place

Galleria dell'Accademia (Rome)

Museum in Rome

Galleria dell'Accademia di San Luca is een museum gelegen op de Piazza dell'Accademia di San Luca 77 te Rome.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Galleria dell'Accademia (Rome) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Galleria dell'Accademia (Rome)
Piazza dell'Accademia di San Luca, Rome Municipio Roma I

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Galleria dell'Accademia (Rome)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 41.901597222222 ° E 12.483666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Accademia di San Luca

Piazza dell'Accademia di San Luca 77
00187 Rome, Municipio Roma I
Lazio, Italië
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Sant'Andrea delle Fratte
Sant'Andrea delle Fratte

De Basilica di Sant'Andrea delle Fratte is een 17e-eeuwse basiliek te Rome, gewijd aan Sint Andreas. De huidige kerk werd gebouwd op de plaats van een kerk uit 1192, die infra hortes ("tussen boomgaarden") werd genoemd, omdat hij op het platteland lag. Het was de nationale kerk van de Schotten in Rome tot 1585. Toen schonk Paus Sixtus V hem aan de minderbroeders van San Francesco di Paola. Later werd het gebied overwoekerd door struikgewas. Vandaar de naam Fratte. In 1604 werd er begonnen aan de bouw van een nieuwe kerk, naar een ontwerp van Gaspare Guerra. Het project, dat acht jaar later gestopt werd, werd nieuw leven ingeblazen in 1653 door Francesco Borromini. Dankzij hem kwam er onder meer de apsis, het tamboer aan de koepel en de campanile met vier zuilen. Na zijn dood werd zijn werk verder gezet door Mattia De Rossi. De voorgevel in renaissancestijl werd afgewerkt in 1826. Het interieur beschikt over één schip. De koepelversiering is van de hand van Pasquale Marini. In de eerste kapel is een houten tempietto (tempel) (1674) te zien, die beschilderd werd door Borgognone en op de muur een schilderij van Ludovico Gimignani, Het doopsel van Christus. In de derde kapel staat een grafmonument van kardinaal Carafa, gemaakt door Pietro Bracci. Langs de kruisgang hangen fresco’s van Marini, Francesco Cozza, en Filippo Gherardi, die het Leven van Sint Franciscus voorstellen. Het altaar (1736) werd ontworpen door Filippo Barigioni, het retabel van San Franciscus di Paola werd geschilderd door Paris Nogari, met stucco-engelen door Giovanni Battista Maini. Van Marini bevindt er zich ook nog een fresco, getiteld Vermenigvuldiging van Brood en Vissen. Achter het altaar hangt De Kruisiging van Sint Andreas (Giovanni Battista Lenardi), De Begrafenis van Sint Andreas (Francesco Trevisani) en Dood van Sint Andreas (Lazzaro Baldi). Langs het priesterkoor zijn gebeeldhouwde engelen te zien van Bernini. Deze werden oorspronkelijk gemaakt voor de Engelenbrug, maar naar hier verplaatst en op de Engelenbrug kwamen dan kopieën te staan. In de linkse dwarsbeuk staat een altaar, ontworpen door Luigi Vanvitelli en Giuseppe Valadier, met een retabel van Giuseppe Bottani, dat de Heilige Anna, Sint Joachim en baby Maria voorstelt. Enigszins verdekt opgesteld in de doorgang tussen de 4de kapel aan de rechterkant en het transept staat op zijn graf het beeld van de Marokkaanse prins en troonpretendent Moulay Ahmed (gestorven in 1739). Moulay Ahmed, telg uit het roemrijke Alaoui-geslacht van de huidige Marokkaanse koning, ging tot het katholicisme over in 1733. In de derde kapel links staat een werk van Domenico Bartolini, getiteld Madonna van het Mirakel. Hier zou op 20 januari 1842 Maria verschenen zijn aan de jonge Jood Maria Alphonse Ratisbonne en ze bekeerde hem er tot het christendom. Om dit gebeuren te eren, staan de banken in de kerk naar dit altaar gericht.

Madonna dell'Archetto
Madonna dell'Archetto

Het kerkje Madonna dell'Archetto, officieel genaamd de kerk van Santa Maria Causa Nostrae Laetitiae (Heilige Maria, oorzaak onzer blijdschap), is de kleinste van de ruim 80 kerken in Rome die aan Maria zijn gewijd, en is wellicht ook de kleinste kerk van heel die stad. Ze is te bereiken via een smal steegje aan de Via di San Marcello 41B in Rome. Ze is genoemd naar een Mariaschilderij (olieverf op steen) uit 1690 van de hand van de Bolognese schilder Domenico Muratori. Dit werk hing oorspronkelijk in openlucht onder een boog die twee palazzi verbond, vandaar dat het genoemd werd "Madonna dell'Archetto" (Onze-Lieve-Vrouw van de boog). In 1796 zou de afgebeelde Maria haar ogen hebben bewogen en zelfs geweend hebben, wat door de Kerk als wonder werd erkend. Naar aanleiding daarvan werd in 1850-1851 door de Romeinse architect Virginio Vespignani dit kerkje gebouwd in het steegje tussen de twee palazzi. Het kerkje is opgetrokken in neo-renaissancestijl; ondanks zijn beperkte omvang biedt het harmonieuze architecturale verhoudingen en een rijke decoratie. Apsis, schip en dwarsbeuk zijn van zeer bescheiden afmetingen, maar dragen op de viering een - naar verhouding - groots aandoende koepel. Deze is bekleed met houtsnijwerk en gedecoreerd door de Grieks-Italiaanse schilder Costantino Brumidi. Hiervoor wendde hij de weinig gebruikte encausto-techniek aan, waarbij de kleurstoffen worden opgelost in gesmolten bijenwas. In de nissen van het schip staan gipsen beelden opgesteld van engelen in de vorm van een kariatide.

Santi XII Apostoli
Santi XII Apostoli

De Santi XII Apostoli (Italiaans: Basilica dei Santi XII Apostoli) is een basiliek in Rome, aanvankelijk gewijd aan apostelen Jakobus (zoon van Alfeüs) en Filippus (van wie de relieken in deze kerk worden bewaard) en tegenwoordig aan alle twaalf apostelen, aan het Piazza Santi Apostoli in de rione Trevi. De kerk werd gesticht door de Zwarte Franciscanen en is ook tegenwoordig nog onder het beheer van deze orde, waarvan het Romeinse hoofdkwartier zich naast de basiliek bevindt. De meest oorspronkelijke kerk op deze plaats werd gebouwd door paus Pelagius I als dank voor de verdrijving van de Goten uit Rome. De kerk werd in 1384 door een aardbeving verwoest. In 1417 werd de kerk op last van paus Martinus V, die het naastgelegen Palazzo Colonna bezat, herbouwd. De Florentijner architect Baccio Pontelli tekende voor de bouw. De kerk werd voorzien van fresco's van Melozzo da Forlì, die bij een latere restauratie werden verwijderd om te worden overgebracht naar de Vaticaanse Musea. In de kerk verbleef enige tijd de tombe van Michelangelo alvorens deze werd overgebracht naar de Santa Croce in Florence. In de basiliek is ook het hart begraven van Maria Clementina Sobieska, de echtgenote van Jacobus Frans Eduard Stuart, de Old Pretender. Aan het begin van de achttiende eeuw vond op last van paus Clemens XI een grondige renovatie van de kerk plaats, die het interieur van de kerk een barok aanzien gaf. De renovatie volgde het ontwerp van Carlo Fontana. Het plafond kreeg een schildering, getiteld, De Triomf van de Franciscaner Orde, vervaardigd door Il Baciccia. De huidige façade van de kerk dateert uit de vroege negentiende eeuw.

Boog van Claudius
Boog van Claudius

De Boog van Claudius is de naam van een thans verdwenen triomfboog in het oude Rome ter ere van keizer Claudius. Oorspronkelijk was dit een niet-gedecoreerde boog, een van de arcaden van het aquaduct Aqua Virgo uit 19 v.C., meer bepaald op het punt waar dit aquaduct de Via Flaminia (later in de Oudheid Via Lata genoemd) overstak. In het huidige stratenplan van Rome is hij te situeren in de Via del Corso, meer bepaald ter hoogte van de Vicolo Sciarra en de Via della Caravita. In 51 of 52 n.C. werd deze arcade in opdracht van de senaat verbouwd tot een triomfboog ter ere van de verovering van Britannia door Claudius in 43 n.C. Hij had één enkele doorgang Hij is waarschijnlijk al in de 8e eeuw ingestort, maar in de buurt waar hij stond zijn antieke inscripties, beelden en reliëfs opgegraven. Vermoedelijk stonden beelden van de keizerlijke familie boven op de boog en was hij verder versierd met reliëfs die de strijd in Britannia en de daarop volgende triomftocht van Claudius uitbeeldden. Van de inscriptie op de attiek van de triomfboog is het linkse gedeelte te zien op de binnenkoer van de Musei Capitolini; enkele fragmenten van de decoratie van de boog worden bewaard in de Galleria Borghese, eveneens in Rome. Het bekende reliëf met de praetoriaanse soldaten is in het begin van de 19de eeuw terechtgekomen in het Louvre in Parijs. Aan de hand van een inscriptie teruggevonden in Boulogne-sur-Mer (het vertrekpunt van Claudius' militaire expeditie naar Britannia) die dezelfde overwinning herdenkt, wordt het bewaarde gedeelte van de inscriptie als volgt aangevuld in het Museo della civiltà romana in de EUR te Rome): TI(berio) CLAVDIO DRVSI F(ilio) CAISARI AVGVSTO GERMANICO PONTIFICI MAXIM(o) TRIB(unicia) POTESTAT(e) XI CO(n)S(sul) V IMP(erator) XXII CENS(or) PATRI PATRIAI SENATVS POPVLVSQVE ROMANVS QVOD REGES BRITANNORVM XI DEVICTOS SINE VLLA IACTVRA IN DEDITIONEM ACCEPERIT GENTESQVE BARBARAS TRANS OCEANVM PRIMVS IN DICIONEM POPVLI ROMANI REDEGERIT Vertaling: De senaat en het volk van Rome [hebben deze triomfboog opgericht voor] Tiberius Claudius Augustus Germanicus, zoon van Drusus, opperpriester, voor de 11de maal bekleed met tribunicia potestas, voor de 5de maal consul, voor de 12de maal imperator, Vader des Vaderlands, omdat hij de overgave van 12 overwonnen vorsten der Britanniërs heeft aanvaard zonder zelf enig verlies te hebben geleden en als eerste barbaarse volkeren aan de overzijde van de Oceaan heeft onderworpen aan het gezag van het Romeinse volk.