place

Kees de jongenbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
Kees de Jongenbrug01
Kees de Jongenbrug01

De Kees de jongenbrug (brug 123) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum, de Jordaan. De brug is gelegen in de westelijke kade met even huisnummers van de Prinsengracht. Ze overspant daarbij de Bloemgracht. De beide gevelwanden van zowel Bloemgracht als Prinsengracht staan hier vol met rijksmonumenten, terwijl hier en daar ook enige “plukjes” nieuwbouw staat. Men heeft vanaf deze brug een mooi uitzicht op het recht tegenover de brug gelegen Anne Frankhuis en op de Westertoren en Westerkerk. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn stadsplattegrond uit 1625. De Bloemgracht staat dan al vol met bebouwing, maar er zijn nog enkele lege kavels te zien. De namen van de grachten luidden toen Prince Graft en Bloem Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1866, toen besteedde de gemeente aan "het vervangen van de vaste houten brug no. 123, over de Bloemgracht aan de Prinsengracht", tegelijkertijd met brug 122. Die brug werd opnieuw van hout en zorgde in de jaren daarop voor een aantal ongelukken, waarbij koetsiers hun paard en wagen van de weg zagen glijden, waarbij man, paard en lading soms in het water belandden. Die brug stond nog op twee houten jukken. De brug kon na 1900 steeds minder verkeer dragen, maar werd telkenmale gerepareerd in plaats van vervangen. Pas in 1947 (al het verkeer, behalve voetgangers moest toen een omweg maken) werd er ingegrepen. In de winter van 1947/1948 kwam er een nieuwe brug, waarbij de houten jukken verdwenen, maar het uiterlijk gehandhaafd werd; ze werd dus niet vervangen door een welfbrug, zoals elders wel het geval was. Opvallend aan de brug zijn de beide landhoofden, die hier vanwege de hoek die de Bloemgracht met de Prinsengracht diep in de Bloemgracht staan (de brug is vrij nauw ten opzichte van de brede Bloemgracht). De brug is vernoemd naar Kees de jongen. Het verhaal speelt zich in deze buurt af, en er is hier in de buurt het huis van Theo Thijssen te vinden, dat later een museum geworden is. Het Theo Thijssen Museum diende in 2001 een verzoek in om de bruggen 121 en 123 respectievelijk te vernoemen naar Rosa Overbeek (het vriendinnetje van Theo Thijssen) en Kees de jongen. Twee jaar later werd de vernoeming definitief door het plaatsen van de naamplaatjes. Daarbij las acteur Hans Dagelet teksten voor over de prille liefde tussen de twee romanpersonages en zong, Jan Eilander zong het Lied van de zwembadpas.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Kees de jongenbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Kees de jongenbrug
Weesperplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Kees de jongenbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.375325 ° E 4.8834027777778 °
placeToon op kaart

Adres

Grachtengordel van Amsterdam

Weesperplein
1018 XA Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
amsterdam.nl

linkWebsite bezoeken

Kees de Jongenbrug01
Kees de Jongenbrug01
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Beeld van Anne Frank (Westermarkt)
Beeld van Anne Frank (Westermarkt)

Het beeld van Anne Frank op de Westermarkt in Amsterdam is een standbeeld van het Duits-Joodse meisje Anne Frank dat op vijftienjarige leeftijd tijdens de Holocaust omgekomen is. Door haar dagboek is Anne Frank wereldwijd het symbool geworden van de slachtoffers van de Holocaust. Het beeld is in 1975 ontworpen door Mari Andriessen en in 1977 onthuld door de burgemeester Amsterdam Ivo Samkalden en Otto Frank, de vader van Anne Frank. Bij de onthulling werd een gelijkenis opgemerkt met het beeld van Anne Frank in Utrecht van Pieter d'Hont. Ook bij dit beeld staat Anne Frank fier rechtop met haar handen op de rug. Waar d'Hont Anne Frank met beide voeten uit elkaar stevig op de grond neerzette, laat Andriessen haar zien als een jonge vrouw die ze graag had willen worden, maar nooit heeft kunnen zijn. Op het voetstuk van het beeld staat het monogram van Andriessen (MA). Het beeld is tot stand gekomen op initiatief van uitgeverij Contact, de uitgever van het dagboek van Anne Frank en geschonken aan de stad Amsterdam. Het Frans Halsmuseum in Haarlem heeft een staand en een zittend voorontwerp in de collectie. Het beeld bevindt zich voor de zuidelijke zijgevel van de Westerkerk. Het beeldje bevindt zich dus aan de andere zijde van de Westerkerk, dan waar het Anne Frank Huis staat. Een ander beeld van Anne Frank bevindt zich aan het Merwedeplein bij haar ouderlijk huis, waar ze ruim acht jaar woonde voordat ze met haar familie onderdook.

Leliesluis
Leliesluis

De Leliesluis (brug nr. 61) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Prinsengracht en verbindt de noordoever (even zijde) van de Leliegracht met de overzijde van de Prinsengracht in de westelijke grachtengordel. Daar waar de Prinsensluis niet aansluit op een weg verder naar het westen, sluit de Leliestraat hier juist min of meer aan op de brug. Van deze brug heeft men een goed zicht op de drie rijksmonument het Anne Frank Huis, de Westerkerk en Gunters & Meusersgebouw. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn kaart uit 1625. De verbinding komt dan tot stand tussen de Lely Graft, over de Prince Graft naar de Nieuwe Lely Straet. Er zou toen (circa 1645) een houten brug hebben gelegen die vernieuwd werd naar stenen brug. De bouw bleek niet goed te zijn geweest, de brug stortte in 1656 in, waarbij tien mensen verdronken. Jan Spaan heeft een tekening van de brug gemaakt, die gedateerd wordt op tussen 1765 en 1770. Daarop is een welfbrug met drie doorvaarten te zien. Herman Schouten kwam niet veel later met een brug met vier bogen. De brug draagt aan de zuidzijde twee datumstenen met “Anno 1785”. In 1864 is hier nog steeds een boogbrug te zien op een foto van Paul Gaston Braun. In 1883 namen Burgemeester en wethouders het besluit om deze brug en de buurbrug brug 62 te verlagen, het landverkeer nam toe, de scheepvaart nam juist af. Schippers ageerden tegen het besluit, maar deden dat veel te laat, B&W had de voorraad ijzer voor de vernieuwing al ontvangen, het is dan mei 1885. B&W kregen meer verzoeken om de verlaging achterwege te laten maar liet het landverkeer prevaleren. Er werden op een dag 450 karren of handwagens, 250 rijtuigen en 22.600 personen geteld die tegen de brug op moesten. Er ontstond een discussie, maar bij de stemming waren er 26 stemmen voor de verlaging en 9 tegen. In februari 1886 was de klus geklaard. In 1929 werd melding gemaakt van een schipper, die bekneld geraakt was tussen de kolenkist op zijn schip en het brugdek; hij werd opgenomen in het Binnengasthuis. In 1930 meldde de Sumatra Post (!) met foto een soortgelijk ongeluk zonder persoonlijk letsel. In 1941 was de brug is een dermate slechte staat, dat zij gerenoveerd moest worden. De renovatie werd vanwege de Tweede Wereldoorlog eenvoudig gehouden. Later werd zij nog voorzien van een nieuw wegdek. De brug is vernoemd naar de Leliegracht, die weer vernoemd is naar de Oude Leliestraat, die op haar beurt is vernoemd naar het huis "In de Witte Lelye" aan de Singel. Het achtervoegsel sluis voert terug op de Amsterdamse aanduiding voor een stenen brug. Anders dan elders is in de stad ligt hier op steenworp afstand wel een voormalige sluis, eveneens de Leliesluis (Lely Sluys) genoemd. De contouren van die sluis zijn nog zichtbaar in de Leliegracht.

Grachtenvlinder
Grachtenvlinder

Grachtenvlinder is een tijdelijk artistiek en bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Tijdens de werkzaamheden aan de bruggen in de Oranje Loper moesten hulpbruggen geplaatst worden. Deze waren niet alleen nodig om voet- en fietsverkeer mogelijk te houden, maar ook allerlei kabels werden vanuit de hoofdbrug omgeleid. De noodbrug naast de Nieuwe-Wercksbrug, die over de Prinsengracht de verbinding verzorgt tussen Westermarkt en Rozengracht, kreeg twee balustraden ontworpen door kunstenaar Sam Hensbach. Deze Grachtenvlinder maakt deel uit van acht ontwerpen van kunstenaars voor eigen bruggen. Hersbach was genomineerd voor de Piketprijs 2021 categorie schilderkunst en dong met andere kunstenaars mee naar deze brugkunst. Buurtbewoners en buurtondernemers kozen uiteindelijk voor zijn ontwerp voor deze noodbrug. Alle acht kunstwerken uit deze serie bestaan in wezen uit geperforeerde staalplaten met figuren erin. De kunstenaar liet hier drones, hartjes, meervallen en muggen etc. uitstansen. Door de brug tijdens schemering en nacht te verlichten ontstaat met het water onder de brug een eigenaardig effect. Hersbach wilde een vrolijke brug met het thema mens en dier. Hij vond de bruggen in de binnenstad nogal donker; ze hebben vanwege de welstandscommissie en hier ook rijksmonumentstatus vaak donkere kleuren en hij wilde hier een uitzondering; het werd geel. Hersbach mocht zijn werk niet volledig begeleiden omdat ze elders gefabriceerd werd, normaal verzorgt hij het totale kunstwerk. Hersbach. Het idee achter de muggen is dat ze rondom de grachten vliegen en op mensen zitten. De kunstenaar hoopte bij plaatsing dat de platen zodanig bevestigd werden, dat ze eventueel in de toekomst aan andere kunstbruggen hergebruikt kunnen worden. De vroegste datum van oplevering van de originele brug werd in 2022 geschat op 2028. Sam Donald Pie Hersbach werd in 1995 in Arnhem geboren. Hij kreeg zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU Fine Art) en De Ateliers in Amsterdam. Een andere noodbrug uit de reeks is Kreukel van Karin Colen bij de Rijckerbrug aan het andere eind van de Rozengracht.