place

Hilletjesbrug

Brug in Amsterdam-CentrumGemeentelijk monument in Amsterdam
Hilletjesbrug01
Hilletjesbrug01

De Hilletjesbrug (brug nr. 125) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Egelantiersgracht in de Jordaan in Amsterdam. De brug verbindt de Eerste Leliedwarsstraat met de Tweede Egelantiersdwarsstraat. Er ligt hier waarschijnlijk al een brug sinds de aanleg van de gracht. De huidige brug (2017) is een bouwwerk uit 1921, naar een ontwerp van de Publieke Werken, waar toen architect J.M. van der Mey verantwoordelijk was voor de bruggen. Zijn naam ontbreekt echter op het ontwerp, de brug wordt opgegeven als "van het bureau van". Van der Mey’s hand is terug te vinden in de Amsterdamse school-elementen bij de landhoofden en de uitkragende walkanten. De balustrades zijn typisch 18e-eeuws smeedwerk. In 1943 was de brug even buitendienst vanwege vernieuwing van het brugdek, maar voor de rest is de brug meer dan honderd jaar ongewijzigd. De brug is een zusje van brug 126. Gerrit Haverkamp heeft in 1919 de vorige brug in een ets vastgelegd. De brug wordt onder meer afgebeeld in de leader van de televisieserie Baantjer. De Hilletjesbrug is sinds 1995 gemeentelijk monument. De brug is trouwens zelf omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten. Over de naam wordt gespeculeerd dat deze afkomstig is van een buurtbewoonster die Hilletje heette.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hilletjesbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hilletjesbrug
Hilletjes Brug, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: HilletjesbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376202777778 ° E 4.8823722222222 °
placeToon op kaart

Adres

Hilletjes Brug
1015 RM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2219825)
linkOpenStreetMap (74084179)

Hilletjesbrug01
Hilletjesbrug01
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kees de jongenbrug
Kees de jongenbrug

De Kees de jongenbrug (brug 123) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum, de Jordaan. De brug is gelegen in de westelijke kade met even huisnummers van de Prinsengracht. Ze overspant daarbij de Bloemgracht. De beide gevelwanden van zowel Bloemgracht als Prinsengracht staan hier vol met rijksmonumenten, terwijl hier en daar ook enige “plukjes” nieuwbouw staat. Men heeft vanaf deze brug een mooi uitzicht op het recht tegenover de brug gelegen Anne Frankhuis en op de Westertoren en Westerkerk. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn stadsplattegrond uit 1625. De Bloemgracht staat dan al vol met bebouwing, maar er zijn nog enkele lege kavels te zien. De namen van de grachten luidden toen Prince Graft en Bloem Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1866, toen besteedde de gemeente aan "het vervangen van de vaste houten brug no. 123, over de Bloemgracht aan de Prinsengracht", tegelijkertijd met brug 122. Die brug werd opnieuw van hout en zorgde in de jaren daarop voor een aantal ongelukken, waarbij koetsiers hun paard en wagen van de weg zagen glijden, waarbij man, paard en lading soms in het water belandden. Die brug stond nog op twee houten jukken. De brug kon na 1900 steeds minder verkeer dragen, maar werd telkenmale gerepareerd in plaats van vervangen. Pas in 1947 (al het verkeer, behalve voetgangers moest toen een omweg maken) werd er ingegrepen. In de winter van 1947/1948 kwam er een nieuwe brug, waarbij de houten jukken verdwenen, maar het uiterlijk gehandhaafd werd; ze werd dus niet vervangen door een welfbrug, zoals elders wel het geval was. Opvallend aan de brug zijn de beide landhoofden, die hier vanwege de hoek die de Bloemgracht met de Prinsengracht diep in de Bloemgracht staan (de brug is vrij nauw ten opzichte van de brede Bloemgracht). De brug is vernoemd naar Kees de jongen. Het verhaal speelt zich in deze buurt af, en er is hier in de buurt het huis van Theo Thijssen te vinden, dat later een museum geworden is. Het Theo Thijssen Museum diende in 2001 een verzoek in om de bruggen 121 en 123 respectievelijk te vernoemen naar Rosa Overbeek (het vriendinnetje van Theo Thijssen) en Kees de jongen. Twee jaar later werd de vernoeming definitief door het plaatsen van de naamplaatjes. Daarbij las acteur Hans Dagelet teksten voor over de prille liefde tussen de twee romanpersonages en zong, Jan Eilander zong het Lied van de zwembadpas.

Rosa Overbeekbrug
Rosa Overbeekbrug

De Rosa Overbeekbrug (brug nr. 121) is een brug over de Bloemgracht in de Jordaan in Amsterdam. De brug verbindt de Eerste Bloemdwarsstraat met de Tweede Leliedwarsstraat. Er ligt hier al eeuwen een brug. Zowel Balthasar Florisz. van Berckenrode als Joan Blaeu tekende in hun plattegronden van 1625 en 1649 een brug in. Die laatste kon daadwerkelijk weten dat de brug er was, die lag namelijk voor de deur van het atelier waar de atlassen van hem en vader Willem Blaeu werden gemaakt, voordat het atelier verhuisde naar de volgende kruising van de Bloemgracht. De huidige brug dateert uit 1883 toen het verkeer hier voor enige tijd gestremd was in verband met het vernieuwen van de brug. De brug kreeg daarbij de “oude” hoogte mee, oorzaak van diverse ongelukken met dalende voertuigen op de helling die doorschoten. De brug is in later tijden diverse keren gerepareerd, zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar heeft haar uiterlijk altijd behouden. Opvallend aan de brug zijn de balusters midden op de brug, die de vorm hebben van afgeknotte lantaarns. Een andere bijzonderheid zijn de steunen die aangebracht zijn bij de hechting brugdek en landhoofd. De brug is in 2002 vernoemd naar Rosa Overbeek, het vriendinnetje van Kees de jongen (naar wie de volgende brug over de Bloemgracht genoemd is). Het verhaal speelt zich in deze buurt af en het huis van Theo Thijssen - tegenwoordig het Theo Thijssenmuseum - bevindt zich eveneens in de buurt.

Leliesluis
Leliesluis

De Leliesluis (brug nr. 61) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Prinsengracht en verbindt de noordoever (even zijde) van de Leliegracht met de overzijde van de Prinsengracht in de westelijke grachtengordel. Daar waar de Prinsensluis niet aansluit op een weg verder naar het westen, sluit de Leliestraat hier juist min of meer aan op de brug. Van deze brug heeft men een goed zicht op de drie rijksmonument het Anne Frank Huis, de Westerkerk en Gunters & Meusersgebouw. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn kaart uit 1625. De verbinding komt dan tot stand tussen de Lely Graft, over de Prince Graft naar de Nieuwe Lely Straet. Er zou toen (circa 1645) een houten brug hebben gelegen die vernieuwd werd naar stenen brug. De bouw bleek niet goed te zijn geweest, de brug stortte in 1656 in, waarbij tien mensen verdronken. Jan Spaan heeft een tekening van de brug gemaakt, die gedateerd wordt op tussen 1765 en 1770. Daarop is een welfbrug met drie doorvaarten te zien. Herman Schouten kwam niet veel later met een brug met vier bogen. De brug draagt aan de zuidzijde twee datumstenen met “Anno 1785”. In 1864 is hier nog steeds een boogbrug te zien op een foto van Paul Gaston Braun. In 1883 namen Burgemeester en wethouders het besluit om deze brug en de buurbrug brug 62 te verlagen, het landverkeer nam toe, de scheepvaart nam juist af. Schippers ageerden tegen het besluit, maar deden dat veel te laat, B&W had de voorraad ijzer voor de vernieuwing al ontvangen, het is dan mei 1885. B&W kregen meer verzoeken om de verlaging achterwege te laten maar liet het landverkeer prevaleren. Er werden op een dag 450 karren of handwagens, 250 rijtuigen en 22.600 personen geteld die tegen de brug op moesten. Er ontstond een discussie, maar bij de stemming waren er 26 stemmen voor de verlaging en 9 tegen. In februari 1886 was de klus geklaard. In 1929 werd melding gemaakt van een schipper, die bekneld geraakt was tussen de kolenkist op zijn schip en het brugdek; hij werd opgenomen in het Binnengasthuis. In 1930 meldde de Sumatra Post (!) met foto een soortgelijk ongeluk zonder persoonlijk letsel. In 1941 was de brug is een dermate slechte staat, dat zij gerenoveerd moest worden. De renovatie werd vanwege de Tweede Wereldoorlog eenvoudig gehouden. Later werd zij nog voorzien van een nieuw wegdek. De brug is vernoemd naar de Leliegracht, die weer vernoemd is naar de Oude Leliestraat, die op haar beurt is vernoemd naar het huis "In de Witte Lelye" aan de Singel. Het achtervoegsel sluis voert terug op de Amsterdamse aanduiding voor een stenen brug. Anders dan elders is in de stad ligt hier op steenworp afstand wel een voormalige sluis, eveneens de Leliesluis (Lely Sluys) genoemd. De contouren van die sluis zijn nog zichtbaar in de Leliegracht.