place

Hervormde kerk (Oijen)

Kerkgebouw in OssOijenProtestants kerkgebouw in NederlandRijksmonument in Oss
Oijen, le temple desaffecté
Oijen, le temple desaffecté

De hervormde kerk is een protestantse kerk in de Nederlandse plaats Oijen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hervormde kerk (Oijen) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hervormde kerk (Oijen)
Oijense Bovendijk, Oss

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hervormde kerk (Oijen)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.816588888889 ° E 5.5146583333333 °
placeToon op kaart

Adres

Oijense Bovendijk 39
5394 LA Oss
Noord-Brabant, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Oijen, le temple desaffecté
Oijen, le temple desaffecté
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kasteel van Oijen
Kasteel van Oijen

Het Kasteel van Oijen lag ten oosten van het Noord-Brabantse dorp Oijen. Tegenwoordig resteren daarvan nog enkele bijgebouwen. In 1361 werd dit kasteel gebouwd in opdracht van Maria van Brabant, dochter van Hertog Jan III van Brabant. Het was bedoeld als voorpost aan de Maas ter bescherming tegen invallen van de Geldersen. Toen Maria in 1399 kinderloos stierf verviel de heerlijkheid Oijen en het kasteel echter aan de Hertog van Gelre. In 1511 werd de burcht in opdracht van Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk gesloopt. In 1594 werd op de fundamenten van de voorburcht echter een nieuw kasteel gebouwd. In 1825 werden voor het kasteel twee gebouwen neergezet, het Westelijk en het Oostelijk Neerhuis. Hierin werden twee lage ronde hoektorens van het kasteel opgenomen. Het kasteel werd in 1837 afgebroken door de Eindhovense fabrikant Josephus Smits (later Smits van Oyen genaamd) die de heerlijkheid in 1836 in eigendom had verkregen. Hij liet het eigenlijke kasteel afbreken, maar behield de jachtrechten en verpachtte de nog bestaande gronden. De gebouwen uit 1825 en de muur ertussen bleven staan. Het koetshuis en de paardenstal werden in gebruik genomen als boerderij. In 1930 is zelfs een deel van de slotgracht gedempt en de houten toegangsbrug werd afgebroken. De gebouwen zijn in 1985 gerestaureerd en in 2010 vond er wederom groot onderhoud plaats. Sinds 1997 is de Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van de gebouwen en de grond.

Ronde Molen (Maasbommel)
Ronde Molen (Maasbommel)

De Ronde Molen in Maasbommel (gemeente West Maas en Waal) is een ronde stenen stellingmolen die in of voor 1740 werd gebouwd als grondzeiler. De molen werd in de jaren 20 van de 20e eeuw ontdaan van zijn wieken, omdat deze het verkeer op de dijk hinderden. In de romp werd het maalbedrijf tot ca. 1967 met behulp van een dieselmotor voortgezet. In 2010 is door molenmakersbedrijf Coppes begonnen met het maalvaardig restaureren van de scheefgezakte molen, echter nu als stellingmolen. De molen stond 19 cm scheef en is rechtegezet. Verder is de molen verhoogd met een rechtopgaand bovengedeelte van ongeveer 470 cm. De onderste rij steigergaten geven de oorspronkelijk hoogte van de molen aan. In 2011 werd de restauratie voltooid. De molen heeft 1 maalkoppel met kunststenen. De Ronde Molen maalt op vrijwillige basis graan, maar doet ook dienst als bezoekers- en infocentrum van het Regionaal Bureau voor Toerisme. De herbouw van de molen is gesubsidieerd door de Europese Gemeenschap. De molen was als grondzeiler uniek doordat hij naast drie koppels maalstenen ook een volledig pelwerk met twee stenen had. Alle stenen waren op of onder de eerste zolder gelegen. De situatie is ook na de herbouw en verhoging nog steeds herkenbaar. Het gevlucht bestaat uit de door de firma Vaags in 2010 gemaakte, 23,60 meter lange, gelaste roeden. De binnenroede heeft nummer 229 en de buitenroede nummer 228. Het oorspronkelijk gevlucht bestond uit 22,70 cm lange potroeden. De kap van de molen kruit op een Engels kruiwerk met behulp van een kruilier. De molen wordt gevangen, stilgezet, met een scharnierende, Vlaamse vang met vier vangstukken. De vang wordt bediend door een vangtrommel.

Land van Maas en Waal
Land van Maas en Waal

Het Land van Maas en Waal (Maas en Waals, bij benadering: [mɒs-ə(m)-wɒːl]) is een streek in de Nederlandse provincie Gelderland, gelegen tussen de rivieren de Maas en de Waal. Het gebied ligt ten westen van het Rijk van Nijmegen, ten zuiden van de Betuwe en ten noorden van de provincie Noord-Brabant. In het westen wordt het Kanaal van St. Andries als begrenzing opgevat. Tijdens het ancien régime was er sprake van het tot hertogdom Gelre behorende ambt van Maas en Waal, waarvan de zuidgrens niet overal overeenkwam met de bedding van de Maas. Ook ten zuiden van de Maas gelegen Noord-Brabantse plaatsen als Oijen en Dieden behoorden tot het Ambt. Pas in 1805 werd de Maas als provinciegrens aangewezen. Ten gevolge van de Maasverbeteringsprojecten in de jaren dertig van de 20e eeuw zijn vele Maasmeanders afgesneden. Hierdoor werden sommige delen van het Land van Maas en Waal van hun achterland afgesneden en kwamen ten zuiden van de nieuwe Maasbedding tegen Noord-Brabant aan te liggen. Het omgekeerde gebeurde uiteraard ook met voorheen Noord-Brabantse gebieden. In 1958 werd de nieuwe situatie ook in bestuurlijke zin aangepast: de betreffende delen wisselden toen niet alleen van gemeente, maar ook van provincie. Afgezien van dergelijke correcties komt het gebied van het huidige Land van Maas en Waal ruwweg overeen met het vroegere ambt. De regio omvat twee gemeenten: West Maas en Waal met daarin de woonkernen Alphen, Altforst, Appeltern, Beneden-Leeuwen, Boven-Leeuwen, Dreumel, Maasbommel en Wamel, alsook Druten, dat naast het gelijknamige kerkdorp ook Afferden, Deest, Horssen en Puiflijk omvat. In de dorpen Beneden-Leeuwen en Druten zijn de meeste voorzieningen te vinden op het gebied van onder andere zorg, onderwijs en winkelen. Het gebied is pas laat in de twintigste eeuw ontsloten; daarvoor was het relatief geïsoleerd. Dit komt door de natuurlijke barrières die de Waal en de Maas vormen. Wie er niet moet zijn, trekt er ook niet doorheen. De bevolking is overwegend rooms-katholiek, hoewel in de tijd van de Republiek tevergeefs is geprobeerd de reformatie in te voeren. Het was een arm en achtergesteld gebied, van waaruit ook velen zijn weggetrokken. Dit had mede van doen met de overstromingen die hier regelmatig voorkwamen. Het Maas-en-Waals dialect is sterk op het Brabants geënt en redelijk representatief voor het rivierengebied. Aan het eind van de twintigste eeuw raakte het gebied in trek als overloop van de Randstad. Tijdens de bijna-watersnood van 1995 werd in het kader van de evacuatie van het Rivierenland een deel van Maas en Waal geëvacueerd. In de jaren daarna werden de dijken, ondanks eerder protest van natuur- en milieubewegingen, verbreed en verhoogd.