place

Aalsmeerder Veerhuis

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidRijksmonument in AmsterdamSloten (Noord-Holland)Veerhuis
Sloterkade 21
Sloterkade 21

Het Aalsmeerder Veerhuis, ook bekend onder de naam 'Herberg De Bonte Os', is een historisch pand uit 1634 aan de Sloterkade 21-22, toen nog in de voormalige gemeente Sloten en tegenwoordig Amsterdam-Zuid en een van de laatste overgebleven huizen van de vroegere Overtoomse Buurt. Na de aanleg van de overtoom in de Schinkel in 1515 ontstond hier een levendige buurt met veel bedrijvigheid. Naast diverse ambachtslieden hadden ook herbergen een plaats in dit gebied buiten de muren, want wie te laat aankwam vond de poort gesloten en moest buiten de stad overnachten. Een van de bekendste gebouwen was de herberg de 'Bonte Os' of het Aalsmeerder Veerhuis uit 1634, waar een gevelsteen op de voorgevel aan herinnert. Het gebouw bestaat uit een dwarshuis met voorhuis met aan beide zijden opkamers en een haaks hierop staande achtervleugel. Van de bebouwing van voor 1921, toen dit gebied bij onderdeel was van de gemeente Sloten, resteren nog enkele kleine huisjes rond het behouden gebleven Aalsmeerder Veerhuis. Na een lange periode van verval werd dit monument in 1965 in oude glorie hersteld. Op 18 februari 1965 kwam de restauratie officieel gereed en werd het overgedragen aan de Vereniging Hendrick de Keyser. Het heeft een passende bestemming gekregen als zetel van de Stichting Diogenes. Ook de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad houdt hier kantoor. Geurt Brinkgreve woonde tot zijn overlijden in 2005 op de bovenverdieping.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Aalsmeerder Veerhuis (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Aalsmeerder Veerhuis
Sloterkade, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Aalsmeerder VeerhuisLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.356986111111 ° E 4.8538388888889 °
placeToon op kaart

Adres

Sloterkade 21A
1058 HE Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Sloterkade 21
Sloterkade 21
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Overtoomse Buurt
Overtoomse Buurt

De Overtoomse Buurt is een vroegere buurt aan het begin van de Sloterkade in Amsterdam-Zuid. Na de aanleg van de overtoom in de Schinkel ontstond hier een levendige buurt met veel bedrijvigheid. Een van de bekendste gebouwen was de herberg de 'Bonte Os' of het Aalsmeerder Veerhuis uit 1634. Sinds 1515 lag hier een overtoom, die de scheiding vormde tussen boezem van het Hoogheemraadschap van Rijnland en die van Amstelland. Deze werd in 1809 door een schutsluis vervangen, de Overtoomse Sluis. Hiermee was een rechtstreekse vaarverbinding tussen de Schinkel enerzijds en de Kostverlorenvaart en de Overtoomse Vaart anderzijds mogelijk geworden. Deze sluis was in het begin van de 20e eeuw een belangrijk obstakel geworden in de scheepvaartroute. De Overtoomse Sluis werd op 1 juli 1942 vervangen door de Schinkelsluis bij de Nieuwe Meer, waarna het water langs de Sloterkade verbreed kon worden. De Schinkel was tot 1896 de grens tussen de gemeente Nieuwer-Amstel (aan de oostkant) en de gemeente Sloten (aan de westkant). Vanuit Amsterdam liep de Overtoomse Vaart tot aan de overhaal. Hier begon ook de weg naar Sloten, de Sloterweg. Omdat deze buurt, vanuit Sloten gezien, bij de Overtoom lag, die de toegang gaf tot Amsterdam, ontstond de naam 'Overtoomse Buurt'. Het gebied ten westen hiervan werd ook wel de Overtoomsepolder of het Overtoomse Veld genoemd, hiernaar is in de jaren vijftig een van de Westelijke Tuinsteden genoemd. Bij de Overtoomse Buurt was er vanaf 1649 tot 1916 nog een tweede kleine overtoom, die vanaf de Kostverlorenvaart toegang gaf tot de vaarweg naar Sloten, de Slotervaart. Ook hiernaar is in de jaren vijftig een van de Westelijke Tuinsteden genoemd Na de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 begon de verstedelijking in deze omgeving en daarmee de neergang van de oude buurtschappen. In de jaren twintig werd een deel van de Overtoomse Buurt gesloopt voor de bebouwing aan de zuidkant van het nieuwe Surinameplein, als onderdeel van het Plan West. Ook de aan de andere Schinkeloever liggende Dubbele Buurt verdween voor het grootste deel voor verbreding van het vaarwater en voor de stedelijke bebouwing bij de Amstelveenseweg. De ophaalbrug over de Overtoomse Sluis lag aanvankelijk in het verlengde van de Bosboomstraat, de latere Andreas Schelfhoutstraat. In 1925 werd een nieuwe ijzeren ophaalbrug gebouwd iets ten noorden van de oude, in het verlengde van de Surinamestraat naar het Surinameplein. Van de bebouwing van voor 1921 resteren nog enkele oude kleine huisjes rond het behouden gebleven Aalsmeerder Veerhuis. Na een lange periode van verval werd dit monument in 1965 in oude glorie gerestaureerd. De Overtoomse Buurt was van 1918 tot 1925 vertrekpunt van de tramlijn Amsterdam - Sloten, die de Sloterkade verbond met het dorp Sloten. In 1927 verschenen de eerste elektrische trams van de Gemeentetram Amsterdam op het nieuwe Surinameplein, gebouwd op een deel van de vroegere buurtschap. Van 1927 tot 1962 en van 1971 tot 1988 was dit het eindpunt van lijn 17. Van 1962 tot 1971 en sinds 1988 passeert lijn 17 dit plein op weg naar Osdorp. Sinds de bouw van de nieuwe basculebrug in 1949 liggen er ook tramrails door de Surinamestraat. Sinds 1971 rijdt lijn 1 hierover vanaf de Overtoom naar het Surinameplein en verder naar Osdorp.

Surinamestraat (Amsterdam)
Surinamestraat (Amsterdam)

De Surinamestraat is een straat in Amsterdam-West. Het maakt deel uit van Stadsroute 106. Ze is gelegen aan de zuidkant van een buurt waarin alle straatnamen verwijzen naar Suriname en de Nederlandse Antillen. De straat begint bij de brug de Overtoomse Sluis over de Kostverlorenvaart en eindigt op het Surinameplein. Zowel de straat als het plein kregen op 22 maart 1922 haar naam. De bebouwing bestaat uit twee in basis identieke bouwblokken met galerij en winkels aan beide zijden van het wegdek. Beide bouwblokken met hun respectievelijke overgang naar Kostverlorenkade (noordelijk blok) en Sloterkade zijn sinds 2013 gemeentelijk monument en in basis ook elkaars spiegelbeeld. De totale bebouwing heeft van bovenaf gezien de vorm van een kelk. Bij de zuidkant is uitgegaan van het ontwerp van Jordanus Roodenburgh, gebouwd in een stijl die gerelateerd is aan de Amsterdamse School. Er is dan ook veel baksteen te zien, afgewisseld met natuursteen met daarin strak uitgevoerde rechthoekige raampartijen. Roodenburghs specifieke kenmerken, de (vijf-)hoekige poortjes/toegangen, zijn ook terug te vinden in bijvoorbeeld de galerijpoorten. Dit blok dateert van de periode eind jaren twintig conform een plattegrondschets uit 1926. Aan de noordzijde kon nog niet gebouwd worden op de geplande plaats. De toenmalige de brug Overtoomse Sluis uit 1924 lag noordelijker dan de huidige, hetgeen nog altijd terug te vinden in de afgesneden hoek Kostverlorenvaart en Overtoom. Er waren wel al plannen voor het vervangen van die brug, maar crisis en Tweede Wereldoorlog hielden de bouw tegen. In 1949 werd de nieuwe brug Overtoomse Sluis naar een ontwerp van Piet Kramer opgeleverd en werd voorzien van tramsporen die echter alleen werden gebruikt ter verkorting van de remiseritten naar de remise Havenstraat. De oude brug, die geen tramsporen had, kon afgebroken worden en de tijdelijke bebouwing aan de noordzijde verdween om plaats te maken voor het spiegelbeeld. Het is dan 1955/1956. De bouwstijl is aanmerkelijk versoberd en gemoderniseerd. De hoeveel baksteen is vrijwel gelijk, maar de vlakverdeling is veranderd. De galerijpoortjes zijn ook veel minder “moeilijk” uitgevoerd, meer richting nieuwe bouwen.

Surinameplein
Surinameplein

Het Surinameplein in Amsterdam-West verbindt de Hoofdweg met de Cornelis Lelylaan en is via de Surinamestraat verbonden met de Overtoom en Amstelveenseweg. Het plein is in 1922 vernoemd naar de sinds 1975 onafhankelijke Nederlandse kolonie Suriname aan de noordkust van Zuid-Amerika. De straten in de buurt ten noorden van het plein zijn eveneens genoemd naar geografische begrippen in Suriname en de (voormalige) Nederlandse Antillen. De buurt werd daarom door de gemeente de Westindische buurt genoemd, maar tegenwoordig staat dit gebied bekend als Postjesbuurt. Sinds 2003 bevindt zich op het plein het beeld Levensboom van Henry Renfurm (1940-2011) als "Monument van besef" (Bon Fu Gron Prakseri) ter herdenking van het Nederlandse slavernij-verleden. Het plein werd aangelegd in de jaren twintig op het grondgebied van de in 1921 geannexeerde gemeente Sloten. Deze gemeente had voordien al plannen gemaakt voor een nieuwbouwwijk ten westen van de Baarsjesweg en Sloterkade, maar de plannen werden in gewijzigde vorm uitgevoerd door de gemeente Amsterdam als onderdeel van het Plan West. De eerste bebouwing, tussen de Hoofdweg en de Surinamestraat, van architect Daan Roodenburgh, dateert van 1927. De eerste brug over de Kostverlorenvaart werd gebouwd in het verlengde van de Surinamestraat in 1925 ter vervanging van de oude brug over de Overtoomse Sluis in de Schinkel in het verlengde van de Andreas Schelfhoutstraat. In 1949 werd de ophaalbrug vervangen door de nog bestaande basculebrug, die toen tevens van tramrails werd voorzien. Aan de zuidwestkant staat het flatgebouw Klokkenhof uit 1962, waarin woningen en het Belforthotel zijn gevestigd. Het is voorzien is van een klokkenspel met 28 klokken; deze Voorslag speelde vroeger alleen automatisch elk uur. De klokken zwijgen al vele jaren. De klokken werden in 1961 gegoten door Eijsbouts in Asten. Ten oosten hiervan bevindt zich een bejaardenhuis uit 1960, waarin sinds januari 2015 een broedplaats van Stichting Urban Resort is gevestigd. Beide gebouwen zijn van de hand van Cornelis Wegener Sleeswijk Het Surinameplein lag tot 1990 in de wijk Overtoomse Veld. Tussen 1990 en 2010 lag het in stadsdeel De Baarsjes. Sinds 2010 vormt het Surinameplein de grens tussen stadsdeel West en stadsdeel Zuid. Het plein zelf hoort bij West. In 2014/2015 werd hier als tijdelijk kunstwerk Zes cirkelelementen van André Volten geplaatst. De bedoeling was plaatsing voor slechts vijf jaar. In 2023 staat de beeldengroep er nog steeds.

Oorlogsmonument Amstelveenseweg
Oorlogsmonument Amstelveenseweg

Het Oorlogsmonument Amstelveenseweg is een gedenksteen voor vier gevallen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) bij schietpartijen aan de Amstelveenseweg in Amsterdam-Zuid. Het geheel is ontworpen door Ferdinand Jantzen. Het beeld werd op 25 mei 1946 onthuld. Het verhaalt van een aantal schietpartijen op 7 mei 1945 aan deze weg in de tijd dat de capitulatie van Nazi-Duitsland ophanden is. Er werden afspraken gemaakt over de intocht van de Canadese troepen en het ontwapenen en gevangennemen van Duitse militairen. De BS liep daarop vooruit met het alvast inrichten van sommige ruimten; een daarvan was al gevestigd in een opslagplaats van een dekenfabriek aan de Amstelveenseweg. Toen langs de post Duitse legervoertuigen trokken en staande werden gehouden, vonden schietpartijen plaats waarbij uiteindelijk vijf BS’ers om het leven kwamen. Bernhard van Lippe-Biesterfeld had bij de definitieve overgave juist bepaald dat BS’ers niet tot ontwapening mochten overgaan; dat moest aan de Canadezen overgelaten worden. Die hadden trouwens de opdracht gekregen eenieder die zich met een wapen vertoonde neer te schieten. Al vlak na de schermutselingen werd een eenvoudig monumentje opgericht, een bloemperkje met vijf militaire helmen. Toen op 25 mei 1946 het beeld op het punt stond om onthuld te worden, werd de naam van de vijfde, zijnde Jacob de Bruyne, nog verwijderd. Hij werd ervan verdacht in het begin van de oorlog lid te zijn geweest van de NSB en voor de Wehrmacht te hebben gewerkt. Bewijzen daarvoor werden later nooit gevonden, vandaar dat bij het gedenkteken een plaquette is aangebracht met deze vijfde naam. In een kader is op de gedenksteen de volgende tekst te lezen: OP DEN 7EN MEI 1945 VIELEN HIER VOOR DE VRIJHEID VAN ONS LAND F.A. MASSELING GEB. 25 SEPT. 1902 A.J. SEIJDEL GEB. 27 MAART 1905 P. ROOZENDAAL GEB. 17 SEPT. 1914 A.B.C. VAN DRUIJTEN GEB. 29 JAN. 1918. Het gedenkteken is verwerkt in het hekwerk op de scheiding Amstelveenseweg en Vondelpark, links van de ingang nabij de speelplaats. Het beeld werd in 1963-1964 verplaatst omdat het hekwerk langs de Amstelveenseweg ter plaatse aanzienlijk verzakt was en omdat de Amstelveenseweg verbreed moest worden. Voor het nieuwe hekwerk werd een deel van het Vondelpark afgesneden.

Museum Het Broekerhuis
Museum Het Broekerhuis

Museum Het Broekerhuis was van 1882 tot 1887 een museum aan de Amstelveenseweg 122 in Amsterdam dat de inventaris van het Broekerhuis in Broek in Waterland toonde, verzameld door Aaltje Fregeres (1810-1900). haar verzameling trok veel toeristen maar vanwege haar leeftijd verkocht ze in 1880 haar collectie aan de N.V. Tentoonstellingmaatschappij het Broekerhuis, een initiatief van Karel Hermanus Schadd en Artis-directeur Gerardus Frederik Westerman. Door architect Isaac Gosschalk lieten ze een museumgebouw in historiserende stijl neerzetten dat in juni 1881 gereedkwam. Erbij werd een tuin met een doolhof aangelegd door Leonard Springer naar model van het Hampton Court in Londen. Het museum bevond zich aan het eind van het in 1877 uitgebreide Vondelpark en een net aangelegde tramlijn. De collectie bestond onder andere uit de inventaris van een ouderwets Broeker huishouden. Getoond werd een kraamkamer, pronkkamer, voorvertrek en keuken. Rondleiders in 17e-eeuwse klederdracht leidden de bezoekers rond. In 1883 kocht Hekking het schilderij De Amsterdamse stedemaagd ontvangt de hulde der volkeren van Oost en West van Gerard de Lairesse ter aanvulling van de collectie. Door afgenomen belangstelling werd het museum op 1 april 1887 opgeheven. Bij de opheffing van het museum is de collectie opgekocht door Sophia Adriana de Bruijn die de inventaris nagelaten heeft aan het Stedelijk Museum. Het museumgebouw is later in gebruik geweest als atelier van Hirsch & Cie en is kort na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. De collectie maakt vanaf 1963 deel uit van het Amsterdam Museum.