place

Bloemgracht (Amsterdam)

Gracht in AmsterdamStraat in Amsterdam-Centrum
RosaOverbeekbrug
RosaOverbeekbrug

De Bloemgracht in de Amsterdamse Jordaan verbindt de Prinsengracht met de Lijnbaansgracht en loopt tussen en evenwijdig aan de Nieuwe Leliestraat en de Bloemstraat in het stadsdeel Amsterdam-Centrum. De gracht is vernoemd naar het Bolwerk de Bloem, later Rijkeroord genoemd. Daar stond vanaf 1614 molen de Blom, die in 1878 is verplaatst naar de Haarlemmerweg.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Bloemgracht (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Bloemgracht (Amsterdam)
Rosa Overbeekbrug, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Bloemgracht (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.374769444444 ° E 4.8810805555556 °
placeToon op kaart

Adres

Rosa Overbeekbrug

Rosa Overbeekbrug
1016 KE Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

RosaOverbeekbrug
RosaOverbeekbrug
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Rosa Overbeekbrug
Rosa Overbeekbrug

De Rosa Overbeekbrug (brug nr. 121) is een brug over de Bloemgracht in de Jordaan in Amsterdam. De brug verbindt de Eerste Bloemdwarsstraat met de Tweede Leliedwarsstraat. Er ligt hier al eeuwen een brug. Zowel Balthasar Florisz. van Berckenrode als Joan Blaeu tekende in hun plattegronden van 1625 en 1649 een brug in. Die laatste kon daadwerkelijk weten dat de brug er was, die lag namelijk voor de deur van het atelier waar de atlassen van hem en vader Willem Blaeu werden gemaakt, voordat het atelier verhuisde naar de volgende kruising van de Bloemgracht. De huidige brug dateert uit 1883 toen het verkeer hier voor enige tijd gestremd was in verband met het vernieuwen van de brug. De brug kreeg daarbij de “oude” hoogte mee, oorzaak van diverse ongelukken met dalende voertuigen op de helling die doorschoten. De brug is in later tijden diverse keren gerepareerd, zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar heeft haar uiterlijk altijd behouden. Opvallend aan de brug zijn de balusters midden op de brug, die de vorm hebben van afgeknotte lantaarns. Een andere bijzonderheid zijn de steunen die aangebracht zijn bij de hechting brugdek en landhoofd. De brug is in 2002 vernoemd naar Rosa Overbeek, het vriendinnetje van Kees de jongen (naar wie de volgende brug over de Bloemgracht genoemd is). Het verhaal speelt zich in deze buurt af en het huis van Theo Thijssen - tegenwoordig het Theo Thijssenmuseum - bevindt zich eveneens in de buurt.

Grachtenvlinder
Grachtenvlinder

Grachtenvlinder is een tijdelijk artistiek en bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Tijdens de werkzaamheden aan de bruggen in de Oranje Loper moesten hulpbruggen geplaatst worden. Deze waren niet alleen nodig om voet- en fietsverkeer mogelijk te houden, maar ook allerlei kabels werden vanuit de hoofdbrug omgeleid. De noodbrug naast de Nieuwe-Wercksbrug, die over de Prinsengracht de verbinding verzorgt tussen Westermarkt en Rozengracht, kreeg twee balustraden ontworpen door kunstenaar Sam Hensbach. Deze Grachtenvlinder maakt deel uit van acht ontwerpen van kunstenaars voor eigen bruggen. Hersbach was genomineerd voor de Piketprijs 2021 categorie schilderkunst en dong met andere kunstenaars mee naar deze brugkunst. Buurtbewoners en buurtondernemers kozen uiteindelijk voor zijn ontwerp voor deze noodbrug. Alle acht kunstwerken uit deze serie bestaan in wezen uit geperforeerde staalplaten met figuren erin. De kunstenaar liet hier drones, hartjes, meervallen en muggen etc. uitstansen. Door de brug tijdens schemering en nacht te verlichten ontstaat met het water onder de brug een eigenaardig effect. Hersbach wilde een vrolijke brug met het thema mens en dier. Hij vond de bruggen in de binnenstad nogal donker; ze hebben vanwege de welstandscommissie en hier ook rijksmonumentstatus vaak donkere kleuren en hij wilde hier een uitzondering; het werd geel. Hersbach mocht zijn werk niet volledig begeleiden omdat ze elders gefabriceerd werd, normaal verzorgt hij het totale kunstwerk. Hersbach. Het idee achter de muggen is dat ze rondom de grachten vliegen en op mensen zitten. De kunstenaar hoopte bij plaatsing dat de platen zodanig bevestigd werden, dat ze eventueel in de toekomst aan andere kunstbruggen hergebruikt kunnen worden. De vroegste datum van oplevering van de originele brug werd in 2022 geschat op 2028. Sam Donald Pie Hersbach werd in 1995 in Arnhem geboren. Hij kreeg zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU Fine Art) en De Ateliers in Amsterdam. Een andere noodbrug uit de reeks is Kreukel van Karin Colen bij de Rijckerbrug aan het andere eind van de Rozengracht.

Kees de jongenbrug
Kees de jongenbrug

De Kees de jongenbrug (brug 123) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum, de Jordaan. De brug is gelegen in de westelijke kade met even huisnummers van de Prinsengracht. Ze overspant daarbij de Bloemgracht. De beide gevelwanden van zowel Bloemgracht als Prinsengracht staan hier vol met rijksmonumenten, terwijl hier en daar ook enige “plukjes” nieuwbouw staat. Men heeft vanaf deze brug een mooi uitzicht op het recht tegenover de brug gelegen Anne Frankhuis en op de Westertoren en Westerkerk. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug in op zijn stadsplattegrond uit 1625. De Bloemgracht staat dan al vol met bebouwing, maar er zijn nog enkele lege kavels te zien. De namen van de grachten luidden toen Prince Graft en Bloem Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1866, toen besteedde de gemeente aan "het vervangen van de vaste houten brug no. 123, over de Bloemgracht aan de Prinsengracht", tegelijkertijd met brug 122. Die brug werd opnieuw van hout en zorgde in de jaren daarop voor een aantal ongelukken, waarbij koetsiers hun paard en wagen van de weg zagen glijden, waarbij man, paard en lading soms in het water belandden. Die brug stond nog op twee houten jukken. De brug kon na 1900 steeds minder verkeer dragen, maar werd telkenmale gerepareerd in plaats van vervangen. Pas in 1947 (al het verkeer, behalve voetgangers moest toen een omweg maken) werd er ingegrepen. In de winter van 1947/1948 kwam er een nieuwe brug, waarbij de houten jukken verdwenen, maar het uiterlijk gehandhaafd werd; ze werd dus niet vervangen door een welfbrug, zoals elders wel het geval was. Opvallend aan de brug zijn de beide landhoofden, die hier vanwege de hoek die de Bloemgracht met de Prinsengracht diep in de Bloemgracht staan (de brug is vrij nauw ten opzichte van de brede Bloemgracht). De brug is vernoemd naar Kees de jongen. Het verhaal speelt zich in deze buurt af, en er is hier in de buurt het huis van Theo Thijssen te vinden, dat later een museum geworden is. Het Theo Thijssen Museum diende in 2001 een verzoek in om de bruggen 121 en 123 respectievelijk te vernoemen naar Rosa Overbeek (het vriendinnetje van Theo Thijssen) en Kees de jongen. Twee jaar later werd de vernoeming definitief door het plaatsen van de naamplaatjes. Daarbij las acteur Hans Dagelet teksten voor over de prille liefde tussen de twee romanpersonages en zong, Jan Eilander zong het Lied van de zwembadpas.

Beeld van Anne Frank (Westermarkt)
Beeld van Anne Frank (Westermarkt)

Het beeld van Anne Frank op de Westermarkt in Amsterdam is een standbeeld van het Duits-Joodse meisje Anne Frank dat op vijftienjarige leeftijd tijdens de Holocaust omgekomen is. Door haar dagboek is Anne Frank wereldwijd het symbool geworden van de slachtoffers van de Holocaust. Het beeld is in 1975 ontworpen door Mari Andriessen en in 1977 onthuld door de burgemeester Amsterdam Ivo Samkalden en Otto Frank, de vader van Anne Frank. Bij de onthulling werd een gelijkenis opgemerkt met het beeld van Anne Frank in Utrecht van Pieter d'Hont. Ook bij dit beeld staat Anne Frank fier rechtop met haar handen op de rug. Waar d'Hont Anne Frank met beide voeten uit elkaar stevig op de grond neerzette, laat Andriessen haar zien als een jonge vrouw die ze graag had willen worden, maar nooit heeft kunnen zijn. Op het voetstuk van het beeld staat het monogram van Andriessen (MA). Het beeld is tot stand gekomen op initiatief van uitgeverij Contact, de uitgever van het dagboek van Anne Frank en geschonken aan de stad Amsterdam. Het Frans Halsmuseum in Haarlem heeft een staand en een zittend voorontwerp in de collectie. Het beeld bevindt zich voor de zuidelijke zijgevel van de Westerkerk. Het beeldje bevindt zich dus aan de andere zijde van de Westerkerk, dan waar het Anne Frank Huis staat. Een ander beeld van Anne Frank bevindt zich aan het Merwedeplein bij haar ouderlijk huis, waar ze ruim acht jaar woonde voordat ze met haar familie onderdook.