2020 start, niet zal overleven. Een van de redenen om het niet terug te zetten is dan de DNB een opener uitstraling wilde middels een glasgevel. De kunstenaar is echter van mening dat juist het kunstwerk zorgde voor openheid in de massieve glasgevel. De kunstenaar dacht naar aanleiding van bericht van de bank, dat het werk afgebroken kon worden omdat de tienjaarstermijn erop zat "dat iemand eindelijk een argument had gevonden om het te laten verdwijnen". Hij was van mening dat het kunstwerk als een voile rondom het gebouw hing. In juni 2021, werd bekend dat (een deel van) het hekwerk naar het Mien Ruyspark in Bergeijk gaat.

Monument Walraven van Hall
Monument Walraven van Hall

Het Monument Walraven van Hall is een kunstwerk en oorlogsmonument in Amsterdam-Centrum. Initiatiefnemer voor dit plastiek was gepensioneerd huisarts Hans Weijers en gepensioneerd medicus Loek van Buchem die een stichting in het leven riepen om een monument voor verzetsman Walraven van Hall op te richten. Zij deden dat in een periode dat de Nederlandse economie zich in een crisis bevond, waardoor sommige donateurs onder staatstoezicht kwamen te staan en niet aan de beloofde financiële verplichtingen konden voldoen. Weijers zag zich genoodzaakt een oorlogsmonument te initiëren toen hij in 2005 een documentaire over Walraven van Hall zag. De stichting collecteerde 250.000 euro en schakelde kunstenaar Fernando Sánchez Castillo in. De kunstenaar kwam met een bronzen geknakte boom. De boom lijkt door midden geschoten te zijn op het muurtje dat de scheiding vormt tussen de resterende stronk aan de ene kant en de takkenbos aan de andere. De door midden geschoten boom staat voor de gefusilleerde held, de boom viel door natuurgeweld, Van Hall door menselijk geweld. Het brons is zo gegoten zodat het een houtachtig uiterlijk heeft meegekregen. De liggende takkenbos, die verwijst naar het grote geheime netwerk van Van Hall, kan gebruikt worden als zitje, zodat een ontmoetingsplaats is geschapen. Het kunstwerk werd op 3 september 2010 onthuld op het Frederiksplein tegenover De Nederlandsche Bank, op het moment dat in het Verzetsmuseum aan de Plantage Kerklaan een tentoonstelling over hem te zien was. Voor de boom ligt een plaquette met de tekst WALRAVEN VAN HALL, BANKIER VAN HET VERZET, 1906-1945. Op het Beursplein is vanaf 1949 al de Plaquette Wally van Hall te zien.

Stadhouderskade 137-139
Stadhouderskade 137-139

Het complex Stadhouderskade 137-139 bestaat uit een drietal gelijkwaardige gebouwen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. De drie panden zijn ontworpen door Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer, die dit gedeelte van de Stadhouderskade bijna met zijn tweeën volbouwden. Gelijk met deze drie panden tekenden ze ook maar even twee (of drie) panden voor de Hemonystraat. Alle vijf de panden hebben dezelfde bakstenen versieringen onder de dakplint Hartgerink en Kramer bedienden zich van de Eclectische bouwstijl. Er kwamen rijke mensen wonen, sommigen konden twee dienstmeisjes inhuren. De drie panden aan de Stadhouderskade zien er op de bouwtekening identiek uit (nr 138 is daarbij gespiegeld), maar in de uitvoering zijn er in de loop der jaren verschillen opgetreden. Huisnummer 137 heeft bijvoorbeeld een erker, waar de andere alleen een balkonnetje hebben. Nummer 137 ontbeert een gedeelte natuurstenen souterrain, nummer 139 is geheel wit geschilderd. De drie panden hebben aan de achterzijde uitzicht op de Hemonylaan, voorheen de Zaagmolensloot. Hartgerink en Kramer drongen er destijds bij de gemeente op aan om dit gedeelte ook de dempen. Ze konden direct hun panden Hemonystraat 7-9 aan het eind plannen. Gebruik Gebouw nummer 137 kende een lange geschiedenis voor liefdadigheidswerk. Zo was bijvoorbeeld de Centrale Bond voor Inwendige Zending en Christelijk maatschappelijk werk er gevestigd, evenals de Nederlandsche Meisjesbond van mevrouw Schoch-van der Wijck. Bovendien diende het gebouw een tijdlang als het Bijbels Museum. In 1928 zat hier een comité ter voorbereiding van de Olympische Zomerspelen 1928 die in Amsterdam gehouden werden. Op nummer 138 woonde Marius Willet, die samen met zijn vrouw Maria Willet-Laurillaard onder meer geld inzamelde voor de aanpassing van de voorgevel van de Nieuwe Kerk door Christiaan Posthumus Meyjes sr.. In gebouw 139 was enige tijd de Sociaal-Economische Dienst van het Nederlands Arbeidsfront (tewerkstelling Nazi-Duitsland) gevestigd. In de jaren vijftig huisvestte het gebouw Humanitas, een vereniging die de opvang van Oostenrijkse kinderen begeleidde. In 2016 zit in gebouw 137 een kunstschildersatelier gevestigd, die op bestelling namaak of nieuw product levert. .