place

Brug 47

Brug in Amsterdam-CentrumKeizersgracht
Brug47 1a
Brug47 1a

Brug 47 is een welfbrug in Amsterdam-Centrum. De brug verbindt de Huidenstraat met de Runstraat en voert daarbij over de Keizersgracht in het gebied van de Negen Straatjes in de Amsterdamse grachtengordel. De brug, vanwege haar jonge leeftijd zelf geen monumenten, wordt omringd door rijksmonumenten, behalve aan de zuidoostkant, daar staat (relatieve) nieuwbouw uit het begin van de 20e eeuw. Er ligt hier al eeuwen een brug. Joan Blaeu tekende de brug in op zijn kaart uit 1649, maar ook Pieter Bast en Balthasar Florisz. van Berckenrode hadden de brug al ingetekend op hun kaarten van respectievelijk 1599 en 1625. Ze werd ingetekend als een brug met vijf doorvaarten over de Keysers Graft tussen de Huyde Straet en Run Straet. Reinier Vinkeles schilderde de brug in circa 1762, in een avondgezicht toen op Keizersgracht 384 nog de schouwburg gevestigd was, deze brandde op 11 mei 1772 af. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1889. Dan wordt er een verzoek gedaan om de brug te verlagen, ze zou te steil zijn voor het toenmalige verkeer, denk daarbij aan paard en wagen. In 1892 werd gemeld dat de ijzeren liggers van de brug gesteld zijn, zodat zij spoedig open kon voor verkeer. In 1913 werd geopperd om een tram te laten lopen over deze brug, waarbij op de brug een passeerhalte zou worden gelegd; het plan ging niet door. Die brug hield het vol totdat 1981 de gemeente begon aan vervanging van de brug en een brug liet neerleggen, die meer paste bij het historische centrum van de stad. Er werd weer een boogbrug neergelegd. Daartoe moesten wel de houten fundamenten vervangen worden door betonnen palen en kwam er een gewapend betonnen overspanning. De brug beschikt dan over drie doorvaartopeningen, de breedste is 6.70 meter breed en heeft een hoogte van 2,27 meter.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 47 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 47
Huidenstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 47Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.368855555556 ° E 4.8845861111111 °
placeToon op kaart

Adres

Brug 47

Huidenstraat
1016 EH Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q28152391)
linkOpenStreetMap (1044748520)

Brug47 1a
Brug47 1a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Roode Huys
Roode Huys

Het Roode Huys (ook Roode Huijs) is een grachtenpand aan de Keizersgracht nr 321 te Amsterdam. Het dateert uit de 17e eeuw. Het huis is waarschijnlijk in de eerste helft van de 17e eeuw gebouwd en was toen voorzien van een trapgevel in Amsterdamse renaissancestijl, met ontlastingsbogen. Deze voorgevel was opgetrokken uit geslepen bakstenen met een zeer smalle voeg. Doordat de gevel lange tijd bepleisterd was is hij zeer goed bewaard gebleven. Op 11 februari 1716 werd het pand gekocht door Christoffel van Brants. Volgens zijn testament woonde Van Brants er niet zelf; bewoner was Jean Bartholomeus Rietman. Na Van Brants overlijden werd het pand op 20 mei 1740 verkocht door zijn erfgenaam Johan Enno Brants. Rond 1740 werd het pand verhoogd, waarbij de trapgevel werd aangetast. In 1942 is het pand gerestaureerd. Tevens werden aan de achterkamer renaissancebetimmeringen toegevoegd en op de bovenverdieping werd een 16e-eeuwse plafondschildering uit Edam ingebracht. In het najaar van 1943 werd het pand gekocht door de kunstschilder en meestervervalser Han van Meegeren. Na diens dood in 1947 woonde zijn weduwe er nog tot 1954. Op 5 september 1950 is de inboedel van Van Meegeren in het pand geveild. Het pand werd gekocht door de Nederlandse Houtbond, die het in 1950 liet restaureren. De woning en bovenwoning werden ingericht als kantoor, en op de zolder werd een collectie houtmonsters ondergebracht. In 1958 werd de pleisterlaag verwijderd. Het Roode Huys is sinds 1970 rijksmonument. Tot de verhuizing in 2007 naar de Jollemanhof, eveneens in Amsterdam, was in het pand het kantoor van de Bond van Nederlandse Architecten gevestigd.

Marten Toonderbrug (brug 48)
Marten Toonderbrug (brug 48)

De Marten Toonderbrug (brug 48) is een gemetselde welfbrug in Amsterdam-Centrum. De brug vormt de verbinding tussen de Wolvenstraat en Berenstraat en overspant daar de Keizersgracht. Er lag hier al eeuwen een brug. De brug die er in 1902 lag kreeg te maken met mankementen door de hoeveelheid verkeer dat er overheen ging. Verrotte houten liggers werden vervangen door liggers van ijzer en ook het metselwerk moest hersteld worden. Er waren plannen gemaakt de brug te verlagen, zodat er geen sprake meer was van een “bochelbrug”. Er kwam een tegenadvies omdat met het verlagen van de brug een "kostbaar uitzicht" in Amsterdam verloren zou gaan. Dat tegenadvies werd door Burgemeester en Wethouders niet overgenomen, de brug werd verlaagd. Dat dat nodig was bleek nog in 1923, toen een paard (van paard en wagen) van de brug afgleed (toen de brug al verlaagd was) en te water raakte (ze werd met het reddingstoestel gered) en in 1925 kantelde er een vrachtauto. In 1926 kon opnieuw een paard een wagen met meelzakken niet in het gareel houden en liep met alles een pianowinkel van Goldschmeding binnen. Omdat het paard rustig enigszins trillend bleef staan kreeg het de bijnaam "Het muzikale paard". In het najaar van 1928 moest de gemeente beslissen dat zwaar vervoer niet meer over de brug mocht. In 1949/1950 moest de brug verbreed worden, waarbij Piet Kramer advies verstrekte. Beginjaren tachtig besloot de gemeente dat de oude brug in oude glorie hersteld moest worden en kreeg de brug drie gewelfde doorvaarten. De brug ging jaren officieus door het leven als Felix Meritisbrug, naar het nabijgelegen Felix Meritis. Die commerciële binding was een van de redenen dat de brug in 2016 ter sprake kwam bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Bij een controle over de brugnamen bleek dat de naam niet voldeed aan de richtlijnen, die gelden om opgenomen te kunnen worden in de Basisregistraties adressen en gebouwen. De brug kwam voor op lijst 2 van twee lijsten met aan te passen officieuze brugnamen (lijst 1 bevat officieuze brugnamen die officieel gemaakt zouden kunnen worden; lijst 2 bevat officieuze brugnamen, waarover na een inspraakronde beslist wordt of de naam officieel erkend wordt, dan wel officieel wordt afgekeurd). Sinds juni 2016 was de brug derhalve officieel (weer) naamloos; in 2022 is de brug vernoemd naar schrijver/tekenaar Marten Toonder, op initiatief van de heer M. Louis, een Amsterdamse inwoner.

Prinsengracht 493
Prinsengracht 493

Prinsengracht 493 is een rijksmonument in Amsterdam, met bedrijfsruimten in het souterrain en op de bel-etage, en woningen op de bovengelegen verdiepingen. Het is gebouwd halverwege de 18e eeuw. In de tweede helft van de 19e eeuw is het pand vanaf de vierde verdieping verhoogd en onder een nieuwe kap gebracht met een gevel onder een rechte lijst. Van 1897 tot 2010 was hier een vermaarde theologische boekhandel, uitgeverij en antiquariaat gevestigd van gereformeerde signatuur, opgericht door Hendrik Arnold van Bottenburg. Van Bottenburg groeide uit tot een invloedrijke en grote uitgeverij en boekhandel, vooral in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had een verzetsgroep er diens thuisbasis. Studenten van de Vrije Universiteit vergaderden er in het geheim, omdat de bezetter studentenorganisaties had verboden. De oprichter van het bedrijf stierf zeer plotseling in 1941. Zijn zoon Arnold zette samen met zijn vrouw Hilly de zaak voort en was actief in het verzet. De eerste nummers van het toen nog ondergrondse verzetsblad Trouw werden er in het diepste geheim gedrukt. De illegale krant verscheen voor het eerst op 18 februari 1943, oorspronkelijk onder de naam Oranje-Bode, op initiatief van een groep orthodox-protestantse verzetsmensen, zoals Gezina van der Molen, Sieuwert Bruins Slot, Jan Schouten en Wim Speelman. De redactie had op een van de bovenverdiepingen van Prinsengracht 493 ook een luisterpost gevestigd van mei 1944 tot oktober 1944, waar clandestien radio-uitzendingen van Radio Oranje uit Londen werden ontvangen. Deze werden opgenomen op grammofoonplaten en elders uitgetypt voor publicatie. Arnold van Bottenburg werd verraden, opgepakt en opgesloten in een concentratiekamp. Hij overleefde de oorlog. Van 1986 tot 1992 was op de beletage het eerste kantoor van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren gevestigd.

Cromhouthuizen
Cromhouthuizen

De Cromhouthuizen zijn vier aaneengesloten grachtenpanden aan de Herengracht in Amsterdam, tussen de Huidenstraat en de Leidsegracht, met de huisnummers 362-364, 366, 368 en 370. Tot 2020 was het Bijbels Museum in het Cromhouthuis gevestigd. Dat jaar kwamen de twee panden met publieke functie in handen van Stadsherstel. De panden zijn in de periode 1660-1662 in Hollands classicistische stijl gebouwd naar ontwerp van de Amsterdamse architect Philips Vingboons in opdracht van de handelaar Jacob Cromhout (1608-1669). Elk van de vier huizen heeft een halsgevel van Bentheimer zandsteen met driehoekige frontons (Vingboonsgevel) en met twee ovale oeil-de-boeuf-ramen. Jacob Cromhout woonde met zijn gezin in 366. Op de gevelsteen boven de deur van dit huis is in reliëf een krom stuk hout afgebeeld. De panden zijn sinds 1970 en 1972 beschermd als rijksmonument. Sinds 1975 is het Bijbels Museum in 366 en 368 gevestigd. Pand 368 heeft nog twee originele 17e-eeuwse keukens. In de grote zaal bevindt zich een plafondschildering van Jacob de Wit uit 1718 met mythologische voorstellingen van Romeinse goden en de dierenriem. De tuinkamers hebben stucplafonds van Ignatius van Logteren. De Engelse staatsietrap met houtsnijwerk, die vanuit de marmeren hal naar de bovenverdiepingen leidt, werd geplaatst tijdens een verbouwing in 1717. In 2000 werden de panden gerestaureerd. Van een ander pand (Herengracht 440) dat verbouwd werd, kwam toen een tweede zolderstuk van De Wit over, Apollo en de vier seizoenen uit 1750, dat een plaats kreeg in de Achterzaal van het voorhuis. Op het erf van nummer 368 stond het huis van de houthandelaar Cornelis Kerfbijl. Hij weigerde zijn grond te verkopen. Pas toen de tekeningen gereed waren en de bouw op punt van starten stond gaf hij toe. De tekeningen konden echter niet meer aangepast worden, waardoor het huisje van Kerfbijl werd opgenomen in het pand. Nummer 368 heeft daarom géén achterhuis, en nummer 366 een dubbel achterhuis. In de tuin staat een aantal planten en bomen die in de Bijbel genoemd worden, zoals de dadelpalm, oleander, vijgenboom en judasboom.