place

Brug 509

Brug in het Amsterdamse Bos
Brug 509, overzicht (1)
Brug 509, overzicht (1)

Brug 509 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is zeer vermoedelijk ook door hem ontworpen. Er werden voor het Amsterdamse Bos allerlei bruggen ontworpen in serie (zoals de ballenbruggen van Kramer), maar ook unieke bruggen voor dit park. Daarbij kwamen er houten (waaronder brug 500), betonnen bruggen (zoals brug 501) en zelfs een enkele antiek uitziende ophaalbrug (zoals brug 504). Brug 509 past dan weer niet in de bovengenoemde categorieën. De brug leidt een sober bestaan. Ze ligt in een af te sluiten voetpad dat langs de Bosbaan loopt. Ze ligt over een zijwater van die Bosbaan en geeft samen met brug 510 toegang tot het terrein waar de (wedstrijd-)roeiers hun boten vanuit het botenhuis (ook ontworpen door de genoemde Dienst) naar de Bosbaan brengen en terug. Zij zijn naast trimmers dan ook bijna de enigen die van dit bruggetje gebruik maken. De brug is gebouwd op een houten paalfundering met betonnen landhoofden. Daarop steunen eikenhouten balken, die het rijdek van houten planken dragen. Vanuit het rijdek komen ronde balusters naar binnen gericht omhoog die de houten leuning dragen, die op enkelhoogte is gemonteerd. De brug werd na de aanbesteding op 16 november 1936 in 1937 in een pakket van bruggen gebouwd. In dezelfde aanbesteding zaten brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 509 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.329072222222 ° E 4.8518111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Koenenkade

Koenenkade
1182 AK
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Brug 509, overzicht (1)
Brug 509, overzicht (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 510
Brug 510

Brug 510 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is zeer vermoedelijk ook door hem ontworpen. Er werden voor het Amsterdamse Bos allerlei bruggen ontworpen in serie (zoals de ballenbruggen van Kramer), maar ook unieke bruggen voor dit park. Daarbij kwamen er houten (waaronder brug 500), betonnen bruggen (zoals brug 501) en zelfs een enkele antiek uitziende ophaalbrug (zoals brug 504). Brug 510 past dan weer niet in de bovengenoemde categorieën. De brug leidt een sober bestaan. Ze ligt in een af te sluiten voetpad dat langs de Bosbaan loopt. Ze ligt over een zijwater en geeft samen met brug 509 toegang tot het terrein waar de (wedstrijd-)roeiers hun boten vanuit het botenhuis (ook ontworpen door de genoemde Dienst) naar de Bosbaan brengen en terug. Zij zijn naast trimmers dan ook bijna de enigen die van dit bruggetje gebruik maken. De brug is gebouwd op een houten paalfundering met betonnen landhoofden. Daarop steunen eikenhouten balken, die het rijdek van houten planken dragen. Vanuit het rijdek komen ronde balusters naar binnen gericht omhoog die de houten leuning dragen, die op enkelhoogte is gemonteerd. De brug werd na de aanbesteding op 16 november 1936 in 1937 in een pakket van bruggen gebouwd. In dezelfde aanbesteding zaten brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512.

Brug 511
Brug 511

Brug 511 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is zeer vermoedelijk ook door hem ontworpen. Er werden voor het Amsterdamse Bos allerlei bruggen ontworpen in serie (zoals de ballenbruggen van Kramer), maar ook unieke bruggen voor dit park. Daarbij kwamen er houten (waaronder brug 500), betonnen bruggen (zoals brug 501) en zelfs een enkele antiek uitziende ophaalbrug (zoals brug 504). Brug 511 past dan weer niet in de bovengenoemde categorieën. De brug leidt een sober bestaan. Ze ligt over een zijwater aan de zuidzijde van de Bosbaan loopt. Ze geeft toegang van het terrein waar de (wedstrijd-)roeiers hun boten vanuit het botenhuis (ook ontworpen door de genoemde Dienst) naar de Bosbaan brengen en een veldje waar soms boten liggen. De brug is gebouwd op een houten paalfundering met betonnen landhoofden. Daarop steunen eikenhouten balken, die het rijdek van houten planken dragen. Vanuit het rijdek komen ronde balusters naar binnen gericht omhoog die de houten leuning dragen, die op enkelhoogte is gemonteerd. Ze heeft hetzelfde uiterlijk als de bruggen 509 en 510 aan de noordzijde van de Bosbaan. De brug werd na de aanbesteding op 16 november 1936 in 1937 in een pakket van bruggen gebouwd. In dezelfde aanbesteding zaten brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512.

Brug 505
Brug 505

Brug 505 is een verkeersbrug in het noordelijk gedeelte van het Amsterdamse Bos, dat ter plaatste onder de gemeente Amsterdam valt. Vijftig meter zuidwaarts ligt grens met de gemeente Amstelveen. Ze is rond 1955 gebouwd nabij de toegang tot het Amsterdamse Bos via ingang Koenenkade. Het Amsterdamse Bos is op bruggengebied voornamelijk bekend vanwege de monumentale bruggetjes en bruggen van Piet Kramer werkend voor de Dienst der Publieke Werken. Deze dateren grotendeels alle uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog. In 1954/1955 werd de Hoornsloot annex Koenenkade verlegd om een nieuwe entree tot het bos te maken. Er werd door Kramers opvolger Dick Slebos een aantal nieuwe bruggen ontworpen om die ingang mogelijk te maken. Brug 505 kwam over die Hoornsloot te liggen in noordelijke richting, waar weer later Sportpark Amstelpark kwam te liggen. Van de opvolgers van Kramer is bekend dat zij leentjebuur speelden bij Kramer, zoals hier te zien in de metalen afscheiding op de borstwering. De afwerking van de balustrade is dan weer typische van Slebos, zie ook brug 501. De brug is inclusief landhoofden circa dertig meter lang over een water dat slechts zeventien meter breed is. De brug is circa dertien meter breed, verdeeld in een rijdek met aan weerszijden voetpaden. In de omgeving van de brug staan overigens lantaarnpalen ontworpen door de zoon van Kramer: Friso Kramer. De brug is voor het Amsterdamse Bos zeer krachtig, ze kan 30 ton dragen, aldus verkeersborden rondom de brug. In 1999 werden alle bruggen door MTD-Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente Amstelveen onderzocht op hun culturele belang. Daar waar de bruggen van Kramer als bijzonder werden beschouwd kwam deze brug er karig van af. Ze omschreven het als een brug van gewapend beton met een mooie toog, voorzien van sober vormgegeven ijzeren leuningen. Alhoewel ze weinig expressie heeft is ze verkeerstechnisch juist van belang.

Brug 516
Brug 516

Brug 516 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos in de gemeente Amsterdam. Het Amsterdamse Bos ligt voor een deel in de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is daar een van. Ze maakt deel uit van een familie bruggen die later bekend werd onder de term “Ballenbrug”, naar de vorm van de ijzeren contragewichten. Brug 516, brug 519, brug 520, brug 530 en brug 531 vormen qua uiterlijk een eenheid, al zijn 516 en 530 iets breder (2 meter in plaats van 1,60 meter). Tussen de betonnen landhoofden en over betonnen brugpijlers/jukken liggen stalen liggers waarop een houten rijdek is geplaatst met antislipmateriaal. Ze kwamen in de vorm van dubbele ophaalbruggen, terwijl hier geen scheepvaart mogelijk is, anders dan met kajak of kano. De afsluitbaarheid diende dan ook een andere functie. Tijdens wedstrijden op de Bosbaan konden de ophaalbruggen geopend worden, zodat het moeilijk werd de roeiwedstrijden te volgen zonder een kaartje te kopen. Bij de ballenbruggen moet men de bovenste bal naar beneden trekken/drukken om het val omhoog te krijgen. De bruggen moeten handbediend worden, aangezien er geen elektriciteit in de buurt was. In geopende stand komen de ballen in een geul terecht. Door de ballen uit de geleidingsgeul te tillen sluit de brug zich weer. Kramer liet zich voor deze bruggen inspireren door het werk van Bernard Forest de Bélidor. Dick Slebos, Kramers opvolger bij de Dienst der Publieke Werken, liet zich twintig jaar later door Kramers ballenbruggen inspireren voor de door hem ontworpen bruggen brug 548 en brug 549. De brug werd oorspronkelijk gelegd iets zuidelijk aan het westelijke eind van de Bosbaan. Deze brug bestaat op die plek niet meer. Brug 516 werd in de jaren negentig verplaatst naar de Jachthavenweg, toen de terreinen hier opnieuw werden ingericht in verband met de komst van een sportpark. In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 516 dat het voor het bos en omstreken ondanks de verhuizing een waardevolle brug is. Zij voerden aan: het geeft toegang tot de natuurzone vanuit een stadachtige omgeving de brug bestaat uit oorspronkelijke delen van de brug behorend tot het systeem aan ophaalbruggen rond de Bosbaan eenvoudig en sober ontwerp. Anders dan de andere ballenbruggen benoemde de gemeente Amstelveen deze brug niet tot gemeentelijk monument.

Brug 549
Brug 549

Brug 549 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze ophaalbrug overspant een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe hier met een tweetal bruggen. De voorganger van Slebos Piet Kramer had voor het Amsterdamse Bos al een reeks ballenbruggen ontworpen, waarbij de zware ballen dienen tot contragewicht. De bedienaar van de brug kan via die ballen of kabels de brug ophalen. Slebos liet zich voor deze twee bruggen inspireren door Kramer, die op zijn beurt bij de ballenbruggen geïnspireerd werd door het werk van Bernard Forest de Bélidor. De ballenbrug kent een aantal varianten. Brug 549 staat op een houten paalfundering. De brug hangt tussen gewapend betonnen landhoofden, waarop geleidehekjes staan, en twee betonnen brugpijlers. De tropisch hardhouten balanspriemen en ballen zijn gemonteerd op betonnen pijlers naast de brug, die weer op uitbouwen van de brugpijlers staan, een zogenaamde staartbrug. De priemen zijn daarbij in de standaard blauw/witte uitvoering, de zes ballen van drie gewichtklassen zijn rood. De balanspriemen vervullen tevens de functie van brugleuningen, aan de priemen hangt ook de brug. De overspanning bestaat uit houten balken en planken met antislipgleuven. De brug, hoe klein dan ook, heeft twee doorvaarten van elk 2,86 breed waarvan slechts een open kan; ze heeft tevens twee aanbruggen. Aan de overzijde kan een metalen ketting dienen als brughek. De brug heeft drie doorvaarten, de centrale is 3 meter breed; de twee anderen 1,95. De brug heeft in Brug 548 een tweelingzus.

Brug 589
Brug 589

Brug 589 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos in Amsterdam. De brug werd aangelegd daar waar de Jachthavenweg een verbinding moest krijgen met het Tjotterspad aan de noordelijke grens van het Amsterdamse Bos. Bij de aanleg van de Jachthavenweg in 1952 was de brug al ingetekend op de kaart. Die brug was eind jaren vijftig aan verbreding toe, hetgeen er op neer kwam dat de brug in haar geheel afgebroken werd en dat er een nieuwe neergelegd werd. Er werd eerste een noodbrug geplaatst, want de brug vormde destijds al de enige toegang tot het Tjotterspad. De nieuwe versie kwam van de tekentafels van de Dienst der Publieke Werken met als architect Dick Slebos, die rond die tijd als opvolger van Piet Kramer diens werk had overgenomen. Hij nam het uiterlijk van de te slopen brug grotendeels over, maar had minder brugpijlers nodig (twee in plaats van vier). Over betonnen pijlers met jukken en tussen de betonnen landhoofden liggen stalen liggers, die het houten rijdek dragen. Daarbij is de rijweg bijna net zo breed als de brug zelf; aan de randen zijn smalle verhogingen aangebracht waar voetgangers moeten lopen, maar er is hier nauwelijks verkeer (alleen van en naar het Tjotterspad). Wel hangen aan de brug allerlei buizen voor nuts-voorzieningen. MTD Landschapsarchitecten constateerde in 1999 bij een onderzoek naar het cultureel belang van alle bruggen in het Amsterdamse Bos, dat dit voor deze brug gering is. Ze omschreven het als een (poging tot) imitatie van Kramers werk (mist raffinement in detaillering) elders in het bos. De witte leuningen/balustraden zorgen voor een opvallende verschijning, eigenlijk niet toepasbaar in een bos, maar omdat het hier een jachthavengebied betreft wel passend.

Birth of change
Birth of change

Birth of change is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het kunstwerk staat in de gemeente Amstelveen, waartoe het park behoort, maar het beheer etc. worden verzorgd door de gemeente Amsterdam. Het kunstwerk is (mede) ontworpen door kunstenaar Serge Verheugen, die voor het bos meerdere objecten leverde, samen Family ties genaamd. Alle objecten zijn daarbij van hout gemaakt, gevonden dan wel gerooid in het genoemde park. Vervolgens werden in wokshops gehouden in het bezoekerscentrum de “beelden” in elkaar gezet, met steun van mensen die in het bos werken. Birth of change bestaat uit de hond Rex met daarop de mens Andy; terugkerende personages bij Verheugen voor zijn werken in het bos. Hij gebruikte daarbij hout van beuk, abeel en es. De objecten worden doelbewust kaal gehouden zodat ze opgaan in de omringende natuur en na verloop van tijd ook in die natuur zullen vergaan. In 2016 kreeg het tafereel een uitbreiding in tientallen door kinderen geschilderde "vlinders" met daarop namen van ouders, huisdieren of helden (Butterfly Release Project). De kunstenaar maakte ook een zeefdrukvariant van het kunstwerk; de opbrengsten van die zeefdruk werden aangewend voor nieuwe beelden in het Amsterdamse Bos. Tijdens de coronapandemie heeft de kunstenaar het beeld aangepast. In maart 2020 beschilderde hij het beeld met allerlei teksten, waarin hij mensen aanspoort de zaken eens anders aan te pakken en meer te luisteren naar de natuur: Zie, hoor, snuif (gebruik je zintuigen) Zand, zwerk, bos (kijk om je heen) Tast, voel, streel (onderneem actie) en Rijs, spring, los (wordt gelukkiger).

Stedenmaagd Amsterdamse Bos
Stedenmaagd Amsterdamse Bos

De Stedenmaagd Amsterdamse Bos is een beeld in het Amsterdamse Bos. Het bos ligt grotendeels in de gemeente Amstelveen, maar is in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Het beeld staat nog net in de gemeente Amsterdam, aan de grens met Amstelveen. Het beeld is gemaakt door de beeldhouwer Friedrich Schierholz (1840-1894) voor de ingang van het Vondelpark aan de Stadhouderskade. Het is 2,53 meter hoog. Het werd gemaakt in opdracht van het parkbestuur om het park meer aanzien te geven ten tijde van de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling in 1883. Het werd geplaatst op een van de pijlers van het hekwerk uit dezelfde tijd van Alexander Linnemann. De Stede(n)maagd is een verpersoonlijking van de stad Amsterdam. Zij zit op een zetel, in haar linkerhand houdt zij een schild vast met het wapen van Amsterdam, en met haar rechterhand nodigde zij wandelaars uit het park te betreden. Op 6 oktober 1953 werd het Vondelpark overgedragen aan de Gemeente Amsterdam. De Vereniging tot aanleg van een rij- en wandelpark te Amsterdam schonk toen ook de Stede(n)maagd aan de gemeente. Op 12 november 2009 is het beeld van Luxemburgs zandsteen uit Larochette bij het Vondelpark verwijderd. Het was sterk aan verval onderhevig en was al vele malen gerepareerd. Bovendien liet het drukke verkeer over de Stadhouderskade haar sporen na op het beeld. Het beeld werd vervolgens opnieuw gerestaureerd. Op 18 juni 2014 werd het geplaatst aan de Koenenkade, bij de ingang van het Amsterdamse Bos bij brug 501. Het staat daar op een sokkel van cortenstaal tussen het spoor van de Electrische Museumtramlijn Amsterdam en de Sportasroute richting Amsterdam-Zuid. In de sokkel is de titel in het cortenstaal gefreesd. Het kreeg toen waarschijnlijk ook haar tussen-n.

Brug 1552
Brug 1552

Brug 1552 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos ligt op de terreinen van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. Midden jaren negentig werd een deel van het Amsterdamse Bos afgehaald. De gemeente Amsterdam wilde graag het ABN AMRO-hoofdkantoor laten bouwen aan de zuidkant van de Rijksweg 10/Ringweg-Zuid ter hoogte van Station Amsterdam Zuid. Er vond daar een concentratie van kantoren plaats en de ABN AMRO zou daar bij passen. Het zou zich later ontwikkelen tot de Zuidas. Echter op het terrein waar het hoofdkantoor zou moeten komen lagen de tennisvelden van Tennisvereniging Amstelpark. Er werd aangedrongen op een verhuizing van dat tennispark naar een deel van de zogenaamde Vietnamweide, een zanderige strook aan de noordoostkant van het Amsterdamse Bos, dat door de wind was omgetoverd tot een soort duingebied. Het had behoorlijk veel voeten in aarde want er moesten te veel bomen gekapt worden, vonden omwonenden. Ook andere klachten werden ingediend bij de gemeente, zodat rechtszaken de bouw stil legden. Uiteindelijk sprak de Raad van State zich positief uit over het wijzigen van de bestemming van de terreinen. Een van de argumenten was daarbij dat de Vietnamweide geen deel had uitgemaakt van het oorspronkelijke Boschplan en dat slechts een deel van de weide bij het tenniscentrum in gebruik zou worden genomen. De vestiging had tot gevolg dat ook de verkeerssituatie moest worden aangepast. Er kwam een voet/fietsverbinding over de Hoornsloot tussen de Jachthavenweg en de ingang bij brug 501. De brug werd aangelegd door het Gemeentelijk Grondbedrijf. Het werd een smalle verkeersbrug gebouwd met grof betonnen borstweringen. Ze staat op betonnen heipalen, die tevens de betonnen jukken dragen. Daarover liggen houten of stalen liggers die het houten wegdek dragen. Ten oosten van de brug ligt een spoorbrug, die al dateert uit de tijd van de Spoorlijn Aalsmeer - Amsterdam Willemspark. De versie die er in de 21e eeuw ligt is gebouwd in 1954, toen de verkeersstromen hier anders kwamen te liggen in verband met de oplevering van brug 501, tien meter ten zuidoosten van deze spoorbrug. De plaatselijk gelegen Hoornsloot moest omgelegd worden, inclusief nieuwe spoorbrug. De spoorbrug is in 1954 ontworpen door Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken, die tal van andere bruggen in de stad ontwierp. Vermoedelijk is de bovenbouw van de brug daarna nog een keer vernieuwd, maar de onderbouw is ongewijzigd. Een trein rijdt er al tijden niet meer over, ze draagt sinds 1981 de Electrische Museumtramlijn Amsterdam over de Hoornsloot. Ten zuiden van beide bruggen staat het beeld Stedenmaagd.

Brug 550
Brug 550

Brug 550 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze brug van circa 15 meter lengte valt in de eerste categorie, maar ze is pas in 1956 gebouwd. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en men zag in brug 550 een van de aantrekkelijkste houten bruggen van Kramer. Het bruggetje ligt over een waterscheiding tussen een bosdeel enerzijds (dichte bosbebouwing) en het kleine kinderbad en de grote speelweide anderzijds (open veld). Alhoewel in het onderzoeksrapport melding gemaakt wordt van een verscholen ligging, was er tevens sprake van een wit-groene markering in het landschap. De eenvoudige uitvoering heeft een eenheid tussen dek en leuningen en voor Kramer karakteristieke houtverbindingen. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Ze vond een totaal houten voetbrug die enigszins hellend ligt op houten brugpijlers met dito jukken. Deze hellende constructie was in de Amstelveende ogen eigenlijk niet noodzakelijk, want een kenmerk van deze brug is dat zij al relatief ver op de oevers begint. De borstwering gaat als het ware direct over in de brugleuningen/balustraden. De twee leuningrijen verschillen van elkaar; de onderste is afgerond, de bovenste afgeschuind. In de borstweringen vinden de beide brugleuningen elkaar; de bovenste loopt af naar de onderste en vinden samen hun begin/eind in een hoekbaluster. Opvallend is dat de onderste leuning gedragen wordt door meer balusters dan de bovenleuning. Ook vonden zij bij de brug twee ezelsruggen van baksteen, waarvan toen de bedoeling niet achterhaald kon worden.