place

Fort aan de Nekkerweg

Bouwwerk in PurmerendFort in NederlandProvinciaal monument in Noord-HollandStelling van Amsterdam
Fort aan de Nekkerweg 002
Fort aan de Nekkerweg 002

Het Fort aan de Nekkerweg (Fort Beemster) in de Beemster, op het kruispunt Volgerweg en Nekkerweg in Middenbeemster, is onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Sinds 2012 is het fort in gebruik als wellnesscentrum met onder andere sauna's, hotel, restaurant en vergadercentrum onder de naam Fort Resort Beemster

Fragment uit het Wikipedia-artikel Fort aan de Nekkerweg (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Fort aan de Nekkerweg
Nekkerweg, Purmerend

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Fort aan de NekkerwegLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.528022222222 ° E 4.9283027777778 °
placeToon op kaart

Adres

Nekkerweg 24a
1461 LC Purmerend
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Fort aan de Nekkerweg 002
Fort aan de Nekkerweg 002
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Beemster Arboretum

Het Beemster Arboretum is een arboretum in Zuidoostbeemster. Het arboretum is 1971 opgericht. Het is elke dag vrij toegankelijk tussen 9:00 uur en zonsondergang. De oprichter is ir. Hans Völlmar die het arboretum aanlegde. Door de aankoop van land en het verzamelen van planten is hij erin geslaagd om het arboretum verder uit te breiden. De huidige beheerder sinds 2014 is Bram Engberts. Het arboretum bestaat uit twee delen, een systematisch gedeelte van 2 hectare en een geografisch gedeelte van 3,5 hectare. In totaal beslaat het arboretum 7.3 hectare. In het systematische gedeelte zijn soorten en cultivars per geslacht bij elkaar geplant. Onder meer soorten uit de geslachten zilverden (Abies), kastanje (Castanea), berk (Betula) zijn hier te vinden. Tevens zijn hier cultivars van Corylus, kardinaalsmuts (Euonymus), es (Fraxinus), valse christusdoorn (Gleditsia triacanthos), Juglans, Taxus, linde (Tilia) en sneeuwbal (Viburnum) aanwezig. Ook zijn er soorten en cultivars van Carya, hortensia (Hydrangea) en Zelkova aanwezig. De aanplant van het geografische gedeelte dateert uit 1992. De planten zijn hier op geografisch voorkomen gerangschikt om te laten zien hoe bomen en struiken in bosverband groeien. Planten die hier voorkomen zijn soorten uit de geslachten eik (Quercus), Fagus en Juglans. Bomen die hier groeien, zijn onder meer moseik (Quercus cerris), Fagus orientalis, Japanse ceder (Cryptomeria japonia), watercipres (Metasequoia glyptostroboides), zwarte den (Pinus nigra), Prunus ×yedoensis en de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina). Tevens groeien hier struiken uit de geslachten Ligustrum, Syringa en Taxus.

Zuidoostbeemster
Zuidoostbeemster

Zuidoostbeemster is een dorp in de gemeente Purmerend in de Nederlandse provincie Noord-Holland, vlak bij de stad Purmerend. Het dorp heeft 4.400 inwoners (2023). Zuidoostbeemster groeide vanaf 1850 langzaam tot een dorp. Dit nadat de concentratie buitenplaatsen verdwenen waren, de hoek waarin het dorp ligt werd altijd verzameld Zuidoostbeemster genoemd, waaronder toen ook de buurtschap Halfweg grotendeels viel. Halfweg was de grootste buurt in Zuidoostbeemster. Toch is het dorp Zuidoostbeemster niet vanuit die plaats gegroeid. Het groeide vanuit de hoek van Purmerend. Het waren gepensioneerde veehouders uit de Purmer en Purmerend. Deze waren gehecht aan de veemarkt van Purmerend en wilden daarom zo dicht mogelijk bij de stad wonen. Zuidoostbeemster werd daarom snel gezien als een voorstad of polderwijk van de stad Purmerend. De eerste generatie bouwde een slag kleinere stolpen dan de bekende boerenstolpen. Tussen 1918 en 1940 volgde nieuwe tuinders- en rentenierswoningen langs de Purmerenderweg en de Zuiderweg, alsook de nieuwe straten; de Jacobus Boumanlaan en Wouter Sluislaan. In 1920 kocht de gemeente Beemster grond van de boeren om te voorkomen dat de gemeente Purmerend het groeiende Zuidoostbeemster zou annexeren en er op grote schaal zou gaan bouwen ter uitbreiding van de stad. Wel werd op de gekochte grond gebouwd. De plaats bleef groeien. In de hele Beemster werd in 1958 langzaam de groei geremd maar Zuidoostbeemster groeide nog flink in de jaren zestig. De groei die de gemeente Beemster wilde kwam er echter niet omdat de Provinciaal Planologische Dienst (PPD) van de provincie Noord-Holland een groene buffer moest blijven in de steeds meer verstedelijkende omgeving. PPD wilde vooral voorkomen dat de Beemster, met name Middenbeemster en Zuidoostbeemster slaapverblijf werd van de inwoners van Amsterdam. Door de PPD werden andere plaatsen in het noorden van de provincie als betere groeikernen geduid. Vanaf 2014 worden in fases, honderden woningen gerealiseerd op de plaats van landerijen onder naam van nieuwbouwproject "De Nieuwe Tuinderij". De nieuwe wijken trekken steeds meer jonge gezinnen uit steden als Purmerend en Amsterdam. Aan de Nekkerweg 67a is het Beemster Arboretum te vinden.

Amsterdamse Poort (Purmerend)
Amsterdamse Poort (Purmerend)

De Amsterdams(ch)e Poort was een stadspoort in de Noord-Hollandse stad Purmerend. In 1410 toen Purmerend stadsrechten kreeg en er wallen rondom de stad verschenen werden er vier poorten gebouwd op de invalswegen. Elke bezoeker van de stad moest zich hier melden waardoor men ongure types, zwervers en bannelingen wilden tegenhouden. Naast de Amsterdamse Poort verschenen de Hoornse Poort, de Neckerpoort en de Purmerpoort op de invalswegen naar Hoorn, Neck en het Purmermeer. Na de drooglegging van de Beemster werd in 1612 de Beemsterpoort gebouwd. De Amsterdamse Poort verscheen aan de toegangsweg naar Amsterdam nabij het huidige Tramplein in het verlengde van het Gouw aan de noordzijde van de Nieuwe Gracht. Oorspronkelijk was de verbinding met Amsterdam, de "Melkweg", een voetweg met trekvaart die liep langs Purmerland, Den Ilp, Landsmeer, Kadoelen en Buiksloot naar het Buiksloterham waar kon worden overgestapt op een Amsterdams veer. In 1660 werd een nieuwe trekvaart gegraven op de plaats van het latere Noordhollandsch Kanaal en kwam er een jaagpad voor het paard van de geregelde trekschuitdienst naar Ilpendam, Watergang, Buiksloot en Amsterdam. Aan het begin van deze trekvaart, het huidige Tramplein, werd toen een nieuwe Amsterdamse Poort met een klokgevel gebouwd. Bij de poort werd tol geheven en voor goederen en dieren moest marktgeld worden betaald. In de avonduren na 19.00 uur werd de poort gesloten. Daarom waren er buiten de poort aan het wagenplein een aantal herbergen of logementen met stalgelegenheid voor de paarden aanwezig waar men kon overnachten wanneer men niet meer tot de stad werd toegelaten. Voor het tussen 1820 en 1824 gegraven Noordhollandsch Kanaal werd gebruikgemaakt van de oude trekvaart die werd uitgediept en verbreed. Na het gereedkomen van het kanaal en het dempen van een deel van de stadsgracht werden de poorten in de periode 1830-1840 overbodig en gesloopt. Omdat de Amsterdamse Poort in tegenstelling tot de andere poorten niet voorzien was van een beweegbare brug, bleef deze vooralsnog staan maar is later alsnog gesloopt. Voor de veiligheid van de stad werden twee barrièrehuisjes gebouwd met daartussen een ijzeren hek om toch de toegang in de avonduren te kunnen afsluiten. Tot 1960 heeft een van de huisjes nog gediend als onderkomen voor de schipper van de pont. Later verscheen op de plek van de gesloopte poort een restaurant met de naam Amsterdamse Poort dat uiteindelijk in 2007 werd gesloopt.