place

Van Buurenmonument

Beeld in Amsterdam-ZuidRijksmonument in Amsterdam
Cooperatiehof gedenkteken
Cooperatiehof gedenkteken

Het Van Buurenmonument is een gedenkteken in de Nederlandse stad Amsterdam, ter herinnering aan Lucas van Buuren.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Van Buurenmonument (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Van Buurenmonument
Coöperatiehof, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Van BuurenmonumentLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.350555555556 ° E 4.8991666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Coöperatiehof 21-1
1073 JP Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Cooperatiehof gedenkteken
Cooperatiehof gedenkteken
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nieuwe Pijp
Nieuwe Pijp

De Nieuwe Pijp, ook wel Zuid-Pijp, is een wijk in Amsterdam, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De in het stadsdeel Zuid gelegen wijk heeft 0 inwoners (per 1 januari 2023). Op centraal stedelijk niveau aangeduid als buurtcombinatie V25 (Nieuwe Pijp) en V26 (Diamantbuurt). De oppervlakte van de Nieuwe Pijp is 93,79 hectare. Samen met de Oude Pijp vormt de Nieuwe Pijp de wijk (voorheen stadsdeel) De Pijp. De Nieuwe Pijp wordt begrensd door: Ceintuurbaan, Sarphatipark, wederom Ceintuurbaan, Amstel, Amstelkanaal en Boerenwetering. De Nieuwe Pijp is een onderdeel van het Plan Zuid van de architect Berlage uit 1917. De bebouwing werd gerealiseerd tussen 1921 en 1929. Het gebied bestaat uit twee delen, de Diamantbuurt en het gedeelte tussen de Tweede Van der Helststraat en de Van Woustraat. Het gehele gebied van de Nieuwe Pijp staat bekend om de architectuur uit de Amsterdamse School-beweging, maar het bekendst is het complex dat door Michel de Klerk en Piet Kramer werd ontworpen voor de socialistische woningbouwvereniging De Dageraad. Het omringende gebied werd verkaveld tussen coöperaties van de andere zuilen: de katholieke woningbouwvereniging Schaepman, en de algemene Bouwmaatschappij tot verkrijging van eigen woningen, later Vereniging Onze Woning. Het Dageraad-complex uit 1919-1922 is architectonisch zeer monumentaal en wordt beschouwd als een van de pronkstukken van de Amsterdamse School. Het omvat de Pieter Lodewijk Takstraat, het Thérèse Schwartzeplein, het Henriëtte Ronnerplein en de Burgemeester Tellegenstraat. Het complex omvat twee symmetrische blokken. De meest karakteristieke delen zijn de hoekpanden aan de Burgemeester Tellegenstraat, maar ook de bebouwing aan het Thérèse Schwartzeplein en het Henriëtte Ronnerplein zijn beroemd. Een tweede, iets minder karakteristiek stuk dat enkele jaren later is gebouwd, is de woningbouw rondom het Coöperatiehof uit 1928. Dit deel vertoont gelijkenissen met het complex van de Dageraad, maar is ontworpen door Piet Kramer alleen, nadat Michel de Klerk in 1923 was overleden. Ook was dit voor een andere coöperatie, de Vereniging Bouwmaatschappij ter Verkrijging van Eigen Woningen. In de Diamantbuurt bevindt zich een complex uit 1921-1925 van de architect Jop van Epen. Het omvat woningen aan de Smaragdstraat, Saffierstraat, Topaasstraat, Diamantstraat en Amsteldijk.

Tolstraat 21-53
Tolstraat 21-53

Tolstraat 21 -53 en Pieter Aertszstraat 22-28 te Amsterdam is een reeks portiekwoningen op de hoek van de Tolstraat en Pieter Aertszstraat in de "Van der Helstpleinbuurt", Amsterdam-Zuid. Het complex werd in twee fasen gebouwd in de Nieuwe Pijp. Allereerst werd rond 1913 gebouwd aan het westelijk eind van de Tolstraat, Amsterdam bouwde hier vanaf de Amstel het land in. De Algemene Woningbouw Vereniging had hier grond (vermoedelijk in erfpacht) en schakelde architect Hendrik Petrus Berlage in voor de bouw van een aantal portiekwoningen, in de 21e eeuw bekend onder Tolstraat 31-51 (midden in het blok). Een paar jaar later (1917) vroeg dezelfde woningbouwvereniging toestemming om ook de aanpalende hoek van de Tolstraat en Nieuwe Tolstraat te mogen bebouwen. Die hoek werd een scherpe hoek en daar was men in De Pijp wel aan gewend, zie bijvoorbeeld het bekende gebouw De Punt. Deze hoek werd vervolgens ontwerpen door Hendrik Petrus Berlage en Jop van Epen, beide architecten hadden en hebben een uitgebreid oeuvre bij die woningbouwvereniging. Zij kwamen hier niet met een gebouw met een taartpuntachtige plattegrond, maar een serie woningen waarbij de zijgevel van de Nieuwe Tolstraat tevens dienst doet als voorgevel van de Tolstraat. In 1917 kregen de woningen hun huisnummer; in 1919 kreeg de Nieuwe Tolstraat haar nieuwe naam Pieter Aertszstraat. Bij de weging of dit complex in aanmerking kon komen voor een status van gemeentelijk monument werd genoteerd dat: Berlage en Van Epen een sober woonblok neer lieten zetten zonder franjes aan de gevel; een overheersende daklijst is geplaatst de wooneenheden qua plattegrond in elkaar grijpen waardoor minder grondoppervlak nodig was. Met het oog gezien zijn er andere opvallende kenmerken. De portiekdeuren zijn okergeel, hetgeen afsteekt tegen het bruine baksteen. De erkers boven de toegangsdeuren worden gedragen door grijs natuursteen, hetgeen ook afsteekt tegen het baksteen. In de straat zijn vier bouwlagen zichtbaar terwijl het bouwwerk op de hoek er vijf heeft. Er werd ook geconstateerd dat er later aan het ontwerp enige concessies moest doen vanwege privacyregels. Bij oplevering moesten alle etagebewoners gebruik maken van dezelfde brievenbus. Dat werd eind 20e eeuw een ongewenste situatie; er werden metalen boxen bij de deuren (in het gehele complex) geplaatst. De manier van volbouwen vanaf de Amstel had tot resultaat dat Tolstraat 21 onderdeel van het complex het laagste huisnummer is aan de straat.

De oogst (Jan Heyens)
De oogst (Jan Heyens)

De oogst is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het is een gevelsteen ontworpen door Jan Heyens, dat geplaatst werd in wooncomplex De Dageraad in Amsterdam. Dat complex is van de hand van Michel de Klerk en Piet Kramer, die het ontwierpen in een grillige vorm van de Amsterdamse School. Binnen die stijl heeft symmetrie een belangrijke rol, net zoals in het stratenplan ter plekke in de vorm van Plan Zuid van Hendrik Petrus Berlage. De oogst heeft dan ook een tegenhanger in het beeld Dr. F.M. Wibaut aan het Henriëtte Ronnerplein. Het Thérèse Schwartzeplein is volgens diezelfde redenering de tegenhanger van dat plein, met de Pieter Lodewijk Takstraat als spiegelas. Tot zover houdt de gelijkenis stand. Voor wat betreft gegevens omtrent het beeld geldt eigenlijk het omgekeerde. Er is relatief veel bekend omtrent het portret van Floor Wibaut van Willem IJzerdraat (te zien tussen 1930-1951) en Frits Sieger (te zien vanaf 1952). Er zijn foto’s van beide onthullingen etc. Ten aanzien van De oogst is nauwelijks iets bekend. In 1986 wist men (nog) niet wie de maker was. Het is vermoedelijk rond 1930 direct in de gevel geplaatst; het volgt daarbij de rondingen van de gevel, die weer voortkomt uit de bouwstijl. Vier mensfiguren zijn rondom een haan op een korenschoof gepositioneerd. Ze bevinden zich in landbouwgebied; geploegde akkers zijn rechts zichtbaar. Jan Heijens werkte vaker samen met Piet Kramer; een beeldhouwwerk in de vorm van een rob is sinds 2020 te zien bij de Gevlebrug in Amsterdam-West.

Markttafereel
Markttafereel

Markttafereel bestaat uit twee artistieke kunstwerken in Amsterdam-Zuid. Het vormt de helft van een viertal losse beelden uit de periode 1921-1924 van Hildo Krop. In die periode verrezen aan de Jozef Israëlskade twee schoolgebouwen (een Hogere Burgerschool en een Handelsschool) die gescheiden werden door de Pieter Lodewijk Takstraat. De beide gebouwen werden gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School; binnen die stijl werd symmetrie veelvuldig toegepast. De gebouwen zijn dan ook een spiegelbeeld van elkaar. Dit geldt deels ook voor de vier beelden van Krop. Beide gebouwen hebben aan de kade een middenrisaliet. Ter afsluiting van de beide risalieten aan de onderzijde hakte Krop de vier beelden. De vier beelden zijn niet symmetrisch geplaatst op de gebouwen, maar wel op de risalieten. Daarbij is er slechts sprake van gedeeltelijke symmetrie; het ene beeld is het spiegelbeeld van het andere op hetzelfde risaliet. Op het linker gebouw staan zo twee versies van De greep naar het schone op het rechter gebouw twee van Markttaferelen. De markttaferelen voeren terug op een weergave van een tafereel dat men kan aantreffen op de veemarkten. Weergegeven wordt het zogenaamde handjeklap (tevens de volkstitel) bij verkoop van levende have. Tussen koper en verkoper staat dan ook een kalf afgebeeld. De twee mannen worden vergezeld door een vrouw met koopwaar; de koopwaar wordt op beide tableaus anders weergegeven; op één daarvan is ze te zien met bloemen. Het beeldje is circa een meter hoog. Van het materiaal tufsteen is bekend dat het in de loop der jaren als gevolg van erosie uit elkaar brokkelt. Dit was ook het geval met deze vier beelden. Ze staan alle vier op de zuidelijke gevel, waardoor wind, regen en zon vrij spel hebben. Begin 21e eeuw waren de beelden dermate aangetast dat Ton Mooy opdracht kreeg de beelden te reconstrueren en er nieuwe versies van te maken; er kwamen versies in Beiers graniet. Boven op genoemd risaliet is Menselijke energie van dezelfde beeldhouwer te zien.

Menselijke energie
Menselijke energie

De Menselijke energie is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het vormt de helft van een viertal gestapelde beeldengroepen annex collages uit de periode 1921-1924 van Hildo Krop. In die periode verrezen aan de Jozef Israëlskade twee schoolgebouwen (een Hogere Burgerschool en een Handelsschool) die gescheiden werden door de Pieter Lodewijk Takstraat. De beide gebouwen werden gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School; binnen die stijl werd symmetrie veelvuldig toegepast. De gebouwen zijn dan ook een spiegelbeeld van elkaar. Dit geldt deels ook voor de vier beelden van Krop. Beide gebouwen hebben aan de kade een middenrisaliet. Ter afsluiting en/of bekroning van de beide risalieten hakte Krop de vier beelden. De vier beelden zijn niet symmetrisch geplaatst op de gebouwen, maar wel op de risalieten. Daarbij is er slechts sprake van gedeeltelijke symmetrie; het ene beeld is het spiegelbeeld van het andere op hetzelfde risaliet. Op het linker gebouw staan zo twee versies van Menselijke energie op het rechter gebouw twee van De geboorte van de daad. De Menselijke energie wordt weergegeven door: een zwangere vrouw met een druiventros; een weergaven van vruchtbaarheid een man met gespreide en gespierde armen en benen; een weergave van energie mensfiguren, die trapsgewijs van elk geplaatst zijn, zij hebben allen een attribuut in handen die verwijst naar de handel, zo is er een verwijzing naar landbouw, industrie en handel het bovenste drietal personen kijkt naar de zuidelijke horizon; een weergave van de vooruitziende blik, noodzakelijk bij handel. Men vond invloeden van Oud-Egyptische kunst in Krops beelden. Van het materiaal tufsteen is bekend dat het in de loop der jaren als gevolg van erosie uit elkaar brokkelt. Dit was ook het geval met deze vier beelden. Ze staan alle vier op de zuidelijke gevel, waardoor wind, regen en zon vrij spel hebben. Begin 21e eeuw waren de beelden dermate aangetast dat Ton Mooy opdracht kreeg de vier beelden te reconstrueren en er nieuwe versies van te maken. In zijn atelier hakte Mooy de vier nieuwe beelden uit in het veel hardere Beiers graniet.