place

Stadhouderskade 30

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidStadhouderskade
Stadhouderskade 29 I a
Stadhouderskade 29 I a

Het gebouw Stadhouderskade 30 is een pand aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid. Het gebouw is neergezet waarschijnlijk naar een ontwerp van Willem Langhout, die hier in de buurt meer gebouwen heeft neergezet en ontworpen. Het woonhuis heeft vier etages en een zolderverdieping. Het gebouw valt op aan de Stadhouderskade vanwege: een ronde erker op de eerste en tweede etage, die op de derde etage overgaat in een balkon; de zuidelijke gevel bevat niet alleen de ronde erkers en balkon, maar is zelf ook gebogen op de begane grond tussen de huisnummers 30 en 31 is door een bocht in de Stadhouderskade alhier een niet-bebouwde ruimte ontstaan in de vorm van een taartpunt. aan de achterzijde van nummer 30 is een uitbouw neergezet, die niet geheel rechthoekig is, eveneens als gevolg van de bocht. Het principe van de erker(s) die een balkon ondersteunt is terug te vinden in Langhouts ontwerpen voor Keizersgracht 18 en Frederiksplein 12. Volgens een plattegrond van de gemeente zou hier D. van Eijk gewoond hebben, een bankier en lid van Provinciale Staten, die in 1911 het gevang in moest vanwege fraude. In de jaren zestig van de 20e eeuw was hier gevestigd Rosenberg's im/export, die dat verzorgde voor Côte d'Or.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Stadhouderskade 30 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Stadhouderskade 30
Stadhouderskade, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Stadhouderskade 30Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.361566666667 ° E 4.8834944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Stadhouderskade 30-3
1071 ZD Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Stadhouderskade 29 I a
Stadhouderskade 29 I a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Stadhouderskade 29
Stadhouderskade 29

De gebouwen Stadhouderskade 29 en 29a zijn gelegen aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid. In de 19e eeuw stond hier nog ijzergieterij Rinckers, waarvan de gebouwen nogal krakkemikkig waren. Bovendien klaagden de bewoners van dit nieuwe stuk Amsterdam over de stank van het bedrijf die tot in het Vondelpark overlast bezorgde. Stadhouderskade 29 herbergde een Opelgaragebedrijf van M. van Genderingen. Het gebouw stond daar sinds 1903. Architect was Piet Heyn, de aanneemsom lag rond de 25.000 gulden in februari 1902. Het ging Van Genderingen voor de wind, want in 1907 kon hij bij Foeke Kuipers de gebouwen aan Falckstraat 15-29 bestellen. Hijzelf verhuisde zijn bedrijf in 1911 naar Stadhouderskade 93-94. Weer later begon hij aan een project in de Valkenierstraat 5-21. Hij verslikte zich hierin en zijn bedrijf werd kort daarna overgenomen door een Forddealer. Maurice van Gendringen overleed 1 juni 1928. In 1966 ging dit gebouw nr. 29 tegen de vlakte in verband met de nieuwbouw voor het Park Hotel Amsterdam. Vanaf de jaren dertig van de 20e eeuw diende het als garage van het Parkhotel. Stadhouderskade 29a is een woonhuis annex kantoor. In het gebouw was in de jaren dertig een huisarts gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het pand van de Joodse eigenaars geroofd en kwam in handen van een NSB'er. In de jaren zestig woonde hier de familie Rosenberg, die op nummer 30 haar importbedrijf had voor Côte d'Or.

Stadhouderskade 31-35
Stadhouderskade 31-35

Het complex Stadhouderskade 31-35 is een complex herenhuizen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De vijf gebouwen lijken uiterlijk sterk op elkaar, ze zijn gebouwd volgens een ontwerp van aannemer, timmerman en architect Nicolaas Wezel. Hij ontwierp ze voor grondeigenaar A.H. De Klerk, die hier grond had aangekocht. De woningen werden eerst nog afgekeurd, want ze sloten nog niet goed aan op het Liernurstelsel. Architect Willem Langhout was betrokken bij de verkoop van minstens twee woningen, maar dan in de hoedanigheid van makelaar. De huizen zijn gebouwd in de eclectische bouwstijl en bestaan uit een souterrain, twee bouwlagen en zolders. Ter plaatse van de nummer 34 en 35 zijn een derde etage bijgebouwd, waarschijnlijk te danken aan de verschillende eigenaren. De gebouwen hebben een aantal bijzonderheden: ze zijn niet aansluitend gebouwd met het gebouw Stadhouderskade 30; er zit een onbebouwd stuk tussen in de vorm van een taartpunt; ze zijn te omschrijven als laagbouw ten opzichte van relatieve hoogbouw op de nrs. 30 en Stadhouderskade 36-39 (Museum Pension); de gebouwen 29a en 30 zijn opgetrokken uit baksteen en hebben dan ook de baksteenkleur; de nummer 31 en 35 zijn alle bepleisterd wit; de ramen van de vijf gebouwen hebben alle dezelfde boogvormige versieringen; ronde bouwvorm naar huisnummer 30, alsof hier een straathoek gepland was. Op nummer 34 is enige tijd de Algemene Bond van Politiepersoneel gevestigd geweest, maar de gebouwen dienden veelal tot luxe woningen en/of dokterspraktijken. Op nummer 31 is in 2015 al jaren een horecagelegenheid gevestigd.

Nail House
Nail House

Nail House (synoniem van holdout, zich staande houden) is een kunstwerk, dat in 2015 en 2019 tijdelijk opgesteld stond/staat in Amsterdam. Het is opgetrokken naar voorbeeld van een spijkerhuis of nagelhuis. Het is een creatie van kunstenaar Leonard van Munster. Hij protesteerde met zijn huisje tegen lege, braakliggende plekken in de stad, terwijl hij zijn kunst in de openbare ruimte niet kwijt kon. Nail House werd in 2015 geplaatst bij een bouwput aan de Schinkelhaven. Daar was een gelijknamig verzorgingstehuis afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Het terrein stond langdurig leeg. In 2016 kreeg de kunstenaar bericht dat hij het kunstwerk onmiddellijk moest weghalen, want er werd ineens vaart gezet achter de nieuwbouw. Een alternatieve plaats werd niet gevonden en het kunstwerk werd opgeslagen. De kunstenaar zag in 2019 zijn kans schoon om het wederom op te stellen op een bouwplaats. De panden Brouwersgracht 155-157 waren afgebroken (van 155 staat alleen de voorgevel er nog overeind in verband met de monumentstatus), maar nieuwbouw wilde niet vlotten. In samenwerking met de naastgelegen kunstgalerie Van Zijll Langhout Contemporary Art (161) en het Mondriaanfonds plaatste Van Munster zijn Nail House op de reeds aanwezige begane-grondvloer. De galerie had net een expositie over nog te bouwen kunstobjecten en foto’s van Van Munsters kunstobjecten die of gesloopt zijn of op de nominatie staan om dat lot te ondergaan. Van Munster protesteerde toen al jaren tegen het kunstbeleid of juist het ontbreken daarvan binnen de gemeente Amsterdam. In juli 2019 dook het gebouwtje op op een omheind braakliggend bouwterrein ten zuiden van Paradiso aan de Weteringschans. Het kunstwerk bestaat uit een “huisje met bewoners”, dat weerstand biedt aan haar omgeving. Alles rondom het huisje is weggebroken en afgegraven, maar ’s avonds brandt er licht. Van Munster zei zelf dat hij inspiratie had opgedaan uit foto’s van een bijna voltooide snelweg in China, waarvan voltooiing jarenlang werd opgehouden doordat een eigenaar weigerde te vertrekken en te verkopen. Het kunstwerk vertoont gelijkenis met kunstwerk Under Heaven 03 van dezelfde kunstenaar. Dat is een huisje dat midden in een vijver staat.

Willy Alberti-museum

Het Willy Alberti-museum was een museum in Amsterdam dat was gewijd aan de Amsterdamse zanger Willy Alberti, geboren Carel Verbrugge (1926-1985). Het was gevestigd in Nieuw-West en later heropend aan de rand van de Jordaan. Er werden stukken getoond over het leven van de Jordaanse zanger, zoals foto's, schilderijen, cadeautjes, krantenknipsels, kostuums en platenhoezen. Ook waren er allerlei onderscheidingen te zien, zoals gouden platen, een oorkonde bij een koninklijke onderscheiding en een plaquette met het opschrift "Neêrlandsch jongste tenor" die hij in oktober 1940 op zijn veertiende kreeg van het Asta-theater in Amsterdam. Ook toonde het museum de pijp die Cliff Richard aan Willeke Alberti schonk voor haar vader en een aansteker die Frank Sinatra in het Concertgebouw liet vallen en door Alberti werd opgevangen. Verder waren souvenirs te zien uit zijn Amerikaanse tournee in 1959, toen hij daar met Marina een nummer 6-notering in de hitlijsten had behaald. Veel stukken zijn afkomstig uit zijn nalatenschap die zijn weduwe, Ria Kuiper, ter beschikking stelde. Zij was ook betrokken bij het geven van rondleidingen en de initiatiefneemster van het museum, samen met de zanger en danser Hans van Oort die destijds voorzitter was van de Stichting Vriendenclub Willy Alberti. Verder waren er verwante memorabilia te zien, zoals foto's van de Willy Albertistraat in Hengelo. Ria Alberti-Kuiper overleed in maart 2011. Het museum werd aanvankelijk op 5 maart 1997 geopend in het souterrain van het Hem-Hotel aan de Voorburgstraat in Nieuw-West. Op dit adres kende het museum een kort bestaan en werd het vanwege een tegenvallend bezoekersaantal in april 1998 gesloten. In 2001 werd het heropend in het centrum van Amsterdam, in het Grand Café Peter Batenburg aan het Max Euweplein. Het museum werd tot circa 2011/2014 voortgezet en is inmiddels opgeheven.

Tranen voor het verzet
Tranen voor het verzet

Tranen voor het verzet ofwel Twee tranen is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De twee tranen van glas op een blauwe plaat is een schepping van Bernard Heesen. Heesen gaf met de tranen het leed veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog weer. Het werk hangt in een van de doorgangen van het Max Euweplein. Dat plein is aangelegd op de terreinen van het voormalige Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Dat gebouw werd tijdens de bezetting door Nazi-Duitsland door de Sicherheitsdienst en Gestapo gebruikt. Onder de tranen is een verklarende tekst te vinden: Dit gebouw, het voormalige Huis van Bewaring, werd tijdens deDuitse bezetting door de SD en Gestapo gebruikt voor politiekegevangenen. Voor velen was dit het eerste station op de weg naarconcentratiekampen, Duitse gevangenissen en plaatsen waar zij,die zich tegen bezetter te weer stelden, ter dood werden gebracht.In 1944 zijn twee overvallen op dit gebouw gepleegd in eenpoging hen te bevrijden. De eerste overval stond onder leiding vanGerrit Jan van der Veen. De tweede werd geleid door Johannes Post. De Tranen voor het verzet werd op 25 februari 1993, toen ook de Februaristaking werd herdacht, door burgemeester Ed van Thijn onthuld in aanwezigheid van de weduwen van Dirk Walda (lid van het comité Februaristaking bij de Ford-fabrieken) en Gerrit Jan van der Veen. De gedenkplaat werd vervolgens geadopteerd door het Amsterdams Lyceum, dat gedurende de bezetting zowel mensen verloor na vergelding na een verzetsactie alsook 92 leerlingen aan de Jodenvervolging. Sommigen van die slachtoffers waren in deze gevangenis opgesloten geweest. Op dezelfde dag kregen straat in Geuzenveld-Slotermeer, die naar verzetsmensen waren vernoemd nieuwe straatborden met meer uitleg over hun acties. In de directe omgeving in die (onder)doorgang staat de Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring van Pieter Zaanen, de architect van de gebouwen rondom het Max Euweplein.